Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jouw vragen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jouw vragen

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

De meesten van jullie zullen al heel wat doopdiensten hebben meegemaakt. Een baby beseft er niets van; pas als je wat ouder bent, krijg je te horen dat je gedoopt bent. Maar wat is nu eigenlijk de waarde van de doop? vraagt een meisje. Ben ik anders dan mijn kerkelijke vriendin, die niet gedoopt is?

„Heb je "een streepje voor" als je gedoopt bent?"

Ik zit al een hele poos met de vraag: „ Wat is nu eigenlijk de waarde van de doop?" Eens hoorde ik iemand zeggen: „Als je gedoopt bent, dan heb je een streepje voor. "Mijn vriendin is niet gedoopt, maar verder eigenlijk hetzelfde opgevoed als ik.

's Zondags naar de kerk, lezen in de Bijbel, rok aan. Eerst wist ik zelfs niet eens dat ze niet gedoopt is. Waarom zou ik dan "een streepje voor hebben"? Zij komt toch ook onder de middelen? Ze is heel serieus in zulke dingen en heeft het er echt moeilijk mee dat ze niet gedoopt is.

Ze is niet gedoopt omdat haar ouders menen datje bekeerd moet zijn om je kind te laten dopen. Net als ik, gaat ook zij naar de Gereformeerde genteente. Is het zo, dat als je in de kerk wilt overtrouwen,je dan eerst gedoopt moet zijn ?

Bij volwassendoop geloven wij dat je wel bekeerd moet zijn, waarom dan de ouder(s) niet bij kinderdoop? Ik vind de Doop altijd heel moeilijk, net als belijdenis doen. Je moet toch eigenlijk een nieuw hart hebben om belijdenis te kunnen doen? Je doet toch belijdenis van je geloof en niet van de kerk?

Eigenlijk stel jij een heleboel vragen aan de orde. Ik zal proberen op al je vragen in te gaan. „De heilige doop betuigt en verzegelt ons de afwassing der zonden door Jezus Christus", zegt het doopformulier. De weldaden die de drieënige God in Zijn genadeverbond belooft en schenkt, worden betuigd en verzegeld in de doop, zo blijkt verder uit dit formulier. Dat is ten eerste de waarde en inhoud van de doop.

Nu hoor ik jou al meteen de vraag stellen: „Ja, maar van alle gedoopten worden toch niet de zonden afgewassen?" Nee, dat is waar. Dat geldt alleen van degenen die in het rijk van God zijn. En het doopformulir begint met ons te leren dat wij allen "in zonden ontvangen en geboren worden, en daarom kinderen des toorns zijn, zodat wij in het rijk van God niet kunnen komen, tenzij wij van nieuws geboren worden."

Nieuwe geboorte nodig
Er moet dus een wonder van Gods genade in ons leven gebeuren, want anders blijven wij buiten het rijk van God en gaan we voor eeuwig verloren. Dat wijst de doop ons juist ook aan. Toch heeft de doop een enorm rijke betekenis.

„Ja, voor degenen die wederomgeboren zijn", denk jij er waarschijnlijk weer bij. Dat is ook zo. Want de doop is een sacrament. En sacramenten zijn er niet om het geloof te werken, maar om het geloof te versterken. Is hiermee nu alles gezegd? Of heb je, als je gedoopt bent, ook al ben je dan nog onbekeerd, toch een streepje voor? Laten we eens luisteren naar de Bijbel (Rom. 3:2,1).

„Wat is dan het voordeel van de Jood? Of welk is de nuttigheid van de besnijdenis? Vele in alle manier; want dit is wel het eerste, dat hun de Woorden Gods zijn toebetrouwd." Dat mag je ook van de doop zeggen. Aan de gedoopten zijn de Woorden Gods toebetrouwd. En in dat Woord staan vele dingen. Dat God onze Schepper is en wij goed uit Zijn handen zijn voortgekomen. Dat wij nu gevallen zondaren zijn. Dat de Heere Jezus als Zaligmaker gekomen is.

