Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

"Mijn vader was echt nóót thuis"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

"Mijn vader was echt nóót thuis"

Altijd druk!

16 minuten leestijd Arcering uitzetten

De werkweken worden korter, de mannen drukker. Zeker in de gereformeerde gezindte groeit het getal der bezige bazen. Als ze niet overwerken of een avondcursus volgen, hebben ze in hun "vrije tijd" wel andere besognes. Voor het schoolbestuur, de kerkeraad, ideële instellingen. En dan dragen de vaders nog verantwoordelijkheid voor een gezin. In de tijd die overschiet. Over vergaderende echtgenoten, gefrustreerde vrouwen, ontgoochelde kinderen en een hulpverlener die zich tegelijk lotgenoot weet.

Ieder kende Henk Kramer als een consciëntieus mens en een bekwaam bestuurder. Hij was een centrale figuur in de dorpsgemeenschap. Het begon al met zijn verkiezing tot ambtsdrager, meer dan twintig jaar geleden. „Daar vloeit dan het een en ander uit voort, hè. Een schoolbestuur, een evangelisatiecommissie, enkele raden van toezicht..."
Mevrouw Kramer nam het zoals het kwam. „Ik was het van huis uit gewend. Mijn vader zat ook in de kerkeraad en van alles en nog wat. Die was echt nóóit thuis. Dat accepteerde je gewoon. Tenminste, ik wel. M'n zus plukt er nu de wrange vruchten van. Die zegt: Ik heb nooit een opvoeding van m'n vader gehad. Die man was er nooit. Hij hobbelde van de ene vergadering naar de andere."

Geen tijd
Kramer ging dezelfde kant op. Van jongs af is hij behept met de eigenschap dat hij dingen niet half kan doen. Voor hemzelf is dat een last, anderen maakten er dankbaar gebruik van. Niet alleen in de kerkeraad, ook binnen het schoolbestuur. Van het algemeen bestuur promoveerde hij naar het dagelijks bestuur. Het werk stapelde zich op. „Zondagsavonds dacht ik weleens: Als deze week iemand van de familie in het ziekenhuis belandt of overlijdt, heb ik eigenlijk geen tijd." De last van het avondwerk begon ook overdag te drukken.
Terwijl collega's tussen de middag een ommetje maakten, zat hij kerkeraadsnotulen uit te werken. In de ene hand een dubbele boterham, in de andere een pen. „Om voor de avond weer tijd uit te sparen. Na jaren gaat zich dat wreken. Je kunt je niet meer ontspannen. Als je een halfuur zomaar zit, heb je al een schuldgevoel."

Langs elkaar heen
Maatschappelijk werker H. van Groningen kent het verschijnsel van nabij. Sinds 1986 werkt hij bij De Vluchtheuvel, een instelling van de Gereformeerde Gemeenten voor psycho-sociale hulpverlening. Een groot deel van de cliënten klopt er aan vanwege relatieproblemen. Tussen man en vrouw, of tussen ouders en kinderen. Meestal zijn de spanningen te verklaren uit een complex van factoren. Een frequent terugkerende factor is het feit dat veel mannen nauwelijks tijd hebben voor hun gezin.
„Zo begeleidde ik eens een echtpaar waarvan de man van 's morgens zeven tot 's avonds elf druk is met een gewone baan en een aantal nevenactiviteiten. Die vrouw voelde zich eenzaam, ging drinken en kon het gezin niet meer aan. Zo zijn er meer voorbeelden te geven. Mannen die zo overbezet zijn, dat ze geen tijd meer voor hun vrouw hebben. Ze leven langs elkaar heen en komen aan een werkelijk gesprek niet meer toe. Dat komt een huwelijk niet ten goede. Nog vaker maak ik mee  dat kinderen erdoor in de knel komen."

Als hij de achterliggende tien jaar overziet, heeft de maatschappelijk werker niet de indruk dat de situatie er beter op wordt. „We leven in een cultuur waarin je pas echt meetelt als je het geweldig druk hebt. Je durft bijna niet meer te zeggen dat je drie avonden in de week thuis bent."

