Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

"Wat God gewerkt heeft in het hart van een mens kan niet sterven, ook bij demente bejaarden niet"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

"Wat God gewerkt heeft in het hart van een mens kan niet sterven, ook bij demente bejaarden niet"

Verpleeghuis predikant ds. Vos over pastoraat onder dementen

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

De ontluistering van de demente mens toont ons pijnlijk scherp de gebrokenheid van het menselijk bestaan. Het is een werkelijkheid die we niet graag onder ogen zien. Zelfs ambtsdragers laten demente gemeenteleden soms links liggen. Daarmee doen ze in ernstige mate te kort aan de hulpbehoevende schapen van hun kudde, die ook recht hebben op pastorale zorg, is de stellige overtuiging van ds. C. Vos uit Amsterdam. Ruim acht jaar verpleeghuispastoraat heeft hem geleerd dat het Woord van God ook in het leven van demente mensen kracht doet. <br />

Het waren niet de gemakkelijkste gemeenten die ds. C. Vos in zijn ambtelijke loopbaan diende. Ds. G. Boer zei hem eens dat hij voorbestemd leek voor het werk aan het front in de kerk. Nu hij zijn emeritaat nadert, vervult hij de opdracht van zijn Zender in de achterhoede. Onder hen die het leven bijna achter zich hebben en vaak uitgeblust op het einde wachten. Ook zijn "gemeente" van het protestants-christelijke verpleeghuis Naarderheem in Naarden is zeer gevarieerd als het gaat om de kerkelijke achtergrond van de verschillende'' leden". Wat ze gemeen hebben is de afbraak van het lichaam of van de geest. In dit oord van tranen brengt de Amsterdamse predikant de boodschap van Gods genade.

Verpleeghuis
In 1952 werd ds. Vos bevestigd in zijn eerste gemeente: Westbroek. Vandaar verreisde hij naar Bennekom. Van de dorpskerk van Bennekom naar de befaamde Sint-Jan in Gouda.,, Ik heb daar de sporen aangetroffen van het werk van ds. G. Boer. Dat was in prediking en pastoraat een profeet. Hij had iets van een man Gods." Na Gouda kwam Amersfoort. Na Amersfoort Amsterdam, waar hij de eerste gereformeerdebondspredikant van de Noorderkerk werd. In 1981 nam hij het "beroep" naar zijn laatste gemeente aan: de interkerkelijke gemeenschap van Naarderheem. ,, In Gouda had ik al een stukje verpleeghuispastoraat gedaan. Toen dacht ik al: ik zou nog wel' s graag een aantal jaren willen werken als ziekenhuispredikant. Het pastoraat spreekt mij enorm aan. Als ik vroeger in de put zat, en dat gebeurde nogal eens, dan ging ik de gemeente in. Vaak werd ik opgebeurd door mensen die de Heere kenden." Een advertentie waarin een pastor voor Naarderheem werd gevraagd, herinnerde ds. Vos in'81 weer aan zijn oude wens. „ Ik heb gesolliciteerd en werd tot m' n verbazing en verrassing benoemd. En dan sta je ervoor. Want ik wilde toch graag weten dat het Gods weg was en niet zomaar het aannemen van een baantje omdat ik eens wat anders wilde. Ik heb ervaren dat ik deze beslissing mocht en moest nemen."

Bewogenheid
Een absolute vereiste voor een verpleeghuispredikant is pastorale bewogenheid. ,, Je gaat om met mensen in de laatste levensfase, mensen die gehandicapt zijn, zwaar gehandicapt soms. Die vaak worstelen met de vragen van het waarom. Daar komt bij dat ik hier niet alleen mensen uit de gereformeerde gezindte ontmoet. M'n leven lang heb ik in gemeenten met modaliteiten gestaan, maar hier varieert het van kerkelijken met zeer verschillende kerkelijke achtergronden tot niet-kerkelijken." Zijn overtuigd reformatorische opvattingen zijn voor de Amsterdamse predikant nimmer een belemmering geweest in de contacten met de verpleeghuisbewoners. ,,Tegen mijn vicarissen heb ik altijd gezegd: ze mogen wel van je zeggen datje zwaar bent, maarniet datje naar bent. Je moet mensen hartelijk, bewogen en open benaderen."

