Vreugde in verzoeking

Verzoekingen zijn het werk van de satan. Ze zijn bedoeld om de gelovigen in het nauw te brengen. De duivel gaat rond als een briesende leeuw om, ware het mogelijk, ook de uitverkorenen te verleiden. Hierdoor verkeren de gelovigen in veel strijd en aanvechting. De duivel stelt hun de zonden voor ogen. Zou er voor zulk een zondaar wel vergeving zijn? Is uw schuld niet te groot dan dat zij verzoend kan worden? Zo kan de gedachte aan de grootheid van hun zonden Gods kinderen menigmaal benauwen. Ook verzoekt de duivel met veriokkingen tot zonde. Hij gaat de zonden in hun bekooriijkheid voor ogen stellen. In het begenadigde hart van de tweemens vindt hij immers een bondgenoot. Na ontvangen genade blijft Gods kind van nature nog steeds tot alle boosheid geneigd. De satan speelt hierop in. Hij maakt gebruik van de zwakke plek in ons hart. Vooral de diepgewortelde boezemzonde spreekt hij aan. Om de vleselijke lusten wakker te roepen en tot zonde te bewegen. Er is de duivel alles aan gelegen om een kind van God weer onderzijn invloed te brengen. Wij zijn toch zwak, zijn kracht is groot, dus zijn wij elk ogenblik in nood. De satan kan ook met deze verzoeking komen, dat men verleid wordt om in zichzelf een grond te zoeken voor behoud. Met deze aanvechting kreeg bij voorbeeld John Knox op zij n sterfbed te maken. De boze slang zocht hem wijs te maken dat de hervormer om zijn trouw en godsdienst de zaligheid verdiende. Wat heeft de satan veel pijlen op zijn boog om de gelovigen van het ene fundament, Christus en Dien gekruisigd, af te brengen. Wie met Paulus kan zeggen dat ,,zijn listen u niet onbekend zijn", weet hoe de duivel met zijn helse bedrog in duistere engten kan dringen. Dan peinst de ziel: zou God ook weten van mijn droevig lot? In twijfel en onzekerheid wordt de ziel heen en weer geslingerd. O, mijn ziel, wat buigt ge u neder? Het liefelijk gevoel der genade raken ze kwijt. Het hart wordt gekweld door vreselijke gedachten aangaande God en het geloof. Zo diep kan het gaan dat men moet klagen: ,,Ik ben van de genade vervallen en van God verworpen."

Christus gelijkvormig
Is het dan niet vreemd als de apostel Jakobus de gelovigen opwekt het voor grote vreugde te achten wanneer zij in velerlei verzoekingen vallen? Verzoekingen zijn niet aangenaam voor het vlees. Wanneer de verzoekingen aanwezig en hevig zijn, schijnen ze geen zaak van vreugde, maar van droefheid te zijn. In hun zielsverdriet komen de gelovigen dan tot klagen en zuchten. Jakobus vermaant om op de leerschool des geloofs het toch als vreugde te achten. Want verzoekingen van de satan zijn beproevingen van God. Verzoekingen hebben slechts plaats onder Gods toelating. Dat zijn de verborgen wegen die de Heere in Zijn wijsheid houdt met Zijn volk. Gods werk wordt altijd beproefd. God wil het goud der genade doen glanzen. In de smeltkroes der loutering blijkt hoe diep het geloof geworteld is en van welke kwaliteit het is. In de beproeving houdt het schijngeloof geen stand. Het ware geloof wordt meer gefundeerd op het volbrachte werk van Christus. De ziel krijgt de Heere nodig in de kracht van Zijn genade. Ze gaat schuilen achter het reinigend bloed van de Borg. De verzoeking en beproeving geschiedt om de gelovigen meer aan het beeld van Christus gelijkvormig te maken. Vandaar: vreugde. Niet om de verzoekingen zelf, maar om de geestelijke vrucht die ze afwerpen. Zoals Jakobus zegt, dat de geloofsbeproeving lijdzaamheid werkt. Met geduld en vertrouwen alles uit de hand des Heeren ontvangen. Lijdzaamheid, om in tegenspoed en donkerheid te volharden in het hopen op de Heere. Om vertrouwend vast te houden aan Gods beloften: Hoe donker ooit Gods weg moog' wezen. Hij ziet in gunst op die Hem vrezen.

Uitkomst
Dan blijkt dat het geloof niet bestaat bij de gratie van de gunstige omstandigheden. Velen doen het met een zogenaamd mooiweer-geloof. Bij de geringste stormwind waait al hun houvast weg. Het is een zegen als God verzoekingen wil gebruiken om ons hieraan te ontdekken. De vreugde te midden van verzoeking is geen vrucht van eigen bodem. Ze vloeit voort uit het verzoenend werk van Christus. Ook op de Beminde des Vaders kwam de duivel af Met verzoekingen in de woestijn en in de hof. Die aanvechtingen troffen Jezus harder en anders dan ons. Voor Hem was er de straf der zonde en de prikkel van de vloek in. Hij is in de verzoeking staande gebleven. In alles is Hij verzocht geweest gelijk als wij, doch zonder zonde. Dank zij dit borgwerk zal God in Zijn trouw met de verzoeking ook voor de uitkomst zorgen. Als het geloof hierop mag zien, daalt er te midden van de bestrijding een wondere vreugde in de ziel. Zalig als we deze geloofsblijdschap mogen kennen en beoefenen. Een blijdschap die de wereld niet kent. Het geheim van die vreugde is dat ze de genade gaan waarderen. De inwonende zonde wordt gedood. De liefde Gods geeft meerziclsverbrijzeling. Wat een troost als in de verzoeking mag blijken dat de band aan Christus onverbrekelijk is. De bruid wordt des te meer aan haar Bloedbruidegom verbonden. Ik vond Hem, Die mijn ziel lief heeft. Ik hield Hem vast en liet Hem niet gaan.

Rust
Wat een houvast als God in de dag der benauwdheid krachtiglijk bevonden is een Hulp en Toevlucht te allen tijde. Zo moeten de verzoekingen medewerken ten goede. In lijdzaamheid de Heere blijven verwachten. En de satan afwijzen door tegen hem te zeggen: ,,Ik heb niet tegen jou gezondigd, maar tegen God." God, Die in Christus mijn schuld verzoend heeft en een eeuwige verlossing heeft teweeggebracht. Het volk dat lijdzaamheid leert betrachten vindt hierin rust. Mijn genade is u genoeg. Dat is het geloofsgeheim van de vreugde in verzoekingen. In de grootste smarten blijven onze harten in de Heere gerust.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen