Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wallis: de warme kant van Zwitserland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wallis: de warme kant van Zwitserland

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het zuidwesten van Zwitserland, net voorbij het meer van Genève, ligt het kanton Wallis. Eens een arm en achtergebleven gebied, nu een welvarend vakantieland. Een beetje Frans, een beetje Duits, een beetje Italiaans, kortom: volop Zwitsers. Een prachtig vakantiegebied, met in het algemeen goed weer en volop mogelijkheden.

De Duitsers noemen het Wallis. De Fransen spreken van Le Valais. Het betekent hetzelfde: vallei, dal. En dat is het ook. Van oost naar west stroomt de rivier de Rhône erdoorheen.

Als een wat rommelige erehaag staan de bergen van de Berner en Walliser Alpen aan weerskanten opgesteld. Rommelig, want de rijen zijn lang niet recht. Soms staan ze zo ver uiteen dat ze elkaar haast uit het oog verliezen, soms naderen ze elkaar zo dicht dat er voor de rivier nog maar nauwelijks plaats overblijft.

Er is een tijd geweest dat de Rhône heer en meester was in het honderd twintig kilometer lange dal. Met zijn plotselinge overstromingen in het voorjaar joeg hij de schaarse bewoners de berghellingen op, waar ze leefden van wat het vee en een enkele karige akker hun opleverde. Ook in de zomer liet de rivier hen niet met rust. Dan voedde hij met zijn smeltwater de ondiepe poelen en plassen en de zompige moerassen, vanwaaruit muggen en muskieten de mensen bedreigden met ziekten en koorts.

Dat is nu allemaal voorbij. De Rhône en zijn zijrivieren worden in bedwang gehouden door dammen en dijken. Ze leveren nu energie voor de elektriciteitscentrales en voor de bevloeiing van de tuinbouwgewassen in het dal. En deze gedijen er zo goed, dat men Wallis wel "het Zwitserse Californië" noemt.

Contrasten
Wallis is een land van contrasten. Wie in de zomer door het vlakke deel van het Rhônedal rijdt, over een kaarsrechte weg, met rijen populieren aan weerskanten, langs boomgaarden en groentekwekerijen, langs maïsvelden en weilanden, zou zich bijna in Nederland wanen.

Maar wie op meer dan drieduizend meter hoogte, te midden van stenen en rotsblokken, omringd door sneeuw en ijs, om zich heen kijkt, krijgt de indruk dat hij zich op een vreemde planeet bevindt, oneindig ver van de bewoonde wereld.

Tussen die twee uitersten komt men nog allerlei andere tegenstellingen tegen: zonovergoten wijngaarden en schaduwrijke bossen; spontaan klaterende beekjes en ondoorgrondelijke bergmeertjes; middeleeuwse kasteelruïnes naast 20e-eeuwse wintersportcomplexen; eeuwenoude dorpjes naast moderne villawijken; pittoreske, barokke kerkjes naast strakke betonnen godshuizen.

Ook tussen de diverse bevolkingsgroepen bestaan grote verschillen. In het westen spreekt men Frans, in het oosten hoort men verschillende Duitse dialecten. De grens tussen die twee ligt ongeveer in het midden, bij Leuk. Vroeger deelden de Duitsers in Wallis altijd de lakens uit, maar nu zijn de Franssprekenden in de meerderheid.

Voor vakantiegangers geeft dat geen problemen, want de jongere Zwitsers hebben op school elkaars taal geleerd en converseren moeiteloos in beide talen. En bovendien, in sommige toeristencentra hoort men meer Nederlands spreken dan op de Dam in Amsterdam.

Toppers
Wallis heeft een groot aantal toeristische toppers. In het zuiden ligt het voorname Zermatt met zijn wereldberoemde Matterhorn. In het zuidwesten, op de grens met Italië, de Grote Sint Bernhard Pas, waar je de legendarische honden nog altijd kunt horen blaffen. Aan de noordzijde van het kanton vindt men de langste gletsjer van Zwitserland en het bekende Lötschental met zijn eeuwenoude tradities en klederdrachten.

In het westen de steilste kabeltram van het land die naar de wandelgebieden rond het meer van Emosson voert. In het oosten de Rhônegletsjer, die je zelfs van binnen kunt bekijken. Het is te veel om op te noemen. Want eigenlijk is elk zijdal van de Rhône een toeristische trekpleister van de eerste orde.