Nevenfuncties
Een deel van de activiteiten in de avonduren vloeit voort uit de dagelijkse arbeid. Zo volgen heel wat mannen bijscholingscursussen. De een min of meer verplicht, de ander vrijwillig om carrière te kunnen maken, een derde om op termijn niet buiten de boot te vallen. Want het bedrijfsleven is er niet vriendelijker op geworden.
Vooral binnen de gereformeerde gezindte komt daar een scala aan ideële nevenfuncties bij. Voor de kerkelijke gemeente, de reformatorische scholen, tal van charitatieve instellingen, diakonale projecten, verschillende vormen van evangelisatiewerk.... Allemaal goede doelen. Van Groningen wordt regelmatig geconfronteerd met de keerzijde ervan. „Ik heb hier al wat familieleden gesproken, ook van ambtsdragers. Trieste verhalen hoor je dan. Jonge mensen die het gevoel hebben dat ze bij hun eigen vader een gesprek moeten aanvragen, omdat hij eventjes geen tijd heeft. Dat "eventjes" duurt al jaren, zei een jongen tegen me."
Het gecomphceerde van het probleem is dat de veroorzaker zelden een ontaarde vader is. De overbezette mannen lijden meer dan eens ook zelf onder hun agenda. Ze voelen zich gevangen in een spiraal waar ze heel moeilijk uit kunnen stappen.

Lotgenoot
Behalve hulpverlener weet Van Groningen, vader van zes kinderen, zich op dit punt lotgenoot. Hij is ouderling en voorzitter van het schoolbestuur van de reformatorische basisschool in Kapelle. Daarnaast is hij elke week een avond op stap voor de toerusting van ambtsdragers. „Wat dat betreft heb ik anderen niets te verwijten. Wel kan ik zeggen dat m'n vrouw er volledig achter staat. Ze voelt zich wezenlijk bij het werk betrokken. Dat is heel belangrijk. Leef mee met eikaars bezigheden. Praat veel, al moet dat soms in de late uurtjes. Spanningen ontstaan vooral wanneer de man bezig is met zijn eigen dingen, en de overige huisgenoten er niet bij betrekt. Vrouw en kinderen moeten niet het gevoel krijgen dat ze er maar wat bij hangen." Concreet betekent dit voor Van Groningen dat hij het ambt had afgewezen, als zijn vrouw er niet doorheen had gezien. Dat is voor hem niet strijdig met het "van de gemeente en mitsdien van God geroepen". „Dat je dat ook in je hart gevoelt, staat erbij. En daarin spelen de omstandigheden van je gezin en de beleving van je vrouw mee. Als je ziet dat de last voor hen echt te zwaar wordt, kan ik me niet voorstellen dat je in je hart de overtuiging hebt dat je dit werk toch moet doen."

Kinderen
Het opgroeien van zijn oudste kinderen maakte Kramer bewust mee. „Ik heb ermee gefietst, gespeeld en gedaan. Maar toen de jongste werd geboren, was ik al zo ingebed in al het werk, dat ik eigenlijk geen tijd meer had om met haar eens wat te spelen. Dat heeft zich gewroken in de latere jaren. Ik heb met haar een andere band dan met de oudsten. Tegen een ambtsdrager die dezelfde kant dreigt op te gaan, heb ik onlangs gezegd: Joh, denk eraan dat je je jongste kinderen niet over het hoofd ziet. Later krijg je daar spijt van, maar dan is het te laat."
Opmerkelijk is dat met name de verkiezing tot ambtsdrager vaak een kettingreactie veroorzaakt. Er zijn er nogal wat die na hun bevestiging tot ouderling of diaken een delegatie van het schoolbestuur of de plaatselijke SGP-kiesvereniging op de koffie kregen. Allen met de befaamde noodkreet: "Kom over en help ons". Zo ook bij Kramer. „Op een zeker moment was ik op een jaarvergadering van de kiesvereniging en het was meteen raak. Ik heb tegen mijn vrouw gezegd: Daar kom ik voorlopig niet meer. De politiek trekt me niet eens. Maar zit je eenmaal in wat besturen, dan willen ze je overal hebben."