Bijbelse boodschap
,, Het grootste probleem in het pastoraat is, datje de boodschap vaak niet kwijt kunt. Ik was in Gouda eens op ziekenbezoek bij een gemeentelid. Na dat bezoek kwam ik op de gang een psychiater tegen die wat van het gesprek had opgevangen. Hij zei me: ,,Ik heb het gesprek dat u had met die vrouw een beetje aangehoord. Dat is me ook even moeilijk voor jullie. Als ik kom verwachten ze iets van me. Maar als ik die vrouw hoor, dan kunt u daar niets aan kwijt. Ze vindt zichzelf goed en heeft altijd netjes geleefd." Je hoort dat inderdaad ontzaglijk veel. Als mensen zo spreken is er geen basis van verlegenheid en van vraag naar genade. Dan kun je de boodschap niet kwijt. Maar is die vraag er wel, omdat God hem Zelf aan de orde stelt, dan is er een opening voor gesprek. Daar heb ik hier ook voorbeelden van. Soms zelfs bij mensen die zelden of nooit een kerk hebben bezocht. Voor God zijn alle mensen gelijk. Hij maakt geen gereformeerde bonders zalig of mensen van de Gereformeerde Gemeenten, maar zondaren. Allen zijn in Adam verloren. Voor allen is er maar één weg tot behoud: Christus, de tweede Adam. Mijn ervaring is dat als het erop aankomt mensen best nog willen luisteren naar de bijbelse boodschap van zonde en genade."

Lijden en ontluistering
Van de 180 bedden die Naarderheem telt zijn er 120 voor bewoners die lichamelijke verzorging behoeven en zestig voor psycho-geriatrische patiënten ofwel demente bejaarden. Hoewel hij al enige ervaring in het verpleeghuispastoraat had, vielen de eerste jaren voor ds. Vos zwaar.,, Ik heb me erg ongelukkig gevoeld. Zelfs zo dat ik dacht: ik weet niet of ik dit volhoud. Dag in dag uit word je geconfronteerd met de aftakeling en ontluistering van mensen. Het pastoraat aan demente mensen is dubbel moeilijk. Met velen kun je geen zinnig gesprek voeren. Ik kom zelf uit Huizen. Veel mensen daarvandaan die ik goed gekend heb, worden hier verpleegd. Dan denk je soms: man, man, wat is daarvan overgebleven. In het begin heb ik me meer dan eens afgevraagd: heeft pastoraat onder deze mensen wel zin? Ik had de neiging om de afdeling psycho-geriatrie zo snel mogelijk te ontvluchten en weer terug te gaan naar de afdeling somatiek. Tot ik ontdekte dat de moeite die ik had met het lijden en de ontluistering van demente mensen mijn probleem was."

Huilen en lachen
,,We worden niet graag geconfronteerd met aftakeling. Je komt jezelf tegen. Je hebt gevoelens van onmacht, hulpeloosheid, weerstand. Daar moetje mee leren omgaan. Al blijft het moeilijk. Ik zeg wel eens: een verpleeghuis is en blijft een oord van verschrikking. Al staan er ook mooie dingen tegenover. In een verpleeghuis is het huilen en lachen. Gelukkig heb ik gevoel voor humor. Daardoor kun je wat afstand nemen." Als de verpleeghuispredikant nu ambtsbroeders hoort beweren dat het geen zin heeft om dementen te bezoeken, omdat ze er toch niets van begrijpen, ontkent hij dat met klem. ,,Ik weet dat het niet gemakkelijk is om deze mensen te bezoeken. Maar we zijn niet voor het gemak in de wereld. Ook in het pastoraat niet. Bovendien, wat verbeelden we ons wel. Hoe kunnen wij uiteindelijk nagaan of we iemand nog kunnen bereiken en wat hij beleeft in zijn diepste gevoelens voor Gods aangezicht?"

Zinvol en nodig ,,Ik heb ontdekt dat het pastoraat onder demente mensen zinvol en nodig is. Ze hebben daar ook recht op. We moeten hen zien als respectabele, eerbiedwaardige en volwassen mensen. Als ik ze bezoek ga ik gewoon naast ze zitten en zeg dat ik de dominee ben. Dat herkennen ze. De dominee. Soms ontstaat een gesprek. Soms ook niet. Ik ga uit van de gedachte: waar wij mensen niet of nauwelijks meer kunnen bereiken, daar kan God het wel. Met Zijn Woord en met Zijn Geest. Dat heb ik gezien. Dat ogen oplichten als ik een bijbeltekst noem of een bekend psalmvers opzeg. Het komt wel voor dat men zijn "gemeenteleden". een tekst aanvult. Ik zing ook met ze. In een verpleeghuis in Hilversum, waaraan ik ook als pastor verbonden ben geweest, noemden ze me de zingende dominee. Ik ben daarmee begonnen, nadat ik bij het bezoek aan een afasiepatiënt ontdekte dat hij niet kon spreken, maar wel kon zingen. Dat komt meer voor bij afasiepatiënten. Kwam ik bij die man, dan zong ik meestal een paar bekende psalmen. En dan zong hij uit volle borst mee. Dat vond hij heerlijk."

