Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De angst voor een doodsteek van een bij of wesp

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De angst voor een doodsteek van een bij of wesp

"In de zomermaanden durf ik absoluut niet met vakantie te gaan."

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Aan het einde van eik jaar verlangen miljoenen landgenoten naarde zomer. Een kleine, nauwelijks bekende bevolkingsgroep ziet dat zelfde seizoen met angst en beven tegemoet, omdat het gepaard gaat met de komst van bijen en wespen. Naar schatting lijden acht op de duizend mensen aan overgevoeligheid voor het angelgif van deze insekten. Sommigen zelfs in een zo ernstige mate, dat een levensbedreigende situatie ontstaat wanneer ze gestoken worden. Een patiënt en een hoogleraar doen een boekje open over bijen en wespen als doodsvijanden. <br />

Het gebeurde op een zonnige dag in 1984. De Renkumer R. van 't Hul verrichtte zijn dagelijkse werkzaamheden in de proeftuinen van de Landbouw Hogeschool in Wageningen. Tot een wesp haar angel in zijn vlees boorde. Op het moment dat hij gestoken werd, bevroedde Van 't Hul nog niet wat de gevolgen daarvan zouden zijn. ,,Het was niet de eerste keer dat ik gestoken werd. Ik heb waarschijnlijk een aantrekkingskracht voor insekten. We zitten samen in de tuin, de vrouw en ik, en de vrouw steken ze nooit ofte nimmer, maar mij moeten ze altijd hebben. Voor '84 ben ik ook verscheidene keren door bijen en wespen gestoken. Dan was ik er wel een beetje vervelend van, maar na een uurtje ging ik toch weer aan het werk. Wel heb ik het altijd vreemd gevonden dat ik nooit een bult kreeg wanneer ik werd gestoken, maar wel enorme pijn had."

Coma
Deze keer bleef het niet bij pijn. Het was alsof het wespegif zijn longen samenkneep. De enorme benauwdheid was het laatste dat hij gewaar werd eer hij in coma raakte. Collega's brachten hem hals over kop naar het ziekenhuis, waar hij een nacht aan de monitor lag. De volgende dag was het gevaar geweken en keerde hij huiswaarts. Zijn sympathie voor bijen en wespen was door het voorval niet groter geworden. Hetzelfde jaar herhaalde het drama zich. De angst voor alles wat een angel bezit begon er bij de inwoner van Renkum nu goed in te zitten. Drie jaar lang wist Van 't Hul een nieuwe steek van de voor hem levensgevaarlijke insekten te voorkomen. Vooral op zijn werk was hij op zijn hoede, omdat daar de kans op een aanval van de dieren het grootst was. Thuis was hij minder alert. Wellicht was dat de reden dat hij vorig jaar in de tuin achter zijn woning opnieuw werd gestoken.

Rand van het graf
De datum staat onuitwisbaar in Van' t Huls geheugen gegrift: 30 juli 1987. ,, Ik ga naar binnen en zeg tegen de vrouw: Ik ben in de pink gestoken hoor. Ik ga daar zitten op de bank. Ik vernam al dat het niet goed ging. Ik ben gaan liggen. Ik heb nog gehoord dat de vrouw zei: Ik zal de dokter bellen, en verder weet ik niks meer dan dat ik bijkwam op de hartkamer in het ziekenhuis van Wageningen." De huisarts vreesde bij zijn komst dat de bijesteek de dood van het slachtoffer tot gevolg zou hebben. Zijn hartslag was niet meer te voelen. Met spoed werd hij naar het ziekenhuis vervoerd, waar hij dank zij de moderne medische middelen in leven kon worden gehouden. Van 't Hul kreeg in de gaten dat er nu toch echt iets moest gebeuren.,,De dokter had al eens gezegd: Je moet contact opnemen met het Academisch Ziekenhuis in Utrecht, want het gaat zo niet langer meer. Ik had dat nog steeds niet gedaan, maar nu was ik aan de rand van het graf geweest. Dan schrikjewel."

