Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vliegen als een vogel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vliegen als een vogel

Zweefvliegen: "Net zo gevaarlijk als je het zelf maakt"

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Kijk, daar splitst de IJssel zich van de Rijn af." Zweefvlieger Marius van der Linden wijst naar het rivierenlandschap ten zuiden van Arnhem. Zojuist heeft hij een nieuwe thermiekbel aangevlogen. Tevreden werpt hij een blik op de hoogtemeter. Het toestel draait met de sierlijke vlucht van een roofvogel omhoog. Marius krijgt er iedere keer weer een kick van.<br />

De bonte verzameling zweeftoestellen bij de startbaan van Terlet (in de buurt van Arnhem) doet denken aan een zwerm aangeschoten vogels. Hulpeloos rusten ze op een vleugel in de grasmat. Geen wapperende propellers, geen ronkende motoren, geen oorverdovende herrie. De stilte is haast onnatuuriijk. Gewillig laat onze tweezitter van ruim 350 kilo zich meevoeren naar een stalen kabel, die is verbonden met een 1500 meter verderop staande lier. De kist, vervaardigd uit polyester, wordt aangekoppeld en opgetrokken. Heel even hobbelt het vederiichte toestel nog wat onwillig over de grasmat maar in een mum van tijd richt de neus zich schuin omhoog. Het lijkt wel een lancering. Ik lig achterover in de riemen. Razendsnel brengt de lier ons op 500 meter hoogte. Daar koppelt Marius met een handle de kabel af. Nu gauw een thermiekbel opzoeken. Anders staan we binnen een kwartier weer beneden.

Luchtfreak
Vliegen heeft altijd al een magische aantrekkingskracht op hem uitgeoefend. Als kind knutselde Marius van der Linden uit Leerdam het ene na het andere modelvliegtuig in elkaar. Op latere leeftijd kreeg hij tijdens een vakantie in Oostenrijk de kans van zijn leven. Een zweefvlieger nodigde hem uit voor een vlucht naar 3,5 kilometer hoogte. Marius bedacht zich geen moment en stapte in. „Een ware sensatie", verzekert hij me. Zijn Oostenrijkse luchtdoop duurde urenlang. Toen hij weer met beide benen op de grond stond, wist hij het zeker: dit moet ik ook gaan doen. Marius liet zich inschrijven voor een cursus op vliegveld Teriet en kreeg na één seizoen het zweefvliegbewijs uitgereikt. Hij bleef dolenthousiast. Inéén jaar maakte hij maar liefst 230 starts. Intussen behoort de 26-jarige Marius tot de gevorderde zweefvliegers.

Thermiek
In dit wereldje draait alles om het magische begrip thermiek: opstijgende warme lucht, die zich verzamelt in een bel. De kunst is zo' n bel op te zoeken. Hulpmiddel is de bloemkoolwolk. Daaronder bevindt zich vaak een thermiekbel. Maar je bent er niet als je eenmaal een bel hebt gevonden. Die kan weer net zo snel verdwijnen als hij ontstaan is. Het kan ook zijn datje van de ene bel naar de andere kunt overspringen. Steken heet dat in zweefvliegtaal. Op die manier kan een vlieger hier in Nederland hoogtes bereiken van ruim 2000 meter., ,Maar dan moet het wel berethermisch zijn", zegt Marius. Zwcefvliegen kan in ons land van voor- tot en met najaar. Maar vroeg en laat in het seizoen moet rekening worden gehouden met teleurstellingen. De > eerste keer dat ik met Marius de lucht in ga, is het maart. De wind is guur maar de zon schijnt. Sommige zweefvliegers lukt het een half uur tot drie kwartier in delucht te blijven. Er moet dus thermiek zijn.

"Dat wordt niks"
De lier is in onderhoud, daarom trekt een eenmotorig vliegtuigje ons op. Dat lijkt spectaculairder dan met de lier maar dat is het niet, ontdek ik later. Nu gaan we heel gelijkmatig de lucht in, met de lier heb je het idee datje loodrecht het luchtruim wordt ingeschoten. Het vliegtuigje sleept ons mee tot 500 meter. Marius haalt de handle naar zich toe, de kabel schiet los en wij hangen in de lucht. Koortsachtig speurt Marius naar bloemkoolwolken. Tevergeefs.,,Daar zat zojuist nog thermiek", wijst hij naar de overkant van de A50, de snelweg die Apeldoorn en Arnhem met elkaar verbindt. Wij snel die kant uit. Marius probeert de strook langs de snelweg uit maar de hoogtemeter blijft onrustbarend zakken. Driehondervijftig meter, driehonderdmeter. ,,Dat wordt niks", besluit de piloot. Op 250 meter moet hij zich gereed maken voor de landing. Wie dat niet doet, loopt grote kans een noodlanding te moeten maken.

