Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De dierentuin

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De dierentuin

17 minuten leestijd Arcering uitzetten

De tijd dat een dierentuin vanzelfsprekend mensen trok, is voorbij. Het aantal dagbestemmingen is drastisch toegenomen. Pretparken, tropische zwembaden en sprookjestuinen strijden om de gunst van het publiek. Ook de dierentuinen worden meegesleept in deze concurrentieslag. Wie bezoekers wil trekken, moet iets spectaculairs bieden. In Arnhem kun je door een stukje oerwoud lopen. Emmen trekt de aandacht door z'n vlinders. Rhenen laat zeeleeuwen en Birmese olifanten optreden en is bezig met de aanleg van een berenbos. Daarnaast moet het "gewone werk" doorgaan. Een blik achter de schermen van Ouwehands Dierenpark.

Het parkeerterrein bij Ouwehands Dierenpark, in de zomer bedekt door een bonte verzameling blik, is nagenoeg leeg. De kassa's aan de ingang zijn onbezet. Het is een surrealistisch gezicht. Bij een dierentuin hoort het zoeken naar een plaatsje voor je auto, het schuifelen in de rij voor de kassa, het bemachtigen van een karretje voor de jongste van het kroost, die de tas vol broodjes en blikjes op schoot krijgt. Buiten het hoogseizoen zijn het vooral abonnementhouders die de dieren laten lachen. Ze hebben het goed bekeken. De temperatuur is aangenaam. Nergens wordt het zicht op de dieren door een meute bezoekers ontnomen. En de prachtig gelegen diergaarde is in het voorjaar mooier dan ooit. Het groen van bomen en heesters is pril en ongeschonden. Bloemen en bloesem hebben een frisheid die slechts enkele weken stand zal houden, om dan plaats te maken voor de matheid van de zomer. Op een klapstoel voor het papegaaien-eiland zit een dame met een schetsboek op schoot. Met kleurpotlood en krijt vereeuwigt ze een felgekleurde papegaai, die roerloos op een tak poseert. Zo nu en dan werpt hij vanuit z'n ooghoek een verachtelijke blik opzij.

Ouwehand
Achter het eilandje staat, slechts zichtbaar voor de oplettende bezoeker, het borstbeeld van C.W. Ouwehand, de stichter van het park. Zijn versteende oog is gevestigd op de papegaaien. Een passender plaats was niet te vinden. De stichting van het dierenpark was te danken aan de hefde van Ouwehand voor exotische vogels. Aanvankelijk was de Rhenense zakenman eigenaar van een tabaksfabriekje. Na verloop van tijd stapte hij over op kippevoer, dat op de markt werd gebracht onder de naam "Ouwehand ochtendvoer". Als liefhebberij verzamelde hij exotische vogels. Klanten die een bezoek brachten aan de fabriek mochten hun gezinsleden meebrengen, die dan gratis konden genieten van het door Ouwehand verzamelde gevogelte. Toen in het kippevoer de klad kwam, besloot de zakenman zijn hobby tot broodwinning te verheffen. Na een bezoek aan verschillende dierentuinen in Europa, opende hij in 1932 zijn eigen dierenpark op de Grebbeberg. Inmiddels is de diergaarde ondergebracht in een BV, maar de band met de oprichter is nog niet verbroken. De moeder van de huidige directeur is een Ouwehand.

Produktmanager
De organisatie van de dierentuin is in de loop der jaren aangepast aan de eisen van de tijd. Het is een modern bedrijf met de bijbehorende functies en titulatuur. Zo heeft ook Ouwehand een produktmanager, in de persoon van Petra Pouwels. Haar taak is het verkopen van het produkt dierentuin door voorlichtings-, reclame- en persactiviteiten. Alles met het doel de klantenkring te vergroten. „In de bezoekerspopulatie van een dierentuin zijn bepaalde leeftijdsgroepen nauwelijks vertegenwoordigd", zegt Petra Pouwels. „Een kind gaat met z'n ouders naar de dierentuin tot pakweg z'n veertiende jaar. Dan komt hij er een jaar of tien niet, tot hij zelf kinderen heeft. Zijn die een jaar of veertien, dan stopt het weer. En dan zie je dezelfde persoon een jaar of tien later terugkomen met de kleinkinderen. Wat wij proberen is de leeftijdsgroepen die uitvallen ook binnen te krijgen. Daarnaast probeer je ook buiten het hoogseizoen bezoekers te trekken."