Psalmen in de nacht
Als hij terugblikt ziet de verpleeghuispredikant de achterliggende jaren zeker niet als een nachtmerrie. ,,Geukkig niet. Ik heb ervaren in mijn leven dat als de Heere je ergens plaatst, Hij ook meegaat. Niet dat het dan allemaal zo makkelijk is, maar Hij laatje niet in de steek. Toen ik net in Amsterdam stond en door de Jordaanliep, dacht ik: wat moet ik hier nou toch doen? Tot ik bij een mevrouw kwam, midden in de Jordaan, die zat te lezen in het boek'' Kruis en Kroon" van ds. J. van Sliedregt. God heeft overal Zijn volk. Dat geldt ook voor Naarderheem. Ik heb hier mensen ontmoet die in alle afbraak, moeite, pijn en verdriet psalmen zongen in de nacht. Dat bemoedigt je. Wat de demente bejaarden betreft heb ik er tal van voorbeelden van dat de Heere niet laat varen het werk dat Zijn hand begon. Een voorbeeld: een diep demente man uit Huizen die hier verzorgd wordt en de hele dag zit te zitten. Ik stond bij hem en vroeg hem op een bepaald moment: Is uw hoop nu op de Heere en Zijn genade? En glashelder antwoordde hij: Dat is de enige hoop die levend maakt. Een ander voorbeeld: een oude vrouw die ik van vroeger nog kende. Een levend kind van God, maar je kon er geen zinnig gesprek meer mee voeren. Alleen als ik een bijbeltekst of een psalm opzei begonnen haar ogen te glanzen. Vlak voor haar sterven stak ze haar hand omhoog en zei: En nou ga ik naar Huis. Haar dochter, die erbij stond, zei: Moeder, we kunnen je niet missen. Weetje wat ze antwoordde? Buigje knieën en vraag de Heere. Wat God gewerkt heeft in het hart van een mens kan niet sterven, ook bij demente bejaarden niet."

Geen oordeel
Als iemand die bekend stond als een kind van God in zijn dementie nimmer meer iets van liefde tot God en Zijn Woord toont, wil ds. Vos daaraan geen oordeel verbinden.,,Dat laat ik over aan de Heere. Dezelfde vraag speelt bij dementen die gaan vloeken. In de jaren dat ik hier nu werk heb ik nog nooit iemand die genade kent in zijn dementie horen vloeken. Maar vloekt iemand wel, dan wil ik ook dan het oordeel aan God overiaten. Wat huist er in ons hart als de remmen wegvallen? Ook in het hart van een kind van God. Wij zijn altijd zo geneigd om op het uiterlijke te letten. Maar een mens die zichzelf kent weet wat van binnen leeft. In zijn boekje "Alsmaar ouder worden" zegt ds. Korevaar dat hij gelooft dat de Heere rechtvaardig en barmhartig is en dat Hij wat onwetend door Zijn kinderen gedaan wordt, genadig vergeeft."

Zaaien
Voor de gedachte dat de genadetijd voor een dement mens voorbij is, vindt de Amsterdamse predikant in de Bijbel geen grond. ,,De genadetijd is nooit voorbij, zolang iemand in leven is. Ik geloof zelfs dat mensen die niet bij het geloof zijn opgevoed door God ook als ze dement zijn, bereikt kunnen worden. Je mag best weten, ik weet vaak geen raad met die mensen. Het gebeurt meer dan eens dat ik hier op m' n kamer eenvoudig voor ze bid. Ik kan ze niet bekeren. Maar God wel. Ik laathet in Zijn hand. We zullen ons in de eeuwigheid denk ik verbazen over wat Hij gedaan heeft. Wij hebben alleen maar te zaaien en de oogst aan de Heere over te laten. Dan geeft de Heere Zijn dienaren zo veel bemoediging in hun werk dat ze verder kunnen, door soms iets te laten zien van zegen die er mag vallen.''

