Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Dierenbeschermers en sportvissers hebben elk hun eigen ideeën over vissepijn

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dierenbeschermers en sportvissers hebben elk hun eigen ideeën over vissepijn

Een miljoen hengelaars in de verdachtenbank na onderzoek

20 minuten leestijd Arcering uitzetten

Meer dan een miljoen Nederlanders gooien zo nu en dan een hengeltje uit. Onder hen zitten nogal wat,,zondagsvissers", maar ettelijke honderdduizenden houden zich op zeer serieuze wijze met de vissport bezig. Is elke visser een dierenbeul die zich totaal niet bekommert om het feit dat een vis ook gevoel heeft? Of lijden vissen nauwelijks pijn als ze een haakje door hun lip krijgen en na een soms lange strijd op het droge gebracht worden? Voor het eerst is daar wetenschappelijk onderzoek naar verricht, maar de resultaten daarvan worden zeer verschillend uitgelegd. De vissers zeggen: Zie je wel, niets aan de hand. De Dierenbescherming zou de sportvisserij echter het liefst geheel willen verbieden. Reportage van een hete strijd om het vangen van koudbloedige dieren. <br />

"Het is liier fijn vissen'', stelt de heer Tiiissen vast ais voor ons zijn visbroeder De Nooij z'n zilvergrijze Volvo 340 naar een karrepad langs het Apeldoorns kanaal stuurt. Na enkele honderden meters bereiken we het uitgelezen stekkie van de beide heren en geeft de Volvo zijn schatten prijs. Drie hengels, twee viskisten met inhoud, schepnetten, maden, een zak voer. . . Er is zelfs aan een visstoeltje gedacht, ,,'k Ben er maar van uitgegaan datje niks bij je had'', zegt Thissen. Die gedachte wordt gelogenstraft door de tuinstoel in m'n kofferbak. De Nooij heeft zijn viskruk al naar de waterkant gesjouwd en maakt z' n hengel in orde. Vijf minuten later tuurt hij vanonder zijn crèmekleurige pet naar de dobber. Thissen heeft meer tijd nodig.,, Dit bengeltje kostte me achthonderd gulden", laat hij weten als ik hem complimenteer met zijn gereedschap.,, En dat is nog niet eens veel. De dure kosten wel twee, twee en een half duizend gulden".

Viskist
Zijn viskist, een handige box die tevens dienst doet als zetel, maakt duidelijk dat de 65-jarige voorzitter van de Apeldoomse hengelaarsvereniging , ,Tot Ons Genoegen" (TOG) op alles is voorbereid. In verschillende vakjes ligt een ruime sortering visgerei: dobbers, in tempex gestoken haakjes, lood en andere onontbeerlijke visingrediënten. Na enig wikken en wegen neemt Thissen een sim met een rood dobberde uit zijn collectie. ,,We gaan 'moptuigen", zegt hij, alsof hij een paard voor zich heeft. ,,Iedere visser heeft z' n eigen bevestigingsmethode". Meteen rubber ringetje wordt het snoer aan het topje van de hengel bevestigd, waarna het spoeltje wordt afgewikkeld. Tot de handeling stagneert door een klit in de sim. Na verscheidene vergeefse pogingen om de knoop te ontwarren geeft Thissen het op. Het snoer wordt inclusief de klit weer om de spoel gewonden en een volgend exemplaar wordt uit de kist gepakt. Het zit vandaag niet mee. Als de hengel bijna is opgetuigd breekt de sim. Thissen verzekert me met grote stelligheid dat zoiets hem nog nooit is overkomen en pakt geïrriteerd een derde snoer. De Nooij haalt zijn derde vis uit het water. Zijn vriend stelt opnieuw een poging in het werk om zijn hengel bedrijfsklaar te maken. Mijn raadgeving om het snoer voortaan aan de hengel te laten zitten beantwoordt hij met een vaderlijke glimlach. Dergelijke suggesties verraden de zogenaamde zondagsvisser.

