Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Heeft de gereformeerde gezindte nog toekomst? (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Heeft de gereformeerde gezindte nog toekomst? (1)

Prof. dr. C. Graafland: "We moeten niet meer zeggen: we hèbben het, maar eelijk erkennen: we hebben het nódig"

20 minuten leestijd Arcering uitzetten

Lange tijd werd de cultuur van ons land gestempeld door het christendom, zij het in een vaak verwaterde vorm. Anno 1990 worden de laatste resten die daaraan herinneren snel afgebroken. Het christelijk geloof wordt hooguit geaccepteerd als een privé-aangelegenheid. Voor hen die sterk de nadruk leggen op de verdorvenheid van elk mens en de noodzaak van persoonlijke wedergeboorte, is het de bevestiging dat een uiterlijke godsdienst geen stand houdt. Bij hen die vooral verbondsmatig denken en geneigd zijn de hele gemeente als ware gelovigen te zien, komt de klap veel harder aan. Hoe reageert de gereformeerde gezindte als geheel op de ontkerstening van ons land? Biedt de belijdenis het antwoord op de vragen van onze tijd? Vragen die centraal staan in een drietal interviews over de houding van de gereformeerde gezindte in een "Godloze" samenleving. Als eerste prof. dr. C. Graafland, een gereformeerde op zoek naar God. <br />

Cultuuromslag. Het is een woord dat ook in publikaties van auteurs uit de gereformeerde gezindte steeds vaker opduikt. Met de term wordt aangeduid dat we op de overgang staan van een nog enigszins door het christelijk geloof gestempelde cultuur naar een cultuur waarin God geen enkele rol meer speelt. Hij wordt niet meer bewust dood verklaard, Hij is eenvoudig vergeten. De cultuuromslag werkt ook door in de kerk. De vraag van de reformatie hoe krijg ik een genadig God?" wordt meer en meer verdrongen door de vraag " is er wel een God?'' Door deze verschuiving neemt de actualiteit van de belijdenisgeschriften volgens velen af. Ze hebben zeker nog hun waarde, maar dienen wel te worden geactualiseerd, toegespitst op onze tijd en zo nodig aangepast. Ook liturgie en catechese moeten op een andere leest worden geschoeid. Bij de liturgie moet de gemeente en met name de jeugd meer worden betrokken. In de catechese moet de gereformeerde belijdenis niet als onwankelbare waarheid worden overgedragen, maar moet in de weg van dialoog met de catechisanten worden gezocht naar het waardevolle van die belijdenis.

Godsverduistering
Het zijn gedachten die onder meer te vinden zijn in publikaties vanuit de HGJB en de doctoraalscriptie "Bij-tijds leren geloven" van I. A. Kole en L. van Driel. Hetzelfde geluid kwam naar voren in een open brief van negen vooraanstaande personen binnen de Gereformeerde Bond, onder wie zes predikanten, die dit voorjaar heel wat stof deed opwaaien. Ze wisten zich in hun opvattingen gesteund door prof. dr. C. Graafland, bijzonder hoogleraar vanwege de Gereformeerde Bond in de Nederlandse Hervormde Kerk aan de Utrechtse universiteit. Die gaf in zijn kort daarvoor gepubliceerde "Gereformeerden op zoek naar God'' zijn visie op de positie van de gereformeerde gezindte in het geestelijke klimaat van onze samenleving. Evenals prof. dr. H. Berkhof typeert Graafland onze tijd als een tijd van Godsverduistering. Vandaar de ondertitel van zijn boek: Godsverduistering in het licht van de gereformeerde spiritualiteit. Met de term spiritualiteit doelt hij niet alleen op de gereformeerde bevinding, maar ook op het leefklimaat, de gezindheid en gedragingen waardoor de gereformeerde gezindte wordt gekenmerkt.

