Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zwitserland 700 jaar

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zwitserland 700 jaar

De waarheid voer Wilhem Tell

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zwitserland viert dit jaar zijn 700-jarig bestaan. Het was in het jaar 1291 dat drie landstreken in het centrale Alpengebied een verbond met elkaar aangingen: Uri, Schwyz en Unterwalden. In de loop der eeuwen sloten andere streken en steden zich daarbij aan. En zo werd de boom hoe langer hoe dikker. Pas in de vorige eeuw heeft het land zijn definitieve grenzen gekregen. Een reportage over het land van Wilhelm Teil, de volksheld die in de 10e eeuw misschien nog in Scandinavië woonde... <br />

Het oudste deel van Zwitserland ligt rond de Urnersee, de zuidelijke uitloper van het Vierwoudstrekenmeer. Een bezoek aan dit gebied betekent niet alleen een kennismaking met een uniek stukje natuur, een land van bergen, bossen en meren. Het is ook een duik in het verleden. Overal vind je gedenktekens en monumenten die herinneringen oproepen aan historische gebeurtenissen en legendarische figuren. Het begon al meteen toen ik via de Klausenpas het kanton Uri bereikte: een groot bord met de naam van Wilhelm Teil aan de kant van de weg. Het moest de aandacht vestigen op het gelijknamige hotel. Op het balkon, boven de ingang, prijkte een beeld zoals ik er daarna nog heel wat tegen zou komen: vader Teil, gewapend met de handboog, en naast hem zijn zoontje. Ik wist dat de beroemde boogschutter iets met het verleden van Zwitserland te maken had. Maar dat hij ook vandaag nog zo'n belangrijke plaats inneemt in het nationaal bewustzijn van veel Zwitsers had ik niet verwacht. Voor mij was hij niet meer dan de man die met pijl en boog een appel van het hoofd van zijn zoontje moest schieten. En verder herinnerde ik me vaag iets van een landvoogd en een hoed. Maar wat had die hoed te maken met de geschiedenis van Zwitserland?

Een gehate landvoogd
Frau Pflanzer, de eigenares van het Teil-hotel in Bürglen, kon het mij allemaal haarfijn uitleggen: „Hier, precies op de plaats waar nu het hotel staat", vertelde ze, „heeft vroeger het huis van Wilhelm Teil gestaan." Hij stond bekend als een geweldig jager. Dagelijks trok hij de bergen in met zijn pijl en boog. En wee de gems of de steenbok die hem voor de voeten kwam. Zelden of nooit misten zijn pijlen hun doel. Men beweerde dat hij op honderd pas afstand, met één enkel schot, een patrijs in de vlucht kon neerschieten. Maar hij was niet alleen een knap schutter. Hij was ook een man van karakter, die onrecht haatte en voor niemand boog. Zo gebeurde het op een dag dat hij met zijn zoontje op stap ging naar het naburige Altdorf Daar had de gehate Habsburgse landvoogd Gessier midden in het dorp een hoed op een staak gezet en elke voorbijganger moest, als teken van onderwerping, daarvoor een buiging maken. Maar zoiets lag helemaal niet in de lijn van de trotse Wilhelm Teil. Recht als een kaars liep hij de staak met de Habsburgse hoed voorbij. Iets verderop stonden echter de dienaars van de landvoogd op de loer om erop toe te zien dat niemand het gebod van hun heer overtrad. Ze grepen vader en zoon Teil en sleepten ze naar Gessiers kasteel.

De tweede pijl
Het leven van Teil hing op dat moment aan een zijden draadje. Maar zijn roem als boogschutter was ook doorgedrongen in het kasteel van de landvoogd. Deze beval zijn dienaars de jongen aan een boom vast te binden en een appel op zijn hoofd te leggen. Aan de vader gaf hij te verstaan dat deze het leven van zichzelf en van zijn zoontje zou kunnen redden als hij erin zou slagen op dertig pas afstand met één pijl de appel te raken. Teil, die heel goed besefte dat het leven van zijn kind van hem afhing, koos onder doodse stilte twee pijlen uit zijn koker, legde er één op de boog, spande, schoot en raakte de appel precies in het midden. Terwijl de soldaten daarop de jongen losmaakten, vroeg de landvoogd aan Teil waarom hij twee pijlen uit de koker had genomen inplaats van één. „Geachte landvoogd", was het openhartige antwoord, „als de eerste pijl de jongen had geraakt, was de tweede pijl voor u geweest..." De landvoogd, bleek van woede over zo veel onbeschaamdheid, liet de onbuigzame schutter in de boeien slaan en zette hem gevangen in de kerker onder het kasteel.

