Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een nieuwe kand voor Ehtiopische moeders en kinderen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een nieuwe kand voor Ehtiopische moeders en kinderen

"Het is moeilijk om acht kinderen groot te brengen zonder inkomen.

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoewel de burgeroorlog in Ethiopië is beëindigd, is de misère nog steeds groot. Vooral alleenstaande moeders hebben nauwelijks perpectief. Ze dreigen te verzinken in het moeras van armoede, verpaupering en prostitutie. Om die spiraal te doorbreken, begon de hulporganisatie Good Shepherd voor deze doelgroep een aantal projecten. Met succes. Honderden vrouwen kregen met hun kinderen een nieuwe kans. Met hulp van Terdege kunnen het er duizenden worden. Een reportage over de onderkant van de samenleving in Addis Abeba.

"Ga weg, vreemdelingen, ga weg. Deze wc is niet van jullie. Jullie mogen hier niet komen, deze wc is van ons." Een zesjarig meisje stuurt vreemde bezoekers bij de toiletgebouwen weg. Toiletten zijn goud waard in het centrum van Addis Abeba, de hoofdstad van Ethiopië. De meeste bewoners van de overvolle krottenwijken hebben geen wc. Ze moeten zich behelpen op een stukje braakliggende grond. In een paar van deze wijken bouwde de Ethiopische organisatie Good Shepherd Family Care Service toiletgebouwtjes. De mensen zijn er zuinig op. Good Shepherd doet meer voor de armen in Addis Abeba. Zij richt zich, met steun van de Nederlandse hulporganisatie Woord & Daad, vooral op vrouwen en kinderen. Alleenstaande moeders volgen met hulp van Good Shepherd een opleiding, om op eigen benen te kunnen staan. Hun kinderen kunnen eindelijk naar school.

Alleenstaande moeders
Malaku Abdissa (38) is hoofd van de projecten. Hij trekt zich het leed van de paupers in Addis Abeba aan. „Armoede is een groot probleem. De mensen lijden door droogte en oorlog. Mensen sterven. Good Shepherd wil de problemen van deze armen delen, hun vriend zijn." Een belangrijke doelgroep van Good Shepherd zijn volgens Malaku Abdissa alleenstaande moeders. „De mannen voelen zich meestal niet verantwoordelijk voor hun kinderen, hun vrouw en hun huis. Ze schamen zich ervoor dat ze hun gezin niet kunnen onderhouden. Soms verdienen ze wat geld, maar dan gaan ze van pure ellende maar naar het café, en zetten de zuurverdiende birren om in drank. Anderen verlaten hun huis en hun woonplaats, op zoek naar werk. Maar er zijn helemaal geen banen en er is geen geld. Velen keren niet naar hun gezinnen terug." De vrouwen zorgen dan alléén voor de kinderen en houden het huishouden draaiende. Maar het is moeilijk om zonder inkomen voor een gezin te zorgen. Het kroost moet gevoed, heeft kleren nodig en moet naar school. Zo klein als ze zijn worden kinderen de straat op gestuurd om te werken, ofte bedelen. Sommigen worden verhuurd, om tegen betaling te bedelen voor hun "huurbaas".

Nachtmerrie
Elke dag gaan in Addis Abeba zo honderden kinderen de straat op, om hun hand op te houden. Ze doen een beroep op het medelijden van toeristen en welgestelde Ethiopiërs. „Mijn vader is dood, mijn moeder is dood, en ik heb niets in mijn maag", zeggen ze. Of: „Ik woon op het station, ik heb honger. Geef me alstublieft een bir, vader." Good Shepherd wil de Ethiopische moeders bijstaan in de zorg voor hun gezin, om te voorkomen dat kinderen hun leven op straat moeten slijten en afglijden naar de prostitutie. Veel meisjes hebben in Ethiopië op veertien- of vijftienjarige leeftijd al een kind. „Het is voor deze vrouwen elke dag weer een nachtmerrie om een stuk injera, een Ethiopische pannenkoek, te bemachtigen", zegt Malaku Abdissa. Good Shepherd wil hen helpen bij het verkrijgen van economische zelfstandigheid. Als de vrouwen een vak beheersen, kunnen ze zelf geld gaan verdienen om voedsel te kopen."