Eigen recept
Nadat de noodzakelijke peilingen zijn verricht met het daarvoor bestemde peillood en de dobber goed staat, bevestigt Thissen zijn hengel in de ring en verstelbare beugel aan de zijkant van de viskist. Daarna pakt hij het emmertje met meel dat op het gras staat, voegt wat witte maden toe en roert het prakje door elkaar. ,,Er zijn veel recepten voor lokaas", zegt hij, ,,maar iedere visser meent dat hij er nog iets speciaals door moet doen en houdt zijn eigen recept geheim". Het mengsel van de voorzitter van TOG bevat voor elke vis wat wils. Gemalen brood, paneermeel, maden, notenmeel, kokosmecl. . . Het goedje wordt vermengd met water.,,Moet jij er nog iets droog doorheen hebben Gerrit'', roept Thissen naar De Nooij. Die knikt zonder zijn oog af te wenden van de dobber. Naast hem ligt een spons aan een touwtje. Het is een even eenvoudig als doeltreffend hulpmiddel om het lokaas te irrigeren.,, Anders moetje zo bukken", legt hij uit en demonstreert zijn uitvinding door het sponsje in het water te laten zakken en uit te knijpen boven zijn voeremmertjes.

Hakesteker
Roerloos zitten we langs de waterkant, m'n leermeesters aan weerszijden van me. Rechts De Nooij, al vele jaren de wedstrijdleider van ,,Tot Ons Genoegen". Links de voorzitter van de 4000 leden tellende vereniging. Behalve opperhoofd van TOG is hij voorzitter van het Gelders Pootvisfonds, bestuurslid van de Sportvissersfederatie Oost Nederland en afgevaardigde van SOGF (Samenwerkingsorgaan Gelderse Federaties). Aan een touwtje om zijn nek bungelt een hakesteker. Met een geroutineerde tik slaat De Nooij zijn tiende vis aan de haak, een mooie brasem.,, Ik kan er niet meer [> vangen", grapt hij. „Ik heb m'n tien vingers vol gevist en verder kan ik niet tellen''. Droefgeestig staar ik naar m' n dobber die geen teken van leven vertoont. De wedstrijdleider proeft mijn gemoedstoestand en zegt bemoedigend; „Je zal echt wel wat vangen hoor". Thissen knikt en gooit welwillend nog een bal lokaas uit zijn emmertje naast m'n dobber. Nu moet het lukken.

Weerhaak
Het voorjaarszonnetje doet het rimpelig wateroppervlak glinsteren en maakt de dobber bijna onzichtbaar. Wat duizelig door het getuur kijk ik over de hengel heen naar het schone polderland aan de overzijde van het kanaal. „Je heb beet", waarschuwt Thissen een tikje vermanend. Met een ferm gebaar haal ik de hengel op. De dobber vliegt als een komeet door de lucht. Zowel haak als made is in de diepte achtergebleven. ,, Voorzichtig aanslaan had ik gezegd", doceert Thissen geduldig en pakt een nieuw haakje uit zijn voorraad. Aan alles is te merken dat hij een oude rot in het vak is. Als zesjarig jongetje ging hij met zijn vader al uit vissen onder barre omstandigheden. Alle kanten van het bedrijf heeft hij leren kennen. De vreugde bij het verschalken van een eerste snoekbaars. Maar ook de pijn van een palinghaak in zijn onderlip, ,, De dokter wilde die er zo uittrekken. Ik zeg: Wat ga je nü doen. Je ruïneert m'n hele lip. Je moet 'm doorduwen, zodat-ie er aan de voorkant weer uitkomt. Die man had nog nooit van een weerhaak gehoord''.

