Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Genieten van het voorjaar in oude parken en tuinen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Genieten van het voorjaar in oude parken en tuinen

Stinsplanten bedekken de grond met een uitbundig tapijt van kleurige bloemen

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Allerlei vroegbloeiende planten verkondigen elk jaar de lente vaak lang voordat zij officieel begint. Duidelijk blijkt daaruit dat het leven onverwoestbaar is. Krokussen en sneeuwklokjes kent iedereen. Er zijn ook bijzondere soorten, sterk gebonden aan een karakteristiek milieu. Stinsplanten worden ze genoemd. Ze groeien op historische plaatsen waar het ook in onze tijd nog heerlijk toeven is. En het is er niet alleen in het vroege voorjaar mooi!<br />

De Utrechtse Vechtstreek is beroemd door de mooie buitenplaatsen die in vroeger eeuwen zijn aangelegd. Rijke kooplieden lieten daar reeds in de 17e en 18e eeuw grote landhuizen bouwen en fraaie buitenplaatsen aanleggen. Ver van hun drukke woon- en werksteden hadden de welgestelde lieden hun buitenverblijven. Daar genoten ze in de zomermaanden van het goede der aarde dat hun rijkelijk was toebedeeld. Wij zien, bij het bezoeken van die overgebleven oude "lusthoven", hoe betrekkelijk ook dat tijdelijk genot is. Van de schoonheid op vele van die buitenplaatsen, eens slechts voor enkelen toegankelijk, kan nu iedereen genieten. Die fraaie landgoederen zijn op hun beurt beroemd geworden door de bijzondere flora. In de kunstig aangelegde parkbossen bij de grote patriciërshuizen groeien en bloeien elk voorjaar ontelbare bosplanten. Gewone, die ook elders voorkomen, ook bijzondere, waarvan sommige zelfs zeldzaam zijn. In de nog altijd mooie en sfeervolle tuinen en parken langs de kronkelende Vecht groeien een aantal bijzondere vroegbloeiers. Het zijn voorjaarsplanten die in groot aantal voor uitbundige bloemenpracht zorgen. Ze hebben een merkwaardige naam; stinsplanten. (Er is nogal wat verwarring over de juiste schrijfwijze. Biologen schrijven meestal stinzenplant, maar Van Dale geeft stinsplant.)

Friese stinsen
De naam stinsplant is afgeleid van het Friese woord stins. Zo werden de stenen huizen die na ongeveer 1400 in die provincie werden gebouwd, genoemd. Men heeft ook wel de spelling "steenhuis" gebruikt, die in de provincie Groningen reeds in de 13e eeuw voorkwam. Stenen huizen en torens vielen op in de tijd dat de boerderijen nog werden gebouwd van hout en leem. Stinsen waren geen gewone huizen, maar versterkte woningen in de vorm van een toren die kon worden verdedigd. Ze werden op een kunstmatig gevormde heuvel gebouwd. Het is niet duidelijk wie deze versterkte woningen liet bouwen, maar zeer waarschijnlijk was dat de Friese adel, die overvoldoende geld beschikte. Stinsen waren nogal plomp en tien tot twaalf meter hoog. Meestal waren er drie verdiepingen in en een door een stenen gewelf afgesloten kelder. Stinsen dienden voornamelijk als vluchttorens; voor langdurige verdediging waren ze niet geschikt. In de loop der eeuwen maakten de stinsen een ontwikkeling door tot de grote en fraaie woonhuizen op landgoederen. Bij die stinsen en later bij de landhuizen werden alleriei planten uit andere milieus aangeplant. Tot in onze tijd zijn ze daar nog te vinden en ze kregen door hun typische groeiplaatsen de naam "stinsplanten".

Ruimer verspreid
Stinsplanten hebben een ruim.ere verspreiding dan de Frieze stinsen en de landgoederen langs de Utrechtse Vecht en elders. Piet Bakker geeft in zijn boek over deze planten de volgende omschrijving: ,, Onder stinsplanten verstaan we planten die in hun verspreiding binnen een bepaald gebied (vrijwel) uitsluitend zijn beperkt tot stinsen, buitenplaatsen, oude boerenhoeven, pastorietuinen en aanverwante milieus zoals kerkhoven, stadswallen en slotheuvels. Het gaat in de regel om soorten en/of variëteiten met opvallende bloemen, die vroeger op buitenplaatsen en dergelijke zijn uitgeplant en vervolgens zijn verwilderd en ingeburgerd". Uit het bovenstaande blijkt dat het niet zo moeilijk is om de groeiplaatsen te vinden van de vele mooie stinsplanten, hoewel die plaatsen beperkt in aantal zijn. De Vechtstreek is voor deze flora uniek en de beste omgeving om deze planten te bewonderen. Wie andere oude buitenplaatsen bezoekt zal bepaalde soorten ook aantreffen. U hoeft er in elk geval niet per se voor naar Friesland.