Allemaal Teil
Ik vroeg aan Frau Pflanzer of dit verhaal werkelijk zo gebeurd was, of dat het alleen maar een oude legende was. Die vraag leek haar een beetje in verlegenheid te brengen. Ze kon me daar geen antwoord op geven, zei ze. Ik kon dat beter voorleggen aan Herr Sieber, een gepensioneerde gemeentefunctionaris. Die wist alles van de geschiedenis van het land en van de streek. Een telefonische afspraak was gauw gemaakt en ik besloot, in afwachting van de ontmoeting, nog wat rond te kijken in de omgeving. Het dorpje Bürglen blijkt niet alleen een Teil-hotel en een Teil-museum rijk te zijn. Het heeft ook nog een Tell-gedenksteen, een Teil-standbeeld en een Teil-kapel. Ook in het naburige Altdorf is het allemaal Teil wat de klok slaat. Op een pleintje in het centrum, op de plaats waar de staak met de hoed gestaan zou hebben, verheft zich een indrukwekkend Teil-monument: vader en zoon tegen de achtergrond van een kleurrijk torenachtig bouwwerk. Verder hangt het hele dorp vol met affiches van de zogenaamde Teil-spelen 1991. Elk jaar wordt hier namelijk in het TellSchauspielhaus het toneelstuk opgevoerd dat de Duitse dichter Friedrich Schiller over de Zwitserse volksheld heeft geschreven. In dit jubileumjaar zijn er in de maanden juh en augustus niet minder dan dertig opvoeringen.

Een volk van broeders
Belangrijke nationale gebeurtenissen worden in Zwitserland niet herdacht in de hoofdstad Bern, ook niet in de grootste stad van het land Zürich, maar op een weiland in de bergen. Ze noemen het de Rütli-Wiese, of ook wel kortweg de Rütli. Het ligt vlakbij de Urnersee. Je kunt het te voet bereiken vanaf Seelisberg, maar de meeste Zwitsers nemen de boot vanuit Brunnen. De overtocht naar de aanlegsteiger van de Rütli duurt maar kort. Een steil pad voert naar boven. Daar maken de bomen plaats voor het heldere groen van een bergweide. Aan de rand een in oude stijl gebouwde boerderij, ingericht als museum en ontvangstruimte. Verder een vlaggestok, wat bomen, een hek, een waterbron. Meer niet. Dus eigenlijk niets bijzonders. Toch is het voor de Zwitsers een historische plek. Volgens de overlevering kwamen op een maanlichte augustusnacht van het jaar 1291 op deze plaats een aantal mannen in het geheim bijeen. Het waren vertegenwoordigers van de drie bergstreken Uri, Schwyz en Unterwalden. Op dit weiland zwoeren ze dat ze elkaar altijd zouden bijstaan in de strijd tegen vreemde overheersers. Dat waren in die tijd de Habsburgers, die later als koningen en keizers een belangrijke rol in Europa zouden gaan spelen. En elke Zwitser kent uit zijn hoofd de regels waarmee de dichter Schiller de eed op de Rütli weergeeft:

Ontsnapping
Aan de overkant van de Urnersee staat een gebouwtje dat uit de verte een beetje lijkt op een uit de kluiten gewassen muziektent. In werkelijkheid is het voor de Zwitsers ook weer een historisch monument: De Tellskapelle. Hier leeft de herinnering voort aan een tweede dramatisch hoogtepunt uit het leven van Wilhelm Teil. Met zijn gevangenzetting in Altdorf is het verhaal namelijk nog niet uit. Kort daarna wilde landvoogd Gessier hem overbrengen naar een kasteel in Küssnacht, in de buurt van Luzern. Maar tijdens de overtocht over de Urnersee stak er plotseling een zware storm op. Dat werd Tells redding. Op een kritiek moment slaagde hij erin van de boot aan land te springen en te vluchten. Hij reisde daarop het gezelschap vooruit, wachtte de landvoogd op bij Küssnacht en schoot hem neer vanuit een hinderlaag. Dat was voor de bevolking het sein om het juk van de gehate Habsburgers van zich af te schudden. Overal in het land werden de bezittingen van de vijand in brand gestoken en de bezetters verjaagd. \> Op de plek waar Teil aan land sprong heeft men later de Tellskapelle gebouwd. Aan de binnenkant ziet men levensgroot allerlei taferelen uit het leven van de nationale redder op de muur geschilderd. Waar gebeurd? Fantasie? Ik wist niet wat ik ervan moest denken en begon steeds meer uit te zien naar het gesprek met de heer Sieber.