Noodpakket
In het AZU kreeg hij na een uitgebreid onderzoek te horen dat hem een opname van twee weken te wachten stond. Daarin zou hij 58 spuiten krijgen met bije- en wespegifextract. De aanvankelijk zeer geringe concentratie gif zou per injectie worden opgevoerd. Al bij de 22e spuit ontstonden problemen. Van 't Hul voelde de benauwdheid opkomen die hij herkende van de keren dat hij het gif door een bije- of wespeangel kreeg toegediend. Zijn behandelend arts durfde de kuur niet voort te zetten en staakte de behandeling. De patiënt werd naar huis gestuurd met een recept voor tavigil, een middel tegen overgevoeligheid, en een noodpakket. Daarin zat onder meer een Epipen-injectie, die hij zichzelf na een bije- of wespesteek zou moeten toedienen om de heftige reactie tegen te gaan. Algemene adviezen waren: Geen felgekeurde kleding dragen, niet met opgestroopte mouwen rondlopen, niet autorijden met de ramen open, opletten met alcohol.

Injectiekuur
Gedesillusioneerd keerde de Renkumer huiswaarts. Van alle kanten zag hij zich belaagd door bijen en wespen die het op hem hadden gemunt. ,,Pas half oktober j ben ik weer gaan werken. Ik dorst er niet uit. Want je krijgt de schrik van je leven natuuriijk, hè." Het was op aanraden van een kennis dat hij de allergoloogjhr. A. C. Quaries van Ufford in Utrecht bezocht. Resultaat was dat hij afgelopen januari een dag werd opgenomen in het Utrechtse Diakonessenhuis, om opnieuw een injectiekuur te ondergaan. Deze keer bleven complicaties achterwege. Na de opname reisde Van 't Hul nog drie maanden lang één keer per week naar Utrecht om zich daar in te laten spuiten met een steeds sterkere concentratie angelgif. De laatste injectie bevatte de dosis die een bij of een wesp bij een steek toedient.

Opletten
De nabehandeling is overgelaten aan de huisarts, die de "patiënt" met steeds grotere tussenpozen het angelgif inspuit. Maar ondanks het gunstige resultaat van de behandeling heeft hij zijn vrees voor bijen en wespen niet verioren.,, Vorig jaar stond nog in de krant dat een jonge vrouw aan een wespesteek was overleden. Daar valt mijn oog direct op. IkhebinhetAZU.inhet Diakonessenhuis en aan de huisarts gevraagd: Is er nou niet een middel waarmee je je kunt insmeren, zodat die beesten van je afblijven? Al is het nog zo vies, dat geeft me niet. Datzouje dan 's morgens erop kunnen smeren en als je 's avonds thuiskomt eraf wassen. Maar het is er gewoon niet. Door mijn werk loop ik in allerlei gewassen, ook bloeiende gewassen. Daar zitten altijd van die beesten op he. Daarom heb ik vorig jaar gezegd: ik stop ermee. Ik ga met de vut. Want je moet eenvoudig een beetje opletten. Niet te veel in de buurt van bloemen komen... Op zo'n dag als vandaag gaat het wel, maar als je van datmokkerige, zachte weer hebt, van dat benauwde weer, dan moetje weten waar je loopt en wat je doet."

Allergische reactie
Overgevoeligheid voor angelgif is een euvel dat op vrij grote schaal voorkomt. Vooral wespesteken zijn berucht. In de Verenigde Staten vinden naar schatting per jaar veertig mensen de dood ten gevolge van een allergische reactie na een insektebeet. In Nederland vallen volgens officiële gegevens één a twee doden per jaar te betreuren. Het werkelijke aantal is waarschijnlijk hoger, omdat in een aantal gevallen de doodsoorzaak niet wordt herkend. Voor de aantrekkingskracht die sommige personen op bijen en wespen uitoefenen bestaat geen sluitende verklaring. ,, Het zou kunnen zitten in leefgewoontes'', zegt de huidspecialist prof. dr. E. Young.,,Dergelijke insekten reageren op kleuren en geuren. Als iemand parfums gebruikt, komen ze daar op af. Hetzelfde I> geldt voor felgekleurde kleding. Werkomstandigheden spelen ook een rol. We hebben eens een vuilnisophaler behandeld. Zo'n man zit veel in die vuilnis te rommelen. Daar zitten ook altijd veel wespen op. Of men woont in de buurt van bijenhouders. Al dat soort dingen kunnen van invloed zijn."