Drillen
Onder het vertellen verschalkt hij schijnbaar achteloos een waterbewoner. Vakkundig houdt hij de lijn strak en trekt het gehaakte dier naar zich toe.,, Drillen I noemen we dat", onderwijst hij. „Als je een forse brasem ineens uit het water zou hijsen breekt onherroepelijk je snoer. Door 'm te drillen blijft-ie onder water, waardoor-ie niks weegt. Aan de kant kun je' m dan uit het water halen met een schcpnet". Geboeid kijk ik toe hoe de professionele hengelaar zijn woorden omzet in daden en het dier met de hakestekeronthaakt. Opnieuw is het Thissen die me attent maakt op activiteit van m'n dobber. Deze keer is het raak. Met een sieriijke zwaai scheert de voorn boven het water naar de wal. ,, Weet je nog wat ik gezegd heb over het drillen?'', vraagt Thissen en verrijst van zijn kist om het dier te onthaken. Eer hij gearriveerd is zwemt de vis alweer in het kanaal. De voorzitter van,,Tot Ons Genoegen" knikt waarderend. ,, Dat was dan de eerste", zegt hij. Het is tevens de laatste. De vissen houden het voor gezien. Zelfs De Nooij vangt niets meer. Tevreden laten we ons koesteren door de zon.,, Dat is het mooie van deze sport", vertolkt Thissen aller gevoelens. ,,Ook al vangje niks, je zit lekker buiten".

Hengelaarsverenigingen
Nederland telt ruim een miljoen sportvissers. Een deel daarvan is zondagsvisser en werpt slechts een enkele keer de lijn uit. Het gros van de fanatiekere hengelaars heeft zich verenigd in plaatselijke hengelaarsverenigingen. Die zijn weer gebundeld in federaties, om de soms kostbare visrechten van grote wateren te kunnen huren. Boven de federaties staan de overkoepelende organen: De Nederlandse Vereniging van Sportvissersfederaties (NWS), die de belangen behartigt van zo' n 400.000 sportvissers en het Centraal Nederlands Hengelaars Verbond (CHNV), waarin ongeveer 100.000 hengelaars zich hebben verenigd. Ze hebben hun eigen bladen. Het lijfblad van het CNHVis„Piscator".De NWS brengt het „VISblad" op de markt met pakkende rubrieken als ,,Leesnet" en voor de jeugd,, onderMAATS". Ruim 170.000 sportvissers krijgen het blad elke maand door de bus. Een bron van zorg voor de georganiseerde hengelaars is de spectaculaire groei van het aantal zwartvissers. Uit een vorig jaar door het NIPO verricht onderzoek blijkt dat ruwweg een op de vier sportvissers tot deze groep gerekend kan worden. In veel gevallen gaat het om hengelaars die een morgen langs de waterkant zitten, weinig tot niets vangen en dan weer maanden lang tabak hebben van de hengelsport. Desondanks kondigde minister Braks van Landbouw en Visserij bij de opening van de hengelsportbeurs ,,Visma" in de Rotterdamse Ahoyhal aan, dat dit jaar intensiever gecontroleerd zal worden of sportvissers in het bezit zijn van de vereiste sportvisakte en van de visvergunning als ze hengelen in verpacht viswater.

Nationale hengeldag
Daarnaast hebben enkele maanden geleden de belanghebbende organisaties de handen in elkaar geslagen. Op 25 maart maakte minister Braks de officiële oprichting bekend van de stichting,,Nationale Voorlichting Hengelsport" (NVH). Daarin hebben zich verenigd het CNHV, de NWS, de brancheorganisatie Dibevo, de Organisatie ter Verbetering van de Binnenvisserij, de beursorganisatie Visma en het ministerie van Landbouw en Visserij. Door het geven van informatie, het organiseren van manifestaties en het stimuleren van akties wil de NVH de belangstelling voor de hengelsport doen toenemen - vooral onder de jeugd - en de groei van het aantal zwartvissers tegengaan. Een van de eerste activiteiten van de jonge stichting is de organisatie van een Nationale Hengeldag op 30 mei, een evenement dat jaariijks terug moet keren.

