Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Loeiende wielen en krakende assen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Loeiende wielen en krakende assen

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ze malen allebei, broer en zus. Aart op z'n eigen achtkante watermolen, Herma op een wipmolen van een vriendin. Beiden mogen zich erkend molenaar noemen. Een status waaraan jaren van studie voorafgingen. Vastberaden beten ze zich door de theorie heen, gelokt door de geneugten van het molenaarschap. De confrontatie met de kracht van de elementen, het geloei van de wieken, het kraken van de as. Verliefd op een molen.

Moeder Van Krimpen kwam in de Wingerse molen van Bleskensgraaf ter wereld. Zoon Aart woont op een achtkante watermolen in Groot-Ammers. Dochter Herma is op zoek naar een wipmolen. Je zou bijna kunnen spreken van een bloedband. Bij Aart werd de liefde gewekt toen hij zaterdags ging assisteren bij de bezoekmolen in Kinderdijk. Herma rolde er door Aart in. „Ik ging met hem mee, je loopt langs die molens en je gaat het werk mooi vinden. Anderen stonden er best vreemd tegenover toen ik eraan begon. Het is zwaar werk, het zeil oprollen en zo. In het begin had ik 's avonds behoorlijk zere armen, maar van lieverlee gaat dat beter. Ik vind het gewoon schitterend om te doen. Vooral als-ie flink loopt. En de vrijheid die je hebt. Je loopt wat te rommelen rond die molen. Je kijkt wat het weer doet en dat wat je ziet probeer je over te brengen op de molen. Het enige waar ik nog steeds moeite mee heb is het kruien, de molen op de wind zetten. Maar daarin ben ik niet de eni

De elementen
De opleiding tot erkend molenaar valt uiteen in een theoretisch en een praktische gedeelte. De theorie wordt verzorgd door het Gilde van Vrijwillige Molenaars. Als de wens om te malen niet meer dan een bevlieging is, werkt de opleiding als een koude douche. Het is verbazingwekkend hoeveel typen molens er zijn. Om nog maar niet te praten over de verschillende functies, onderdelen, wieksystemen, kruiwerken... Wie het diploma wil halen, zal alles in z'n hoofd moeten stampen. Voor het opdoen van praktijkervaring moeten kandidaat-molenaars zelf een patroon opzoeken, die hen wil inleiden in de geheimen van het vak. Gedurende een jaar moeten minimaal 150 praktijkuren gedraaid worden. Volgens Aart, in het dagelijks leven molenmaker, is dat veel te weinig. „Je hebt een grote verantwoordelijkheid. Zodra je zo'n molen losmaakt, geef je hem over aan de wind, aan de elementen. Je moet zelf inschatten wat er gaat gebeuren. Dat is de kunst van het molenaar-zijn. Niet de theorie, maar de praktijk. Dat geldt ook voor het beoordelen van het weer. Er zijn mensen die allerlei termen van De Bilt en Meteo-Consult kennen, maar als je ze buiten zet zijn ze niks waard. Het gaat erom dat je kunt bepalen wat er op korte termijn gaat gebeuren, in je eigen omgeving. Zelfs in een klein gebied kunnen de omstandigheden nog verschillen. Op de korenmolen van Streefkerk heb ik het meegemaakt dat de wind in vijf minuten tijd van zuid naar noordwest ging. Ik was achter mekaar aan het kruien."

Prak theorie
Sinds het gros van de molens niet meer bedrijfsmatig wordt gebruikt, is de variatie onder de molenaars sterk toegenomen. Het zijn voornamelijk vrijwilligers, die het molenaarschap combineren met een baan die in het algemeen weinig verwantschap heeft met hun nevenactiviteit. Zo is de buurman van Aart van Krimpen, die de vierde molen aan de Ammerse Molenkade draaiend houdt, werkzaam op de Rabobank in Voorschoten. Elders malen boerenzoons naast artsen, monteurs naast accountants. Gemeenschappelijke factor is de liefde. „Je voelt met mekaar een band met de molen. > Dat merk je gewoon. Het klikt direct, doordat je samen achter die molen hetzelfde ervaart." Een bezwaar van de opgeschroefde opleidingseisen is volgens Aart van Krimpen, dat de oorspronkelijke doelgroep buiten de boot dreigt te vallen. „Er zijn jongens die van jongsaf met zo'n molen omgegaan hebben. Maar ze zijn zo uit de klei geplukt en zien het niet zitten om zo'n prak theorie weg te werken. Terwijl ze optimaal kunnen werken. Die zouden bij mij voorrang hebben boven een chirurg die alles even in z'n hoofd stampt maar totaal geen sjoege heeft van de praktijk."