Op zoek naar God
De auteur beschouwt zijn boek min of meer als een vervolg op de studie van Kole en Van Driel. Al aan het begin poneert hij de stelling, ,dat de crisis van de Godsverduistering ook ons, die in de gereformeerde traditie willen staan, in een grote verlegenheid heeft gebracht. Omdat de vragen ons te machtig worden. Ook omdat wij de antwoorden, die nodig zijn om werkelijk te helpen, niet weten. Wat tegelijk wil zeggen, dat we beseffen, dat we het met de tot nu toe gegeven antwoorden niet meer kunnen doen, omdat zij te vanzelfsprekend zijn, te afgesleten, te weinig meer slaan op de werkelijkheid." De Utrechtse hoogleraar zegt zich één te voelen met al die gereformeerden die op zoek zijn naar God. ,, Die dus niet meer met een grote vanzelfsprekendheid durven zeggen: wij kennen God, wij hebben God, om God te vinden moetje bij ons zijn. Die tijd is voorbij. De wervingskracht van de traditioneel-gereformeerden heeft opgehouden te bestaan."

Uitdaging
In uw jongste boek geeft u aan dat wat u noemt de crisis van de Godsverduistering de gereformeerde gezindte voor enorme vragenstelt. Waaraan denkt u dan? ,,De crisis van de Godsverduistering houdt in dat de werkelijkheid van God uit het leven van de mens, zijn denken, zijn emotionele bestaan steeds meer verdwijnt. Die Godloosheid vormt de grote dreiging voor en tevens uitdaging van de wereld aan de kerk. Wat is ons antwoord daarop?" Is er juist de laatste tijd niet sprake van een sterk toenemende algemene religiositeit? , ,Dat wordt vaak gezegd en ik zou het ook niet willen ontkennen. Maar in z' n algemeenheid moeten we denk ik toch zeggen dat in de westerse samenleving God steeds meer achter de horizon verdwijnt. Omdat de mens de Godsvraag toch niet helemaal kan verdringen, zie je dat hij het antwoord gaat zoeken in allerlei alternatieven, zoals oosterse religies. Dat aspect heb ik wat laten liggen, omdat ik vooral in wilde gaan op het aspect van die Godsverduistering.''

Formeel beroep
De antwoorden die tot nu toe in de gereformeerde gezindte zijn gegeven op de vragen van de moderne samenleving, noemt u in uw boek te vanzelfsprekend, te afgesleten, te weinig meer slaan op de werkelijkheid. Kunt u dat toelichten? ,,Ik bedoel daarmee dat de realiteit en de dreiging van de Godsverduistering als een concreet, historisch en zich nu manifesterend gegeven niet wordt onderkend. Men preekt zoals altijd gepreekt is, alsof er niets bijzonders aan de hand is. Natuurlijk wordt er wel in z' n algemeenheid geklaagd over de toestand van ons land, maar dat deed men een eeuw geleden ook al, vaak in dezelfde bewoordingen. Je merkt > niet dat er visie bestaat op wat zich momenteel in onze samenleving voltrekt.'' Geldt dit voorde hele gereformeerde gezindte? ,, Die vraag heb ik mezelf niet al te uitdrukkelijk gesteld. In dat opzicht is mijn boek niet concreet. Dat heb ik ook niet gewild. Wie de schoen past trekke hem aan. Wat ik aan heb willen geven is, dat het beroep op Schriften belijdenis, zoals je dat vooral in de Gereformeerde Bond aantreft -als ik me niet vergis nog meer dan in de afgescheiden kerken— een formeel beroep is. Men veronderstelt dat iedereen dan weet waar het over gaat. En dat is nu juist niet het geval."

