Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

In 't vroege voorjaar langs de vloedlijn

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In 't vroege voorjaar langs de vloedlijn

Het strand is pas mooi als de badgasten bij de kachel zitten

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nergens is zo veel ruimte en rust als boven de zee en op het strand, dat in koude perioden slechts door enkele wandelaars wordt bezocht. Wat zoekt en vindt men daar? Wandel maar mee langs de met schuimkoppen bedekte branding, over de brede zandstrook, begeleid door het lied van de zee. Met urenlang het beeld van een strakblauwe lucht die, ver aan de horizon, schijnt te rusten op het grote water.<br />

We staan op het strand tussen Scheveningen en Katwijk. Wat moetje daar op een winderige voorjaarsdag? Slechts enkele wandelaars blijken ook nu de zee en het strand te waarderen. Het water is grijsblauw. Boven de horizon ligt een leikleurige wolkenbank. De lucht daarboven heeft een onbestemd wazigblauwe kleur. Wat een ruimte voor onsen boven ons.... De vloed komt op en de branding is een warreling van brede rollende golven met witte schuimkoppen. Daaruit stijgt een ononderbroken geruis op, zoals dat alleen bij de zee wordt gehoord. Tot het bijna niet meer uitje oren is te krijgen. Toch verveelt het nooit. Het hoort bij water en wind, zand en strand, maar vooral bij eenzaamheid. Het strand is pas mooi als de badgasten bij de kachel zitten!

Schuim als kant
Ver bij de vloedlijn vandaan wordt het water tot brede golven opgestuwd. Die rollen snel naar ons toe, worden geleidelijk lager, tot ze breed uitstromen in een dunne vlakke laag op het natte zand. Steeds verder vloeit het water, afgezet met een dunne rand schuim, alsof er een randje kant langs is gezet. Dan stroomt het terug. Hoe gaat dat precies? In hoge kammen komt het water ononderbroken naar ons toe, maar waarom gaat het niet met even hoge golven terug? Branding. ,,Het woelen en schuimen der golven door breken of door de botsing der aanrollende en teruggekaatste golven bij de kust", blij kt uit Van Dale. Dat is het. Die brede golfkammen ontstaan doordat het water terugstroomt en botst tegen het opkomend getij. Toch lijkt het alsof er alleen golven naar het strand rollen. Zover ik kan kijken zie ik een brede strook van schuimstrepen en witgekamde golven die rusteloos rijzen en dalen. Steeds breder wordt de strook nat zand, waarop het heedijk lopen is. Wat spoelt er veel aan door het immer bewegende water van de zee. Een verfrommelde ton met felle kleuren is een aardige blikvanger voor een foto van een verlaten stuk strand. Zo' n ton heeft een geschiedenis. Die is ergens gemaakt, heeft voor een of ander doel dienst gedaan en waarschijnlijk grote zeereizen gemaakt. Nu ligt hij daar als produkt van onze wegwerpmaatschappij. Of misschien als overblijfsel van een schipbreuk. Fantaseren kun je tijdens een strandwandeling, alsof l> de wind het je influistert. Het natte zand glimt okergeel in het zonlicht, de vloedlijn is door dunne schuimstrepen gemarkeerd. Het uitzicht naar de horizon is bijna eindeloos. Wat is daarachter allemaal verborgen?

Dissonant
Het is boeiend om, op de grens van droog en nat, te kijken naar de aanrollende golven. Soms, als uit de branding een grote golf wordt voortgestuwd die ver naar de kust doorrolt, stroomt het water plotseling veel verder en moeten wij snel achteruitlopen om onze schoenen droog te houden. Een spel dat niet gauw verveelt. Langs het water is het zand nat en gladgeveegd door de strijkende beweging van het heen- en terugstromende water. Dan volgt een brede strook droog zand, vol afdrukken van mensenvoeten, hondepoten, paardebenen, terreinwagens en crossmotoren. Een knaap op zo'n felgekleurd snelheidsding raast voorbij met knetterende dissonanten. Voor hem is het een belevenis, daarvoor heb ik begrip. Voor ons is het een verschrikking die de zang van de zee overstemt en de met het geruis van de branding gevulde stilte verscheurt. Zal die jongen iets zien en horen? De helkleurige motor steekt fel af tegen de pastelkleuren van zand, wateren lucht.

