Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Theologiestudie brengt studenten in de smeltkroes

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Theologiestudie brengt studenten in de smeltkroes

„De grofheid waarmee men omgaat met Gods Woord, heeft me geschokt''

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wie predikant wil worden in de Nederlandse Hervormde Kerk, ontkomt niet aan de studie aan een theologische faculteit waar de rede is verheven boven het geloof. Onder het mom van wetenschap wordt bij een vak als exegese het goddelijke Woord op de menselijke snijtafel ontleed. Ook studenten die willen vasthouden aan de onfeilbaarheid van de Schrift, worden daarmee geconfronteerd. Dat maakt de opleiding tegelijk tot een smeltkroes.

Als kind weet Gerrit Jan van der Haar al wat hij later zal worden. Boer of dominee. Naarmate de tijd vordert, begint de twijfel te knagen. Aan het eind van de havo geeft hij zich op voor de agrarische school in Dronten. Het predikantschap schrikt hem af, omdat hij niet weet welke boodschap hij zal moeten brengen. De prediking in de midden-orthodoxe gemeente van Heemse kan zijn hart niet vervullen, al weet hij niet wat eraan schort.

In deze periode vindt hij een doos met oude geschriften van zijn grootmoeder, waaronder enkele beduimelde prekenboekjes. Nieuwsgierig begint hij te lezen en wordt gegrepen door de inhoud. Vooral de preken van ene I.K. te Benschop spreken hem enorm aan. Ze verwoorden wat hij zocht, maar nimmer onder woorden kon brengen.

Roeping
Alsnog besluit hij om theologie te gaan studeren, in Utrecht. Daar ontdekt hij dat de initialen van de predikant uit Benschop toebehoren aan wijlen ds. I. Kievit. In de loop der jaren is de visie van de theologiestudent op het ambt veranderd.

„Door m'n opvoeding was ik onbekend met de opvatting over de roeping zoals je die in de gereformeerde traditie vindt. Voor mij was roeping de begeerte om mensen uit de Bijbel te vertellen. Nu denk ik dat dat te weinig is, al zie ik er wel duidelijk Gods hand in. De beperkte middelen die ik tot m'n beschikking had, heeft de Heere willen gebruiken."

In Montfoort, waar hij een kamer vond, kwam hij in contact met mensen die aan de roeping een veel zwaarder gewicht toekenden. Het bracht hem in verwarring. Een heilzame verwarring, vindt hij achteraf. Het gebed om licht over zijn pad werd verhoord. Met kracht ontving hij de bevestiging dat God hem had bestemd voor de Evangelieverkondiging.

„Ik zeg niet dat het bij iedereen zo moet. De Heere is daarin vrij. Voor mij was het denk ik nodig. Wel ben ik ervan overtuigd dat in je persoonlijk geloofsleven toch de zekerheid moet komen dat je een roeping tot het ambt hebt. Het werkt heel belemmerend, ook in je studie, als je blijft rondlopen met de vraag: Is dit werkelijk wat de Heere God met mij voor heeft?"

Gesterkt
Derdejaars student IJsbrand Bijl uit Katwijk deelt die mening. Bij alles wat op hem afkomt sinds hij in Leiden theologie studeert, weet hij zich gesterkt door de wetenschap dat God Zelf Hem geroepen heeft. Zes jaar geleden werd acute lymfatische leukemie bij hem geconstateerd. Medici vreesden voor zijn leven. Maar de 17-jarige scholier werd bemoedigd door de woorden van Psalm 91.

„Ik mocht zeker weten dat ik niet zou sterven maar leven, om God te dienen en eens Zijn naam te verkondigen." Het heeft hem niet zorgeloos gemaakt. „Ik mag geloven dat de Heere het werk dat Hij begonnen is, ook zal volenden. Maar af en toe heb je toch de vrees -ik denk dat elke gereformeerde student dat heeft- om beïnvloed te worden door de Schriftkritische stroom die over je heen komt.

Dagelijks bid ik de Heere of Hij mij wil bewaren en mijn voeten behoeden, dat ze niet wankelen. Ik ervaar het daarbij als een grote zegen dat ik niet alleen op een kamertje zit, maar nog thuis woon en heel veel steun aan m'n familie heb. En aan de hervormde gemeente van Katwijk. Ik weet dat er voor me gebeden wordt. En als ik met vragen zit, kan ik altijd bij de predikanten terecht."

Vastgehouden
De confrontatie met de theologiestudie was voor Gerrit Jan van der Haar een koude douche. „De grofheid waarmee men omgaat met Gods Woord, heeft me geschokt. Ik heb me echt afgevraagd of ik wel door moest gaan. In die tijd stond ik nog wankel op m'n benen. Bovendien was mijn basis niet al te stevig. Dan ben je snel geneigd om alles wat als een waterval over je heen komt, maar aan te nemen.

