Help de vlinders overleven door keuze van tuinplanten
Er zijn maar weinig dieren in de natuur die zo gewaardeerd worden als vlinders. Ze worden vaak verbonden met zomer, zon, bloei en geur en menigeen blijft staan bij een met vlinders overdekte Buddleja (vlinderstruik). In deze aflevering en in de eerste Terdege in juni wordt aandacht besteed aan vlinders.
Insekten
Vlinders zijn insekten, ze hebben (dus) drie paar poten. De meeste soorten hebben twee paar vleugels en een roltong, waarmee ze nectar, een soort honing, uit de bloemen "puren". Tijdens de vlucht zit de roltong opgerold (de naam zegt het al) onder hun kop. Niet alle vlinders eten tijdens hun leven. Sommige kortlevende vlinders teren op de vetvoorraad in hun lichaam. De Latijnse naam van vlinders is Lepidoptera, wat "schubvleugelig" betekent. De vleugels zijn bedekt met kleine schubjes die ook zorgen voor de vaak fraaie tekening. De schubjes laten zich gemakkelijk verwijderen, bij oudere vlinders is dat vaak goed te zien. Ook verbleken de kleuren wat.
Levenscyclus
Een beschadigde vlinder kunt u vergelijken met een vogel met een slecht verenkleed: ze zijn extra gevoelig voor nadelige invloeden van buitenaf. Vlinders hebben slechts één functie: zorgen voor nageslacht zodat de soort in stand blijft. Een volwassen wijfje zet, na paring met een mannetje, haar eitjes af, meestal op een of enkele "speciale" planten. Die planten moeten geschikt zijn om als voedsel voor de rupsen te dienen. Wanneer de rupsen zich volgegeten hebben treedt er een rustperiode in: de rups verpopt en tijdens het verpoppen verandert hij in een vlinder.
Achteruitgang
Het aantal vlindersoorten en het aantal per soort zijn de laatste jaren sterk achteruitgegaan o.a. door het gebruik van bestrijdingsmiddelen, het ontbreken van geschikte voedselplanten enzovoort. Wij, als tuinbezitters, kunnen een beetje helpen om die achteruitgang tot stilstand te brengen.
Brandnetel
Eerder heeft u kunnen lezen dat vlinders hun eitjes afzetten op speciale voedselplanten. De meest waardevolle is misschien wel de brandnetel. Nu hoeft u geen brandnetels aan te planten, maar wanneer u een plekje met netels in uw tuin heeft zou u ze kunnen laten staan. De brandnetel is de voedselplant voor bekende soorten als de kleine vos, de atalanta, de dagpauwoog en de minder bekende, gehakkelde aurelia. Wist u, dat je jonge toppen van de brandnetel heerlijk smaken? Bereiden als spinazie. Nogal wat vlindersoorten zetten hun eitjes af op . grasplanten. In wildere tuinen kunt u best een stukje gras minder vaak maaien (bij voorbeeld alleen maaien in de herfst). Ook bloemrijke grasstroken zijn waardevol voor vlinders, maar dan vooral voor de volwassen vlinder: de bloemen leveren nectar! Zaai (volgend jaar?) ook eens een bloemenweitje in met gemengde bloemen. Een levend schilderij, niet alleen door de vlinders en andere insekten, die op bezoek komen, maar natuurlijk ook door de bloemen zelf!
Planttips
Bijzonder fraaie vlindertrekkers zijn de vlinderstruik (Buddleja) en het vetkruid (Sedum spectabile). De vlinderstruik is een heester die 200-250 cm hoog kan worden. Te koop in verschillende kleuren. Witte bloemen worden snel bruin, misschien kunt u beter paars, paars-rood of blauw kiezen. Verwijder de uitgebloeide bloemen, meestal vormt de plant dan weer nieuwe bloemen. Vetkruid is een vaste plant die ongeveer 40 cm hoog wordt. Leerachtig, lichtgroen blad (decoratief) en paarsige bloemschermen. Zelfs één plant trekt al vlinders. Bloeit in de zomer en herfst Beide soorten hebben volle zon nodig, net als vlinders! Als u nog eenjarigen wilt zaaien, moet u dat nu doen. Langer wachten betekent dat de planten later bloeien en/of vruchten geven.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 6 mei 1992
Terdege | 80 Pagina's