Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De ketter van Bohemen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De ketter van Bohemen

Johannus Hus

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Wij zijn hier in Heidelberg eigenlijk allemaal Hussieten, zonder dat we het zelf wisten. Sterker: Augustinus was ook een Hussiet en Paulus niet minder." Met die woorden betuigde Luther zijn verbondenheid aan de ketter van Bohemen, die door zijn tegenstanders lafhartig werd vermoord. Vooral door zijn boek "Over de kerk" was hij een van de wegbereiders voor de Hervorming.

Voor de prior van het Augustijner klooster te Erfurt staat een jongeman. Hij is nog maar net ingetreden. Zijn studentenkleding heeft hij nog aan. Lang zal dat niet meer duren. Als hij alle vragen van de prior heeft beantwoord en zich bereid verklaart de smaad en last van het kloosterleven te dragen, krijgt hij het voorlopig kloosterkleed. Dan valt hij op de grond. In kruisvorm ligt de jonge monnik voor zijn prior uitgestrekt op de grafsteen van een van de felste vervolgers van de Boheemse ketter Johannes Hus. In de pas ingetreden monnik herkennen wij Maarten Luther. Kent hij Johannes Hus? Als dat zo is, zal hij niet veel méér geweten hebben dan dat deze ketter terecht de vuurdood is gestorven. Zelfs als Luther al volop als reformator werkzaam is, roept het zijn verzet op wanneer hij in het godsdienstgesprek te Leipzig door zijn tegenstander Eek op één lijn wordt gesteld met de Boheemse hervormer. Is Hus dan toch geen reformator-avant-la-lettre, zoals sommigen beweren?

Allemaal Hussieten
Wanneer op een dag het befaamde godsdienstgesprek wordt onderbroken voor het middageten, ontbreekt Luther aan tafel. Terwijl hij een goede maaltijd toch weet te waarderen. Maar Luther verkiest deze keer de universiteitsbibliotheek boven de eetzaal van hertog George. Hij wil de akten van het concilie van Constanz inzien. Al lezend maakt hij kennis met een man wiens leer over de kerk aan de zijne gelijk is en die met moed de stelling verdedigt dat pausen en concilies moeten wijken als de Schrift spreekt. Een man die dezelfde idealen koestert als hij. Kort na het godsdienstgesprek ontvangt Luther van Hussieten uit Praag het door Hus geschreven boek "Over de Kerk", met daarbij het schrijven: „Wat Hus eenmaal in Bohemen was, zijt gij in Saksen. Houd vol." Nadat hij het boek heeft gelezen, verklaart hij: „Ik ben het met nog heel wat meer artikelen van Hus eens dan ik in Leipzig ontdekte. Wij zijn hier in Heidelberg eigenlijk allemaal Hussieten, zonder dat we het zelf wisten. Sterker: Augustinus was ook een Hussiet en Paulus niet minder."

Pre-reformator
Het leven van Johannes Hus begint in het dorpje Hussinec, waar hij waarschijnlijk in het jaar 1369 geboren is. Naar zijn geboortedorp noemt hij zich aanvankelijk Hussinec, vanaf 1396 afgekort tot Hus. Vast staat dat hij uit Tsjechische ouders is geboren. Van hun maatschappelijke positie is niets bekend. In ieder geval zal de overgang van het platteland naar de Karel-universiteit in Praag, waar hij gaat studeren, voorJohannes groot zijn geweest. Onder de Boheemse koning Karel I (de Duitse keizer Karel IV) is in Bohemen een rijk cultureel leven opgebloeid. Ook in economisch opzicht beleeft het land een tijd van opgang. Praag groeit uit tot een van de belangrijkste steden van het Europa van die dagen. Dat heeft ook z'n weerslag op de nog jonge universiteit, na die van Oxford en Parijs de bekendste van Europa.
De ster van Hus stijgt er snel. Van 1402 tot 1403 is hij zelfs rector van de universiteit. De positie van Hus aan de universiteit vormt de basis van zijn verdere wetenschappelijke vorming op filosofisch gebied. Vooral de geschriften van Wycliff hebben grote invloed op zijn denken. Opmerkelijk is dat Hus eerst met Wycliffs filosofische geschriften kennismaakt, voor hij in ongeveer 1402 diens theologisch gedachtengoed leert kennen.

