Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Mauritshuis in Bloei

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Mauritshuis in Bloei

Boeketten uit de Gouden Eeuw

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

<br />

Nu de Floriade de meest recente ontwikkelingen van de bloem- en plantkwekerij toont, laat het Mauritshuis zien dat de grote botanische belangstelling in de 17e eeuw ook voor de schilderkunst belangrijke gevolgen had. Het museum is erin geslaagd een selectie van de beste Hollandse en Vlaamse bloemstillevens uit de Gouden Eeuw bijeen te brengen uit Europees en Amerikaans particulier en openbaar bezit. Ieder van de bijna dertig weken vormt een hoogtepunt van de bloemschilderkunst. Bij de tentoonstelling verschijnt een fraaie catalogus waarin alle schilderijen in kleur zijn afgebeeld.

Vakmanschap
De selectie biedt een overzicht van de bloemschilderkunst van ca. 1600 tot begin 18e eeuw. In die periode heeft het bloemstilleven een opvallende ontwikkeling doorgemaakt en ontstond er een enorme variatie in compositie en rijkdom in kleur. Elk van de werken getuigt van het hoge niveau en het vakmanschap van de kunstenaars die zich in dit genre hadden gespecialiseerd.

Natuur
Bloemstillevens waren in de 17e eeuw zeer gewaardeerd, mede onder invloed van de toegenomen belangstelling voor botanie. Bloemenschilders behoorden veelal tot de best betaalde kunstenaars. De natuur vormde de belangrijkste inspiratiebron, maar de schilder zette deze naar zijn hand: de oplettende toeschouwer bemerkt dat veel composities bestaan uit bloemen die niet in hetzelfde jaargetijde bloeien. Ook de schikking is vaak niet realistisch. Men kende vaak een betekenis aan bloemen toe, bij voorbeeld als symbool van de seizoenen, maar in verwelkte toestand ook als vergankelijkheidsymbool. Veelvuldig werden insecten als salamanders, rupsen en vlinders, of voorwerpen als een horloge of een schedel afgebeeld om de vergangelijkheid van het menselijk leven te symboliseren.

Symmetrie en botanie
In de 17e eeuw is sprake van een basispatroon dat geleidelijk verandert onder invloed van c een aantal grote meesters. Aanvankelijk waren Antwerpen, Middelburg en Utrecht de belangrijkste centra van bloemschilderkunst. In Antwerpen genoot Jan Brueghel de Oude (1567-1621) veel aanzien. Opvallend in zijn werk is de symmetrische compositie langs een centrale as. Hij heeft daarbij een grote voorkeur voor bijzondere botanische soorten. Zijn boeketten maken de indruk geschilderde portretten van bloemen te zijn. In Middelburg, in die tijd een welvarend handelsstadje waar veel bloemenhefhebbers woonden, was met name Ambrosius Bosschaert (1573-1621) van belang. Zijn werk vertoont sterke verwantschap met dat van Brueghel. Ook hij verkoos bijzondere bloemen; zijn werk straalt een opvallende eenvoud uit. Bosschaert was van grote invloed op zijn tijdgenoten, met name op zijn zwager Balthasar van der Ast (1593-1657). In zijn vroege schilderijen zien we een ordelijke compositie met kleurige bloemen en weinig groen. Zijn latere werk vertoont invloed van Roelant Saverij (1576-1639), de toonaangevende meester in dit genre in Utrecht. Saverij maakte meer gebruik van lichtcontrasten en koos voor veel grilliger vormen.

Vrije composities
In de tentoonstelling wordt duidelijk hoe de kunstenaars in de tweede helft van de eeuw meer aandacht voor het totale effect van het boeket kregen in plaats van een gedetailleerde weergave van de individuele bloemen. Het was vooral Willem van Aelst (1625-1683) die experimenteerde met nieuwe composities. Als een van de eersten week hij af van de symmetrische opbouw; een schilderij uit 1649 toont al een zwakke diagonaal. In de tentoonstelling is te zien hoe dit een geheel nieuw effect uitstraalt. Zijn kleurgebruik was uitbundiger dan dat van zijn voorgangers, maar ingetogener dan dat van Jan Davidsz. de Heem (16061683/84), die korte tijd later de bonte pracht van het Vlaamse boeket introduceerde. De tentoonstelling sluit af met werk van de excentrieke Jan van Huysum (1682-1749) en van Rachel Ruysch (16641750), de meest succesvolle bloemenschilderes. Vooral Van Huysum heeft met zijn composities en kleurgebruik een stempel gezet op de bloemstillevenkunst in de 18e en een groot deel van de 19e eeuw.

Catalogus
In de bij de expositie behorende catalogus wordt de ontwikkeling van de 17e-eeuwse bloemschilderkunst beschreven; alle geëxposeerde werken zijn afgebeeld. De uitgave van Waanders (in het Nederlands en Engels), omvat 102 pagina's, 29 kleurafbeeldingen en 30 zwart-witafbeeldingen. Prijs: met zachte kaft ƒ 25,-, harde kaft / 39,50.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 22 april 1992

Terdege | 96 Pagina's

Mauritshuis in Bloei

Bekijk de hele uitgave van woensdag 22 april 1992

Terdege | 96 Pagina's