Motieven
Hetzelfde verhaal is, in verschillende varianten, al veelvuldig in de spreekkamer van Van Groningen verteld. Van de ene functie verzeilde vader en echtgenoot in de andere. Tot vrouw of kinderen bij de hulpverlening belandden.
„In eerste instantie wijzen de meeste mannen op hun verantwoordelijkheidsgevoel. Ze durfden geen nee zeggen toen ze werden aangezocht voor een bepaalde functie. Vraag je door, dan blijkt dat een aantal het werk gewoon ook heel graag doet. Het hobby-achtige karakter kan zelfs de boventoon gaan voeren. En vergeet niet het aanzien. Door de mensen gezien te worden als iemand die in allerlei besturen meedraait. Dat geeft een bepaalde status. Voorzitter hiervan, leider daarvan... Als je jezelf daar eerlijk op onderzoekt, doe je nogal eens verrassende ontdekkingen." De motivatie heeft z'n weerslag op de famihe. „Een jonge vrouw vertelde me dat haar vader heel vaak niet thuis was, maar dat ze daar nooit moeite mee had gehad, omdat ze voelde dat hij dit werk vanuit een zuivere betrokkenheid deed. Echt met de Heere. Mijn ervaring is overigens dat zuivere en onzuivere motieven erg met elkaar verstrengeld kunnen zijn."

Bezinning vooraf
Een pasklare remedie heeft de maatschappelijk werker niet. Elke situatie, elk gezin en elk individu is anders. „In een aantal gevallen worden de problemen veroorzaakt door de houding van de man. En soms is er gewoon veel te veel. Dan zal gesnoeid moeten worden. In de praktijk is dat niet eenvoudig. Veel situaties kun je niet zomaar terugdraaien."
Het toont voor de reformatorische hulpverlener te meer de noodzaak van bezinning vooraf „Als je voor iets gevraagd wordt, moet je je nooit tot een geforceerde beslissing laten verleiden. Ook niet als wordt gesuggereerd dat die taak door God wellicht op je weg is geplaatst. Dat zal de Heere dan Zelf wel duidelijk maken. Denk er rustig over na. Breng het in gebed. Onderzoek jezelf zuiver op je motieven.
Niemand is ermee gediend wanneer je meer op je neemt dan je zelf of je gezin aan kan. Een goede zorg voor jezelf is tegelijk een goede zorg voor je naaste. Er zijn overigens ook mensen die je daar absoluut niet toe hoeft te stimuleren. Die zo voortreffelijk voor zichzelf zorgen, en dermate gesteld zijn op een stil en gerust leven, dat ze nooit ergens een hand voor uitsteken."

Dun zand
Kramer kwam tot bezinning door een bittere opmerking van zijn jongste dochter. Ze had inmiddels de puberleeftijd bereikt en gaf ongezouten haar mening over al het prachtige werk van haar vader. „Op een gegeven moment zei ze: 'Jij bent nooit thuis!' Daar ga je dan over nadenken en je komt tot de conclusie: Eigenlijk heeft ze gelijk. Op zo'n moment ben je echter niet in staat om op de rem te trappen. Je weet niet hoe het anders moet."
Vier jaar had hij ervoor nodig om naar een beslissing toe te groeien. „Dat is een moeizaam proces. Wat moet ik afgaan hakken?" Het schoolbestuur oefende druk op hem uit om nog een paar jaar te blijven en hij liet zich overhalen. Pas toen hij opnieuw herkiesbaar was, liet hij schriftelijk weten dat hij eruit stapte.
Het verwachte effect op de agenda bleef uit. „Het is net als met dun zand. Als je er een putje in maakt, loopt het gelijk weer vol. Vanuit de kerkeraad kreeg ik nog meer naar me toe. Op een gegeven moment dacht ik: Mag dat nou zo? Om de twee jaar word je herkozen, je geeft je ja-woord, maar van binnen zeggen ze: Het kan niet, stoppen! Ik heb weleens met jaloezie naar onze hervormde broeders gekeken. Die móeten er op een gegeven moment uit. Dat vind ik een goede zaak."

