Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Heere komt als alle andere hulp ontbreekt

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Heere komt als alle andere hulp ontbreekt

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

„En Hij zeide: Neen, maar Ik ben de Vorst van het heir des Heeren: Ik ben nu gekomen" (Joz. 5:14).

Jozua, de nieuwe leider van net volk Israël, staat voor de geweldige taak om Israël in het beloofde land te brengen. Hij zal het volk moeten aanvoeren in de strijd tegen de Kanaanieten. Hij zal plannen moeten maken om de sterke steden te veroveren. Er ligt een zware last op zijn schouders. Is Jozua tegen deze taak opgewassen? Als hij in een vroege morgen het kamp verlaat om een verkenningstocht te maken en te onderzoeken hoe Israël het best de strijd tegen Jericho kan aanbinden, zijn er allerlei vragen en zorgen in zijn hart. En dan, plotseling, staat hij oog in oog met een vreemdeling. Jozua weet niet wie hij is, maar kennelijk is deze vreemdeling een krijgsman. Hij heeft immers een zwaard in de hand! Onverschrokken treedt Jozua hem tegemoet met de vraag: Zijt gij van ons of van onze vijanden? Het antwoord is duidelijk. Deze vreemdeling is de Heere Zelf de Vorst van het heir des HEEREN. Hij is de Aanvoerder van de ontelbare hemelse legermachten. Vriend of vijand? Nee, Hij laat Zich niet indelen in een van deze categorieën. Hij schaart Zich niet aan Jozua's kant. Jozua moet zich aan Zijn zijde scharen. Want Hij is de Aanvoerder. En de strijd die Israël met de Kanaanieten moet voeren is de oorlog des Heeren.

Dit woord geeft Jozua nieuwe moed. Nu de Heere komt, kunnen zijn zorgen verdwijnen. De hemelse Aanvoerder heeft de plannen voor de verovering van Jericho al klaar. De komst des Heeren is het antwoord op al Jozua's vragen. Laten we er goed op letten wanneer de Heere komt. Hij zegt: Ik ben nu gekomen. Alle nadruk valt op het woordje "nu". We kunnen het beste lezen: Nu ben Ik gekomen! Juist op dit moment. Welk moment is dat?
Dat is het ogenblik, waarin Jozua niet weet wat hij doen moet: het moment, waarop Jozua de zware last van zijn taak voelt drukken. Vroeger had God hem meer dan eens geholpen. Hij had hem beloften gegeven. Maar Gods daden uit het verleden zijn niet voldoende voor het heden. En Gods beloften worden ook niet automatisch vervuld. Jozua moet een nieuw bewijs van Gods genade ontvangen. Hij is opnieuw afhankelijk van Gods hulp. En hij voelt die nood bijzonder "nu"! En zie, wat er gebeurt: juist "nu" komt de Heere!

Wij mogen straks weer de komst des Heeren in deze wereld gedenken. „Zie, Ik kom", heeft Hij van eeuwigheid af al gesproken. Hij heeft dat woord gegeven en dat woord ook gehouden. Hij is gekomen! Wanneer was dat? In de volheid des tijds. Wanneer was dat? Toen de wereld in grote nood was en toen Israël in ellendige omstandigheden verkeerde. Heeft die komst van Christus, die we gaan gedenken, al uitwerking gekregen in ons leven? Is Hij al tot ons gekomen en heeft Hij al intrek genomen in ons hart? Wanneer komt Hij tot de zondaar? Hij kwam tot Jozua toen deze in grote nood verkeerde. Handelt de Heere niet altijd zo? Wanneer komt Hij? Als een mens aan het eind is. Als Hij zichzelf niet langer kan helpen. Ach, zolang we onszelf nog kunnen helpen en nog iets verwachten van onze eigen inspanning en onze eigen pogingen, is de komst des Heeren nog niet zo dringend nodig.

Wanneer komt de Heere?
Als alle andere hulp ontbreekt en als we onszelf niet meer kunnen redden. Als we hulpeloos worden. Als we gaan beseffen, dat we verloren zijn. Dan komt de Heere en zegt: „Nu ben Ik gekomen!" Als de Heere zo komt, brengt die komst nieuwe hoop en moed in het terneergebogen hart. Dan wordt ondervonden, dat de Heere goed en genadig is. Dan zien we dat onze zaak toch niet hopeloos is. De Heere weet er nog raad op.

Die komst des Heeren brengt echter niet alleen bemoediging voor Jozua. Voor de inwoners van Jericho betekent die komst heel wat anders, namelijk oordeel en gericht. Jozua wordt erdoor vertroost, maar Jericho wordt er ernstig door bedreigd. Zal het zo ook niet zijn als de Heere wederkomt? Als straks de laatste dag van de geschiedenis van deze wereld aanbreekt en als de Heere zal zeggen „Nu ben Ik gekomen!", dan zal die komst volkomen verlossing brengen aan al Gods volk. Maar diezelfde komst zal oordeel brengen aan alle vijanden. Alle ongelovigen, alle onbekeerden, alle geveinsden, alle naamchristenen zullen het dan ondervinden, dat Zijn komst hun geen heil brengt. Integendeel! Hoort u nog bij de vijanden des Heeren? Zoek dan met haast de verzoening met Hem! Hij zegt: Nu ben Ik gekomen! Val dan aan Zijn voeten. Erken die God! Komt, buigen we ons dan biddend neer!

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 2 december 1992

Terdege | 80 Pagina's

De Heere komt als alle andere hulp ontbreekt

Bekijk de hele uitgave van woensdag 2 december 1992

Terdege | 80 Pagina's