Verantwoordelijk
Het overgrote deel van de molens in de Alblasserwaard valt onder de Stichting tot Instandhouding van Molens in de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden, kortweg de Molenstichting. Die bepaalt ook wie op een bepaalde molen terecht komt. Daarbij wordt volgens Van Krimpen niet alleen gelet op de deskundigheid maar ook op het verantwoordelijkheidsgevoel van de geïnteresseerden. Waaghalzerij kan ernstige gevolgen hebben. „M'n leermeester Jan de Vries zei wel eens: Je kunt beter tien keer onnodig stoppen dan één keer iets wagen en het gaat mis. Met alle gevolgen van dien voor de molen. In Friesland is met de januari-storm van '90 een molen op hol gegaan. Die stond met z'n kont in de wind, zoals wij dat noemen. Op het noordoosten, terwijl de wind zuidwest was. Dat ding is gaan draaien zonder dat iemand het merkte en door de wrijving van de vang (de "rem" die de wiekenas vasthoudt - HdV) in de brand gegaan. Ik had in die tijd de molen van Streefkerk in beheer en ben 's avonds nog wezen kijken of hij wel goed vast lag. Je hebt altijd zorg voor die molen. Hoe laat ik hem achter. Is alles wel veilig. Dat is een voordeel als je op een molen woont. Dan heb je die onrust niet."

Wipmolen
Doel van de Molenstichting is het bewaren van de molens voor het nageslacht en het laten draaien van de gevaarten. Dat vraagt van de vrijwilligers honderd procent inzet. „Het kan zijn dat je de hele dag niks hoeft te doen, omdat het weer gunstig is. Maar het kan ook gebeuren dat je na twee uur bekaf bent van het kruien en het zeilen weghalen. Mensen die op een mooie zomerdag een molen zien draaien en in een vlaag van enthousiasme besluiten om ook molenaar te worden, haken meestal snel weer af Je moet niet om kou, of nattigheid, of smeer geven." Het zijn deze elementen van het vak die met name het vrouwvolk afschrikken. Het aantal gediplomeerde vrouwelijke molenaars ligt landelijk niet boven de tien. In de Alblasserwaard was Herma van Krimpen de eerste. Ze vlast nu op een wipmolen. „Dat is een mooi model en een fijne molen om mee te malen. Hij leeft meer dan zo'n achtkante watermolen. Bij een beetje wind zie je de hele kop bewegen. En ga je als-ie flink maalt op de staart zitten, de slof heet dat, dan ga je lekker heen en weer. Zit je naast het scheprad, dan word je nog nat ook. Omdat het scheprad buiten zit, kun je het water rond zien klotsen. Dat vind ik prachtig."

Ouwe molenaars
Twee keer per jaar ontmoeten de molenaars elkaar in Haastrecht op een contactavond van het Gilde van Vrijwillige Molenaars. „Daar kun je bijpraten. Als je een eigen molen hebt, verwateren de contacten snel. Je bent in je vrije tijd met je eigen molen bezig. Dan is het leuk als je in Haastrecht de jongens weer eens ziet." De sociale controle onder de molenaars is groot. „Als ik begin met draaien, al is het midden in de nacht, dan weten ze dat dezelfde dag aan de andere kant van de Waard", zegt Aart van Krimpen. „En als je een domme fout maakt, werkt dat jaren door. Een min achter je naam. Ik ken jongens voor wie dat geldt. Die sinds die fout alweer jaren goed malen. Maar tóen, dié ene keer... Dat moeten ze steeds weer horen. Je kunt daar vraagtekens bij zetten, maar in wezen is het toch goed. Je ziet in het geheel van de samenleving wat er gebeurt als de sociale controle niet meer functioneert. Vooral die ouwe molenaars zijn keihard in d'r oordeel. Ik heb op de Overwaard in Kinderdijk gedraaid. Als ik dan 's avonds bij m'n opa kwam, zei hij soms: Je stond niet op de wind. Wat er voor de rest gebeurd was, interesseerde hem niet. Ik had niet op de wind gestaan. Keihard. Dat is heel nuttig. Ik vind het een groot voorrecht dat hij nog mag meemaken dat Herma en ik met die molens bezig zijn en dat hij ons kan sturen."

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 12 januari 1994

Terdege | 68 Pagina's

Loeiende wielen en krakende assen

Bekijk de hele uitgave van woensdag 12 januari 1994

Terdege | 68 Pagina's