Lelijk
De Utrechtse hoogleraar doceert aan de Rijksuniversiteit het grensgebied van de dermatologie en allergologie. Daarnaast is hij als huidspecialist verbonden aan het Utrechtse Academisch Ziekenhuis (AZU). De pijn van een bije- en wespesteek kent hij bij ondervinding. „Een amateurimker had gevraagd of hij bij ons een bijenkas achterin de tuin mocht zetten. Mijn vrouw vond dat wel mooi. Tot ze op een dag in de tuin was en zo'n bij in haar haren verward raakte. Gillend kwam ze naar huis toe. Nou ja, toen probeerde ik die bij te verjagen en werd ik gestoken. De andere keer was op een parkeerplaats langs de snelweg. Daar moetje ook altijd uitkijken. We waren even gestopt om iets te eten. Kennelijk had op wat ik at een wesp gezeten, en ik werd in de tong gestoken. Dat was lelijk ja. Ik was er erg van geschrokken ook. Maar blijkbaar ben ik niet allergisch, want er gebeurde verder niks."

Voorspelbaar
Een allergie berust op de vorming van zogenaamde antilichamen tegen een bepaalde stof of meer stoffen. Wanneer die stof opnieuw met het lichaam in aanraking komt, ontstaat een reactie met de gevormde antilichamen. Deze reactie kan in het ergste geval leiden tot een anafylactische shock, die gekenmerkt wordt door bloeddrukdaling en kortademigheid en de dood tot gevolg kan hebben. Meestal ontstaat de overgevoeligheid voor angelgif geleidelijk. Mensen reageren eerst nauwelijks op een bije- of wespesteek, krijgen een volgende keer een flinke bult, de keer daarop een dikke arm en raken na een vierde steek van de wereld. ,,Bij zulke mensen is het verloop enigszins voorspelbaar", constateert prof. Young.,,Dan zegje: Hé, hij bouwt een overgevoeligheid op. We moeten nu uit gaan kijken, want een volgende keer kon hij wel eens een algemene reactie krijgen. Maar de overgevoeligheid kan zich ook heel plotseling ontwikkelen.''

Onderzoek
Waarom iemand op een gegeven moment antilichamen tegen bije- en wespegif gaat maken, is volgens de huidspecialist niet te verklaren. ,,Zoals geen enkele allergie te verklaren is. Er kunnen erfelijke factoren een rol spelen, maar die zijn bij lang niet iedereen aanwijsbaar. Daar komt bovendien nog bij dat sommige van deze reacties waarschijnlijk niet allergisch van aard zijn, maar op een onbekend mechanisme berusten." In het AZU wordt een zestigtal mensen die lijden aan overgevoeligheid voor bijeen wespegif behandeld. Aan de behandeling gaat een intensief onderzoek vooraf. Er worden huidtests met wespegifextract verricht om na te gaan of een reactie optreedt. Bloedonderzoek moet eventuele antistoffen tegen het angelgif aantonen. Daarnaast wordt aan de hand van het verhaal van de patiënt een nauwkeurige anamnese opgesteld. ,, Want geen enkele onderzoeksmethode is onfeilbaar", bekent prof. Young. „De huidtests kunnen wel eens positief uitvallen bij een niet allergische en negatief bij een allergische patiënt. Ook bloedonderzoek is niet onfeilbaar, want iedereen die pas gestoken is, heeft antistoffen. De kwestie is dat sommigen die hoeveelheid antistoffen houden en anderen niet.''