Commercie
De commerciële betekenis van de sportvisserij moet niet onderschat worden. De hobby is goed voor een jaariijkse omzet van meer dan een miljard gulden. De NWS is gehuisvest in een modern en goed geoutilleerd kantoorpand in Amersfoort en bezorgt een forse koppel mensen een boterham. Hoofd van de vooriichting is René Wielenga, een fervent visser en bekwaam verdediger van de belangen van zijn leden. De populariteit van zijn lievelingssport verklaart hij uit het oerinstinct dat in ieder mens leeft. ,,Het is gewoon een machtige liefhebberij", adverteert hij.,, Vissen gebeurt niet, zoals wel eens gedacht wordt, door twee dooie pieren: aan elke kant van de hengel een. Het vraagt je volledige inzet. En het mooie is dat mensen van jong tot oud deze sport kunnen beoefenen. Een vent die in de Schotse hooglanden staat te vissen is een heel andere hengelaar dan opa die achter het bejaardenhuis op een stoeltje in het zonnetje zit en een visje uit de vijver probeert te bemachtigen. Daar zit een wereld van verschil tussen, maar toch zijn ze allebei visser. De kosten hoeven geen probleem te zijn. De contributie voor een hengelaarsvereniging is hooguit 25 gulden, dan nog twaalf gulden voor je sportvisakte en je bent er. Noem mij eens een sport waarbij je met veertig gulden per jaar klaar bent". Ondanks alle verenigingen en organisaties blijft vissen volgens Wielenga een individuele sport. ,,Het enige wat ik graag heb is een vismaatje dat honderd meter verder staat. Tegen wie ik zo nu en dan eens kan zeggen:,, Ik heb beet''. Of: ,,Kijk'swatiknuhcb gevangen!"

Dierenbescherming
Het enthousiasme voor de sportvisserij wordt niet gedeeld door de Dierenbescherming. Tot voor enkele jaren waren de contacten tussen deze instelling en de NWS redelijk en zaten ze zo nu en dan samen om de tafel. Dat leidde er zelfs toe dat op de sportvisakte een zestal gedragsregels voor het vissen werd afgedrukt. Momenteel is de relatie ronduit slecht. Wielenga:,,De dierenbescherming zegt nu: Weg met de sportvisserij! Alleen de termijn waarop is bespreekbaar, want ze zien wel in dat zolang nog een miljoen mensen de hengel vasthouden en de sportvisserij een volstrekt legale activiteit is, dat niet van vandaag op morgen kan. Wij ervaren het zo dat we bij voorbaat al ter dood veroordeeld zijn. Wemogen alleen zeggen hoe het moet gebeuren. Met de strop, op de stoel, of met het mes. Dat is natuurlijk geen reële basis voor discussie. Er is van oudsher gevist. En ik ben ervan overtuigd dat er altijd gehengeld zal worden".

Onderzoek
De verkilde verhouding tussen de Dierenbescherming en de sportvissers blijkt ook uit hun reacties op de resultaten van een onderzoek naar de pijnbeleving van vissen, dat werd uitgevoerd onder leiding van prof. dr. F. J. Verheijen, gepensioneerd hoogleraar in de vergelijkende fysiologie aan de Rijksuniversiteit van Utrecht en befaamd visdeskundige. Beide partijen betaalden mee aan het onderzoek, maar over de conclusies ervan zijn ze het oneens. De Dierenbescherming meent dat die maatregelen tegen hetsportvissen rechtvaardigen. De hengelaars beweren: Het onderzoek heeft bewezen wat we allang wisten. Een vis voelt nauwelijks pijn, dus we hengelen gewoon door. De oorzaak van de verschillende interpretatie van de onderzoeksresultaten is volgens prof. Verheijen gelegen in het bekende psychologische verschijnsel dat mensen horen wat ze graag willen horen en doof zijn voor dat wat ze niet willen horen. ,,Ik geloof dat de twee partijen wat dat betreft in het zondigen voor elkaar niet onder doen", grinnikt hij. ,,Toen ik met het onderzoek bezig was zag ik ze bij de NWS denken als ik in Amersfoort was: Die professor Verheijen is een beste man, maar je moet hem in de gaten houden. Dat is een stiekeme dierenbeschermer. Was ik daarentegen bij de Dierenbescherming, dan zag ik ze denken: 't Is een heel aardige man, maar hou hem in de gaten, 't Is een stiekeme hengelaar".