Link
Na lang wikken en wegen hakte hij recent de knoop door. Zijn beslissing om af te treden sloeg in als een bom. Van alle kanten werd geprobeerd hem vast te houden. „Als het dan in de gemeente bekend raakt, wordt het nog een graadje erger. Mensen gaan je bellen of ze spreken je aan. Wat hebben we nou gehoord? Hoe moet dat nu, bij jou konden we altijd terecht.
Op zo'n moment denk je: Tjongejonge, ben ik zó geliefd in de gemeente! En dan moet je er zéker uit. Als ik het niet meer doe omdat het Gods werk is, maar omdat ik zo belangrijk ben, wordt het link. Dat zijn tijden waarin je constant tegen jezelf moet zeggen: Ik ben niet belangrijk. Het ellendige is dat je jezelf zo belangrijk vindt. Dat zie je achteraf nog beter. Het is maar goed dat ik die geluiden nooit gehoord heb toen ik nog in de kerkeraad zat. Dan was ik een onmogelijk mens geworden. En laten we nuchter zijn, na twee maanden praat niemand er meer over. Dan is iedereen vergeten wat je gedaan hebt. Dat is maar gelukkig ook."

Tweedeling
Scherper dan voorheen onderkent hij bij anderen het web waarin hij zelf verstrikt is geweest. Tegelijk moet hij constateren dat voor sommige posten het aantal beschikbare kandidaten beperkt is. Tal van bestuurlijke functies vereisen specifieke kennis, zeker nu veel instellingen hun eigen bonen moeten doppen, ook op financieel terrein.
„Daar komt nog bij dat steeds minder mensen bereid zijn om iets voor niets te doen. Ik heb er wel meegemaakt die meteen vroegen: Wat schuift dat? Nou, die bestuursfuncties schuiven niks, die kosten geld. Zo zie je een steeds sterkere tweedeling komen tussen enerzijds mensen met bestuurlijke capaciteiten en idealisme, die overal voor gevraagd worden, en anderzijds mensen die óf de capaciteiten niet hebben, óf liever een betaalde bijbaan nemen."
Van Groningen herkent het dilemma. Hij was stellig van plan het voorzitterschap van het schoolbestuur af te stoten. „Maar als kandidaten dan ook geen tijd hebben, niet willen, of zeggen er absoluut de capaciteiten niet voor te bezitten, word je weleens tot een herziening van je standpunt gedwongen. Al moeten we beseffen dat niemand onmisbaar is. Als bekwame bestuurders overlijden zie je dat de meeste dingen gewoon doordraaien."

Worsteling
Zijn kinderen zijn eraan gewend geraakt dat vader veel avonden van huis is. „Ze vragen vaak niet eens: 'Moet u weg vanavond?', maar: 'Waar moet u naartoe?'. Dat bezwaart me wel ja. Aan de andere kant vind ik het niet verkeerd dat kinderen leren hun vader voor bepaalde zaken af te staan. En ik zet me er heel erg voor in, met alle tekort, om er voor hen te zijn. Niet alleen lijfelijk, maar helemaal. Als je thuis bent, moet je er ook écht zijn. In gesprekken hierover wijs ik vaak op de Heere Jezus, tijdens Zijn omwandeling op aarde. Hij was altijd druk. Vond soms zelfs geen gelegen tijd om te eten. En toch straalde Zijn leven rust uit. Hij was nooit gejaagd, nooit vluchtig. Hij deed waartoe Hij zich van de Vader geroepen wist. Dat heeft ons allemaal iets te zeggen. We kunnen onszelf zo voorbij hollen. Als we zo druk zijn dat wezenlijke zaken erbij inschieten, zijn we tè druk.
Niet de hoeveelheid werk, maar onze houding daarin is bepalend. Je ontmoet mannen die de hele week geen tijd hebben voor de kinderen, maar op zaterdag een paar uurtjes met z'n allen naar het bos gaan, om daarmee de schuld in te lossen. Dat werkt natuurlijk niet. De hele week door moeten er tijden zijn waarop kinderen hun verhaal kwijt kunnen. Ik weet uit ervaring dat dat een worsteling is, elke dag. Of nou, dat klinkt zo zwaar, laat ik zeggen een opgave. Het gezin moet prioriteit één blijven. En dat gaat niet vanzelf."