Daarnaast zijn er talloze plekjes en gebeurtenissen die in de folders en reisgidsen niet worden vermeld en die toch in je geheugen gegrift blijven staan, ook als je allang weer terug bent in Nederland: het prachtige uitzicht over het dal vanaf dat bankje bij Evolène, dat terrasje onder de platanen van Martigny, die boommarter op nog geen drie meter afstand bij Ves, die schaapskudde in het dal van de Hérens, het klingelen van de koeiebellen op het plateau van Kühboden, het zingen van de monniken in de abdijkerk van St.-Maurice en ga zo maar door.

Geen druppel regen
Wallis is een van de warmste en zonnigste kantons van Zwitserland. Het komt voor dat op sommige plaatsen in juli en augustus geen druppel regen valt. Dat is natuurlijk fijn voor de vakantiegangers, maar voor de vroegere boerenbevolking kon dat een ramp zijn. Geen gras, geen hooi, geen graan, geen groente, geen fruit, dat betekende voor de komende winter honger, ziekte en dood. Voor het vee, maar soms ook voor de mens.

Reeds in de middeleeuwen is men begonnen hier een oplossing voor te zoeken. Pientere boeren trokken met schop en pikhouweel de bergen in om geulen te graven. Daardoor leidde men het smeltwater van de "eeuwige sneeuw" naar de landerijen op de hellingen.

Soms moest het water over diepe ravijnen worden geleid. Daarvoor gebruikte men uitgeholde boomstammen. Die moesten dan met houten pennen aan de steile rotswand worden bevestigd. Dat was zo'n gevaarlijk werkje, dat men het nogal eens door ter dood veroordeelden liet uitvoeren. In het Frans-sprekende deel van Wallis noemt men deze "waterleidingen" bisses, in het Duits spreekt men van Suonen.

Wandelroutes
In de wintermaanden werd dit bevloeiingssysteem aan zijn lot overgelaten. Maar in het voorjaar werd iedereen opgeroepen om de greppels en geulen weer in goede staat te brengen. Mannen, vrouwen, kinderen, iedereen moest meehelpen om stenen en zand, bladeren en takken te verwijderen om zo de kostbare waterstroom weer op gang te brengen.

Dit hield in dat de bisses overal goed bereikbaar moesten zijn. Dus ontstonden er looppaden langs de geulen. Sinds plastic buizen, elektrische waterpompen en sproeiers hun intrede hebben gedaan, vervullen de bisses meestal niet meer hun oorspronkelijke functie. Maar de paden zijn gebleven. Daar varen de wandelaars nu wel bij. Want nergens in het bergland vind je zo'n schitterend netwerk van wandelroutes als in Wallis.

Met gele wegwijzers worden richting en afstanden nauwkeurig aangegeven. Soms wandel je door schaduwrijke bossen, dan weer over zonnige hellingen en steeds opnieuw word je verrast door onverwachte vergezichten. En waar de bisses nog stromen of in ere zijn hersteld, is het geruis van het snelstromende water je metgezel.

Openbaar vervoer
Wie veel wil zien, kan het beste gebruik maken van het openbaar vervoer. Er is in Wallis nauwelijks een plekje te bedenken waar je met bus en trein niet kunt komen. De hoofdspoorlijn komt binnen bij het meer van Genève en duikt in het zuidoosten de Simplontunnel in naar Italië. Vanaf elk tussenstation vertrekken bussen en regionale treinen in alle richtingen.

Wie slim is, neemt een zevendaags regio-abonnement. Voor nog geen tientje per dag kan men daarmee in een groot gebied onbeperkt gebruik maken van trein en bus. Voor enkele franken koop je er een dienstregeling bij. Ideaal ook voor wandelaars: elke dag een ontdekkingstocht in een andere streek. En geen gezoek naar een geschikte parkeerplaats voor de auto. De bushaltes zijn op de informatiekaartjes duidelijk aangegeven en er is er haast altijd wel een in de buurt.

Sion
In Sion, de hoofdstad van het kanton, is het goed toeven. Er is veel te zien: de kathedraal met zijn markante 12-eeuwse toren, het zalmkleurige stadhuis met zijn astronomisch uurwerk en met het oordeel van Salomo uitgesneden in de notenhouten voordeur, de leeuwenfontein, het huis van Supersaxo, de heksentoren. Ze zijn in elke reisgids te vinden.

Maar Sion heeft zijn bekendheid te danken aan zijn ligging, aan de voet van twee merkwaardig gevormde heuvels. Als de bulten van een kameel liggen ze aan de oostzijde van de stad midden in het Rhônedal. Bewonderd, beklommen, geschilderd, gefotografeerd tot in het oneindige, vormen ze het handelsmerk van de stad. Ze bepalen ook het herinneringsbeeld dat een bezoeker van Sion altijd met zich mee zal dragen.