Hengelaar
„Om eerlijk te zijn ben ik meer hengelaar dan dierenbeschermer", bekent Verheijen, ,,maar ik tracht me neutraal wetenschappelijk op te stellen. Op het ogenblik kan ik beter uit de voeten met de Dierenbescherming dan met de hengelaars. Ik meen dat de hengelaars de feiten meer naar hun hand zetten. In een redactioneel artikel schreef de heer Wielenga en ik vind het een ontzettend aardige man, maar hij heeft zijn eigen subjectieve oordelen en zijn verantwoordelijkheden - dat de NWS het onderzoek gesteund heeft in het volle vertrouwen op een goede uitslag. Spottend heb ik geschreven dat ik nu onderzoek wil gaan doen waarvoor ik, gezien de uitspraken van de heer Wielenga, niet op ondersteuning van de NWS behoef te rekenen".

Merkwaardig
In het onderzoek werd nagegaan hoe karpers reageren op verwonding en vrijheidsbelemmering. Door de dieren in aquaria en proefvijvers aan de haak te slaan en de lijn onmiddelijk te laten vieren, kwamen de pijnreacties boven water. De gevolgen van vrijheidsbelemmcring werden onderzocht door de karper te isoleren achter een glasplaat in een aquarium. Door het dier aan de haak te slaan en vervolgens te drillen werden beide factoren gecombineerd. Bij het aan de haak slaan reageerde de karper door een snelle zwenking en spuw- en schudbewegingen, maar zwom vervolgens gewoon verder en ging vrijwel direct door met eten, ook al zat de haak nog in zijn bek. De grote vraag was of de reacties veroorzaakt werden door pijn of door reflexen.,, Ik ben geneigd om aan te nemen dat er pijngevoel aanwezig is'', aldus Verheijen,,,maar die pijn valt dan wel in de schaal nauwelijks. Tot voor kort was dat een zinloze uitspraak. En nog altijd zijn er biologen die menen dat het onmogelijk is om na te gaan of een vis pijn heeft. Het merkwaardige is dat als ik een aardappel in het water gooi en die karper ernaartoe zwemt, niemand bezwaren heeft wanneer ik zeg: Hij ziet die aardappel. Niemand vraagt: Ziet-ie nou als een mens? Maar zodra ik zeg: Bij dit gedrag vermoed ik dat het beest pijn heeft, zegt men direct: Toch niet als een mens? Nee, stel je gerust, zeg ik dan. 't Is maar op z'n karpers".

Angst
Dat vrijheidsbelemmering bij de vis angst veroorzaakt is duidelijker vast komen te staan. Verheijen:,,Een karper die je uit z' n aquarium haalt, in een emmertje doet en na een half uur weer terugzet, kan dagen van streek zijn en niet willen eten. In proefvijvers is een karper aan de haak geslagen, vier minuten gedrild en daarna voorzichtig onthaakt. In veel gevallen zieje dat het dier langs de kant wegzwemt en op de bodem gaat liggen, soms langer dan drie uur. Dat kan geen reflex zijn. We zullen maar aannemen dat het angst is. Je zit nu eenmaal vast aan humane termen". De opvatting van een Leidse bioloog dat doodstil liggen een teken is van ernstig lijden, wijst Verheijen van de hand.,, Hier zie je het gevaar van, .verzoogdieren" . Als een hond zo ligt is-ie doodziek. Maar die karper ligt niet te lijden. Die ligt daar onder het motto: Blijf zitten waar je zit en verroer je niet. In de natuur heeft het dier te maken met roofvissen. Die reageren alleen op beweging, dus zolang hij stil blijft liggen isie safe. Kijk, een hond die te ziek is om zich te bewegen doet als je hem een por geeft nog niks. Maar zo'n karper, die daar misschien al uren ligt, flitst als een blits weg wanneer je hem aanraakt. Je moet opletten datje de plank niet mis slaat door een dier niet te begrijpen''.

