Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het wonder van Kerstfeest

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het wonder van Kerstfeest

"Doch van Dezen weten wij, vanwaar Hij is" Johannes 7:27a

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

<br />

Kerstfeest! Het grootste wonder aller wonderen is geschied. In Christus is God zelf afgedaald van de hemel naar de aarde. „God is geopenbaard in het vlees.'' Jezus Christus is in de wereld gekomen om de zondaren zalig te maken. Hij zal toch wel welkom geweest zijn in de nacht van Bethlehem? De Schriftgeleerden konden het weten: Hij zou nü komen, in de volheid des tij ds, in Bethlehem, uit het geslacht van David. Maar helaas, slechts enige herders en een paar heidense wijzen hebben Hem in verwondering ontvangen en in aanbidding gehuldigd. Maar van de vrome lieden in Jeruzalem geldt:,, Als zij Hem aanzagen, zo had Hij geen gestalte dat zij Hem zouden begeerd hebben." Zij zagen in Hem slechts de Man van Nazareth, de zoon van Jozef de timmerman. Zijn moeder en broers kenden zij. Daarom zeggen zij:,, Van Dezen weten wij vanwaar Hij is.'' Van Jozef van Nazareth! En kan uit Nazareth iets goeds zijn? Ze kennen Hem, Zijn woonplaats, Zijn afkomst. Neen, deze is de Christus niet!

En wij? Ach, hun gedachten klimmen niet verder dan Nazareth. Hun blik reikt niet verder dan het huis van Jozef de timmerman. Ze zien in de Man van Nazareth niet de Grootste Gave, Die ooit van de hemel is nedergedaald. Ze roepen niet met Paulus uit bij het zien op Jezus:,, Gode zij dank voor Zijn onuitsprekelijke Gave!'' Dat deden zij niet indenacht van Bethlehem. Dat deden zij niet op het feest in de tempel (VS. 14). Dat zien zij niet bij de verschijning van de Eigen Zone Gods in deze wereld. Blind voor het wonder van het Kerstfeest! Maar zo blind is nu elk natuurlijk mens voor de eeuwige dingen. Zo blind zijn ook wij van onszelf voor het wonder van het vleesgeworden Woord. Misschien kan ons verstand redeneren over het wonder van het Kerstfeest. Maar ons hart is er blind voor. Dat geldt zéker van de onherboren zondaar. Maar dat geldt óók voor een ziel die bij aanvang aan eigen schuld en zonden is ontdekt en die om genade heeft leren smeken. Zij kan gehoord hebben van Jezus. Van Zijn komst in de wereld. Zij kan gaan verlangen Hem in waarheid te mogen kennen. Er is een uitzien naar Hem. Maar zij moet in zelfkennis haar blindheid belijden en erkennen: O Kind van Bethlehem, wat zijt Gij voor mij een verborgen Persoon!

De lieden van onze tekst waren óók blind. Maar er was zelfs niet een begeerte naar Hem. Zij waren vijandig blind. Ze hebben het van stonde aan zelfs toegelegd op Zijn dood. Ziehier nu de onbekeerde mens in zijn natuurstaat getekend. Zo bent u en zo ben ik, als genade niet tussenbeide komt: blind voor de Christus, een vijand van het vleesgeworden Woord. Wij gedenken het wonder van Bethlehem. Maar hebben wij Hem al in waarheid leren zien? Weten wij waarlijk vanwaar Hij is? De Gezondene des Vaders, de Vorst van het heir des Heeren, de Middelaar Gods en der mensen? De Heilige Geest alleen kan de blinde zielsogen openen voor de waarheid en schoonheid van dat goddelijke Kind in de kribbe. Om in Hem te zien de Christus des Heeren: onze hoogste Profeet en Leraar. En als onze grote Hogepriester, Die van stonde aan bezig is Zichzelf op te offeren in zelfvernedering. Want in gedaante gevonden als een Mens heeft Hij Zichzelf vernederd, gehoorzaam geworden zijnde tot de dood, ja de dood des Kruises. En Hij ligt daar als onze eeuwige Koning, de beloofde Spruit uit het Huis van David.

Dan blinkt ons Zijn goddelijke schoonheid tegen uit Bethlehems kribbe, met al de glans van Zijn drievoudige goddelijke ambt. Hoe heerlijk is Hij als Profeet, Priester en Koning. Hoe heerlijk is Hij ook in Zijn Namen: Jezus, de Zaligmaker, Christus, de Gezalfde des Vaders met de Heilige Geest. Hoe heerlijk is Hij in Zijn naturen: waarachtig Mens, waarachtig God, Immanuël, God met ons. Hoe heerlijk is Hij in Zijn staten: de staat van Zijn vernedering van kribbe tot kruis, de staat van Zijn verhoging om te ontvangen een Naam Welke boven alle naam is, opdat in de naam van Jezus zich zou buigen alle knie dergenen die in de hemel en die op de aarde en die onder de aarde zijn, en alle tong zou belijden dat Jezus Christus de Heere zij, tot heerlijkheid Gods des Vaders. O, welk een Geschenk uit de hemel!

Klennen wij Hem zo, voor eigen hart en leven? Weten wij al waariijk, door Gods Geest geleerd, vanwaar Hij is? De joden zeiden van wel: ,, Van Dezen weten wij vanwaar Hij is!" Maar ze wisten het niet. Hij kwam van Nazareth. Zij zagen niet het wonder van Bethlehem. Ze waren blind voor Zijn hoge en goddelijke afkomst. Maar hebben wij in de vernederde Christus met ogen van geloof al gezien de Koning van het Koninkrijk der Hemelen, in al de schoonheid van Zijn drievoudige goddelijke ambt en in al Zijn middelaarsheeriijkheid? Als wij die schoonheid recht zullen kennen en waarderen, dan is het nodig dat de Heilige Geest eerst ons de ogen opent voor onszelf, om te zien onze blindheid, ons bederf, onze vijandschap, onze diepe verlorenheid om der zonde wil. Zelfkennis is nodig. En Godskennis is nodig om te verstaan de hopeloosheid van eigen zondaarsbestaan voor het aangezicht van de Rechtvaardige. En Christuskennis is nodig. Voor een allesmissend en alles-verbeurdhebbend zondaar, die om ontferming leert smeken, krijgt Hij juist in de diepten van ellenden zo'n schoonheid en dierbaarheid. Hoe groot is het Hem te leren kennen als Gods onuitsprekelijke Gave, als een Geschenk van Gods vrije genade in het hart. Dan is het dat met recht kan worden gezegd:,, Van Dezen weten wij vanwaar Hij is!" Hij is een Geschenk des Hemels. Hij is een Gave Gods. Ja, wat meer is: Hij is een vrije Gift des Vaders door Zijn Geest ook in mijn hart. Dan is het Kerstfeest in de ziel. Want dan weten we hoe wij aan die Zaligmaker gekomen zijn. Hij is niet slechts beredeneerd, niet aangepraat, niet ingebeeld, maar van Boven geschonken, door de Geest aan het harte toegepast. Dan weten we vanwaar Hij is. Kom, lezer, draagt u op het Kerstfeest dat Kerstkind in waarheid in uw hart? En moogt u het weten vanwaar Hij is? Hij wil gebeden zijn!

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 december 1989

Terdege | 80 Pagina's

Het wonder van Kerstfeest

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 december 1989

Terdege | 80 Pagina's