Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wanneer wordt een winter koud genoemd?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wanneer wordt een winter koud genoemd?

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de vorige bijdrage hebben we gezien dat de mate van optreden van winterweer beter aan het aantal ijsdagen dan aan het aantal vorstdagen kan worden afgelezen, omdat er ook zachte winters met een tamelijk groot aantal vorstdagen voorkomen. We kunnen op nog een andere manier winters klassificeren, namelijk volgens het koudegetal van Hellmann.

Ogenschijnlijk is de vraag of een winter koud of warm is, gemakkelijk te beantwoorden: we kunnen dat immers aan de hand van de gemiddelde temperatuur zien. Maar daarmee is nog niet alles gezegd. Het kan heel goed voorkomen dat koude perioden door dermate zacht winterweer worden gevolgd dat er in de gemiddelde temperatuur van de winter uiteindelijk mets meer van is terug te vmden. In de afgelopen winter was er een eerste koudegolf in november en een tweede in februari, maar als geheel zal de winter van 1994 als zacht de geschiedenis in gaan. Of het moet zo zijn dat maart nog heel verrassend winters uitpakt, maar de laatste jaren is dat ongewoon.

Kouproduktie
Om te beoordelen of een winter veel of weinig kou heeft opgeleverd, is het beter naar het zogenaamde wintergetal te kijken. Dit getal geeft aan hoeveel kou er in een bepaalde winter is "geproduceerd". Dit getal wordt verkregen door alle negatieve etmaalgemiddelden op te tellen. Bijvoorbeeld: een etmaal waarin het 's nachts matig vriest (-5 graden) en waarbij het overdag niet warmer wordt dan +1 graad, levert een daggemiddelde van -2 graden op (-5+1=4:2=-2). Helemaal waar is dit weliswaar niet, want om daggemiddelden echt goed te bepalen, wordt de temperatuur elk uur bekeken (de laatste jaren op officiƫle stations vaak automatisch). De gehele winter worden op deze manier alle gemiddelden per etmaal berekend. Alleen de gemiddelden onder nul tellen mee, etmaalgemiddelden boven nul blijven voor het wintergetal buiten beschouwing.

Hellmanngetal
Aan het einde van de winter (waarbij voor het wintergetal de periode vanaf 1 november tot en met 31 maart wordt bedoeld) worden deze getallen opgeteld. Het min-teken wordt weggelaten. En passant komt nog een belangrijk voordeel van deze manier van werken naar voren: kou in november en maart telt ook mee voor de klassificatie van de winter. Zeer strenge winters als 1963 en 1947 scoren een wintergetal van meer dan 300 punten. In extreem zachte winters (zoals de winter van 1988-1989, een oneigenlijke winter genoemd) blijft dit getal op 0,0 staan.

Grafiek
In de grafiek is het aantal punten van de winters van 1979 tot en met 1994 te zien. (In de grafiek is met 1979 bedoeld de winter van 1978-1979, enz.). Als maart nog winterweer geeft, kan het aantal punten van 1994 hoger worden. Duidelijk springen de drie koude winters van 1985 tot en met 1987 eruit (zie het aantal ijsdagen in de vorige bijdrage).

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 23 maart 1994

Terdege | 80 Pagina's

Wanneer wordt een winter koud genoemd?

Bekijk de hele uitgave van woensdag 23 maart 1994

Terdege | 80 Pagina's