Lijnen
Hoe lopen de lijnen van Praag naar Engeland, voor die tijd toch een respectabele afstand? Het huwelijk van een dochter van de al genoemde koning Karel I met koning Richard II van Engeland heeft een intensief verkeer tussen Engeland en Bohemen tot gevolg. Boheemse studenten bezoeken de universiteit van Oxford en komen daar in aanraking met de leringen van Wycliff Deze invloed zal later ingrijpende gevolgen hebben voor de verdere ontwikkelingen van de Praagse universiteit en de reformatiearbeid van Hus. Voor zijn geestelijke ontwikkehng is de benoeming tot prediker van de Bethlehemkapel in Praag van belang. Een rijke Tsjechische koopman heeft deze kapel in 1391 laten bouwen, met de bedoeling dat het Woord van God er in de volkstaal gepredikt zal worden. Zo'n drieduizend mensen hebben er jarenlang van zondag tot zondag geluisterd naar de bezielende prediking van Hus. Het voortdurend onderzoek van de Schriften dat deze preekarbeid vereist, is niet alleen van grote betekenis voor zijn geloofsleven maar versterkt ook het verlangen naar reformatie.

Reformatie
Tussen 1402 en 1410 probeert Hus in zijn streven naar reformatie samen te werken met de kerkelijke autoriteiten, die hem aanvankelijk de ruimte geven. Niet alleen in zijn preken in de Bethlehemkapel hekelt hij de onchristelijke levenswandel van veel geestelijken. Ook als de aartsbisschop hem vraagt de openingspreek te houden voor een samenkomst van de clerus der Boheemse kerkprovincie, veroordeelt hij vrijmoedig en zonder aanzien des persoons de vele misstanden onder hen die "de eersten moesten zijn in de navolging van Christus, maar in werkelijkheid de grootste vijanden van Jezus Christus zijn".
Van het vertrouwen dat Hus in deze tijd geniet, getuigt het onderzoek naar de relikwie in de kerk van Wilsnack, waarmee de aartsbisschop hem belast. Die zou bloed van Christus bevatten. Het onderzoek wijst uit dat sprake is van bedrog. De aartsbisschop verbiedt daarop de mensen uit zijn gebied om de pelgrimstocht naar Wilsnack te maken, op straffe van de ban. Om deze strenge maatregel te rechtvaardigen schrijft Hus, ongetwijfeld op verzoek van de aartsbisschop, een boekje waarin hij de voluit reformatorische gedachte uitspreekt dat een christen geen wonderen nodig heeft, maar zich alleen aan de Schrift moet houden.

Keerpunt
Door de toenemende invloed van Wycliffs filosofie aan de Praagse universiteit tekent zich steeds duidelijker de tegenstelling tussen de Tsjechen en de Duitsers af Het conflict komt tot een uitbarsting als koning Wenzel, zoon van Karel I, een ingrijpende wijziging in de organisatie aanbrengt. Hij wil daarmee de universiteit winnen voor zijn neutrale politiek in de strijd tussen twee rivalen om de pauselijke stoel. Voortaan heeft de Tsjechische partij aan de universiteit drie stemmen, terwijl de buitenlandse partijen er samen maar een hebben. Het gevolg is dat veel Duitstalige hoogleraren en studenten vertrekken en de Praagse universiteit degradeert tot het niveau van een nationale hogeschool. Door deze ontwikkeling wordt Hus in zijn streven naar reformatie ongewild meegesleept in het Tsjechisch nationalisme. Wel is hij, beschermd door de koning en als prediker geliefd door de koningin, op het hoogtepunt van zijn gezag. Het is tegelijk een keerpunt. De kerkelijke autoriteiten vinden het hoog tijd dat aan de invloed van Hus een einde komt. Hij wordt bij de paus aangeklaagd. Vanuit Rome komt het bevel dat Hus zich van Wycliffs dwaalleer moet afkeren. Tevens wordt hem verboden te preken in kerken waar dat van ouds niet gebruikelijk is. Door dit verbod hoopt men de invloed van Hus op het gewone volk in te perken, maar Hus en de zijnen preken onverschrokken door voor grote volksmassa's. De regering neemt hem openlijk in bescherming. Van de ban over Hus en de burgemeesters van Praag en het interdict over de stad trekt niemand zich iets aan. De nederlaag voor de aartsbisschop is volkomen.