In de geschiedenis van Wallis hebben deze hoogten een belangrijke rol gespeeld. Wat deed je in de roerige middeleeuwen met een heuvel? Je bouwde er een fort of een kasteel op. Of een kerk, maar dan wel een versterkte kerk die je kon verdedigen tegen de vijanden. Dat is in Sion ook gebeurd.

Op de hoogste heuvel (167 m) liggen nog de ruïnes van het vroegere kasteel van de bisschoppen die eeuwenlang het land hebben bestuurd. Wie de klim aandurft, wordt beloond met een prachtig uitzicht op de Rhônevallei met zijn honderden terrasvormige wijngaarden. En aan de andere kant ziet men neer op de Valère, de andere heuvel, met zijn robuuste basiliek uit de 12e eeuw: de Notre Dame-de-Valère.

Oudste orgel ter wereld
Monsieur Wenger is een druk bezet man. Hij is niet alleen organist van de Notre-Dame-de-Valère, hij is ook de organisator van het internationale orgelfestival dat elk jaar in Sion wordt gehouden. Toch heeft hij in zijn agenda nog een gaatje gevonden om ons iets te vertellen over het oudste bespeelbare orgel ter wereld, dat in de Valere-basiliek staat. Je ziet er wel eens een foto van. Maar in werkelijkheid is het veel mooier.

Als een zwaluwnest hangt het hoog tegen de muur van de sobere kerkruimte. Terwijl we in het halfdonker naar boven stommelen, wijst onze gastheer in het voorbijgaan op de graanmolen die vroeger gebruikt werd wanneer de vestingkerk door vijanden werd belegerd. Even later komen we in een ruimte waar, diep onder het stof, de originele blaasbalgen van het orgel nog te zien zijn. Dan gaat de sleutel in het slot van de laatste deur.

Restauratie
Achter de zeshonderd jaar oude speeltafel staan we even stil te kijken: een eenvoudig, vrij smal klavier met sterk verkleurde houten toetsen, diep ingesleten door de duizenden vingers die ze in de loop der eeuwen beroerd hebben. Vier registers rechts en drie links. En beneden een pedaal van één octaaf.

De heer Wenger vertelt dat het orgel vroeger midden in de kerk heeft gestaan en dat het jarenlang onbespeelbaar is geweest. Tot 1954. Toen is het ingrijpend gerestaureerd. Sindsdien is de belangstelling voor dit instrument van jaar op jaar toegenomen, zelfs tot ver over de grenzen van Zwitserland.

Hij noemt namen van beroemde organisten die erop geconcerteerd hebben, zoals Marie-Claire Alain. Ook Nederlandse musici komen naar Sion om mee te werken aan de concerten die per keer zeker 400 à 500 bezoekers trekken.

Godsdienst
Wallis is voor 95 procent rooms-katholiek. Het hele kanton, ongeveer zo groot als Gelderland, telt slechts twaalf protestantse gemeenten, bediend door tien predikanten. De protestantse kerk van Sion strekt zich uit over eenentwintig burgerlijke gemeenten.

Ds. Maire, de plaatselijke predikant, vertelt dat de Reformatie hier in het begin van de 17e eeuw vrijwel helemaal teruggedrongen is. De protestanten werden toen door de regering voor de keus gesteld: zich "bekeren" of het land uit. Dat was in de tijd dat Wallis nog geen deel uitmaakte van Zwitserland. Pas in de laatste eeuw is het protestantisme teruggekomen in dit kanton.

Met het bouwen van de grote stuwdammen en waterkrachtcentrales en de daarmee gepaard gaande veranderingen kwamen veel mensen uit andere delen van Zwitserland hier werken. Daar waren uiteraard ook protestanten bij, die hier zijn blijven wonen. In 1876 werd in Wallis het eerste protestantse kerkje gebouwd. Maar het heeft nog tot 1974 geduurd voor de kerken van de Reformatie officieel werden erkend.

Aan de rand van de binnenstad, aan de Rampe St.-Georges, staat nu een nieuw kerkgebouw. De gemeente telt ongeveer 2500 leden.

In het zomerseizoen worden er in diverse plaatsen in Wallis (o.a. Sion en Brig) samenkomsten belegd waarin Nederlandse predikanten uit de gereformeerde gezindte voorgaan.
Terdegelezers kunnen voordelig verblijven in dit gebied. Zie de aanbieding van Interlux op pag. 32.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 15 januari 1992

Terdege | 68 Pagina's

Wallis: de warme kant van Zwitserland

Bekijk de hele uitgave van woensdag 15 januari 1992

Terdege | 68 Pagina's