Joop
Er is enig succes geboekt, al is het niet overdreven groot. Vroeger zag je in april een verdwaalde enkeling. Nu lopen er pakweg honderdvijftig bezoekers rond. Verspreid door het park stelt het niet veel voor, maar verenigd in het zeeleeuwentheater is het nog een aardige koppel. De shows met de zeeleeuwen gaan ongeacht het bezoekersaantal door. Ze hebben niet alleen een commercieel doel, voor de verzorgers zelfs niet in de eerste plaats. Het gaan hen er vooral om dat de dieren zich gelukkig blijven voelen in gevangenschap. Voor een speels dier als een zeeleeuw betekent dit, dat het regelmatig z'n kunsten moet kunnen vertonen om niet suf en neerslachtig te worden. Het commerciële succes is een aangenaam bijeffect, zeker voor de directie. Onder spontaan applaus komt Joop binnen. De twee kleinere zeeleeuwen die aan de show meedoen worden ook gewaardeerd, maar Joop is zonder meer favoriet. Met een aangeboren gevoel voor toneel knikt hij de bezoekers toe.

Douche
De acht jaar oude zeeleeuw is de mascotte van Ouwehand geworden. Het hele jaar door komt er post voor hem binnen. Zijn dood wordt door het personeel met zorg tegemoet gezien. Slecht gehumeurd is het dier zelden, met uitzondering van de paartijd. Dan hoeft het voor hem allemaal niet zo nodig en brengt hij zijn verzorgers meer dan eens tot wanhoop door nukkig in het bassin rond te zwemmen, zonder zijn kunsten te vertonen. Om afstomping van de dieren te voorkomen is de opbouw van de shows steeds weer anders. Beloning gebeurt zo min mogelijk door voedsel. Het spel zelf moet de dieren arbeidsvreugde verschaffen. Vandaar dat de verzorgers hen behoorhjk wat ruimte laten voor eigen initiatief Zo heeft Joop ontdekt dat hij groot succes oogst als hij zich niet in het midden van het bassin maar aan de rand met een klap op het water laat vallen, waardoor een deel van de bezoekers een douche krijgt. Het heeft zijn populariteit bij het pubhek nog meer vergroot.

Treiteren
Het aantrekken van personeel is voor dierentuinen geen probleem. Het aanbod is vele malen groter dan de vraag. Binnen de dierentuin treedt spontaan een zekere specialisatie op, afhankelijk van capaciteiten en voorkeur van de verzorgers. Bij de poema's loopt Jolanda, in laarzen, spijkerbroek en mouwloos shirt. Behendig stuurt ze een groene kruiwagen vol afgekloven schapebotten naar het slachthuis, waar in een vriescel een massa schapevlees ligt opgeslagen. De wens van haar jeugd is in vervulling gegaan. Na haar eerste bezoek aan het Burgers Dierenpark in haar woonplaats Arnhem wist ze wat ze wilde worden. Via het leerlingenstelsel volgde ze de opleiding tot dierenverzorger in Ouwehand. Na een korte loopbaan in de Apeldoornse Apenheul keerde ze terug naar de dierentuin op de Grebbeberg. Een jaar werkte ze bij de Birmese olifanten. Het was geen succes. „Ik kon die beesten niet goed aan. Ze luisterden niet naar me en zaten me constant een beetje te treiteren. Dat was ontzettend frustrerend, zowel voor mij als voor die dieren. M'n collega's zeiden dat ik ze harder moest aanpakken, maar dat kan ik gewoon niet. Toen er een plaatsje vrij kwam bij de katachtigen, ben ik overgestapt."

