Welke betekenis hebben warmte- en koufronten?

Er kan een week voorbij gaan datje de term warmte- of koufront in de weerberichtgeving niet tegen komt. Dat is wanneer ons land in een rustig hogedrukgebied ligt. Er zijn ook weken met veel depressies, waarbij het ene front na het andere passeert. Welke betekenis heeft een warmte-, een kou- of een occlusiefront voor ons? Eigenlijk zegt de aanduiding het al, alleen wij moeten ons van die warmte en kou na een dergelijk front niet altijd veel voorstellen. Soms is het verschil maar een paar graden. Het kan in actieve gevallen ook een verschil van 10 graden zijn vóór en na het front. Bijgaande tekening geeft een doorsnee van de drie mogelijke fronten. Komt een depressie naderbij, dan glijdt de warme lucht omhoog tegen de aanwezige koele, in de winter eventueel aanwezige koude lucht. Bijna alle regen begint als sneeuw. De zachtere lucht komt dichterbij, de wolken komen lager tot op het moment waarop (tekening boven) de zachte lucht tot aan de grond is doorgedrongen, vergezeld van regen. Op dat moment stijgen de temperaturen enkele graden. In de winter soms van onder het vriespunt tot 5 a 8 graden dooi.

Occlusie
Zodra het warmtefront is gepasseerd liggen wij in een zogenaamde "warme sector", die zich kenmerkt door veel bewolking, af en toe regen en zachte lucht, bij een krachtige, soms stormachtige zuidwestenwind. Die vochtige zachte lucht wordt verdreven zodra het koufront passeert. Achter dat front komen als regel opklaringen voor, buien en een afnemende wind. De temperatuur daalt enkele graden. Nu is het altijd zo wanneer zo' n depressiesysteem, naar meest voorkomend model, nadert van de oceaan, dat dan het koufront sneller trekt dan het warmtefront. Dat heeft tot gevolg dat het warmtefront wordt ingelopen. Er zit geen warme sector meer tussen en nauwelijks nog wat zachte lucht. Er passeert dan een zogenaamde occlusie. (Het onderste voorbeeld op het kaartje.) Misschien even wat moeilijk, maar wanneer je bij de weeroverzichten de termen warmte- en koufront wel regelmatig hoort, is het ook goed te weten wat daarmee wordt bedoeld. Is heel zo'n depressiesysteem voorbij dan komen er vaak enige uren na het koufront, soms 24 uur later, actieve buien van een zogenaamde trog. Dat is een gebied met veel wind en actieve buien waarbij zich even wat grotere drukverschillen voordoen. Mochten er onder de lezers zijn die van deze hele materie meer willen weten, laten die mij even schrijven (Boermalaan23,9765AP Paterswolde) en ik kan hen mogelij keen paarweerboekjes aanraden die met foto's en weerkaarten nog meer duidelijkheid geven.

Strenge winters
De novembermaand is de drempel naar de winter. Uit een Vlaams weerboekje van veertig jaar geleden hier enkele opmerkingen ten aanzien van een te verwachten koude winter aan de hand van verschijnselen in de natuur. Ik zeg er dadelijk bij dat ze alle met meer dan één korrel zout genomen kunnen worden omdat, zo is al dikwijls onderzocht, de natuur in flora en fauna geen aanwijzingen in de herfst geeft ten aanzien van het karakter van de erop volgende winter. Het gaat een koude winter worden als de bomen lang in blad blijven; de cocons van de rupsen dik zijn; de veenmol zich in de herfst al ingraaft; de veldmuis haar nest op heuvels bouwt; de katten een dikke vacht hebben; de hazen vet zijn; de wilde ganzen vroeg voorbij trekken; de uien dikke pellen hebben. Deze herfst zijn er veel eikels, maar in het verleden zijn daar zowel koude als zachte winters op gevolgd. Als voorspelling hebben ze daardoor geen waarde.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen