Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een teken aan de wand!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een teken aan de wand!

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Deze woorden vertolken ons het diepe verdriet van de apostel om een broeder, die uit het leger van Koning Jezus deserteert. Want Demas was -evenals Timotheüs- tot de goede strijd aangenomen, maar hij verlaat voortijdig zijn dienst en keert terug naar de wereld, waaruit God hem had geroepen. Het wordt hem in Rome -waar onder Nero de martelaren aantreden- te heet onder de voeten. Hij geeft de strijd op en de liefde tot de tegenwoordige wereld neemt zijn hart weer in beslag en trekt hem weg van de navolging van Christus. Dat is aangrijpend. Demas was een van Paulus' medewerkers, die ogenschijnlijk alles voor de dienst van het Evangelie over had. Maar nu trekt hij zich terug. Hij laat Paulus in de kerker alleen achter in zijn laatste nood en verdwijnt naar Thessalonica om daar zijn vertier te zoeken. Dit heengaan van Demas heeft Paulus tot in zijn ziel geraakt. De apostel weet, dat hij de dood voor ogen heeft. Zijn loop is volbracht. Hij mag nu de krans der overwinning ontvangen. Maar daarom laat de nadering van de dood hem niet onbewogen. Hij doorleeft de nood van het sterven. Zal hij juist dan geen behoefte hebben aan de laatste nabijheid van zijn medebroeders, met wie hij gestreden heeft? Dat is toch te verstaan? Dat menselijke verlangen heeft ook Jezus in Zijn doodsstrijd vervuld, toen Hij tot Zijn jongeren sprak: „Blijft hier en waakt met Mij." Allen lieten Hem echter in de steek. Zo wordt ook de apostel nu door zijn mede-arbeider verlaten, waarin hij tot het einde toe de voetstappen van zijn Meester moet drukken. Jezus' smart in Gethsémané en op Golgotha zet zich voort in de gevangenis te Rome, waar de trouwe dienaar tot een drankoffer geofferd zal worden. Intussen gaat het er niet alleen meer om, dat Demas de apostel aan zijn lot overlaat en de gemeente vaarwel zegt, zijn heengaan steekt veel dieper. Demas laatjezus los. Hij maakt zich los van zijn hemelse roeping en keert zijn aangezicht af van de eeuwige wereld. Hij opent zijn hart voor de tegenwoordige wereld. Dat is schokkend. Het woord waarmee Paulus zijn heengaan aanduidt, is dan ook opvallend: Demas heeft mij "verlaten". Dat woord herinnert ons aan de lijdenspsalm van David. Het is het woord dat zijn diepte onthult in Jezus' verlatenheid op Golgotha, waar wij het horen uitroepen in de donkerheid van de verlorenheid. Het doet ons denken aan de eeuwige verlatenheid. Dat maakt het vertrek van Demas voor Paulus zo bitter. Demas raakt verloren voor het Koninkrijk Gods. Voorgoed. Hij raakt verloren voor Christus! Hij gaat in het spoor van Judas!

Zo staat de naam van Demas in de Schrift getekend als van de man die de dienst van God inruilt voor de wereld. Eens gaf hij zich vol overgave aan de dienst des Heeren. Hij nam zelfs een aparte plaats in in de gemeenten. Eens streed en bad hij met de apostel mee. Hij was verlicht en smaakte de hemelse gave. Hij smaakte het goede woord van God en de krachten van de toekomende eeuw! Hij was in zijn dienst de Heilige Geest deelachtig. En niemand twijfelde aan zijn oprechtheid. Maar... hij werd afvallig. De band aan Paulus en aan de gemeente werd losser, want de band aan Christus raakte los. Zijn hart werd afgetrokken van de eeuwige toekomst. Hij zag er geen heil meer in en staakte de strijd. Toen kwam de tegenwoordige wereld terug, die hij in zijn hart toeliet en die de komende wereld verdrong. Zo kwam het tot een diepgaande en definitieve breuk. Want dit verontreinigen van het bloed van Christus en dit smaden van de Geest der genade -wat Demas deed!- is onherroepelijk. Een apocrief geschrift uit de 2e eeuw vertelt ons, dat Demas een gevaarlijk tegenstander van het Evangelie geworden is.

In het jaar 63 was Demas een teken aan de wand! In 1995 is hij dat nog! Want zijn geslacht is niet uitgestorven. Het heeft zich in de loop der eeuwen -en zeker in onze tijd- sterk vermenigvuldigd. Het is het geslacht dergenen die het eerstgeboorterecht van Gods genade verkwanselen voor de linzenmoes van deze wereld, die liever de dag plukken, dan naar het eeuwige leven grijpen. Te midden van dit geslacht wordt het uitzicht op het betere vaderland steeds meer benomen. Het heimwee naar de komende wereld wordt schaarser, naarmate de zuigkracht van de tegenwoordige wereld toeneemt. Hoe zullen wij dan staande blijven? Zal die vraag ook Timotheüs niet besprongen hebben, toen hij van Demas hoorde? Wel, dan geeft de apostel hem -en ons- een dubbel recept! „Gij dan, mijn zoon, word gesterkt in de genade, die in Christus Jezus is." Dat is één! En het tweede, onlosmakelijk eraan verbonden: „Gij dan, lijd verdrukkingen als een goed soldaat van Jezus Christus." Want wie in de kracht der genade ten einde toe strijdt, wordt gekroond. Daar staat Christus in de hemel Borg voor: Op Zijn dag zal de rechtvaardige Rechter de kroon uitreiken aan allen die niet de tegenwoordige wereld, maar die Jezus' verschijning liefhebben. En die kroon is de volharding in de goede strijd meer dan waard!

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 28 juni 1995

Terdege | 68 Pagina's

Een teken aan de wand!

Bekijk de hele uitgave van woensdag 28 juni 1995

Terdege | 68 Pagina's