Katachtigen
Hoewel het onjuist is om er harde conclusies aan te verbinden, is het op z'n minst opmerkelijk dat in Ouwehand bij de katachtigen uitsluitend vrouwen werken. Hun taak bestaat uit het voeren en observeren van de dieren en het schoonhouden van de hokken en buitenverblijven. Ook eenvoudig onderhoud, zoals kleinschalig schilderwerk, nemen de dierenverzorgers voor hun rekening. In tegenstelling tot de oUfanten lenen de katachtigen zich nauwelijks voor spel tussen dier en verzorger. Een van de weinige mogelijkheden is het verstoppen van een prooi. Uit een plastic bak in het slachthuis graait Jolanda een handvol dode haantjes, deponeert die in een emmer en loopt naar het hok van twee servals om het spel te illustreren. Een proef om levende prooien uit te zetten, werd al snel afgeblazen. Het publiek had er grote moeite mee om de doodsangst van een door leeuwen achtervolgd konijn gade te moeten slaan. En de leeuwen zelf voelden zich ook niet op hun gemak. „Vandaar dat we ze nu weer gewoon vlees geven", lacht Jolanda. „Daar heeft niemand moeite mee."

Door merg en been
Omdat hun buitenverblijf wordt gereinigd, zijn de leeuwen opgesloten in kooien die zijn aangebracht in een betonnen grot. „Als je het leuk vindt kun je wel even naar binnen", zegt de verzorgster. „Maar schrik niet, want het is wel bedreigend." Het lijkt overbodige bezorgdheid. Een gekooid dier zal ons geen angst inboezemen. Binnen verdwijnt die stelligheid. Een angstaanjagend gebrul weerklinkt, als we de halfduistere ruimte betreden. Vier van de vijf leeuwen verliezen ons geen moment uit het oog, schuifelen langzaam naar achteren tot ze niet verder kunnen en laten dan opnieuw een door merg en been dringend gebrul horen. De muil van de enige man in het gezelschap is zo ver geopend, dat het begin van zijn slokdarm te zien is. Als witte dolken steken de tanden uit de kaak. Hier besef je enigszins wat het betekende om in de arena te worden geplaatst, waarna de kooien van de uitgehongerde dieren werden geopend. Alleen de rechtse leeuwin blijft kalm en staart ons met serene blik aan. „Die is met de fles grootgebracht", zegt Jolanda. „In de bronstperiode, als ze wat aanhankelijker is, kun je haar aanraken. Dan houdt ze zelfs de kop voor de tralies, om aan te geven dat ze geaaid wil worden. Maar het blijft oppassen. Bij deze diersoorten moet je elkaar voortdurend controleren. Steeds weer checken of alles wel op slot zit."

Geen vetpot
Bedrijfsmatig gezien is een dierentuin een gecomphceerde onderneming. De zorg voor de dieren vereist, door de grote diversiteit, gespecialiseerde kennis en een grote dosis ervaring. De aanvoer van voedsel moet onder alle omstandigheden gewaarborgd blijven. Per jaar verslindt de jolige have van Ouwehand zo'n 350.000 kilo aan groenvoer, brood, vis en vlees. De respectabele hoeveelheid mest die dat oplevert wordt sinds enkele maanden door een mestfabriekje verwerkt en als junglemest op de markt gebracht. Het publieksaanbod schommelt enorm. In het hoogseizoen verstuwt de diergaarde honderdduizenden bezoekers, die ook "gevoederd" moeten worden. Naast de 65 vaste krachten worden dan meer dan honderd seizoenarbeiders ingezet: caissières, parkeerplaatsbeheerders en horecapersoneel. En dan heeft de dierentuin nog te maken met de problemen die elk bedrijf kent: investeringen, reorganisatie en concurrentie. Na 1989, een topjaar voor Ouwehand met een kleine 700.000 bezoekers, volgde in 1990 een terugval naar 600.000. De jaarinkomsten liggen nu tussen de acht en negen miljoen gulden. Van dat geld moet het park draaiend worden gehouden. „Een vetpot is het niet", geeft Petra Pouwels toe, „maar het gaat."