Koeievlaaien
De 66-jarige Desta Balcha woont in de Korea-wijk van Addis Abeba, het werkgebied van Good Shepherd. Desta's een-kamerwoning bergt behalve haar gezin een koe. Het huis hangt vervaarlijk boven een afgrond. Eén muur gleed al de diepte in, een paar brokstukken staan nog overeind. Het is donker in het huis. De woning heeft maar één luik waardoor wat licht naar binnen valt. De koe staat op een beetje stro, vlakbij het raam. Vliegen ontfermen zich over de verse koeievlaaien. Buiten is er voor het beest geen plaats. Desta is blij met de koe. Haar zoon, die gestorven is, verdiende geld en kocht er het stuk vee voor. Het dier zorgt nu nog voor inkomen. Desta melkt de koe en verkoopt de melk. Daarmee verdient ze twee bir (vijftig cent) per dag. Van die vijftig cent moet ze dan nog wel veevoer kopen. Achter het huis is een "openbaar toilet". Zevenendertig mannen, vrouwen en kinderen maken er gebruik van. Een paar kale takjes schermen de plaats enigszins af, maar privacy kennen de mensen niet. Zelfs buiten het regenseizoen is het er nat en glibberig. Verderop hebben bewoners een gemeenschappelijk "toilet" op een berghelling, midden tussen de huizen. „In het regenseizoen spoelt de poep zó onze huizen binnen", vertelt een vrouw.

Advies
Good Shepherd probeert wat aan deze situatie te doen, maar het is moeilijk om aan grond te komen. „De overheid geeft het land liever aan grote investeerders", zegt directeur Mulugeta Abebe. „Zolang die er niet zijn, blijft het land braak liggen." Hulporganisaties hebben grote moeite om grond te krijgen voor hun projecten en zijn soms in jarenlange gevechten met de overheid gewikkeld. Mulugeta: „Wij laten het de mensen zelf vragen. De grond is van hen, maar ze weten niet wat hun rechten zijn. Wij onderwijzen hen daarin. Ze moeten vragen om eten, om school, en om land voor toiletten. Wij helpen de mensen om op eigen benen te staan en geven advies. 'Verzamel geld, ga samen naar de overheid en vraag grond om toiletten op te kunnen bouwen. Zeg erbij dat als ze de grond niet geven, ze bij de volgende verkiezingen hun functie kwijt zijn'." Deze raad is opgevolgd. Met succes. De overheid gaf het land en Good Shepherd financierde een groot deel van de zesentwintig toiletten. Negen gezinnen maken gebruik van één toilet. Ze hebben allemaal een sleutel en houden het toilet zelf schoon. „Dat werkt prima", meldt Mulugeta tevreden.

Gastvrij
Ook Alemayehu Yewn en Lemash Abebe wonen in de Korea-wijk. Ze hebben elf kinderen in de leeftijd van acht tot vijfentwintig. Ze delen een kleine twee-kamerwoning, 's Nachts verdeelt de familie zich over de twee bedden en de grond. Alemayehu was soldaat in de oorlog, maar sinds de vrede is hij die baan kwijt. Gelukkig verdienen zijn zonen in het weekend wat geld met schoenpoetsen. De jongens poetsen twee of drie paar schoenen per dag, voor een dubbeltje per paar. In het regenseizoen laten de mensen hun schoenen wat vaker poetsen. Dan komt er wat meer brood op tafel. De dochters verdienen soms wat geld met het sjouwen van stenen, in een andere wijk, waar de mensen hen niet kennen. Het is niet geaccepteerd dat meisjes werken. Moeder Lemash Abebe koopt af een toe een grote fles drank, en verkoopt die per glaasje. Als ze de inhoud van de hele fles heeft verkocht, heeft ze een bir (een kwartje) verdiend. Daar kan ze vijf kleine broodjes voor kopen. Maar als er bezoek komt, biedt de vrouw des huizes haar gasten een glaasje alcohol aan. Dat hoort bij de Ethiopische gastvrijheid. „Ethiopiërs moeten hun sociale verplichtingen nakomen", zegt Malaku Abdissa van Good Shepherd. „Het is belangrijk om gastvrij te zijn. De mensen delen hun armoede. Als er een begrafenis is, kan de familie vaak zelfde koffie niet betalen. Daar wordt dan voor gecollecteerd. Ook feestdagen zijn voor Ethiopiërs erg belangrijk, nog belangrijker dan een dak boven het hoofd."