Werkelijkheid
Als ik u goed begrijp, bent uvan mening dat de gereformeerde belijdenis zoals zij nu functioneert weinig kracht meer heeft, omdat de belijdenis niet wordt geactualiseerd en toegespitst op de vragen van orae tijd. Blijven de wezenlijke vragen in alle eeuwen dan niet dezelfde? „Zeker. Maar je kunt dat niet gebruiken als een dooddoener, om er de huidige crisis mee te bagatelliseren. Waar het mij om gaat is dat de belijdenis een abstractie is geworden. Ik heb dat onder meer toegespitst op het spreken over de wedergeboorte. De wedergeboorte wordt gepreekt als een volstrekt innerlijk gebeuren, zonder enige relatie naar het concrete ethische, maatschappelijke, politieke leven. Terwijl je onder meer in de geschiedenis van de Samaritaanse vrouw in Johannes 4 ziet, dat die wedergeboorte een plaats heeft in de werkelijkheid van het alledaagse bestaan. Voor die vrouw is het meest ingrijpende dat Jezus haar zegt wie zij is en wat zij gedaan heeft. De wijze waarop onder ons over de wedergeboorte wordt gepredikt staat zo ver van ons af, dat het nauwelijks effect heeft. We horen het aan, zeggen dat er iets zal moeten gebeuren en het leven gaat gewoon door. Het is iets dat bij de leer is gaan horen, dat gepreekt moet worden. Maar niet als een levende werkelijkheid. De werkelijkheid van het leven met God is een stuk leer geworden, een stuk traditie. Door die abstractie heeft de prediking van de wedergeboorte geen kracht. De gemeente is bevredigd als de dingen weer eens goed zijn genoemd.''

Innerlijke zwakte
ö hebt de indruk dat de predikanten brengen wat de gemeente wil horen? ,,Daar ben ik van overtuigd ja. Uiteindelijk ligt het probleem bij de prediker. Dat komt door de eigen innerlijke zwakte van velen. Men weet niet ten volle waar men zelf staat. Daardoor laat men zich meenemen door wat de gemeente graag hoort en is men weinig bezig om de gemeente werkelijk te onderwijzen, te .leiden." U benadert de zaak nu van de negatieve kant. Gaat u niet voorbij aan het feit dat er ook predikanten zijn voor wie de gereformeerde belijdenis geen abstractie, maar levende werkelijkheid is? ,, Dat zou ik niet willen ontkennen. Ik ben er ook van overtuigd dat er onder de traditioneel gereformeerden heel veel kinderen Gods zijn. Maar je kunt dat niet gebruiken als een argument om aan te geven dat het allemaal nog wel meevalt. Dan dekken we de zaak toe. Wat ik heb willen aangeven is de algemene tendens van toenemende veruitwendiging, het hechten aan uiterlijke zaken. Neem de hele strijd rond die broekrokken, tot in het waanzinnige toe. Dat is een symptoom."

Getto-mentaliteit
staat die de door u aangesneden problematiek niet zien of willen zien. Is die indruk juist? ,, Ja, ik denk dat het met het traditioneel-gereformeerdzijn samenhangt, dat men niet echt ingaat op de problematiek van de tijd, maar zich ervoor afsluit. Waarbij opvalt dat men de eigen gemeenschap heel sterk cultiveert en opbouwt. Strijdend voor rechten en subsidies. Héél pragmatisch. Typisch een gettomentaliteit, waardoor men totaal niet de habitus heeft om echt in te gaan op wat er om ons heen gebeurt. Dat is een ontwikkeling die ik alleen nog maar zie toenemen." Er zijn er ook die net als u de kwaal signaleren, maar een andere remedie bieden. Ik denk aan drs. W. van Vlastuin, die in zijn boek "Opwekking" dezelfde vragen aan de orde stelt, maar veel sterker op de noodzaak van een opwekking door Gods Geest wijst. Kregen mensen als hij in uw boek bewust geen plaats, omdat u met hen niet zo goed raad wist? , , Dat geloof ik niet. Ik ken Van Vlastuin goed. Hij voelt zich sterk verwant met de opwekkingstraditie. Daar heeft hij zijn doctoraalscriptie ook over geschreven, waarin hij uitvoerig ingaat op het werk van de Heilige Geest. Daarin voel ik me heel dicht bij hem staan. Mijn manier van bezig zijn is meer theologisch-historisch. Maar ik geloof niet dat er ten diepste verschil is tussen wat Van Vlastuin schrijft en wat ik in mijn boek zeg."