Wetenschappelijk onderzoek
Aanvankelijk had de dierentuin een puur recreatieve functie. Je ging ernaartoe om aapjes te kijken. Vandaag heeft de diergaarde ook een onderwijskundige, een beschermende en een wetenschappelijke taak. Het wetenschappelijk onderzoek wordt in Ouwehand uitgevoerd door studenten van de Landbouw Universiteit in Wageningen. Een deel van het onderzoek is praktisch van aard en wordt op initiatief van Ouwehand verricht. Zo wordt bij de Birmese olifanten cyclusonderzoek gedaan, om na te gaan of de dieren al geslachtsrijp worden. Daarnaast draagt de universiteit zelf ideeën aan voor zuiver wetenschappelijk onderzoek. Zo observeert Christel Muller, vierdejaars studente zoötechniek, gedurende enkele maanden het gedrag van mannelijke mantelbavianen. Met een videocamera staat de studente uren aan een stuk bij het bavianeneiland, om het gedrag van elkaar ontmoetende mannetjes vast te leggen. Zeker bij zonneschijn is het geen zware taak. Het aapjes kijken blijft een van de populairste bezigheden in een dierentuin. Ze verzorgen hun eigen shows, onafhankelijk van hun verzorgers.

Samenwerking
De conserverende functie van de dierentuin heeft door de bedreiging van veel exotische diersoorten een zwaarder accent gekregen. Dat heeft geleid tot een groeiende samenwerking tussen diergaarden. „Toen ik hier zeventien jaar geleden kwam, was uitwisseling van kennis ondenkbaar", zegt Peter van der Eijk, in Ouwehand de verantwoordelijke man voor alles wat met de dieren te maken heeft. „De directeuren van dierentuinen zagen elkaar uitsluitend als concurrenten. Blijdorp en Artis wensten al helemaal niet samen te werken met provinciaaltjes als Ouwehand. Dat werd zo recht in je gezicht gezegd. Wat hebben jullie, stelletje boerenpummels, verstand van een olifant." Geleidelijk aan kreeg het ge- > zonde verstand de overhand. Men kreeg steeds meer oog voor de voordelen van overleg en samenwerking op inhoudelijk gebied. Het waren de veldwerkers die het voortouw namen. Enkele recalcitrante dierenverzorgers richtten tien jaar geleden de stichting Harpij op, ter uitwisseling van wetenswaardigheden uit de dierentuinwereld. Aanvankelijk stonden hun directies zeer afwijzend tegenover het initiatief. Ze vreesden dat ze de concurrentie in de kaart zouden spelen, als de gang van zaken in hun bedrijf openbaar werd gemaakt.

Fokprogramma's
Martin van Hees, bestuurslid van Harpij, kan zich de strubbelingen nog goed herinneren. „In het begin was de houding van de directie: We hebben liever niet dat ze in Arnhem weten hoe wij onze nijlpaarden verzorgen. Gelukkig ziet nu iedereen wel in dat je er alleen maar baat bij hebt, als je gebruik kunt maken van eikaars kennis. Bijna alle problemen waarmee dierentuinen in het verleden worstelden, zijn momenteel opgelost." Met name op het terrein van de fokkerij werken de diergaarden intensief samen. Om inteelt te voorkomen is een internationale coördinatie van de voortplanting opgezet en worden dieren zo nodig uitgewisseld. Ouwehand heeft het stamboek voor Californische zeeleeuwen. Het houdt concreet in dat een assistent-hoofd dierenverzorging de uitwisseling van Californische zeeleeuwen voor de verwekking van nageslacht coördineert en alle informatie hierover vastlegt. Daarnaast draait de Rhenense dierentuin mee in zeventien fokprogramma's. Deze samenwerking is niet alleen voor het voortbestaan van de diersoorten van belang, maar ook voor die van de dierentuin zelf De diergaarden in Europa hebben zich sterk gemaakt voor een beperking van de invoer van exotische dieren. Het gevolg daarvan is wel dat in eigen huis moet worden gezorgd voor vervanging. Want ook dieren gaan dood. Op onze vraag aan de verzorgers van de zeeleeuwen waar we de nijlpaarden kunnen vinden, antwoordt een van hen pathetisch: „De laatste is helaas een halfjaar terug overleden. Hij is ruim dertig jaar oud geworden."