Pijlsnel
Een nieuwe poging in de maand juni levert meer succes op. Pijlsnel brengt de lier ons op 500 meter en binnen enkele minuten heeft Marius een thermiekbel te pakken. Na een eerste rondje is de hoogtemeter al meteen opgelopen. Het toestel draait als in een spiraal omhoog. Het is een vreemde ervaring. Het lijkt wel alsof het vliegtuigje om zal slaan. Voor mijn gevoel staan de vleugels loodrecht op de Veluwe. Het gaat steeds sneller omhoog. Zevenhonderd, achthonderd meter. De magische thermiek stuwt de kist verder het luchtruim in. Vlakbij ons zweven nog meer toestellen. Daaraan zie je hoe hard zo' n vliegtuig gaat. Het is een fascinerende belevenis. Het geruis van de wind is het enige geluid in de cockpit, op de triomfantelijke stem van Marius na:, ,Zie je Arnhem daar, en de IJssel?" De hoogtemeter geeft al bijna 900 aan. We springen over naar een andere thermiekbel, maar hoger komen we niet, ,,Als het echtberethermischis", legt Marius uit, ,,dan kun je blijven steken."

Buitenlanding
Zelf heeft hij Twente wel eens gehaald. Maar het is hem ook wel eens overkomen dat de thermiek het onderweg plotseling af liet weten en hij een landingsplaats op moest zoeken. ,,Dat noemen we een buitenlanding", lacht Marius zuurzoet. Een kwestie van het hoofd koel houden en snel beslissen. ,,0p 750 meter hoogte moetje wel ongeveer weten waar je wilt landen, op 500 meter moetje 't zeker weten. Verander je op 200 meter nog van gedachten, dan loopt het geheid mis'', zegt Marius. Maar ook na een tijdige keuze blijft het afwachten. ,,Het kan zijn datje in een veld met paaltjes terecht komt. Die gaan echt niet opzij en boren zich in de romp of vleugels. Dan heb je al gauw voor duizenden guldens schade. Het kan ook zijn dat het weiland een maïsveld blijkt te zijn. Dan is je kist echt aan gort." Na drie kwartier moet Marius naar beneden. Het toestel is gehuurd en er is nog een aantal wachtenden na ons. ,,Nog even een looping?", informeert hij. Een looping? Nee, koppeltje duiken hoeft voor mij niet. Ik heb er voor deze keer genoeg van. Eenoude kwaal: m'n oren zitten zo dicht als een pot. Het lijkt wel alsof ze op springen staan. Zelf heeft Marius van dat euvel geen enkele last. Hij behoort dan ook tot de gevorderden. In totaal heeft hij nu, sinds hij in 1987 met de zweefvliegcursus begon, 675 starts gemaakt. Dat kost geld, hij beaamt het onmiddellijk, maar sommigen denken dan aan bedragen met vier nullen en zo is het ook weer niet. Een zweefvliegbrevet is gemiddeld net zo duur als een rijbewijs: pakweg 2000 gulden.

Vrille
Hoe gevaarlijk is zweefvliegen?,. Als met autorijden: net zo gevaarlij k als je het zelf maakt'', is het antwoord van Marius. Roekeloos gedrag achter het stuur wordt veelal met de dood bekocht. Roekeloos gedrag achter de stuurknuppel verloopt niet anders.,, Je gaat met G-krachten om en wie zich daarin vergist, kan een toestel al aardig misvormen. Maar het kan ook nog erger." Marius moet onmiddellijk terugdenken aan een kennis van de zweefvliegclub, die hij voor zijn ogen zag verongelukken.,,Er stond die middag vrij veel wind. In de loop van de middag werd het eigenlijk te bumpie, te turbulent. De vliegschool was al gestopt maar de club bleef toch doorvliegen. Het toestel kwam in een vrille terecht. Dan worden de bochten te kort genomen, komt het toestel in een tolvlucht. Daar is het bijna niet meer uit te halen, ledere ervaren vlieger weet dat het kan gebeuren, daarom gebeurt het ook bijna nooit maar die keer gebeurde het wel."

A-1-brevet
Ook al is Marius een fervente zweefvlieger, dat wil niet zeggen dat hij voor motorvliegen zijn neus ophaalt. Integendeel. Hij is sinds enkele jaren de trotse bezitter van een A-1 -brevet. Dat houdt in dat hij met een eenmotorig vliegtuig over de hele wereld mag vliegen. Eén keer is hij met een gehuurd toestel in Wenen geweest. Een sensationele ervaring, vindt hij nog steeds. Graag zou hij doorgaan maar daar moet de beurs wijd voor open.,,Dat kost echt bergen geld", verzucht Marius. Daar staat wel weer tegenover dat de bezitters van vervolgbrevetten, zoals het B-3, commerciële vluchten mogen uitvoeren. Wat in opleidingen is geïnvesteerd, komt dan met rente terug want in deze sector worden zeer royale salarissen uitgekeerd. Marius zou dolgraag zo' n baan in de burgerluchtvaart willen. ,, ledere keer als ik vlieg, krijg ik er weer een kick van. "l< />

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 12 september 1990

Terdege | 96 Pagina's

Vliegen als een vogel

Bekijk de hele uitgave van woensdag 12 september 1990

Terdege | 96 Pagina's