Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kraanvogels in de Extremadura

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kraanvogels in de Extremadura

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Voor de kraanvogel is de trekroute over Europa geplaveid met hindernissen.Stropers, voedseltekorten en botsingen met elektriciteitsdraden, de Grus grusmaakt het onderweg allemaal mee. Na 2500 kilometer valt de V-formatie uiteen en buitelen grijze baljurken gracieus op de Spaanse bodem. De Extremadura lokt om te overwinteren. Bevallig pikken de kranen naar de zoete eikels. Het kan nog.

Als, na de lange winter, in maart de sneeuw begint te smelten, kondigen de kraanvogels met schelle kreten de terugkeer naar hun broedgebieden in Scandinavië aan. Met hangende poten en wijd gespreide vleugels om vaart te minderen, strijken ze op hun geboortegrond neer: de oevers van het Zweedse Hornborgasjön-meer en andere waterrijke terreinen in Noord-Europa. Terwijl pluimen en veren wuiven, maakt de Grus grus daar zijn beroemde danspasjes; als altijd gehuld in de grijze jurk met zwarte niches. De kraanvogel wordt van oudsher gezien als het symbool van trouw, waakzaamheid en een lang leven. Voor veel natuurbeschermers is het prachtige dier intussen eveneens de belichaming van de hoop dat gebieden waar mensen nog in harmonie met de natuur leven niet zullen verdwijnen.

De Extremadura is zo'n gebied. De Spaanse provincie grenst aan Portugal, is net zo groot als Zwitserland, maar heeft nauwelijks een miljoen inwoners. Het eeuwenoude cultuurlandschap ligt hoog, is droog en daardoor tegelijk zeer kwetsbaar. Ontwikkelingen in de landbouw -de intensivering ervan, de ontbossing, wateronttrekking en overbegrazing- bedreigen het hele gebied en zijn biodiversiteit, en daardoor ook de kraanvogel.

Kwetsbare balans
Het Wereld Natuur Fonds Spanje en de Spaanse Vogelbescherming riepen uiteindelijk de hulp in van de Artists for Nature Foundation (ANF). Deze organisatie, die door beeldende kunst een bijdrage levert aan de bescherming van natuurgebieden en historische cultuurlandschappen, ziet de noodzaak tot behoud van de kwetsbare balans tussen milieuvriendelijk boeren en duurzame natuur en trekt kunstenaars uit de hele wereld aan om de noord-zuid-trek van de kraanvogels en hun overwinteringsgebied in beeld te brengen. In totaal 58 natuurschilders uit twintig landen werkten vol overgave aan het project mee.

Afgehuurd
Het vastleggen van de trek begint vanaf september 1993. Terwijl onder luid getetter duizenden kraanvogels zich op het Zweedse eiland Öland verzamelen, kruipen Lars Jonsson, Lennart Sand en Staffan ÜUström achter hun schildersezel.. Vandaar steekt de gevleugelde armada de Baltische Zee over naar het eiland Rügen, een van de 25 stops in Duitsland. Bernd Pöppelmann, Steffen Walentowitz en Christopher Schmidt wachten hen daar op met penseel en verf, Fred Hazelhoff en Jane Watson hebben hun camera's in de aanslag.

De roep om verder naar het zuiden te gaan, volgt enkele weken later. Op 24 oktober strijken gewoonlijk de eerste kranen in Noord-Frankrijk neer. Een tweede, veel grotere golf overspoelt een kleine maand later Lac du Der-Chantecoq in Champagne. Bij dit grootste kunstmatige meer van Frankrijk lassen zeker 37.000 vogels een korte pauze in voor ze in V-formatie afzakken naar de Pyreneeën en op gunstige wind wachten om deze over te steken. De kraanvogels passeren de bergketen langs de passen Organbedixa, Lindux en Lizarietta, die iedere herfst door natuurbeschermers worden afgehuurd om te voorkomen dat langstrekkende dieren illegaal op de korrel worden genomen.

Dehesa
De grijze vogels, die een spanwijdte van twee-en-een-halve meter kunnen hebben, overbruggen honderden kilometers per dag. Hun eerste halte in Spanje is Laguna de Gallocanta in Aragon, een groot meer met brak water, wat moerasvegetatie en vele eilandjes. Het is opvallend dat de Baskische namen van deze traditionele stops met "zingende haan" zijn te vertalen, hetgeen refereert aan de langgerekte roep waarmee de kranen onderling elke tien, vijftien seconden contact houden. De trekvogels bereiken ten slotte in november de zonrijke bossen en graslanden van Extremadura. Driekwart van de westelijke populatie van Europees-Aziatische kraanvogels, 50.000 tot 55.000 dieren, overwintert hier, samen met miljoenen Nederlandse weidevogels. Begin februari 1994 zien ANFkunstenaars de kranen onder steeneiken naar eikels pikken. De glooiende heuvels, vlakten en valleien die zich voor hen uitstrekken, zijn ontstaan door een behoudend gebruik van de natuur. De "dehesa" laat zich goed vergelijken met de boomgaarden van Frankrijk, de weiden van Zuid-Engeland, de olijfgaarden van Griekenland of de Oostafrikaanse savanne.