Bovenmenselijke
U redeneerst sterk vanuit de crisis van de Godsverduistering en hoe die te doorbreken. Komt de noodzaak van een opwekking door Gods Geest, die Van Vlastuin benadrukt, daardoor niet erg op de achtergrond te staan? „Ik dacht het niet. Ik laat dat ook voluit staan. Maar de Heilige Geest werkt wel middellijk. Hij laat ons zien waar het mis gegaan is. Waar we van het spoor zijn afgeweken. Is men rijk en verrijkt geworden, ook met de traditie, dan is er geen zicht op de nood van de kerk en de wereld. Dan ontbreekt de drang om instrument van de Geest te zijn, om een woord te spreken dat geest en leven is, en kun je ook geen appellerende prediking verwachten. De gevolgen zie je om je heen: een enorme teloorgang van met name jongeren." Als predikant in Amsterdam hebt u de kerkverlating ervaren als een bovenmenselijke macht, zo schrijft u. ,,Je vecht ertegen, je probeert haar te verhinderen, of althans tegen te gaan, maarzezet zich onweerstaanbaar door.'' Maakt u zo de kerkverlating niet tot noodlot, iets wat ook ligt opgesloten in de term Godsverduistering, die u in navolging van prof. H. Berkhof hanteert? ,,De gedachte dat de Godsverduistering een historisch noodlot is, bestrijd ik in mijn boek. Wel heb ik willen wijzen op het universele ervan en in die zin het onontkoombare. Ik denk aan wat Paulus schrijft in Efeze 6, dat we te doen hebben met de machten en de geestelijke boosheden in de lucht. Daar zit ook iets in van het bovenpersoonlijke. Het is een klimaat datje inademt, op de scholen, op je werk, in het brede kerkelijke leven, in de politiek. In die zin dringt het zich onstuitbaar op. Maar dat is toch iets anders dan een noodlot dat tot passiviteit leidt. Zo heb ik het zeker niet bedoeld."

Abstractie
U bent van mening dat de prediking van de wedergeboorte in de gereformeerdegezindte te veel gericht is op de innerlijke kant ervan, waardoor de uitstraling naarde samenleving ontbreekt. Hoe verklaart u dat juist onder opwekkingspredikers die met grote kracht de noodzaak van persoonlijke wedergeboorte hebben gepreekt, niet alleen velen tot bekering kwamen, maar ook tal van initiatieven op sociaal terrein werden ontplooid? Ik denk aan de revivals in Engeland en Amerika ten tijde van de Verlichting. ,,Dat is inderdaad opmerkelijk. Ik verklaar dat vanuit de doorwerking van de Geest, waardoor de mens in zijn schuld en veriorenheid niet alleen wordt vrijgesproken, maar ook vrijgemaakt tot waarachtige vernieuwing. Om als mens Gods in deze wereld te leven. Dat is het bewijs dat wedergeboorte en geloof voluit bijbels functioneren. Maar wordt dat niet gevonden, terwijl er toch voortdurend over wedergeboorte wordt gesproken, dan is dat het bewijs dat de wedergeboorte een abstractie is geworden. Verdiep je je in de opwekkingen in onze traditie, dan valt in de tweede plaats op dat daarin de elementen van zonde en genade heel erg duidelijk naar voren komen, maar dat de theologische "Umwelt" van met name de predestinatie veel minder uitdrukkelijk aanwezig is. Denk aan mensen als Whitefield en Spurgeon. Whitefield geloofde wel in de predestinatie, hij was een calvinist. Maar in zijn prediking stonden zonde en genade centraal. Niet alleen heel persoonlijk, maar ook heel concreet. Dat was voor de Geest als het ware het instrumentarium om vernieuwend bezig te zijn, wat ook in het geheel van de samenleving grote gevolgen had. Dat vind je niet terug in een beweging of onder een prediking waar de predestinatie overheerst."