Strandlopertje...
Een fles op het strand... daar flitst mijn fantasie weer. Daarin werden vroeger immers noodsignalen van schipbreukelingen aan de golven toevertrouwd... Op hoop van zegen. Maar ik leef in het computertijdperk, waarin zelfs niet meer over onbewoonde eilanden kan worden geschreven. Hoewel het beeld van dit brede strand, nu we verder naar het noorden dwalen, zo leeg is geworden dat we ons alleen op de wereld kunnen wanen. Met slechts een pleviertje als metgezel. Zo'n klein strandlopertje, grijs en wit en wat bruin, dat snel lopend met dribbelpasjes ons niet dichtbij laat komen. Hij wil niet op de foto... Er is weinig vogelleven op dit strandgedeelte; zelfs de meeuwen schijnen zich vandaag op een andere plaats te hebben geconcentreerd. Slechts wat stippen op zee, ver voorbij de branding en nauwelijks zichtbaar, verraden daar vogels.

Waaiend zand
Er komt meer wind die meteen boven het droge zandgedeelte fijn geel poeder doet opwaaien. Wind en waterwerken onafgebroken samen en gunnen het zand van het strand nooit rust. Als het niet wordt weggeblazen doordat het nat is, wordt het gekneed als deeg en ontstaan grillige patronen op het strand. Soms heel gelijkmatig, als door een kunstenaar gebeeldhouwd. Waar het zand kurkdroog is gestoofd door zon en wind, wordt het als stof weggeblazen, zoals dat ook in het stuifzand en in de duinen het geval is. Alles wat slechts even zwaarder is dan zandkorrels, blijft liggen: steentjes, schelpen, stukjes hout of grotere obstakels. Daardoor ontstaat een patroon van ontelbare kleine en grote uitsteeksels boven de gladgeblazen zandvlakte. Dag in dag uit wordt ook de duinenrand aangevallen door weer en wind. De beschermende bedekking met helmgras houdt het zand echter stevig vast. De begroeiing van de duinen is even waardevol en onmisbaar als de duinen zelf.

Draven en dollen
Schelpen zoeken langs de vloedlijn... ben je daar ooit te oud voor? En je weet toch maar nooit wat de zee nog meer kan aanspoelen, voor welke verrassingen dat grote water kan zorgen. Wat wordt erin gegooid of komt er ondoordacht en toevallig in terecht? Wij zien echter slechts platschelpen en strandgapers, kokkels en hartschelpen, nonnetjes en zwaardscheden en hoe al die huisjes van de weekdieren worden genoemd. Op sommige plaatsen kun je door de schelpen het zand niet meer zien. Zonneglanzen ketsen ervanaf. Een hond komt uitgelaten dravend naar ons toe, blijft opeens stokstijf staan: waar blijft mijn baas? Wij hebben al meer honden gezien en die hebben volop plezier. Waar kunnen ze fijner draven en dollen dan langs het lange, brede strand? Met duidelijk opvallend plezier hollen ze het naar hen toestromende water in, zodat de spetters naar alle kanten wegwaaien. Het koude water deert hen blijkbaar niet. De ruiters en hun paarden blijven in vorm, zij zijn verheven boven het dolle hondengedoe. Moeiteloos worden de berijders over het mulle zand gedragen. De sporen van de paarden blijven als puddingbakjes achter. Het zijn maar enkelingen die nu van het strand genieten, maar die doen het intensief. De eenvormigheid van schuimend water wordt onderbroken door een kleine krib. De natte zwarte basaltblokken glimmen als drop. Wat verder staat een kleurige strandpaal en lopen twee wandelaars tegen de achtergrond van schuimende brandingen een strakblauwe lucht. Zo is het beeld langs de Noordzee op een stille winterse dag. Ik geloof niet meer dat de duizenden zomerse strandgasten echt van de zee houden.

Mist
De leikleurige wolkenbank is tegen het blauw van de lucht opgeklommen en wordt nu als een deken over het water uitgespreid. .. de mist komt opzetten. De horizon is ingepakt, de zee is klein geworden, alleen de branding wordt niet aan het oog onttrokken. Een ruiter met twee paarden en een hond poseert even tegen de grijze mistachtergrond. Dan gaat hij op huis aan. De zonnige dag gaat ten onder in dichte mist, die als melk boven het water hangt. Het wordt koud... en stil. De laatste wandelaars haasten zich. Het uitzicht wordt steeds kleiner. Honderd meter voor ons uit is niets meer te zien van strand, zee en branding. Maar het lied van de zee klinkt onafgebroken.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 12 april 1989

Terdege | 72 Pagina's

In 't vroege voorjaar langs de vloedlijn

Bekijk de hele uitgave van woensdag 12 april 1989

Terdege | 72 Pagina's