De waarheid
Herr Sieber bleek bijzonder goed thuis te zijn in de geschiedenis van Zwitserland. Hij vertelde dat de Teil-figuur voor het eerst opduikt in een kroniek uit de jaren 1470-1472. In geschriften uit de eeuwen daarvoor is geen spoor te vinden van de Zwitserse boogschutter, noch van landvoogd Gessier, noch van een eed op de Rütli-Wiese. Lange tijd heeft men aangenomen dat de kroniek berustte op onbekende oudere bronnen. Moderne onderzoekingen hebben evenwel aangetoond dat die oudere bronnen wel bestaan, maar niet in Zwitserland! Al in de 10e eeuw, dus lang voordat Zwitserland bestond, kwam het verhaal van een boogschutter die door een tiran gedwongen werd een appel van het hoofd van zijn zoontje te schieten al voor in Noord-Europa. Sommigen hebben daaruit willen concluderen dat de Zwitsers van Scandinavische oorsprong zijn, maar daar is geen enkele grond voor. In 1507 verscheen in Basel een kroniek waarin Teil voor het eerst de voornaam Wilhelm draagt. Later, in de 16e eeuw, is het een zekere Tschudi die in zijn Helvetische Kroniek de Teil-figuur het aanzien gaf van een nationale held, grondlegger van de Zwitserse onafhankelijkheid. Zijn boek, geschreven omstreeks 1570, verscheen pas in 1735. Het vond veel weerklank bij het volk. Het verhaal werd van vader op zoon verteld en steeds meer werd Wilhelm Teil afgeschilderd als een soort "vader des vaderlands".

Opschudding
In 1760 was heel Zwitserland in rep en roer. Er was een brochure verschenen onder de titel "Wilhelm Teil, een Deense fabel". De schrijver beweerde zonder veel omhaal dat Zwitserlands nationale held nooit echt bestaan had en dat het verhaal zelfs niet eens in Zwitserland verzonnen was. De verontwaardiging laaide hoog op. Mocht dat zomaar geschreven en gedrukt worden? Wie was de onverlaat die het volk zo diep durfde te kwetsen in zijn vaderlandse gevoelens? Was het geen schandvlek voor het land? Moest zoiets niet zwaar bestraft worden? Het regende protesten bij de bestuurders van stad en land. Maar het geschrift was anoniem en de Zwitserse patriotten konden hun woede op niemand koelen. En dat was misschien maar goed ook. Het stadsbestuur van Luzern volstond met een officiële veroordeling van de publikatie. Maar in Altdorf werd het boek op bevel van de gemeenteraad door de beul verbrand op het dorpsplein. En als ze toen geweten hadden wie de schrijver was, dan hadden ze hem wellicht zelf op de brandstapel gezet. Een paar jaar later kwam het uit dat het een dominee uit Bern was die de brochure geschreven had. Maar hij was inmiddels gestorven en kon dus niet meer vervolgd worden.

Wèl 700 jaar
In de vorige eeuw was het een zekere Joseph Kopp uit Luzern die opnieuw de echtheid van Wilhelm Teil aanvocht. En na hem kwamen er nog vele anderen. Tegenwoordig is er geen deskundige meer die het voor Teil durft op te nemen. Is het 700-jarig bestaan van Zwitserland dan misschien ook een slag in de lucht? Nee. In het stadje Schwyz, waar Zwitserland zijn naam aan te danken heeft, staat een museum waar het kostbaarste document van het land wordt bewaard. Het ligt er in een glazen vitrine: een onooglijk stukje papier vol met kleine priegelige lettertjes en gewaarmerkt met drie zegels. Het werd bij toeval ontdekt in 1760 in de archieven van Stans, in het kanton Unterwalden. In deze zogenaamde Bundesbrief verklaren de drie leefgemeenschappen Uri, Schwyz en Unterwalden dat ze "ten eeuwigen dage" elkaar zullen bijstaan om hun vrijheid en onafliankelijkheid te verdedigen en dat ze geen vreemde rechters in hun land zullen dulden. En de datum: MCCLXXXX primo. Dat betekent: 1291. De jubileumfeesten worden, verspreid over het hele jaar, op verschillende plaatsen in Zwitserland gehouden. Maar het hoogtepunt zal wel het feest voor de schoolkinderen zijn dat op 31 juli op de Rütli-Wiese wordt georganiseerd. Elk kind vertegenwoordigt een Zwitserse gemeente. Dat betekent meer dan 3000 jeugdige feestgangers, die 's avonds een boodschap van de bondspresident mee naar huis krijgen. Die boodschap wordt dan de volgende dag, dat is de nationale feestdag, op alle gemeentehuizen voorgelezen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 3 juli 1991

Terdege | 64 Pagina's

Zwitserland 700 jaar

Bekijk de hele uitgave van woensdag 3 juli 1991

Terdege | 64 Pagina's