Opgesplitst
Speelt de predestinatie in deprediking binnen het geheel van de gereformeerde gezindte wel zo'n grote rol? ,,Ja, niet programmatisch en zo geprononceerd als bij voorbeeld in de Gereformeerde Gemeenten in Nederland. Maar wel als achtergrond van waaruit men spreekt. Met gevolg dat men uitgaat van een opgesplitste positie van de gemeente in weinige verkorenen en de velen daaromheen. Dat kan ook eigenlijk niet anders als je van de dubbele predestinatie uitgaat. Dan moetje zo denken, of je wilt of niet. Je ziet dat bij Calvijn al. Als hij over het verbond spreekt zegt hij: maar er is ook die verborgenheid van de verkiezing. Hij kan niet nalaten die erbij te halen." De Bijbel doet dat toch ook? „Nee, de Bijbel noemt de verkiezing wel, maar niet als allesbeheersend. Denk aan het Oude Testament, hoe God Zich beweegt met Zijn volk en op hun doen en laten reageert. Je ziet dat Calvijn daar al niet meer onbevangen mee om kan gaan. Als God in Zefanja 3 vers 7 zegt dat hij de steden van Israël niet had verwoest als Israël de tucht had aangenomen, dan zegt Calvijn dat God daar oneigenlijk spreekt, op menselijke wijze. En dat zegt de Bijbel nou juist niet. Je kunt mij de vraag stellen: wat wilt u dan? Niet meer gereformeerd zijn? Dat is een vraag waar ik heel erg mee bezig ben geweest. Het is niet zo dat ik de predestina-l> tie zou willen of durven ontkennen. Maar wel zie ik dat wanneer alles wat geschiedt wordt vastgelegd in de eeuwigheid, je tot een fundamentele abstractie komt van wat er hier en nu bezig is te gebeuren. Dat kun je dan niet meer volledig serieus nemen.''

Dordtse Leerregels
Vandaar datu in uw boek kritische vragen plaatst bij de Dordtse Leerregels? ,, Je kunt het nauwelijks kritiek noemen. Wat mij opvalt is dat er een speciaal belijdenisgeschrift alleen over de verkiezing bestaat. Dat is mijn kritiek op de ontwikkeling van de traditie. Die vernauwing. Die toespitsing." Met een aantal met name jongere predikanten in de Gereformeerde Bond wilt u de verwerping zien als een rechtvaardige reactie van God op het nee van de mens. Dus God is ten diepste toch van de mens afhankelijk? „Nee. Dat is het punt waar ik duidelijk halt houd. Ik ben onder de indruk gekomen van de worsteling van mensen als Baxter (een 17e-eeuwse theoloog die een middenpositie tussen calvinisme en arminianisme innam - HdV) om onder de doem van het predestinatianisme uit te komen en de predestinatie zelf toch te handhaven. Ook hij is er niet uit gekomen. Niemand komt eruit. Neem je de dubbele predestinatie als allesbeheersende werkelijkheid, dan sla je alles dood. Dat doet dus niemand. De vraag is: waar houd je halt? Waarop laatje het accent vallen? In die zin waardeer ik dat zoeken van die jonge predikanten, die de ernst en de rechtvaardigheid van het oordeel willen vasthouden en daarom over de verkiezing spreken als actie en over de verwerping als reactie van God. Niet om daarmee de eer van God naar de mens te verschuiven, maar om het bijbels getuigenis kracht te geven. Al geldt ten diepste dat uiteindelijk alles in Gods hand ligt."