Concurrentieslag
In de commerciële sfeer zijn de dierentuinen nog steeds eikaars tegenspelers. De belangrijkste concurrent van Ouwehand is het Burgers Dierenpark in Arnhem, dat door grootscheepse aanpassingen het bezoekerstal probeert te vergroten. In de concurrentieslag met dagbestemmingen als pretparken en sprookjestuinen moeten dierentuinen steeds spectaculairder projecten bieden om het hoofd boven water te houden. „Dat is een ramp", zegt Petra Pouwels van Ouwehand hartgrondig. „Je moet steeds meer investeren om steeds minder extra mensen te trekken. Dat zie je ook bij een park als de Eftehng. Tien jaar geleden werd daar twee miljoen geïnvesteerd, waarmee 200.000 extra bezoekers werden getrokken. Nu moeten ze twintig miljoen investeren om 20.000 extra bezoekers te trekken. De verhoudingen zijn totaal zoek. In de dierentuinwereld zie je hetzelfde. Neem Burgers Bush. Dat was voor Burgers Dierenpark een investering van een kleine acht miljoen gulden. Burgers Desert gaat al vijftien miljoen kosten. En Blijdorp in Rotterdam gaat de komende tien jaar voor 65 miljoen investeren." Voor Ouwehand zijn dat astronomische bedragen. Het park moet, in tegenstelling tot gesubsidieerde dierentuinen als Artis en Blijdorp, zichzelf bedruipen. Het is duidelijk dat met een kleine negen miljoen gulden, waar de kosten voor personeel, onderhoud en vervanging nog af moeten, geen bokkesprongen gemaakt kunnen worden.

Eigen gezicht
Desondanks is het dierenpark erin geslaagd een eigen gezicht te houden. Bijna elke Nederlander kent de slogan: "Laat de dieren ook eens lachen, kom naar Ouwehand". Kenmerk van deze diergaarde is de publieksvriendelijkheid. In de lijn van de oprichter probeert men bezoekers en dieren zo veel mogelijk met elkaar in contact te brengen. Dat krijgt onder meer gestalte in de zeeleeuwenshow. Van recenter datum is het optreden van vijf Birmese olifanten. In '89 werden ze overgebracht van Birma, waar ze werden gebruikt in de bosbouw, naar de dierentuin op de Grebbeberg. Ze werden op hun reis vergezeld door enkele mahuds (Birmese olifantenmenners), die meekwamen om de toekomstige verzorgers te instrueren.

Birmese olifanten
De verzorgers voeren ook de shows met de dieren uit. De grijshuiden lopen rond over een zanderige vlakte, begroeid met een enkele boom. Vooraan is een bassin gemaakt, waarin ze in de zomermaanden een bad kunnen nemen. Een stuk van een kolossale boomstam, wat zwerfkeien en enkele kleinere stammetjes vormen de ingrediënten voor de show. Onder het toeziend oog van enkele tientallen bezoekers beklimt Martin van Hees -coördinator van de sectie olifanten, giraffen en zebra's- Khaing Hnin Hnin. Zijn rechterknie plaatst hij achter de kop van het dier, om te voorkomen dat hij bij een noodstop over de kop heen eraf tuimelt. Terwijl een collega tekst en uitleg geeft, laat hij zien waartoe de olifant in staat is. Het dier weet zelfs te keren op de boomstam, die qua breedte overeenkomt met de smalle bergpaden waarover de olifanten in Birma zich soms moeten voortbewegen. Hoewel het dier nog niet volwassen is, draagt het met de slurf moeiteloos een boomstammetje van zo'n driehonderd kilo weg. Dezelfde slurf blijkt ook geschikt om een door Martin weggegooide sleutelbos op te pakken en die weer aan de berijder terug te geven. Na de show ontvangt Khaing Hnin Hnin haar beloning. Ze opent de bek, om haar berijder de gelegenheid te geven haar tong te kietelen. Dromerig ondergaat het dier de voor een olifant aangename sensatie en streelt met haar slurf Martins rug.