De opvallendste
Krokussen zijn zo algemeen dat zelfs kleine kinderen ze kennen, vooral doordat ze zo vroeg in het jaar bloeien. De overgang van winter naar lente, het verschijnen t> van de eerste bloemen terwijl verder de vegetatie nog kaal is, spreekt iedereen aan. In parken en tuinen, waar ze massaal kleurendekens vormen, verkondigen ze de lente lang voordat die officieel begint. Daarvoor hebben ze zon nodig, want voor warmte zijn ze erg gevoelig. In dit natte voorjaar, waarin veel struiken en planten uitzonderlijk vroeg uitliepen, waren de krokussen toch vrij laat in bloei doordat de zon zo vaak verstek liet gaan. In de Vechtstreek zijn krokussen de opvallendste stinsplanten. Op vele buitenplaatsen langs de rivier overheersen deze bloemen in de lentemaand. De oorspronkelijk wilde Crocus vernus is inheems in de bergen van Midden- en Zuid-Europa. In de Alpen groeien deze bloemen tot op een hoogte van ruim 2500 meter. Daar bloeien ze direct nadat de sneeuw is weggedooid. Krokussen verwilderen gemakkelijk. Er zijn in de loop der eeuwen vele variëteiten ontstaan. De oudste soorten werden in ons land al in de 16e eeuw gekweekt.

Haantjes en hennetjes
De mooie trosjes van de voorjaarshelmbloem kleuren de grond van parken en tuinen in de aprilmaand roodpaars. De helmbloem is een schaduwplant die onder bomen en struiken wil groeien. Landelijk is deze plant vrij zeldzaam maar in de Vechtstreek bloeit deze stinsplant elke aprilmaand uitbundig, in wilde staat groeit de voorjaarshelmbloem in Limburg en langs de binnenduinrand. Jac. P. Thijsse schreef erover in zijn album "De bloemen en haar vrienden" als volgt: ,,Langs het Kennemerduin zie ik de Sachem het meest op de mooie lila helmbloemen die ook wel haantjes en hennetjes worden genoemd. Deze zonderlinge bloempjes hebben geen kelk, maar wel vier kroonblaadjes, waarvan het bovenste nogal raar gevormd is en uitloopt in een diepe zak, een spoor, en die zit bovenin vol honing." Kijk er eens naar bij die voorjaarshelmbloem, zoals die nu wordt genoemd. De sachem is een vrij zeldzame soort kleine bij. Hommels bezoeken de helmbloem ook. Een zeer aparte stinsplant is het wit hoefblad, dat oorspronkelijk thuishoort in de bergen van Midden-Europa. In hetSaueriand groeit hij langs beekoevers. In de vakantietijd kunt u daarvan alleen de grote hoefvormige bladeren zien die de oevers bedekken. Heel vroeg in het jaar, soms al in januari, bloeit deze soort hoefblad met witte trossen. Vaak kunnen we die bloeitrossen nog tot in april aantreffen. Ik heb ze in die maand in bloei zien staan op de buitenplaats Gunterstein te Breukelen. Op Gooilustin 's-Graveland zijn ze nog niet zo lang geleden aangeplant.

Bloei in Boekesteijn
Hoog in de bergen van Turkije verschijnen direct wanneer de sneeuw smelt de blauw-met-witte sterredes van de sneeuwroem. Dit plantje heeft dus een zeer toepasselijke naam. De hoofdkleur van de bloemen is porseleinblauw, terwijl het hart wit is. Er zijn twee soorten. Van de ene soort is het witte hart vrij groot, van de andere tamelijk klein. Een zeer algemene stinsplant is de narcis. De wilde narcis en de trompetnarcis zijn duidelijk verschillend. Van de eerste is de trompet heldergeel en de bloemdekslippen bleekgeel. De trompetnarcis is helemaal heldergeel. Van deze soort zijn vele cultuurvariëteiten die vaak op de wilde narcis lijken. De mooiste herinneringen aan bloeiende narcissen heb ik uit mijn jeugd, toen ik vaak wandelde op de buitenplaats Boekesteijn te 's-Graveland. Wat is daar de bosgrond in april mooi wanneer de ontelbare narcissen hun gele trompetten uitsteken. Dan bloeien ook maagdepalm, paarse dovenetel, bosviooltje, hondsdraf, bosereprijs en nog meer mooie bloemen. De bomen staan met het eerste tere groen en vele heesters bloeien volop. Dan is zo'n buitenplaats nog steeds een lustoord. Daar zingen fitis en tjiftjaf, fluiter en zwartkop, lijsters en nachtegalen. Wie op stinsplanten uitgaat, moet naar dergelijke oude landgoederen gaan. Niet slechts om die bijzondere planten te gaan zien, maar evenzeer om de rustieke sfeer die er nog steeds is. En om er te genieten van de vele zangvogels die duidelijk voorkeur hebben voor die oude, rijk geschakeerde buitenplaatsen. Ik noemde in dit verhaal slechts enkele van de vele stinsplanten. Lelietje-derdalen, kievitbloem, wilde hyacint, maarts viooltje en nog veel meer behoren tot deze karakteristieke plantesoorten. Wilt u er meer over weten, u kunt alle gegevens vinden, ook over de vindplaatsen, in "Stinzenplanten". Men kan dit boek bestellen bij Natuurmonumenten te 's-Graveland, telefoon 035-62004. De prijs is ƒ 39,90 voor leden en ƒ 49,50 voor nietleden. Die vereniging bezit en beheert vele buitenplaatsen waar nog stinsplanten groeien.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 27 april 1988

Terdege | 80 Pagina's

Genieten van het voorjaar in oude parken en tuinen

Bekijk de hele uitgave van woensdag 27 april 1988

Terdege | 80 Pagina's