Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hoogte- en dieptepunten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hoogte- en dieptepunten

`Ja, zouden wij het goede van God ontvangen en het kwade niet ontvangen?" "Daarna opende Job zijn mond en vervloekte zijn dag." Job 2:10m , Job 3:1

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

<br />

In de eerste twee hoofdstukken van het boek Job zien we Job op de blinkende hoogte van de verdraagzaamheid en eenswillendheid met God: „De HEERE heeft gegeven en de HEERE heeft genomen; de Naam des HEEREN zij geloofd!" Maaro, wat werd die eenswillendheid zwaar beproefd. Wat zijn er ook daarna nog een stormen over hem heengegaan. Steeds dieper werd hij in zijn vlees geraakt. Steeds dieper ook werd hij geraakt in zijn geest, want ook zijn eigen vrouw, als instrument in de handen van satan, werd gebruikt om een giftige pijl te steken in het hart van Job, toen zij zei:,,Houdt gij nog vast aan uw oprechtigheid? Zegen God en sterf", d.w.z. zeg God vaarwel en sterf. En wat zegt Job dan in zijn eenswillendheid met de HEERE? ,, Gij spreekt als één der zottinnen spreekt; ja zouden wij het goede van God ontvangen en het kwade niet ontvangen?" O, zie daar wat alleen genade vermag! Dat is geen vrucht van het vlees, maar vrucht van de Geest der genade. Genade leert dragen en dulden. Genade maakt eenswillend. En genade alleen doet de Zijnen verstaan: ,,Alle goede gave en volmaakt gifte is van boven van de Vader der lichten afkomende" en ook,,Gaat niet uit de mond des Allerhoogsten het kwade en het goede?" Genade leert roemen: ,,Wij weten dat dengenen die God liefhebben alle dingen meewerken ten goede." Die genade werd Job geschonken van God de Vader door de Heilige Geest. Die Geest, Die eveneens in vers 10 getuigt:,, In dit alles zondigde Job met zijn lippen niet."

Nu denkt er wellicht iemand die dit leest en zwaar beproefd wordt: ,, Ja dat was Job, maar ik ben Job niet.'' Dat is waar, maar het gaat hier dan ook niet allereerst om wat Job gedaan heeft, maar om wat de Heere gedaan heeft in het leven van Zijn kind Job. En die God van Job leeft nog. Die God, Die in Christus zo diep is afgedaald, een worm is geworden en geen man, in alles verzocht is geworden gelijk als wij en gehoorzaamheid geleerd heeft uit hetgeen Hij geleden heeft. Volkomen eenswillend met de Vader heeft Hij gezegd: ,,Niet mijn wil, maar Uw wil geschiede.'' Als er dan beproevingen zijn in uw leven en er donkere dagen en bange nachten te doorworstelen zijn, als een zwaar kruis op uw schouders wordt gelegd, o, wat een genade als ook u dan de toevlucht leerde en leert nemen in het geloof tot God in Christus Jezus en leert bidden,, Uw wil geschiede. Dat is de hoogste trap in de genade, een hoogtepunt in het geloofsleven.

Maar wanneer het geloof dan eens onder de as komt te liggen en een kind van God aan zichzelf wordt overgelaten, ach, wat blijft er dan van die roemtaal des geloofs over? Zie eens hoe het Job verging! Hij stortte van de blinkende hoogte van de eenswillendheid met God neer in een donkere diepte van opstand tegen God. Dit gebeurde ongeveer zeven dagen daarna. En toen... toen gebeurde het! ,, Daarna'', dat is aan het einde van die zeven dagen, ,,opende Job zijn mond en vervloekte zijn dag." O, nu vervloekte deze rijk begenadigde man zijn dag. Na ontvangen genade! Wie had dat gedacht! Deed hij dat, van wie de Heere Zelf bij herhaling getuigde:,,Hebt gij acht geslagen op mijn knecht Job, niemand op aarde is gelijk hij, een man oprecht en vroom, godvrezende en wijkende van het kwaad." Ja hij...! Een dieptepunt in het leven van dit kind van God en dat terwijl er nu geen boze vrouw is die hem ophitst en zijn drie vrienden nog geen woord spreken; alleen maar wenen. We zouden zeggen dat dat Jobs lijden wel zou verzachten en het hem zou zijn als balsem in de wonden. Maar nee. En ook dit gebeurde onder Gods toelating, niet om daarmee de macht van de satan te laten zien, maar wel de zwakheid van Zijn kinderen, opdat zij toch nooit op hun eigen hart zouden vertrouwen, maar zouden bidden in het uur van de verzoeking. O, het kan wel eens zo bang en benauwd worden, zo donker dat ook u de dag van uw geboorte gaat vervloeken en dat u in bange twijfel zegt, zelfs na ontvangen genade: ,, Ach was ik maar nooit geboren!" Wat kunt u zich dan nameloos ellendig voelen. Zo was ook Job ten einde raad. Hij gevoelde zich ondanks de aanwezigheid van zijn vrienden alleen en verlaten, ook van God. Hoeveel dieper nog ging dan de weg van Christus! Hij vroeg om geboren te worden. Hij heeft om het leven gevraagd. Om dat leven, dat lag onder de vloek van Gods heilige wet. Om nu diegenen die onder de wet waren te veriossen.

In ons hart kan wel eens de vraag opkomen: ,,Hebikomhetleven gevraagd?" Het is een zondige vraag vanuiteen verdorven hart. Wie kent dan zijn hart? Ook na ontvangen genade? 't Is waar, wïj hebben om het leven niet gevraagd, maar Christus wel, om dat leven te leven en om de vloekdood van Zijn kinderen te sterven, om zó de gerechtigheid te verwerven waarmee zij voor God zullen kunnen bestaan. Voor dezulken zelfs, die hun dag vervloeken. En let dan op; Job vervloekte wel zijn dag, maar niet Zijn God! Dat kon hij niet en dat kunnen al Gods kinderen niet! Job wenste wel een ogenblik, dat hij nu nooit geboren was geweest, maar hij zweert God niet af. En in al zijn benauwdheid is het de Heere Die hem vasthoudt. Job is Zijn kind. De satan zal het niet winnen. En als Job straks weer geloof mag beoefenen, dan zal hij ook belijden: ,,Met het gehoor van het oor heb ik U gehoord, maar nu ziet U mijn oog, daarom verfoei ik mij en heb berouw in stof en as." Zo mocht hij zijn zware last waaronder hij zou bezwijken helemaal kwijt bij zijn God. In Christus komt ook nu nog als die grote Lastdrager een benauwd, ellendig en bedrukt volk, onder zware lasten gebukt evenals Job, zo heerlijk te nodigen en zegt tot hen: ,,Komt herwaarts tot Mij allen die vermoeid en belast zijt en Ik zal u rust geven." Zo zijn er in het geloofsleven hoogteen dieptepunten, maar eenmaal zal de Heere het leven van Zijn kinderen, vol druk, doen verwisselen in geluk!

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 februari 1989

Terdege | 64 Pagina's

Hoogte- en dieptepunten

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 februari 1989

Terdege | 64 Pagina's