Mooie tijd
Wat Kramer heeft gemist in het opgroeien van zijn jongste dochter, probeert hij in te halen door er regelmatig opuit te gaan met z'n kleinzoon. „Ik ben inmiddels zo ver dat ik anderhalf uur met die kleine kan fietsen zonder dat ik het gevoel heb: Wat had ik in die tijd niet allemaal kunnen doen."
Toch leeft diep in zijn hart de hoop dat het ambtelijke werk niet voor altijd voorbij zal zijn. „Nu ben ik er absoluut nog niet aan toe. Dan zou ik binnen de kortste tijd in dezelfde situatie zitten. Maar als alles mentaal weer een beetje in het rechte vlak zou mogen komen, en ze zouden een beroep op me doen, dan zou ik geloof ik niet de vrijmoedigheid hebben om nee te zeggen. Wanneer ik de ouderlingen en diakenen zie gaan, voel ik weleens iets schrijnen ja. Naast mensen te mogen staan die het moeilijk hebben, hun leed proberen mee te dragen, maar ook te delen in hun blijdschap. Daarin ligt voor mij een levensvulling.
Ik moet eerlijk zijn, ook daarin speelt een stukje hoogmoed mee. Als ambtsdrager weet je alles van een gemeente. Dat is voorbij en dat is echt wennen. Hetzelfde heb ik gehad toen ik uit het schoolbestuur ben gestapt. Als je later op een of andere schoolbijeenkomst weer eens contact hebt met de bestuursleden, dan voel je iets weemoedigs. Dan denk je: Het was tóch een mooie tijd."

Ter bescherming van hun privacy kwam het echtpaar Kramer onder schuilnaam aan het woord. Ook de foto's hebben geen betrekking op de genoemde personen, behalve het portret van de heer H. van Groningen

==

Een moeder
"M'n man komt alleen even binnen om te eten. Zelfs z'n krant lezen en koffie drinken doet hij op het kantoor Er zijn weleens mensen die zeggen: Je mag bil] zijn dat hij goed z'n werk heeft. Maar Ik ben weleens jaloers op andere gezinnen. Vader heeft nooit eens tijd voor een spelletje, of een gesprek met de kinderen. Niet alleen als vader en kinderen groei je zo uit elkaar, maar ook als man en vrouw. Ik hou erg van lezen, handwerken en puzzelen, maar je kunt ook weleens naar een goed gesprek verlangen. Daar komt nooit van. Ik denk ook niet dat dat nog verandert. Als vader nu ledere avond In de kamer zou zitten, dan werd het geloof Ik een stresssfeer...

Een echtgenote
"De tijd die mijn man aan ons gezin kan besteden, is zéér minimaal. Daarin is geen wijziging aan te brengen. Ik kan er niet altijd psychisch tegenop. Gevoelens van wanhoop, moedeloosheid, innerlijke ontreddering, schuldgevoelens kunnen bij tijden me zo bezetten, dat ik me soms geen raad weet. Ten diepste ook de schuldgevoelens, omdat we het niet eens kunnen zijn met de weg die we hierin moeten gaan. (De man die Gij mi] gegeven hebt...) Juist het weten dat er geen verandering te verwachten is, maakt het extra moeilijk, ook voor mijn man. We hebben het vaak besproken, maar het geeft geen verandering. Hoe moet ik ermee omgaan? Hoe voorkomen we dat we van elkaar af groeien...

Een weduwnaar
"Mijn vrouw zei weleens: „Kan het niet een beetje minder? Wij zijn er ook nog!" Dat remde soms wel eens af, maar al gauw nam de drukte weer de overhand. Een vergadering hier, een bijeenkomst daar, bestuursfuncties, enz. En zo ging het leven door, de kinderen gingen de deur uit en de vut kwam in zicht, met alle voornemens die daar aan gebonden zijn. Maar de mens wikt, maar God beschikt. Mijn vrouw werd ziek en na enkele maanden is ze overleden aan de gevreesde ziekte. En daar sta je dan, nauwelijks beseffend wat er gebeurd is. De kinderen geen moeder meer en ik geen vrouw meer. Ontredderd en alleen voor de opvoeding van de kinderen die nog thuis zijn. Dan denk je over je huwelijksleven na, over de dingen die je anders had moeten doen, maar die nu niet meer kunnen. Daarom zou ik aan al die mannen die veel te druk zijn met hun werk willen zeggen: Bedenk waar je mee bezig bent, denk en besteed veel meer tijd en aandacht aan je gezin nu het nog kan. Het kan zo gauw veranderen...

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 27 december 1995

Terdege | 80 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van woensdag 27 december 1995

Terdege | 80 Pagina's