Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Stadstuinstukjes

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Stadstuinstukjes

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een hele dag regen betekent dat ik nauwelijks even poolshoogte kan nemen in de tuin: Zijn er al nieuwe rozeknoppen uit, hoe doet de vrouwenmantel het, enz. Zodra het droog is wip ik naar buiten. Kraak, kraak, kraak, klinkt het direct onder m'n schoenen als ik een paar stappen zet. Slakken! Waar ze allemaal vandaan komen is me een raadsel. Ook zonder regen zitten er meer dan me lief is (de bus met slakkenkorrels is al bijna leeg). Met argusogen bekijk ik jonge plantjes: Hebben de slakken eraan gevreten? Vorig jaar was ik plotseling m'n jonge muurbloem kwijt. Een paar slakkenhuizen op de plaats waar het plantje stond gaven te denken. Indrukwekkend zijn ze, de stokrozen. Ze lijken wel elk jaar hoger te worden. De bijen stommelen er naar hartelust in rond. Ik wil deze planten op meer plekjes hebben dan alleen tegen die ene schutting. Na de bloei neem ik zaad en strooi dat op geschikte plekjes: zonnig en met wat steun (muur, schutting). Naarstig speur ik in het voorjaar naar opkomende plantjes. Helaas, op de plaatsen waar ik ze wil hebben zie ik niets, terwijl midden in de tuin verwaaide zaadjes opkomen. Verplanten kan wel, maar een stokroos reageert daar niet enthousiast op; de lange penwortel is nogal honkvast. Als de plant wat groter is, gaat het iets beter. Slakken en rupsen zijn helaas dol op het blad. Wat het verschil is tussen stokrozen die Alcea rosea en stokrozen die Althaea rugosa worden genoemd is me nog niet duidelijk. Bijna elk voorjaar tuin ik er wel een keer in en zet planten te dicht bij elkaar. Ik ben geen voorstan» van een border vol aarde waar hier en daar een plant staat, maar dat de -in april nog zo kleine- vrouwenmantel de astilbe compleet overgroeit gaat me toch te ver. In het najaar moet de astilbe verhuizen. Vorig jaar kochten we een pracht van een roos, Apricot Nectar geheten. Nou, zo ruikt-ie ook. Bedwelmend lekker! Hij 'stamt' uit 1965 en is volgens het boek zeer gezond. Evenals het eerste jaar heeft de plant ditmaal drie grote, fraaie abrikooskleurige bloemen. Maar al die frisgroene takken zonder knop vertrouw ik niet zo. Zou het 'wild' zijn? Nog maar even wachten met weghalen, misschien komen er nog knoppen. Het zeer grote aantal stekels geeft me echter te denken. En op een keer zie ik nog iets: Zeven blaadjes bij elkaar in plaats van vijf, kenmerk van wild. Direct doet de snoeischaar z'n werk. Toen we ons huis kochten, herkende ik in de tuin een yucca, voor mij alleen bekend als kamerplant. Maar dat die "kamerplant" zo mooi kon bloeien wist ik niet! Helaas, het tweede jaar gebeurde er niets, en we verplantten de almaar groeiende palmlelie iets naar achter. Op de plaats waar hij gestaan had, kwam spontaan een nieuwe yucca op. Geen van beide bloeit dit jaar, hoewel dat bij 4e jonge wel zo lijkt. Ik heb er namelijk wat laf uwe||ftkjes voor i gezet, en een paar daarvan kregen roonwitte bloemen. Eén steekje lijktlprecies uit de jonge palmlelie te komen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 26 juli 1995

Terdege | 68 Pagina's

Stadstuinstukjes

Bekijk de hele uitgave van woensdag 26 juli 1995

Terdege | 68 Pagina's