Grote gezinnen
De Ethiopiërs hebben vaak grote gezinnen. "De horens van een koe zijn nooit te groot", luidt een Ethiopisch spreekwoord. Het opgroeien van een kind is een kans voor de ouders. Elk kind dat geboren wordt is een mogelijkheid om tot iets groots te komen. God geeft de mensen kinderen en Hij helpt hen ze groot te brengen. Daarom maken ze zich geen zorgen, al hebben ze geen inkomen. „Ja", zeggen de Ethiopiërs bij een begroeting, „het gaat goed met me, prijs God." Dat zeggen ze altijd, zelfs als ze ziek zijn. Tsehai Taye heeft vijf kinderen, in de leeftijd van vijf tot vijftien jaar. Vijfjaar geleden stierf haar man, na een ziekte. Hij was constructiewerker. Na de dood van haar man heeft Tsehai in haar eentje de zorg voor de kinderen, en dat is vaak moeilijk. Om geld te verdienen ging ze brood bakken, dat ze op straat verkocht. Haar oudste zoon hielp mee met de verkoop. Hij kon in die tijd niet naar school, daar was geen geld voor. Het was een onzekere tijd. Soms verdienden ze wat, soms niets.

Bakproject
Hun leven veranderde toen het hoofd van de wijk Tsehai Taye uitkoos voor het "injera-baking project" van Good Shepherd, samen met dertig andere vrouwen. Nu is ze groepsleidster van een groep van vijftien vrouwen. Die bakken elke nacht ongeveer tweeduizend injera's. De Ethiopische pannenkoeken > worden verkocht aan de mensen in de wijk, aan ziekenhuizen en organisaties. Overdag mag iedereen tegen betaling van één bir twintig injera's van eigen meel bakken, op de elektrische platen, onder toezicht van de vrouwen van het project. Thuis kost het bakken van de injera's al gauw vijf bir aan brandhout, en is de keuken, die gedeeld moet worden met zeven andere gezinnen, niet zo schoon. Bovendien zijn de daken van de gemeenschappelijke keukens lang niet altijd waterdicht. Tsehai Taye verdient met het bakken van injera's ongeveer tweehonderd bir (zo'n vijftig gulden) per maand. „Ik verdien nu genoeg geld voor mijn kinderen, m'n moeder en mezelf We kunnen drie keer per dag eten en m'n kinderen gaan naar school. Elke dag kan ik koffie drinken, terwijl dat vroeger niet kon. Ik drink nu ook koffie met suiker, in plaats van met zout. Verder kan ik zeep kopen om onze kleren te wassen. En toen ik laatst lekkage had in mijn huis, kon ik het dak laten maken."

Lening
Naast de injera-bakkerij begon Good Shepherd een meelfabriekje en een broodbakkerij. Verder leren vrouwen er breien, en naaien op elektrische naaimachines. Andere alleenstaande moeders leren werken met hout, of krijgen een opleiding metaalbewerking. Zoals de 23-jarige Tenaye Adisu. Ze woont nog bij haar familie, is ongetrouwd en heeft een kind van twee jaar. Haar moeder verdient soms wat met de verkoop van lokale drank. Sinds drie maanden volgt Tenaye de training metaalbewerking van Good Shepherd. Na haar opleiding wil ze een eigen zaak beginnen. Ze gaat dan ramen en deuren maken en heften voor beitels. Wat de mensen op de markt maar willen hebben, kan ze maken. De alleenstaande moeders kunnen ook geld lenen bij Good Shepherd: vijfhonderd bir. Met dit kapitaaltje kunnen ze een winkeltje openen, of een bedrijfje beginnen. Voordat het geld wordt uitgeleend, leren de vrouwen hoe ze ermee moeten omgaan. Elke week betalen ze twee of drie bir terug. Als ze het hele bedrag hebben terugbetaald, kunnen ze duizend bir lenen. Ze hebben bewezen dat ze betrouwbaar zijn en dat ze goed met geld kunnen omgaan.