Het Woord predikt Hem ons als Middelaar Gods en der mensen. Dat wij van nieuws geboren moeten worden. En dat dat kan door Woord en Geest. Dat dat ook gebeuren zal naar Gods welbehagen. Want „zolang als er de zon is, zal Zijn Naam van kind tot kind voortgeplant worden" (Ps. 72:17).

Gods verbondstrouw
De doop is een teken en prediking van Gods verbondstrouw. Die trouw hebben wij en onze vaders verzondigd. Maar Hij zal die trouw bewaren van geslacht tot geslacht. Hij voert Zijn verkiezend welbehagen uit door de bedding van het verbond.

Misschien zeg jij nu: „Ja maar, om daar nu echt deel aan te hebben, moet je bekeerd worden; moet de Heilige Geest in je hart komen." Dat is zeker waar. „En dat kan net zo goed met een ongedoopte als met een gedoopte gebeuren", zeg jij misschien.

Enerzijds is dat waar. Aan de andere kant is er toch verschil. Wij hebben de Heilige Geest nodig. En om deze Geest moeten wij altijd maar bidden. Hebben wij daar grond voor om dat te doen? Ja, zegt ds. Ledeboer dan, „in de heilige doop." „Want u komt de belofte toe en uw kinderen en allen die daar verre zijn, zovelen als er de Heere onze God toe roepen zal."

Juist deze belofte wordt zowel door het doopformulier als in Hand. 2 met de doop verbonden.

Persoonlijk houvast
Laat ik er nog iets aan toevoegen. Ik weet van verscheidenen van Gods kinderen dat ze wel eens in de nood van hun leven in hun worsteling met de Heere houvast aan de doop mochten krijgen. Wat is dat groot. Wanneer in de aanvechting dat er voor ons vanwege onze verlorenheid en zonde wel geen genade zal zijn, gezien mag worden dat de Heere al in de doop Zijn hand naar ons uitstrekte.

Zo kan (de herinnering aan) de doop tot versterking dienen van het zwakke geloof, dat wij misschien zelfs geen geloof zouden durven noemen. En jouw vriendin dan, die niet gedoopt is, maar wel naar de kerk gaat en ook serieus in deze dingen is? Natuurlijk kan zij bekeerd worden (bij God vandaan). Natuurlijk mag zij erom bidden; bid jij ook maar voor haar. Maar het is niet goed van haar ouders dat ze niet gedoopt is.

Je merkt het; ze heeft het er echt moeilijk mee. En dat is te begrijpen. Wij, ook ouders, mogen Gods inzettingen niet verachten en Zijn verbond niet verbreken. Zijn verbond verbreken, wat is dat? Laat ik twee dingen noemen.

Als wij met ons gedoopte voorhoofd de wereld verkiezen, niet met de zonde breken, Gods Woord verachten, onszelf niet voor God verootmoedigen. Wie God verlaat, heeft smart op smart te vrezen.

Het tweede is dit: in Gen. 17:14 lezen we dat degene die zijn zoontje niet besneed, Gods verbond verbrak. Zou dat ook niet van ouders gelden die hun kindje niet laten dopen?

Onbekeerd blijven
Maar als je als ouders dan onbekeerd bent? Natuurlijk kan ik het niet goed gaan praten dat iemand in zijn onbekeerlijkheid voortleeft. Ik ken daarvoor ook geen oplossingen. De ene moeilijkheid voegt zich bij de andere. Vanzelf bedoel ik hiermee niet iemand dan maar een bekering aan te praten. „Stap er maar overheen en doe alsof je ook bekeerd bent." Dat zou dwaasheid zijn.

Maar de nood ligt er. En die kan ik niet oplossen. Die nood lossen we ook niet op door dan maar toe te stemmen dat we onbekeerd zijn en dat we nog eens bekeerd moeten worden en ondertussen maar te laten dopen, belijdenis te doen enz. Zou zo'n weg van verstandelijk toestemmen en verder doffe berusting en lijdelijkheid van de Heere zijn? Het is duidelijk van niet.

