Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Door

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Door

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

het hoofdstuk waarin bovengenoemde tekst is te vinden, wijst de apostel Paulus op het onwaardeerbare voorrecht en de rijke troost, waarin Gods kinderen mogen delen, namelijk dat er voor hen -hoewel ze in zichzelf nog zondige mensen zijn en een verdorven bestaan hebben- geen verdoemenis is. Deze troost heeft Gods volk nodig, omdat het zoveel strijd te voeren heeft tegen de driehoofdige vijand: de satan, de wereld en hun eigen vlees. En al zijn zij verlost van de heerschappijvoerende kracht van de zonde, zodat zij enigermate naar de Geest Gods wandelen en strijden tegen de zonde, de volmaaktheid wordt in dit leven nimmer bereikt. Wel staan Gods kinderen onder de leiding des Geestes en dat is een buitengewoon voorrecht. De Heilige Geest komt in het uur der levendmaking met onweerstaanbare kracht de leiding nemen, verlost uit de macht van satan en werpt de boze geesten uit het hart van degene, die van eeuwigheid tot de zaligheid is verkoren. Hij leidt de zondaar uit de wereld, d.w.z. Hij geeft licht in de ijdelheid en nietigheid van de wereldse vermaken en de vergankelijkheid van aardse rijkdom en eer. De omgang met de wereld wordt verbroken, al kan men haar niet ontvluchten vanwege werkkring of plaats, die men in deze wereld inneemt. Oteeds meer komt er een scheiding, al weet men zelf nog niet hoe dat komt. Gedurige onrust vervult het hart dat naar vrede dorst, maar deze niet vinden kan. Daarom leidt de Heilige Geest de ziel niet alleen uit de wereld, maar Hij leidt ook in de Waarheid. De Heilige Geest leidt hen onder de Waarheid, die naar de godzaligheid is. Wat wordt dan de Waarheid dierbaar, zelfs die van de diepe val van de mens in ons verbondshoofd Adam. Immers, zoals Gods Woord het zegt, bevindt men het in eigen hart en leven. Wat is er dan een droefheid, dat men die Waarheid in de vorige levenstijd niet heeft gezocht. Hoe dierbaar wordt Gods Woord en de zuivere prediking daarvan. De Heilige Geest werkt ook een betrekking op de God der Waarheid, al wordt men daardoor innerlijk overal buiten gezet. Het hart wordt voor de Waarheid ingewonnen, men valt er onder en aanvaardt de waarheid van de totale verlorenheid, al is het met grote droefheid en verslagenheid. Steeds dieper leidt de Geest van Christus hen in, in de diepte van hun val, waaruit zij zichzelf nimmer zullen kunnen opheffen. Zo maakt de Heilige Geest plaats voor de prediking van genade en verzoening. Want het doel van de ontdekking des Geestes is de mens te leiden tot Christus. En hoe gaat dat nu toe in zulk een ontdekte ziel? De Heilige Geest wijst door het Evangelie naar Christus heen. Die Zich gaat openbaren als onmisbaar, noodzakelijk en dierbaar. J—ir is in dat aanvankelijk nodig hebben van Christus ook vordering. Steeds meer valt men er met al zijn eigen werk buiten, ja zelfs schijnen de gebeden hun kracht te verliezen. Daartegenover wordt het staren op het Heilig Offerlam steeds sterker, totdat het Christus behaagt Zich aan de ziel te openbaren in Zijn Middelaarsheerlijkheid. Dan ontsluit zich in Hem een ruime en heerlijke verlossingsweg met meer of mindere toeëigening des geloofs. Dan kan men zalig worden met behoud van Gods recht. Wat een bewondering voor die Gezegende persoon en voor die weg der zaligheid vervult dan de ziel. Geruime tijd mag men daaruit leven. De Heilige Geest echter toont aan, dat de gerechtigheid van de Middelaar nu aan de ziel moet worden toegepast tot wegneming van de schuld en zonde. En opnieuw leidt de Heilige Geest de ziel naar de diepte, naar het verloren paradijs, waar de breuk geslagen is en het beeld Gods verwoest is door de val in Adam. God eist Zijn beeld terug en daarmede wordt men afgesneden van het leven om overgenomen te worden door een levende Verlosser. Eerst dan komt er rust en vrede in het hart, want dan is het oordeel weggenomen en de verzoening met God tot stand gebracht. Evenwel heeft de Heilige Geest daarmede Zijn leiding niet beëindigd, integendeel, Gods Kerk kan geen ogenblik zonder Zijn leiding. Zij zijn zichzelf niet één ogenbhk toevertrouwd en heel het verdere leven leert Gods volk het vragen: „Och, schonk Gij mij de hulp van Uwe Geest; mocht Die mij op mijn paan ten Leidsman strekken!" Zo leidt de Heilige Geest ook naar de heerlijkheid, want zij zijn kinderen Gods, en indien zij kinderen zijn, zo zijn zij ook erfgenamen, erfgenamen Gods en mede-erfgenamen van Christus. M-,a ar wee de mens die de leiding des Geestes niet begeert en zich laat leiden door de geest der wereld, de geest uit de afgrond. De verleider ten verderve sluimert niet, maar hij zal zijn strikken spannen. Velen zullen zich te laat beklagen, dat zij zich hebben laten bedriegen en dat zij de leugen verkozen hebben boven de waarheid en de duisternis boven het Hcht.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 12 juli 1995

Terdege | 72 Pagina's

Door

Bekijk de hele uitgave van woensdag 12 juli 1995

Terdege | 72 Pagina's