"Happy few"
De profeten hebhen Israël als geheel Gods oordelen en beloften verkondigd. Maar tegelijkertijd hebhen ze erop gewezen dat de vervulling van de beloften gold voor het overblijfsel, de gelovige rest. Verliest u dat niet uit het oog? ,,Ik dacht het niet. Aan het eind van mijn boek wijs ik daarop. Maar dat overblijfsel is in de Bijbel niet "the happy few'', zoals het bij ons functioneert: Gods kinderen die speciaal worden aangesproken en een aparte erepositie innemen. Terwijl ze er juist zijn voor het geheel. Ik denk aan de lijnen die Paulus trekt in Romeinen negen tot elf, waar je ziet dat het overblijfsel de roeping heeft om wat God in hen gedaan heeft uit te stralen. Dat missen wij nu juist zo." In uw boek geeft u aan dat u zich één voelt met de gereformeerden die op zoekzijn naarGoden moeite hebt met hen die met grote vanzelfsprekendheidzeggen: wij kennen God, wij hebben God. Maakt u zo de twijfel niet tot kenmerk van het ware, iets wat u het bevindelijk deel van de gereformeerde gezindte juist kwalijk neemt? ,,Ik heb me zo opgesteld, omdat ik me wilde mengen in het gesprek over de Godsverduistering. Juist omdat ik ten diepste meen dat zo'n gesprek tot mislukken gedoemd is, als de gereformeerde inbreng afwezig is. Maar ik heb dat niet gedaan in de zin van: nu jullie allemaal even stil, dan zal ik eens zeggen hoe het zit. Ik kom ook als een mens van deze tijd, die aangeraakt is door de nood van de Godsverduistering, in een solidaire gesprekshouding."

Gezaghebbend
Het is in onze tijd in om je kwetsbaar op te stellen. Is er juist in een tijd van zo veel onzekerheid niet behoefte aan een prediking met gezag? ,, Ik zeg niet dat we ons kwetsbaar moeten opstellen. Maar de vraag is: wat is nou gezaghebbend? Als iemand de kerk binnenkomt en daar een dominee hoort die het de mensen eens even zal zeggen, dan ervaart hij dat woord echt niet als gezaghebbend. Integendeel. Het gaat erom dat we vanuit de kracht van het Woord komen in de werkelijkheid van het mensenleven, waardoor iemand die het hoort aanvoelt: het gaat over mij. Dat heeft gezag." Maarzo kan toch alleen hij spreken die wat hij bepreektpersoonlijk kent en het doel dat hij anderen wijst zelf gevonden heeft? ,, Dat ben ik met u eens. Dat heb ik in mijn boek ook aangegeven. Hoe kunnen we prediken als we zelf niet gezonden zijn? Hoe kunnen we bemiddelen in de Godskennis als we zelf die God niet ervaren hebben? Hoe kunnen we weten van de bevrijding als we niet weten wat zonde is? Hoe kunnen we Jezus prediken als hij ons niet geopenbaard is?"

Geen fusie
Verschillende keren hebt u in publikaties gewezen op het heilzame dat naar uw mening uit kan gaan van een beïnvloeding van de reformatrische kerken door de evangelische beweging. Idealiseert u de evangelische beweging niet te veel? ,, Ik zal er aanleiding toe gegeven hebben, maar het is een misverstand als men denkt dat ik pleit voor een samensmelting van de reformatorische kerken en de evangelicale beweging. Ik denk überhaupt niet zo concreet kerkelijk. Ik heb meer een theologische opstelling. Waar het mij om gaat is dat de traditioneel gereformeerden grote behoefte hebben aan bepaalde elementen die ons momenteel met name via de evangelische stroming worden aangereikt. In aansluiting bij de opwekkingstraditie en puriteinen als Baxter. Daar denk ik vooral aan. Dat het zwaartepunt van de prediking weer komt te liggen bij zonde en genade, niet gehinderd door het a priori van de predestinatie. Dat ook nadruk wordt gelegd op de noodzaak van heiliging en de uitstraling daarvan naar de wereld toe. Die elementen hebben we van de evangelische traditie nodig, om te corrigeren wat na Dordt is scheefgegroeid. Maar ik pleit zeker niet voor een fusie. Dan kom je van de regen in de drup. Ik wil ook niet ontkennen dat het gevaar van afglijden naar een echt remonstrantisme levensgroot is. Dat zie ik natuurlijk zelf ook wel.