Aflaten
In dezelfde tijd dingen twee pausen naar de macht. De ene paus, Johannes XXIII, roept op tot een kruistocht tegen de koning van Napels, die de andere paus, Gregorius XII, in bescherming neemt. Om deelnemers voor deze kruistocht te werven, gaan aflaatpredikers rond die vergeving van zonden beloven. Zoals later Luther, keert Hus zich in zijn prediking fel tegen deze aflaten. Met grote nadruk verkondigt hij dat geen paus of bisschop in naam van de kerk bevoegd is naar het zwaard te grijpen, daar Christus tegen Petrus heeft gezegd: „Steek uw zwaard in de schede". Als de paus zijn vijanden wil overwinnen, moet hij Christus navolgen door voor zijn vijanden te bidden en te zegenen die hem vloeken. En wat de aflaathandel betreft: Vergeving van zonden is in geen geval voor geld, maar alleen in de weg van berouw en boete verkrijgbaar. Wat Hus over de onfeilbaarheid van de paus zegt, moet in die tijd hard zijn aangekomen. Hij noemt die niet alleen vals, maar bovendien godslasterlijk. ledere christen moet de uitspraken van de paus beproeven. Als ze in strijd zijn met wat Hus noemt de wet van Christus, waarmee hij de Heilige Schrift en vooral het Nieuwe Testament bedoelt, moet onherroepelijk de zijde van Christus gekozen worden.

Concilie
Deze uitspraken zijn olie op het vuur van verzet onder de bevolking van Praag tegen pauselijke aan- en uitspraken. Grote onrust ontstaat. Om die het hoofd te bieden, beveelt koning Wenzel dat Hus de stad moet verlaten. Wat het einde lijkt van het reformerend streven van Hus, blijkt echter hetzelfde gevolg te hebben als eens de vervolging van de christenen in Jeruzalem. Zijn volgelingen komen op eigen benen te staan en het reformatie-ideaal van Hus raakt bevrijd van allerlei, vooral nationalistische, smetten. De invloed van Hus wordt aanmerkelijk breder, omdat hij nu in tal van plaatsen preekt. Dan breekt het jaar 1413 aan, en daarmee het concilie van Constanz. Een concilie met nobele bedoelingen. Herstel van de kerkelijke eenheid door oplossing van het pausen-conflict èn hervorming van de kerk in hoofd en leden staan hoog op de agenda. Desondanks ligt op dit concilie de smet van de moord op een van de trouwe zo nen van de kerk. Want anders dan moord met voorbedachte rade is de dood van Hus niet. Hoe is het zo gekomen?