Gevaar
Statistisch staat vast dat olifantverzorger het gevaarlijkste beroep ter wereld is. ,Je weet het en toch dringt het niet echt tot je door", zegt de dierenverzorger. ,Je loopt ertussen en je denk dat je niets kan gebeuren. Het worden speelkameraden van je. Maar de zwaarste weegt inmiddels wel drie ton. Wil die je een keer omhelzen, dan wordt het wel een dodelijke omhelzing." Gevarengeld krijgen de verzorgers van de olifanten niet uitgekeerd. Ze zitten er ook niet op te wachten. „We krijgen een extra beloning in de vorm van een knuffelpremie", lacht Martin. „De vriendschap die je van deze dieren ontvangt, geeft een enorme bevrediging. Bij een giraffe ben je het grootste deel van de dag bezig met voeren en mesten. Dat heeft ook z'n t> mooie kanten, maar het omgaan met olifanten is echt een bijzondere ervaring." Onderzoek van de Landbouw Universiteit heeft aangetoond dat het oudste wijfje inmiddels geslachtsrijp is. Als het aan de verzorgers ligt, wordt zo snel mogelijk een bul aangeschaft. Dierentuinen in Engeland en Egypte hebben een mannetje beschikbaar. Tegen betaling van de transportkosten kan Ouwehand die overnemen. Het probleem ligt in de bijkomende kosten. Een bronstige bul is niet alleen agressief, maar verspreidt ook een ondraaglijke lucht. Dat betekent dat voor het dier een zogenaamde bullebunker moet worden gebouwd.

Berenbos
De vraag of de bul er komt hangt af van de omzet in het komende seizoen. Door de aanleg van een berenbos hoopt de directie van Ouwehand het bezoekersaantal weer te verhogen. Voor dit project, waarmee een bedrag van 1,2 miljoen gulden is gemoeid, is twee en een halve hectare bos bij het park getrokken. Daarin worden de rollen omgedraaid. De dieren mogen er vrij rondlopen, de mensen gaan achter de "tralies". Er is al een pad aangelegd, dat wordt overdekt door een gazen tunnel. Aan het eind zal de tunnel overgaan in een brug naar de hoger gelegen dierentuin. Het berenbos moet bewoond gaan worden door mishandelde circusberen uit Griekenland en Turkije. Het zijn meest exemplaren waarmee zigeuners de boer opgaan om ze tegen betaling kunstjes te laten vertonen. De africhting geschiedt in het algemeen niet zachtzinnig. Liberty, de Engelse organisatie die zich het leed van deze beren heeft aangetrokken, adviseert Ouwehand bij de opzet van het berenbos en bemiddelt bij het aantrekken van de dieren. Als ze eenmaal gewend zijn in hun nieuwe omgeving, krijgen ze gezelschap van een aantal wolven. De bedoeling is dat beide diersoorten een eigen territorium inrichten.

Gemotiveerd
Voor de bezoekers wordt het berenbos ongetwijfeld een hoogtepunt in Ouwehand. De natuurlijke omgeving is zo veel mogelijk geïmiteerd. Er wordt zelfs een watervalletje aangelegd, waar de beren uitgezette vis kunnen verschalken. Verwacht wordt dat ze zich ook op het terrein van de voortplanting natuurlijk gedragen, zodat de populatie vanzelf aanwast. Indien mogelijk zal het nageslacht in de Griekse en Turkse natuur worden uitgezet. Zo gaan ook in dit project recreatie en consei^vatie hand in hand. Petra Pouwels heeft grote verwachtingen van het project. „We hebben een paar moeilijke jaren gehad", erkent de produktmanager van Ouwehand, „maar we zijn zeker niet pessimistisch. Al onze mensen zijn enorm gemotiveerd voor het behoud van dit bedrijf." We verlaten de diergaarde langs de kleurige, metershoge aap, die de bezoekers uitbundig uitzwaait. Met achter zijn schaterlach het onuitgesproken advies: „Laat de directie ook eens lachen, kom nog eens naar Ouwehand."

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 19 mei 1993

Terdege | 80 Pagina's

De dierentuin

Bekijk de hele uitgave van woensdag 19 mei 1993

Terdege | 80 Pagina's