Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Files

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Files

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

<br />

ledere gebruiker van het wegennet valt vroeg of laat, regelmatig of onregelmatig, te pas maar gewoonlijk te onpas, het voorrecht te beurt in een file te belanden. Soms wordt zo'n file vooraf met veel bombarie aangekondigd door de Rijkspolitie. Is deze niet ter plaatse, dan zal men meestal —heftig geschrokken— plotseling op zijn rem moeten gaan staan.

Raadsel
Een vraag die mij in zo' n geval altijd weer bezighoudt (je hebt ten slotte alle tijd) is, hoe nu zo'n file ontstaat. Als iedereen nu eens gewoon doorreed, dan was er toch niets aan de hand? Meer nee hoor, de weg is vol en op een gegeven moment begint —volgens mij zonder enige aanleidingde hele meute te remmen. En dan stoppen ze ook nog. Nergens voor. Is de file opgelost, dan zijn al die auto' s ook in één klap verdwenen. Waar ze gebleven zijn? Dat is niet duidelijk. Waarom ze stopten? Ook dat blijft een onopgelost raadsel. Omtrent de oorzaak van de file tast men meestal in het duister. Anders is het, wanneer er —zoals in de zomer zo vaak gebeurt— aan de weg gewerkt wordt. Dit geschiedt bij voorkeur in het spitsuur. Er mag maar één strook van de tweebaansweg bereden worden. De stoplichten die hierbij gebruikt worden, zijn volgens mij gewoon afgesteld op tien minuten rood en drie minuten groen, de rest van de tijd wordt gebruikt om de tegenliggers die door rood gereden zijn, nog even door te laten. De minimale 'rijtijden' vragen er ook om door rood te rijden. Maar op snelwegen zijn geen stoplichten. Toch gaan er plotseling overal felrode remlichtjes branden. In het gunstigste geval kun je dan met een gangetje van vijf a tien kilometer per uur doorsukkelen (hoewel er af en toe een rustpauze ingelast wordt voor de motor; het is ten slotte een moordende snelheid). Het volgende probleem doet zich hierbij voor; welke versnelling? Eén of twee? Twee is vaak nèt iets te snel: zelfs zonder gas te geven, bots ik dan al op m'n voorganger. Eén is echter net iets te langzaam en een zeurderig opdringend motorgeluid weerklinkt. Maargoed, zolang je nog rijdt, is het in een file best vol te houden. Ik besteed de filetijd meestal aan het observeren van mijn medeweggebruikers. Links van me gaat bij voorbeeld een interessante jongeman in een Mercedes 190. Die komt af en toe voorbij en ik haal hem prompt weer in. Hij vindt het wel leuk, zo te zien. Maar hij verdwijnt nu toch definitief. Het-kassa-in-desupermarkt-dilemma dringt zich aan me op. Gaat die rij nu toch sneller of hoe zit dat? Vóór en achter me wordt tenminste druk van rijstrook gewisseld. En die Mercedes is al vier auto' s voor. Links invoegen dus maar. Op het moment dat ik dit gedaan heb, staat de linker strook stil en begint de rechter te rijden. Hè! Opnieuw wisselen? Maar dan staat ook alles stil. Achter mij slaat de ventilator van een Ford Escort nadrukkelijk aan. Een vervelend idee. Motor af.

Ogen verven
Er mag weer twee meter gereden worden. Moet ik starten voor zo'n kippeeindje? Ja dus, want als ik even wacht, probeert de Escort in te halen. Dan de motor maar even laten draaien, we zullen zo wel weer rijden. De gehele weg is één onafzienbare rij blikkerend metaal. De temperatuurmetervan het koelwater stijgt. Een verontrustende ontwikkeling. Enkele auto's vóór mij gaat een motorkap omhoog. Even later duwt de bestuurder de wagen de vluchtstrook op, druk aan het stuur trekkend. Ook mijn ventilator slaat aan. Trouwens, her en der zijn de alarmerende geluiden van deze installaties te horen. Motor weer af. In een Suzuki Altootje dat voor mij staat, is een jongedame vol overgave bezig haar ogen, wimpers en wenkbrauwen te verven. Ze trekt daarbij de meest onmogelijke grimassen in de spiegel. Een vertegenwoordiger van Nashua Copiers, die naast haar staat en toegewijd in zijn neus peutert, slaat haar werkzaamheden aandachtig gade. Twee automobilisten die uitgestapt zijn en demonstratief met de handen in de zakken staan te praten, moeten haastig weer hun vervoermiddel opzoeken, want we gaan weer rijden. En hoe! Definitief. Motoren worden gestart. Mijn vooriigger krijgt haar Suzukietje niet aan de praat. Het koelwater stroomt er in plassen onderuit. Het opgetutte meisje blijft eenzaam achter, wachtend op een gele Golf. De massa auto's begint langzamerhand vaart te krijgen en zó ineens is er van al die auto's totaal niets meer te bekennen. Het is weer rustig op de snelweg. Waar zijn die auto's nu toch?

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 18 januari 1989

Terdege | 64 Pagina's

Files

Bekijk de hele uitgave van woensdag 18 januari 1989

Terdege | 64 Pagina's