Volharding
De kerkelijke verwikkelingen in Bohemen hebben inmiddels Europese reikwijdte gekregen. Keizer Sigismund meent dat het concilie als scheidsrechter moet optreden en vindt Hus bereid om, onder vrijgeleide van koning Wenzel, naar Constanz te gaan. Hij is bereid zich in het openbaar te verdedigen en voor het concilie Christus te belijden. Er is nogal eens gezegd dat Hus, ondanks de waarschuwingen van zijn vrienden, nogal naïef is geweest om te gaan. Hoewel hem een zekere naïviteit niet kan worden ontzegd, is deze voorstelling niet helemaal juist. Hij rekent met zijn dood, ondanks het koninklijk vrijgeleide en de persoonlijke bescherming van drie Boheemse edelen. Spoedig na aankomst in Constanz stelt hij zijn testament op en schrijft een afscheidsbriefaan allen die zich met hem verbonden weten. Hus heeft de situatie goed ingeschat. In Constanz wordt hij vrijwel meteen gevangen gezet, ondanks het vrijgeleide en het protest van koning Wenzel, die verder niets doet. Uit de brieven die hij in deze tijd vanuit zijn gevangenis schrijft, leren we een man kennen die zichzelf niet beter acht dan Petrus. In de Engelse vertaling van deze brieven vraagt de gevangene van 'Constance' voortdurend voor hem te bidden om 'constancy' volharding. Hoe weinig hij van eigen standvastigheid zeker is, te meer is hij zeker van God, Die hem niet zal begeven in het uur dat hij het nodig heeft. Hoewel Hus zich bewust is dat God hèm niet nodig heeft.

Brandstapel
Een slachtoffer van zijn eigen naïviteit is Hus dus zeker niet. Zijn brieven getuigen van overgave aan de weg die God met hem houdt. „God heeft Jona bevrijd uit de buik van de vis, Daniël uit de tanden van de leeuwen, de drie jongelingen uit de gloeiende oven. Zo kan Hij ook mij bevrijden als het is tot Zijn eer en voor de prediking van Zijn Woord. Maar als de dood volgt, laat het dan ook tot Gods eer zijn." Als Gods wil maar geschiedt, waneer hij sterft of in leven blijft. Na driemaal verhoord te zijn, volgt op 6 juli 1415 zijn veroordeling tot de brandstapel. Terwijl alle aanwezigen roepen: „Uw ziel zij de duivel overgegeven", zegt Hus: „Ik beveel mijn ziel aan de Heere Jezus Christus." Op de plaats van de terechtstelling knielt hij neer. Als hij gedwongen wordt op te staan, roept hij duidelijk verstaanbaar: „Heere Jezus Christus, deze afgrijselijke, smadelijke dood wil ik deemoedig en geduldig ondergaan voor Uw Evangelie en de verkondiging van Uw Woord." Dan volgt zijn einde.

Standvastig
Is Hus een pre-reformator? Het is niet moeilijk deze vraag ontkennend te beantwoorden. Veel roomse invloed is bij hem aan te wijzen. Vaak beveelt hij zichzelf de moeder Gods en alle heiligen aan. Hij verdedigt de bediening van het Heilig Avondmaal onder beide gestalten, waarbij zowel brood als beker de gelovigen wordt aangereikt, maar volgt Wycliff niet in diens verwerping van de leer der transsubstantiatie. Toch heeft Luther het goed gezien als hij na kennisneming van Hus' boek "Over de Kerk" zegt: „Wij zijn hier in Heidelberg eigenlijk allemaal Hussieten." „De ware kerk wordt", aldus Hus, „gevormd door de ware gelovigen. Het uitwendig lid zijn van de kerk, zelfs de ambten, vormen geen garantie dat men ook lid van de ware kerk is. Wie wel in, maar niet van de kerk is, gelijkt op het kaf tussen het koren op de dorsvloer en het onkruid tussen de tarwe op de akker." Die woorden hebben ons vandaag nog evenveel te zeggen. Ondanks zijn vrees als Petrus te zijn, is Johannes Hus door genade standvastig gebleven. Hij wist dat dit niet zijn verdienste was, zoals blijkt uit het getuigenis dat hij zo'n twee weken voor zijn martelaarsdood heeft afgelegd, terwijl hij geketend in een cel lag. „Johannes Hus, in hope een dienaar van Jezus Christus, van welke hoop de duivel mij nooit kan of zal scheiden door de hulp van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, geprezen tot in alle eeuwigheid. Amen."

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 26 juli 1995

Terdege | 68 Pagina's

De ketter van Bohemen

Bekijk de hele uitgave van woensdag 26 juli 1995

Terdege | 68 Pagina's