Gecastreerde katers
,, Wat Verheijen wetenschappelijk bewijst, bevestigt wat wij altijd al gezegd hebben", constateert een zelfverzekerde Wielenga. ,, We hebben het onderzoek gesteund, omdat we het niet kunnen maken om ons afzijdig te houden als iets over vissen wordt uitgezocht. Dan zou je de schijn opje laden datje bang bent voor het resultaat en dat zijn we niet. Wij menen oprecht dat vissen een volstrekt legale activiteit is in de omgang tussen mens en dier. Wat zou erger zijn, een grote herdershond op vier hoog houden of een vis aan de haak slaan? En wat ervaren de miljoenen gecastreerde katers? Dat vindt een mens gewoon. Waarom is het dan ineens ongewoon als wij proberen een visje te vangen?''

Levend aasvisje
Niet alle conclusies van de onderzoekers stellen de hengelaars in het gelijk. Op grond van de onderzoeksresultaten wijst prof. Verheijen het hengelen met een levend aasvisje af. ,,Daarmee bots ik met de hengelsport, maar dat interesseert me niet. Ik weet hoe spannend het is om met levend aas te vissen. Ik zal u de technische details besparen, maar het heeft bepaalde uitermate spannende aspecten. Met wat we nu weten is het mijns inziens echter ethisch onverantwoord. Ook zou ik willen pleiten voor een haak zonder weerhaakje. Daarmee vang je twee vliegen in een klap. Het vissen wordt spannen^ der, wat toch de bedoeling i is, en het dier wordt minder I beschadigd. Ik ben het ook met de Dierenbescherming eens, datje vis die je toch \ niet op wilt eten meteen te I rug moet zetten. We weten nu dat de vis angst heeft als hij uit zijn milieu wordt gehaald. In zo' n leefnet zal hij het helemaal niet leuk hebben. Ik besef dat het een zekere voldoening geeft als je het net op kunt halen en één spartelende massa ziet. Maar je moetje afvragen: Weegt dat op tegen het feit dat de dieren angst hebben en beschadigd worden? We willen ook onderzoek gaan doen naar het voortleven van een geïsoleerde vissekop. Men heeft altijd gedacht dat je door hem de kop af te snijden de vis doodde. Daar zie je weer het verzoogdieren. Hari kin hè, hij is er geweest. Een zoogdier datje de kop afsnijdt is er inderdaad in enkele seconden geweest. Daarom spreekt men van onthoofding. Voor vissen heb ik de term ,,ontlichaming" ingevoerd, omdat er aanwijzingen zijn dat de kop nog uren blijft leven. De enige veilige methode is om een paar zulke klappen op de kop te geven datje zeker weet dat de hersenen ernstig beschadigd zijn".

Excessen
In verschillende publikaties hebben dierenbeschermers erop gewezen dat Verheijen en zijn mede-onderzoekers volgens de regelen der kunst vissen aan de haak hebben geslagen. Daarentegen zou een groot deel van de 1,2 miljoen hengelaars allerminst deskundig zijn. ,,Door lijnbreuk, het laten slikken van het aas, lang drillen, ruw onthaken, het bewaren in leefnetten en het gebruik van levende vissen als aas worden veel vissen onnodig mishandeld en gemarteld", stelde dierenbeschermer D. van Haarlem in het blad „Dier". Wielenga bestrijdt die aantijging. ,, Het is niet zo dat vissen een grote deskundigheid vereist. Is iedereen die in dit land een hond of een kat houdt deskundig op dat gebied? Natuuriijk niet, maar je normale gevoel voor hoe je met een dier om moet gaan zegt een hoop. Dat geldt ook voor vissen en ik ben ervan overtuigd dat het grootste deel van de vissers de vissen normaal behandelt. Natuurlijk zijn er excessen. Wat wil je met 1,2 miljoen hengelaars. Daar zitten mensen tussen die iets in de opvoeding gemist hebben en dingen doen die niet door de beugel kunnen. Bij wie een schub scheef zit, zeg ik altijd. Maar je bent verkeerd bezig als je de hengelsport denkt te bestrijden door je te richten op die excessen".

