Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jezus zal wederkomen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jezus zal wederkomen

"Ziet, Hij komt met de wolken, en alle oog zla hem zien, ook degenen die Hem doorstoken hebben; en alle geslachten der aarde zullen over hem rouw bedrijven" Openbaring 1:7

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

<br />

Ziet, Hij komt met de wolken! Hij is gegaan van de aarde naar de hemel, maar Hij zal ook wederkomen. Dit zal een komen zijn met of op de wolken. Op de wolken wordt er gezegd op sommige plaatsen in Gods Woord, en hier in de tekst is het met de wolken. Nu moeten wij eens meer in het bijzonder beschouwen wat het zeggen wil, dat ook die Hem zien zullen, dieHem doorstoken hebben. Wie zijn het, die Jezus doorstoken hebben? Alle uitverkorenen, gelovigen en godzaligen hebben hem doorstoken. Ach, elke van onze zonden was een priem in Jezus' ziel, en een steek in Zijn lichaam; door onze zonden hebben wij de Borg arbeid en moeite gemaakt, en Hem naar Zijn dierbaar leven gestaan. Ja vromen! Elke zonde is als 't ware een Godsmoord, waardoor namelijk Jezus naar Zijn menselijke natuur vermoord is; en indien wij meer onze zonden in dat licht mochten beschouwen, dan zouden wij ook beter met Paulus kunnen zeggen: de zonde is mij de dood geworden! Die Jezus doorstoken hebben, dat zijn ook, en wel bijzonder, alle onbekeerde verachters en versmaders van de Heere Jezus, die geen rechte prijs stellen op Zijn bloed en zoenverdienste. Zulken worden ook wel genoemd: vertreders van de Zone Gods, en onreinachters van het bloed des testaments, (Hebr. 10:29), of ook wel zulken, die de Zone Gods kruisigen en openlijk te schande maken, (Hebr.6:6). Eindelijk, die Jezus doorstoken hebben, dat zijn ook de Romeinse soldaten, en de vijandige Joodse overheden en het volk. Nu, alle ogen zullen Jezus zien, en bijzonder ook, die Hem doorstoken hebben, en die bij dat alles onboetvaardig en onbekeerd de eeuwigheid zijn ingegaan.

Mogen wij in het voorbijgaan nu niet eens onderzoeken voor wie dit zien van Jezus heerlijk en troostelijk en voor wie het treurig en rampzalig zal zijn? Eerst, het zal zalig en troostelijk zijn voor zulke mensen, die kennis hebben aan de volgende bevindingen en gemoedsgestalten: Het zijn mensen, die recht en billijkheid beminnen in alle opzichten, die God bovenal en ook hunne naasten hartelijk begeren lief te hebben, en die zich gaarne aan Godsvrucht en waarheid van harte verbonden; en wie het smart en leed doet, dat zij door hun inwonende zonde nog zo dagelijks gedwarsboomd en in het goede belet worden. Hoewel zij door de genade alzo gezind zijn en gaarne met hart en wandel van de wereld onderscheiden willen zijn, zo hebben ze toch ook door de genade geleerd om voor dit alles nul te rekenen en onder hun plichten te schrijven: deze dingen zijn des doods waardig! en van harte vergenoegd te zijn, om op dezelfde voet gerechtvaardigd en gezaligd te worden als de moordenaar aan het kruis. In Jezus' bloed moeten zij genoegzame maat en gewicht hebben voor de eeuwigheid, en anders is al het andere maar gelijk een nul vóór het cijfer.

Nu ten andere, wie zullen Jezus tot hun verschrikking en rampzaligheid zien? Alle openbare goddelozen, alle vloekers, leugenaars, spotters en verachters van de dienst des Heeren. Alle vijanden van Zijn volk, die Jezus nog dagelijks in Zijn leden doorsteken; die alle ware godzaligen haten en gaarne kwaad van hen spreken. Ook allen die op vrije genade schijnen te hopen en op Christus' verdienste schijnen te vertrouwen, maar die toch met hunne harten aan de wereld en de zonde gebonden blij ven zitten; die Jezus wèl nodig hebben om hen van schuld en straf te verlossen, maar die Zijn koninklijk ambt versmaden, en Hem niet verkiezen om in hun hart en wandel, de werken des duivels en der zonde te verbreken; die gaarne zo ruim en onteder leven als het mogelijk is, als zij toch slechts maar mogen zalig worden uit genade, en maar in de hemel kunnen binnen komen. Hoor dat toch, o medezondaar, die nog van het genade leven ontbloot zijt, eer de dood u verrast, en gij God onverzoend en buiten Jezus ontmoet. Ik ben verplicht om niet het uwe, maar u te zoeken, en zou onder uitzien naar de Heere zo gaarne alles aanwenden om mijzelf te behouden en ook die mij horen; daarom kan ik thans niet nalaten om u de volgende dingen nog toe te wensen.

Ten eerste. Ik wens u en mijzelf hartelijk toe, dat onze overdenkingen en gesprekken veel mochten zijn over wat ons die jongste dag zal openbaren. Ten tweede wens ik u en mij toe, dat wij toch hier ernstig mochten zijn, om de persoon te leren kennen die daar de Rechter zijn zal. Ja zeker! die Jezus moeten wij hier als Borg en Middelaar leren kennen; en mocht dat maar onze voorname toeleg zijn, nu wij nog een handbreed tijd hebben voor de deur der eeuwigheid, en aan de mond des grafs! Ten derde wens ik u en mij toe, dat wij toch veel hier voor die Jezus onze knieën mochten leren buigen. Hier mogen wij alles aan die vriendelijke Jezus vragen, en nimmer zal Hij ons toegang weigeren, al zijn wij zo zwart van zonde als de hel; maar als Hij op de wolken zit, dan is de bidtijd voor eeuwig over, en geen ander antwoord zullen wij dan op ons bidden en roepen krijgen dan: Slaat ze voor mijne voeten dood, die niet gewild hebben, dat Ik over hen zou koning zijn! Hoe zalig, voordelig en heilzaam is het dan, hier nog een bedelaar te worden, nu er nog aalmoezen worden gegeven, die voor eeuwig kunnen rijk maken. Och, maakt dan veel gebruik van ontdekkende en bekerende genade, en rust niet in deze gewichtige zaak, voordat gij Jezus gevonden hebt, al moest gij naar Hem zoeken, van nu af tot uw sterfbed toe. Vraagt u: ,,Zou Jezus mij hebben, mij zaligen willen?" Raadpleegt Zij neigen woord: die tot Hem komt zal Hij niet uitwerpen, al was hij zo oud als Methusalem als immer mogelijk. De hel wordt u nog gepredikt, de eeuwigheid wordt u nog ernstig voorgehouden, de oordeelsdag wordt u verkondigd, opdat gij u nog bijtijds voor de hel moogt wachten en bij Christus voorbereiding zoeken voor oordeel en voor eeuwigheid. Uit: "Al de eenvoudige oefeningen".

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 23 mei 1990

Terdege | 72 Pagina's

Jezus zal wederkomen

Bekijk de hele uitgave van woensdag 23 mei 1990

Terdege | 72 Pagina's