Eikels
Steeneiken domineren de dehesa. De afstand tussen twee bomen bedraagt 13 tot 18 meter. Elke boom beperkt de windsnelheid, zorgt voor een eigen microklimaat en beschermt de bodem tegen uitspoelen door de hevige herfstregens. De boeren weten welke belangrijke functie de soms eeuwenoude eiken hebben. „Een goede dehesa is een huis met twee verdiepingen: de bodem en de bomen." Elke acht jaar snoeien ze de eiken zo dat de drie grootste takken uit een drie meter hoge stam overblijven. De kroon wordt uitgedund om zo veel mogelijk zonlicht toe te laten, wat gunstig is voor de groei van eikels. De vruchten dienen als voedsel voor hun hoogpolige, bruine varkens, wat een zoete smaak aan hun hammen geeft. Andere bewoners van de dehesa zijn de zwarte vechtstieren. Zes tot elf jaar mogen ze in de Extremadura luieren en hun spieren ontwikkelen alvorens te worden losgelaten in de arena. Een boer is apetrots als zijn stier in een belangrijke arena belandt. De kolossen vormen een belangrijke bron van inkomsten. Het afschaffen van het stierenvechten zou veel mensen brodeloos maken.

Veetrek
Omdat de bodem schraal is en de kwaliteit van het gras matig, kan de dehesa niet het hele jaar begraasd worden. Vandaar dat de boeren hun schapen en runderen in de zomer naar de bergweiden brengen. De veetrek ("transhumancia") geschiedde vroeger te voet over brede, oeroude paden ("caöadas"). Tegenwoordig worden vrachtauto's gebruikt. Natuurbeschermers proberen de transhumancia nieuw leven in te blazen. Samen met sympathiserende boeren drijven ze elk jaar te paard schaapskudden over de 400 kilometer naar het noorden. Ze nemen telkens een andere route, om een maximum aan natuurbewustzijn bij het publiek te bewerkstelligen. Op die manier hoopt men de komende acht jaar de tien belangrijkste canadas weer in gebruik te nemen.

Labiel evenwicht
Tussen de groenblijvende eiken en wilde olijfbomen zijn ook eucalyptusbomen te zien. In de jaren zeventig geplant, markeren ze nu een mislukte poging om Extremadura rijkdom te bezorgen: Ze brachten niet de verwachte opbrengsten uit papierpulp. De snelgroeiende bomen onttrekken in hoog tempo water aan de bodem en maken met hun schaduw iedere ondergroei onmogelijk. De plantages van Monfraguë staan bovendien bekend om hun stilte. Er leven geen vogels. De aanwezigheid van de bijzonder moeilijk uit te roeien eucalyptus laat zien hoe het landbouwpatroon gaandeweg wordt gewijzigd. Intensivering van de landbouw hoeft volgens ANF-directeur Ysbrand Brouwers niet te betekenen dat de natuur altijd onherstelbaar wordt beschadigd. „We moeten er echter vanuit gaan dat dat in Extremadura vrijwel altijd wèl het geval is. Het evenwicht tussen de traditionele en moderne vormen van landbouw is zeer labiel. Er zijn regels binnen de Europese Unie voor het subsidiëren van natuurvriendelijke landbouwmethodes, maar in de Alice-in-Wonderland-wereld van Europa verstrekt de Unie dat soort subsidies tegelijk voor projecten die juist intensivering van de landbouw tot gevolg hebben."

Verdrogen
„In de Extremadura, dat vanwege zijn extreme klimaat niet is te manipuleren, worden natuurlijke bronnen al duizenden jaren behoudend gebruikt. Het is de vraag of het gebied de aanvallen van de moderne landbouwmethodes kan weerstaan. Door het gebruik van pesticiden en kunstmest raken wilde dieren en planten in de verdrukking. Irrigatie heeft geleid tot intensivering van de landbouw op de steppe-graslanden en tot het dalen van de grondwaterspiegel. Dat laatste is er de oorzaak van dat eiken langzaam verdrogen en de dehesa een dorre vlakte wordt. Andere delen zijn vernield om tegemoet te komen aan de vraag naar houtskool voor barbecues van Europa, of door er amandel- of kerseboomgaarden aan te leggen. Dit gebeurt vaak op plaatsen waar deze bomen niet kunnen overleven zonder enorme hoeveelheden extra water." Als boerderijen worden verlaten, houdt het snoeien van de eiken op, zodat het bladerdak voller wordt. „De open weiden zullen dan verdwijnen en daarmee ook de eikelrijke wintervoedselplaatsen van de Europese kraanvogels."

Grote trap
De ANF-kunstenaars, die in het voorjaar van 1994 de pracht en Icwetsbaarheid van Extremadura weergeven, zijn verrukt over het landschap en de natuur. De velden zijn, dankzij de nog aangename temperatuur, een kleurentapijt van bloemen. En op de steppen zijn grote trappen te vinden, al ziet ook de toekomst van deze vogel er niet goed uit. De Spaanse populatie, met 13.500 tot 14.000 veruit de belangrijkste in de wereld, kan alleen overleven als de droge graslanden blijven bestaan. Voor de buitenstaander heeft Extremadura veel te bieden, meent Brouwers. „De regio heeft een uniek karakter. Echter, de mensen die zich hier bezighouden met het promoten van toerisme, moeten er wel voor zorgen dat het kleinschalig blijft en ervoor waken dat grote internationale hotels er geen themaparken en brede wegen aanleggen. De ontwikkeling van kleinschalig toerisme kan de lokale bevolking helpen te overleven, doordat ze op hun boerderijen logies kunnen aanbieden. Het kan bovendien een grotere markt creëren voor lokale produkten zoals ham, kaas en aardewerk."

Heimwee
Voor de beroemde Canadese schilder Robert Bateman was de Extremadura de meest stimulerende ervaring in zijn artistieke loopbaan. „Ik schilder meestal ongerepte natuur, maar ik vond het eeuwenoude cultuurlandschap, het werk van de mens in harmonie met zijn omgeving, eigenlijk nog boeiender."

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 6 september 1995

Terdege | 80 Pagina's

Kraanvogels in de Extremadura

Bekijk de hele uitgave van woensdag 6 september 1995

Terdege | 80 Pagina's