Middelen waarnemen
Wat is dan de weg? 'k Hoop dat velen er eens mee in de nood komen voor God. Want nood is het. Onbekeerd zijn, dat wil zeggen op weg te zijn naar de eeuwige rampzaligheid. Is dat geen nood?

Het is waar, van nature zien we het niet en gevoelen we het niet. Ach, dat de Heilige Geest de nood eens tot nood maakte. En het geloof werkt dat de Heere de nood kan oplossen. Maar laten we intussen toch alle middelen waarnemen en ons toch niet afkeren. Van niet één van Gods inzettingen. Maar laten we de middelen der genade waarnemen, biddend om Zijn Geest.

Zo kan het toch zijn dat iemand belijdenis doet (of een kindje laat dopen), al beseft hij of zij de onmogelijkheid vanuit zichzelf. Maar ook lettend op Gods leiding (we zijn niet toevallig op de erve van het verbond geboren). En in het besef dat de Heere er recht op heeft dat we (al zou het dan uitwendig zijn, wat niet genoeg is,) Zijn verbond betrachten en in Zijn wegen gaan.

Als een rechteloze
'k Hoop dat jij met de eeuwige dingen, met je onsterfelijke ziel echt werkzaam zult zijn of worden. Dat je de Heere echt nodig zult hebben of krijgen. Als een onwaardige, als één die het totaal verzondigd heeft, maar die toch de Heere niet kan missen.

'k Hoop dat je leren mag dat je als een rechteloze zondaar, aan wie de Heere niets verplicht is, de Heere Jezus en Zijn Geest onmisbaar nodig hebt. Dat werke de Heere genadig. „Zoekt de Heere terwijl Hij te vinden is." „Wie Hem need'rig valt te voet zal van Hem Zijn wegen leren."

Laat ik ten slotte nog drie opmerkingen mogen maken, 'k Heb de vragen benaderd vanuit jou. Er is ook een andere kant. Als iemand belijdenis wil doen of een kindje wil laten dopen, dan oordeelt een kerkeraad niet over het hart van zo iemand. De kerkeraad let op leer en leven en geeft, daarop lettend, en erop wijzend dat de Heere naar waarheid in het binnenste ziet, toestemming tot doop of belijdenis.

Volwassendoop
Wat de volwassendoop betreft: Dat is inderdaad geen geringe zaak. Lees het formulier voor de volwassendoop er maar op na en vergelijk het formulier van de kinderdoop en van de volwassendoop maar eens met elkaar. Dan zullen je toch grote verschillen opvallen. Niet wat het wezen van de doop betreft; wel wat de vragen aan de persoon die de doop aanvraagt, betreft. Maar ook daarin kan de Heere voorzien. Wat onmogelijk is bij de mensen, is mogelijk bij God.

Huwelijk en doop
Op een zijdelings gestelde vraag ging ik nog niet in. „Als je in de kerk wilt overtrouwen, moet je dan eerst gedoopt zijn?"

Het huwelijk is geen sacrament. Als iemand zou wensen aan het heilig avondmaal deel te nemen, dan zal hij of zij zeker eerst gedoopt moeten zijn. Dat is (afgezien van de vraag naar het goddelijk recht) duidelijk. Zo ligt het bij een huwelijk volgens mij niet. Zeker wanneer één van de twee gedoopt is en kerkelijk meelevend is, dan is mijns inziens een kerkelijk huwelijk mogelijk.

Uiteraard is dat ter beoordeling van de plaatselijke kerkeraad. Deze zal ook letten op bijvoorbeeld kerkgang, levensopenbaring, eventueel of (één van de twee) de belijdeniscatechisatie gaat volgen, enz.

Ds. P. Mulder

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 18 oktober 1995

Terdege | 80 Pagina's

Jouw vragen

Bekijk de hele uitgave van woensdag 18 oktober 1995

Terdege | 80 Pagina's