Ik heb jongens gezien met een gereformeerder achtergrond dan ik, die volledig werden meegezogen door de stroom van de Schriftkritiek. Dat heeft mij erg aangegrepen. Dat juist de theologiestudie hen wegvoerde van het Woord van God en van de bijbelse leer waarbij ze opgevoed waren. Heel sterk heb ik ervaren dat je vastgehouden moet worden. Gelukkig ben ik in die tijd goed opgevangen in de gemeente van Montfoort."

Wonder
IJsbrand Bijl wist redelijk wat hem te wachten stond, toen hij theologie ging studeren. „Al moet je het zelf meemaken om er een goed beeld van te krijgen. Er wordt behoorlijk aan je geschud. Dat heeft er bij mij overigens toe geleid dat de gereformeerde belijdenis alleen maar een grotere waarde heeft gekregen.

Juist als de meest wezenlijke zaken van het christelijk geloof worden bekritiseerd, gaan de belijdenisgeschriften voor je leven. Neem de Dordtse Leerregels. Die worden vandaag weinig geprezen en nog minder gelezen, maar ik verwonder me vaak over de wijsheid, het evenwicht en de godsvrucht daarin. Kennis van de belijdenisgeschriften is broodnodig als je theologie gaat studeren."

Opmerkelijk is voor de theologiestudent dat hij in Leiden slechts weinig medestudenten uit reformatorische kring volledig heeft zien wegdrijven van het ouderlijk milieu. „Ik heb de indruk dat dat in Utrecht vaker voorkomt. Hier ken ik zelfs meer voorbeelden van mensen die een tegenovergestelde ontwikkeling hebben doorgemaakt. Dat ervaar ik als een wonder."

Klompen
De opvatting dat Leiden het broeinest van de vrijzinnigheid is, wordt door de Katwijkse student genuanceerd. „De verschillen tussen Utrecht en Leiden zijn zo groot niet. De scherpste kantjes zijn er in Leiden wat af sinds Ter Schegget en Van Gennep er niet meer doceren. Hun opvolgers zijn zeker modern, maar van een gematigder karakter.

Daarnaast is het afgelopen jaar dr. Verboom benoemd, die catechetiek doceert en een gedeelte van de dogmatiekcolleges van professor Van de Beek zal overnemen. Dat is vrij opzienbarend. Je kunt denk ik zeggen dat Leiden nog wel wat liberaler is dan Utrecht, maar de grondhouding ten opzichte van de Schrift is in Utrecht net zo kritisch.

Er wordt wel gezegd dat in Leiden de duivel op klompen komt en in Utrecht op kousen. Het is wat kras uitgedrukt, maar er zit een grote kern van waarheid in. In Utrecht wordt het wat verhulder gebracht. Dat vind ik eerder een nadeel dan een voordeel."

Bekrompenheid
Gerrit Jan van der Haar bevestigt deze visie. Wie vasthoudt aan de onfeilbaarheid van de Schrift wordt ook in Utrecht wat meewarig bejegend. „Tijdens een college Nieuwe Testament verwees ik naar het boek "Christus op aarde", van professor Van Bruggen. Dat werd meteen van tafel geveegd als harmoniserende theologie. Wat dat betreft vind je een enorme bekrompenheid onder de hooggeleerden.

Voor mezelf heb ik veel aan de boeken van Van Bruggen gehad. Ze laten zien dat je met een wetenschappelijke instelling voluit gereformeerd kunt blijven. Dat valt me trouwens ook op wanneer ik een commentaar als "De evangelische Jesaja" van Hellenbroek lees. Van de grondigheid waarmee die man met het Hebreeuws omgaat, kunnen de docenten in Utrecht nog wat leren."

De vijfdejaars student is de theologiestudie in de loop der jaren gaan zien als "een baan van negen tot vijf'. „Je kunt er niet omheen als je predikant in de Hervormde Kerk wilt worden, maar je moet het grotendeels hebben van de dingen die je ernaast leest. Op een studiekring van Voetius hebben we "De godvruchtige Avondmaalsganger" van Petrus Immens besproken. Dat boek heeft me toen diep geraakt. Het was voor mij bijzonder dat een man die zo lang geleden leefde, de vragen naar voren bracht waar ik op dat moment mee zat."

Hervormd
Grote waarde hechten beide studenten aan contacten met bijbelgetrouwe medestudenten. IJsbrand Bijl is secretaris van Synopsis, de theologische-studentenvereniging van Leiden die wordt ondersteund door de Gereformeerde Bond.

„Je hebt ook daar variatie, maar binnen de grenzen van de gereformeerde belijdenis." Daarnaast bezoekt hij zo mogelijk de studieweken van de Gereformeerde Bond en de bijeenkomsten van het Comité Studiedagen Gereformeerde Theologie, waarvan Gerrit Jan van der Haar voorzitter is.