Doodlopende weg
U plaatst kritische kanttekeningen bij het op zichzelf gerichte van de gereformeerde gezindte. We zouden meer open moeten staan voorde moderne cultuur. Aan de andere kant is er de bijbelse opdracht als een afgezonderd volk te leven. Hoe staan die twee zaken tegenover elkaar? ,, Dat vindikeenheelbelangrijke vraag, maar ook een heel moeilijke. In dat opzicht geldt ook de titelvan mijn boek: gereformeerden op zoek naar God. Op zoek naar het antwoord op die vraag. Ik denk aan wat ir. Van der Graaf heeft geschreven naar aanleiding van die open brief, waarin voor vernieuwing werd gepleit. Hij vroeg zich af: wat voor vernieuwing? De vernieuwing van de Gereformeerde Kerken? Het resultaat hebben we gezien. Ik denk niet dat de opstellers van de open brief in die richting denken. Dat is een vernieuwing die de zaak alleen maar hopelozer maakt. Daar ben ik diep van qvertuigd. Anderzijds zie ik ook dat isolationism.e als een doodlopende weg. Maar ik wil eeriijk erkennen, als u mij vraagt "hoe dan wel?", dan heb ik het pasklare antwoord niet. Dat is onze grote nood en veriegenheid, dat wij geen klare visie hebben op de actualisering van het Woord Gods in het hier en nu."

Volstrekt werelds
De Engelse calvinist dr. Martyn Llo{;d-Jones heeft sterk benadrukt dat de kerk gebloeid heeft in tijden waarin zezich duidelijk onderscheidde van de wereld. Hoe ziet u dat? ,,Datis een heel wezenlijk element. Doch gij geheel anders, want gij hebt Jezus Christus leren kennen. Dat is het wezenlijke van de kerk, het ecclesia, het eruit geroepen zijn. Maar de grote vraag is: wat is dat anders-zijn? Hoe wordt dat gevuld? Dan zie je dat naar mijn inzicht de vormgeving waarin dat gebeurt onder de traditioneel gereformeerden een karikatuur is van het echte anders-zijn. Men is meer excentriek dan anders. Daartegenover zie je een vernieuwing in de zin van aanpassing aan de wereld. En dat kan nooit de bedoeling zijn van de bijbelse leer." Op het laatste gaat uinuw boek nauwelijks in. Is de realiteit niet dat een aanzienlijk deel van de gereformeerdegezindte volslagen werelds leeft en avond aan avond aan de beeldbuis gekluisterd zit? ,,Datis zeker waar. En daarin zie je de wereldgelijkvormigheidtentop. Men zit in de kerk, zolang als het nog duurt, maar het echte leven is al volstrekt werelds." Ziet u nog toekomst voor de gereformeerde gezindte? ,, Ik zie wel toekomst voor wat ik genoemd heb de gereformeerde spiritualiteit, omdat ik ten diepste meen datje daarin de meest bijbelse, adequate vertolking van het kennen van God vindt. Gaat het om de toekomst van de gereformeerde gezindte zoals die nu reilt en zeilt, dan houd ik mijn hart vast. Ik zie een voortgaande versplintering en desintegratie, ook van de geloofsinhoud. En zoals u weet is desintegratie een mooi woord voor ontbinding. Wat we nodig hebben is bezinning vanuit de verlegenheid. Dat we niet meer zeggen: we hebben het. Maar eeriijk erkennen: we hebben het nodig.''
Volgende keer: Godsdienstdocent B.S. van Groningen over de waarde en de betekenis van het reformatorisch onderwijs.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 26 september 1990

Terdege | 72 Pagina's

Heeft de gereformeerde gezindte nog toekomst? (1)

Bekijk de hele uitgave van woensdag 26 september 1990

Terdege | 72 Pagina's