Verruwing
De Utrechtse hoogleraar deeltdeze opvatting. ,,Een deel van de hengelaars maakt er een potje van, maar het vervelende is dat dat langzamerhand voor alle menselijke activiteiten geldt. Naarmate we knapper worden heb je de indruk dat een ander deel van de mensheid steeds oppervlakkiger, steeds stupider, steeds ruwer wordt. Dat vind ik een griezelig aspect van de samenleving, datje ook terugvindt in de hengelsport. Hier ligt een opvoedkundige taak voor de hengelbladen. Daarom vind ik het zo jammer dat die kennelijk mee moeten doen met de sensatiejagerij. Het moet een beetje een aspect van Privé en Story krijgen. Het knikkende-knieën-enzweet-in-de-handen-syndroom. Anders is het niet leuk. Terwijl er zo veel andere aspecten zijn. Men zou meer aandacht moeten hebben voor de biologie rond het hele visgebeuren".

Elementaire behoefte
Verheijen ziet in de onderzoeksresultaten geen reden om de sportvisserij te verbieden. „Het buit bemachtigen is een elementaire menselijke behoefte. Anders zou niet te verklaren zijn waarom er zo universeel gejaagd en gevist wordt. Niet alleen om den brode, maar ook uit liefhebberij. In de jaren vijftig heb ik veel op zee gezeten met armoedige Italiaanse vissers, maar je merkte toch dat ook zij niet uitsluitend visten omdat het moest. Ze waren fanatiek visser. Tegenwoordig neemt men aan dat je de mens bepaalde behoeften niet mag en moet ontzeggen. Alles moet kunnen en mogen. En dan begrijpt u wel wat ik bedoel. Maar jagen en vissen staan in sommige kringen ineens in een kwade reuk. Terwijl ik het zelf altijd ervaren heb als een heel elementaire belevenis. Daarin verschil ik duidelijk van mening met de Dierenbescherming. Op het ogenblik moetje verschrikkelijk voorzichtig zijn met de mens nog meer te vervreemden van zijn natuur. Wat kun je nu beter hebben? Dat iemand een dagje gaat vissen, of dat-ie in zo' n eh, ik zag ze net nog weer in de stad, zo'n vermaakshal of hoe heten dergelijke dingen met alleriei flipperkasten, 't gaat nog met geld gepaard ook. . . Kortom, ik vind datje voorzichtig moet zijn met een mens te beroven van zijn natuuriijke behoeften of die in een kwaad daglicht te stellen, waardoor hij schuldgevoelens krijgt die in het brein van zijn tegenstander ontsproten zijn".

Demagogen
,, Daar komt nog bij dat vissen een eeriijke competitie is tussen mens en dier. Een haas is het haasje als je hem schiet, maar een vis moet nog altijd zelf het initiatief nemen. Als hij niet bijt begin je niks. Men zegt wel: Als-ie eenmaal aan de haak zit heeft-ie geen enkele kans meer. Nou, ga maar met een zondagsvisser op stap. Dat kun je maanden en jaren volhouden, maar hij zal nooit een karper aan de haak krijgen, laat staan aan wal. Er zijn natuurlijk demagogen hè. Mijn favoriete demagoog is Midas Dekker. Die zegt: Vogeltjes vang je toch ook niet? Die bekijkje meteen kijker. Ga jij nou eens met je kijker langs de slootkant zitten, zeg ik dan. Je zal niet veel wijzer worden. Ja, dan moetje gaan duiken. Ik zeg: Stel je voor dat 1,2 miljoen Nederianders gaan duiken om vissen te bekijken. De ramp voor het milieu is niet te overzien. Laat ze alsjeblieft blijven hengelen".

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 27 mei 1987

Terdege | 64 Pagina's

Dierenbeschermers en sportvissers hebben elk hun eigen ideeën over vissepijn

Bekijk de hele uitgave van woensdag 27 mei 1987

Terdege | 64 Pagina's