„Door het interkerkelijke karakter spreek je daar ook studenten uit andere kerken en de dagen zijn wat nader omlijnd. Vooral het gedachtengoed van de puriteinen staat centraal. Dat zijn twee elementen die ik heel waardevol vind. Maar ik zie het comité zeker niet als een tegenhanger voor de studieweken van de Gereformeerde Bond."

Gerrit Jan van der Haar zit op hetzelfde spoor. „Ik heb een verschrikkelijke hekel aan die hokjesgeest. Ik heb waardering voor de Gereformeerde Bond, lees met stichting het "Gekrookte Riet", maar wil me nergens aan binden. Ik ben hervormd en daar houd ik het maar bij."

Bijbelstudie
De vraag welke kant het opgaat met de kerk waarin ze gesteld staan, houdt de twee studenten bijna dagelijks bezig. Beiden zijn van mening dat de historische wortels van de Nederlandse Hervormde Kerk worden doorgesneden, als het tot een fusie zou komen. Maar ze willen niet op de feiten vooruit lopen.

„Het kan je ook te veel in beslag nemen", zegt Gerrit Jan van der Haar. „De Heere is machtig om wegen te banen waar wij ze niet meer zien. Nu is het mijn taak om me voor te bereiden op het predikantschap. Heel belangrijk daarbij is dat je in Gods Woord en de oudvaders blijft studeren. Zelf heb ik onder de persoonlijke bijbelstudie vaak de meeste zegen ervaren.

Van wat ik overdag leer, probeer ik het meeste zo snel mogelijk te vergeten en het weinige goede vast te houden. Bij het laatste denk ik vooral aan de colleges door professor De Reuver, hoogleraar vanwege de Gereformeerde Bond, de dogmatiekcolleges van dr. A. Vos en de kennis die je opdoet van de grondtalen."

Verhelderend
IJsbrand Bijl heeft dezelfde kritiek op de theologische opleiding. Over het nut is hij ietwat positiever. „Toen ik eraan begon, dacht ik: Dit is één groot struikelblok. Dat zie ik nu anders. In algemene zin heeft de studie een vormende functie, door de contacten met studenten en docenten. Daardoor ontdek je wat er aan opvattingen leeft.

Opvattingen die je ook in hervormd-gereformeerde kring tegenkomt, laten we maar eerlijk zijn. In die zin beschouw ik Leiden een beetje als m'n eerste gemeente. Wanneer je je geroepen mag weten tot de heilige dienst van het Woord, heb je ook een verantwoording naar studenten en docenten. Ze hebben allemaal een ziel voor de eeuwigheid.

Onze roeping is om een lichtend licht en een zoutend zout te zijn. Met docenten kom je heel moeilijk tot een gesprek, maar bij studenten ligt dat soms anders. Als het om de studie zelf gaat, ligt de waarde voor mij vooral in de kennis die je opdoet van het Grieks en Hebreeuws. Die geeft je toegang tot de grondtekst van de Schrift.

Dan gaat er een enorme rijkdom voor je open. Ook een vak als kerkgeschiedenis is van belang, omdat je bepaalde dwalingen steeds ziet terugkeren. Dat is heel verhelderend."

Korrel zout
De scherpste angel ligt voor de Leidse student in de colleges exegese van het Nieuwe Testament. „Als het gaat om de methodiek van het exegetiseren, kun je er veel van leren. Het probleem ligt in de exegese zelf. De Heilige Schrift, die de norm voor ons leven moet zijn, wordt geplaatst onder de kritiek van de moderne wetenschappelijke normen.

Daardoor is er geen enkele plaats meer voor een houding van aanbidding, verootmoediging en verwondering. Dat vind ik het moeilijkst, niet de feiten die worden aangedragen. In de loop van de tijd zijn al zo veel hypothesen naar voren gebracht, dat je ze gerust met een korrel zout kunt nemen. Het is allemaal niet zo vast en zeker als men wil doen geloven.

Dat neemt niet weg dat er best vragen op je afkomen waar je niet een-twee-drie een antwoord op hebt. Dan ben je er niet door als een struisvogel de kop in het zand te steken. Wat dat betreft heb ik waardering voor het werk van professor Van Bruggen, die op wetenschappelijke wijze een bijbelgetrouw alternatief wil bieden voor de moderne, historisch-kritische exegese. Dat kan tot steun zijn. Maar je moet het er niet van gaan verwachten.

Het belangrijkst is dat je een eerbiedige, luisterende houding ten opzichte van de Schrift hebt. We belijden toch dat ons verstand verduisterd is. Ook voor een theologisch student is het nodig dat hij de Schrift leest vanuit de verwondering dat de Heere in het gewaad van Zijn Woord tot ons komt."

Volgende keer: De ondersteuning van reformatorische theologiestudenten vanuit de kerken.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 22 maart 1995

Terdege | 80 Pagina's

Theologiestudie brengt studenten in de smeltkroes

Bekijk de hele uitgave van woensdag 22 maart 1995

Terdege | 80 Pagina's