Immunotherapie
De behandeling van de allergie draagt in het medisch vakjargon de naam hyposensibilisatie en is erop gericht de overgevoeligheid voor het angelgif te verkleinen. Om dat te bereiken worden patiënten ingespoten met een extract van wespe- of bijegif in een geringe concentratie, die langzaam wordt opgevoerd. De bedoeling is dat daardoor immuniteit voor het gif wordt opgebouwd. Vandaar dat ook wel gesproken wordt over immunotherapie. Hetzelfde principe wordt toegepast bij de behandeling van hooikoorts, waarbij mensen worden ingespoten met pollenextracten. Waarop het mechanisme van hypo-sensibilisatie berust, is volgens prof. Young onduidelijk.,, Men stelt zich voor dat er andersoortige antilichamen worden gevormd, die een soort concurrerende positie innemen ten opzichte van de ziekmakende antilichamen. Maar bewezen is dat nooit. Ook over de vraag hoe lang je met de behandeling moet doorgaan, zijn de meningen verdeeld. Aanvankelijk heeft men gezegd: Je moet levenslang doorgaan. De laatste tijd klinken er stemmen die zeggen: Vijf jaar is wel genoeg."

Criterium
Over het algemeen heeft de injectiekuur het gewenste resultaat. In het AZU is het maar enkele keren voorgekomen dat hyposensibilisatie in verband met complicaties moest worden gestaakt.,,Mensen bij wie dat het geval is, geven we een noodpakket mee met onder meer een Epipen-spuit", zegt Young. ,,In die kant-en-klare spuit zit een vaste hoeveelheid adrenaline, een middel dat sterk shockbestrijdend werkt." Het is volgens de hoogleraar vaak moeilijk om uit te maken welke patiënten in aanmerking komen voor hypo-sensibilisatie en welke niet.,,Je hebt mensen die bij ons komen omdat ze na een bije- of wespesteek van de wereld zijn geraakt, maar die geen echte shock hebben gehad. Ze zijn door de paniek flauwgevallen. Net zoals er mensen zijn die flauwvallen wanneer bloed wordt afgenomen. Zo'n pseudoreactie kan heel dramatisch zijn. Dan heb je de groep patiënten bij wie de reactie niet van allergische aard is, maar berust op een duister mechanisme. Bij deze mensen is het dubieus of hyposensibilisatie helpt. En dan zijn er nog de mensen met sterke plaatselijke reacties na een bije- of wespesteek. Moetje die, als de reacties steeds heftiger worden, ook met zo'n injectiekuur gaan behandelen? Het is moeilijk om daarvoor een vast criterium te geven. Je moet bij elke patiënt zorgvuldig afwegen hoe je gaat behandelen."

Wijs hart
,,In zekere zin vind ik het jammer dat ik na die injectiekuur niet meer gestoken ben", zegt Van't Hul. ,, Want die artsen kunnen welzeggen: Deze behandeling is betrouwbaar, maar die zekerheid heb ik niet zolang ik niet door het beestje zelf gestoken ben, hè. Ze kunnen wel zeggen: Het is hetzelfde gif, en ik vertrouw daar natuurlijk wel een beetje op, maar toch... In de zomermaanden durf ik absoluut niet met vakantie te gaan. Je zult onderin Limburg zitten, een wandeling gaan maken en gestoken worden. Waarmoetje naartoe als het fout gaat? Zomers zal ik ook nooit op een markt lopen. Bij die kramen zweven ook altijd van die beesten. Let maar eens op. Je denkt dan wel 's diep in j e hart:' k Wou dat ze er maar niet waren. Maar dat is natuurlijk niet goed. In de natuur doen die dieren goed werk. En ze kunnen ons een hele les leren. De opperste Wijsheid heeft zó'n macht. Hij bestuurt een klein diertje en de mens is niets. Als j e dat ziet, zegje: Heere, leer mij mijn dagen tellen, opdat ik een wijs hart bekome."

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 17 augustus 1988

Terdege | 64 Pagina's

De angst voor een doodsteek van een bij of wesp

Bekijk de hele uitgave van woensdag 17 augustus 1988

Terdege | 64 Pagina's