Aangepaste diensten Het zal duidelijk zijn dat de diensten in een verpleeghuis zijn aangepast aan de omstandigheden waarin de bewoners verkeren. In de eerste plaats zijn ze kort. In de tweede plaats is de verkondiging eenvoudig. Ds. Vos behoort met diensten van ruim drie kwartier al tot de lange prekers. „Anderen zijn soms met een half uur klaar. Al moet ik wel zeggen dat veel mensen dat te kort vinden. Dan krijg ik achteraf te horen: je bent er net en je kunt weer weg. De gemengdheid van het publiek vereist eenvoudigheid. Dat is anders dan in een gemeente. Je bent nooit te eenvoudig. En reageren mensen op iets wat ik zeg, dan ga ik daarop in. Maar verder breng ik gewoon de prediking van zonde en genade en de noodzaak van de levende kennis van Christus in de weg van bekering en geloof."

Kring
Van aangepaste kerkdiensten voor dementen wil ds. Vos niet weten. ,,Zehebben wel eens voorgesteld om aparte kerstvieringen te houden. Maar ik wil ze erbij hebben. Demente mensen zijn volwaardige mensen, die we niet apart moeten zetten of moeten isoleren. Er was eens een voorganger die in een aangepaste kerkdienst voor demente bejaarden zei: Zullen we nog een versje zingen? Waarop een van de aanwezigen zei: Hoor 's, we zijn geen kinderen. Ik behandel ze als volwaardige mensen. Wij denken vaak: ze zitten daar maar te zitten en begrijpen er niks van. Maar mij verbaast het soms wat ze oppakken. In een preek haalde ik eens het gezegde aan dat God ons geen kalme reis beloofd heeft. Toen vult een demente vrouw aan: maar wel een behouden aankomst. Dat betekent dat ze je toch volgt. Ik heb wel een aparte kring voor demente bejaarden. Daar bidden we, zingen we psalmen en een geestelijk lied en lees ik een stukje uit de Schrift. Nog niet zo lang geleden las ik het gedeelte over het bezoek van Jezus aan Martha en Maria en de vermaning van Jezus aan Martha om het ene ding dat nodig is te zoeken. Toen zei er iemand: Wat is dat nou, dat ene ding? Waarop een ander antwoordde: Ik denk dat dat de Heere Jezus Zelf is. Daar valt toch niets aan toe te voegen."

Avondmaalsviering
Een apart probleem in het pastoraat onder demente bejaarden is de viering van het Heilig Avondmaal. ,, Enerzijds zegt men vaak, en niet altijd onterecht, dat juist het zichtbare Evangelie deze mensen sterk aanspreekt", weet ds. Vos. ,,Anderzijds ben je soms beducht voor automatisme. Tegen de ouderling van dienst zeg ik altijd: Dring het niet op. Maar het blijft moeilijk. Er zitten twee demente bejaarden. De een ken ik van huis uit en ik weet: dat is een kind van God. Die mag deelnemen. Maar over die ander van wie ik niets weet kan ik toch niet oordelen. Moetje zeggen: Jij mag niet deelnemen, wantje bent dement en snapt er niets van? Dat kan toch niet. Ik heb je voorbeelden gegeven van wat men soms wel beleeft. Het is een heel moeilijk punt. Al vond ik ook in de gemeenten het pastoraat en de prediking rond de sacramenten erg moeilijk. Je wilt zo graag het kleinste meenemen en anderzijds het automatisme tegengaan."

Ontroerend Zijn collega's die gewone gemeenten dienen wil ds. Vos met klem wijzen op hun verantwoordelijkheid. Niet alleen ten aanzien van demente gemeenteleden, maar ook van hun familie. ,,Alsje ergens huwelijkstrouw wilt zien, dan moetje in een verpleeghuis komen. Ontroerend soms. Een man die iedere dag bij zijn diep demente vrouw op bezoek komt, met haar rond rijdt, naar het restaurant gaat, een mandarijn voor haar pelt, haar helpt bij het eten. Terwijl hij geen zinnig gesprek met haar kan voeren. Zij hem soms zelfs niet herkent. Toch trouw. Niet alleen als de zon schijnt, maar ook als het donker wordt in het leven. Dat ontroert me vaak. Krijgt u nog wel eens bezoek van de dominee of van een ouderling, vroeg ik die man. Nooit, zei hij. Dan denk ik: hoe kan dat nou? De trouw van zo' n man staat dan wel in schrille tegenstelling tot de trouw van de ambtsdragers.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 28 februari 1990

Terdege | 64 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van woensdag 28 februari 1990

Terdege | 64 Pagina's