Koffie
Twintig vrouwen begonnen onder leiding van Good Shepherd een groentetuin. Ze verbouwen wortels, spinazie, kool en uien. Ook "brango" wordt met veel liefde verbouwd. Deze groente groeit verder nadat een deel ervan is geoogst, en levert dus veel op. De vrouwen telen de gewassen in de eerste plaats voor zichzelf en hun gezin. Wat overblijft verkopen ze, zodat ze ook een inkomen verdienen. Mulu Mekonnen heeft de zorg voor acht kinderen. Ze is blij met haar tuin. „Het is moeilijk om acht kinderen groot te brengen zonder inkomen. Nu ik een tuin heb om groente te verbouwen, kan ik mijn gezin onderhouden. Ze krijgen elke dag verse groente, en ik kan nu af en toe zelfs koffiedrinken met mijn buren." De koffieceremonie is voor Ethiopische vrouwen erg belangrijk. Aan het eind van de middag zie je overal groepjes vrouwen samen koffie drinken. Ze bespreken dan de zaken die voor hen belangrijk zijn. „Als ze door armoede geen geld hebben voor koffie, grijpt dat heel diep in hun leven in", weet Malaku Abdissa.

Gezondheid
Good Shepherd doet niet alleen wat aan het inkomen van de arme Ethiopische moeders, maar werkt ook aan het verbeteren van de sloppenwijken waar ze wonen. De hulporganisatie ontwikkelde hiervoor een programma, waarbij mannen en vrouwen eten krijgen voor het werk dat ze voor de gemeenschap doen. In het regenseizoen waren veel wegen onbegaanbaar. Auto's en ambulances konden niet in de wijk komen, laat staan bij de huizen van de mensen. Inmiddels zijn de wegen enigszins verbeterd, al blijft de ruimte in de overvolle wijken beperkt. Ook het afwaterings- en rioleringssysteem deugde niet. Modder en uitwerpselen spoelden in het regenseizoen zó de huizen binnen. Good Shepherd heeft in die situatie verbetering gebracht. Bovendien bouwde de hulporganisatie watervoorzieningen in verschillende wijken. Vrouwen en kinderen maken er dankbaar gebruik van. Ze hoeven nu minder ver te lopen voor water. Dit komt de gezondheid van de mensen ten goede. Als water schaars is, worden groenten niet gewassen. Ook wassen de mensen vaak hun handen niet, voordat ze hun injera eten. Juist in Ethiopië is dat belangrijk, omdat de mensen met hun handen eten. Bacteriën en ziekten krijgen zo een kans.

Hoop
In verschillende wijken van Addis staan "Satellite Clinics", kleine kliniekjes van Good Shepherd, waar de armen gratis behandeld worden. De dokters in de klinieken bieden eerste hulp, begeleiden zwangere vrouwen voor èn na de bevalling, vaccineren vrouwen die in verwachting zijn en enten kinderen in. Medewerkers van de klinieken houden de groei van de kinderen in de gaten. Ze geven ook gezondheidsles aan vrouwen in de wijk. Er worden verschillende onderwerpen behandeld, zoals hygiëne, borstvoeding, voeding voor kinderen en het voorkomen van aids. Good Shepherd selecteert voor al haar projecten alleenstaande moeders zonder inkomen. Drie jaar lang biedt de organisatie deze vrouwen een opleiding. Hun kinderen krijgen kleding, onderwijs en dagelijks een maaltijd. „De bedoeling is dat ze na drie jaar op eigen benen kunnen staan", zegt Malaku Abdissa, „want we kunnen niet blijven helpen. Maar na drie jaar zet Good Shepherd de vrouwen niet zómaar op straat. Als blijkt dat ze wat langer moeten deelnemen aan een project, gebeurt dat. Good Shepherd heeft hen, met steun uit westerse landen, nieuwe hoop gegeven. Die hoop op een betere toekomst nemen we hen niet af."

--------------------------------------------------------------------------------------------

Op dit moment bezoeken ca. 200 kinderen de school. Woord & Daad wil dat aantal graag uitbreiden, l-lelpt u mee? HI et jaar 1996 is voor Terdege een jubileumjaar. U hebt liet al eerder gemerkt: Wij geven liever cadeaus dan dat we ze ontvangen. Juist daarom durven we u ook te vragen om een "jubileumgift" te geven aan onze financiële actie: opvang van Ethiopische kinderen. Ethiopië is geen onbekend terrein voor Terdege. In 1992 brachten onze lezers 420.000 gulden voor een opvangtehuis in Dessie bij elkaar Daardoor kon er niet alleen zo'n tehuis verrijzen, maar kon er ook een begin worden gemaakt met scholing van de opgevangen kinderen. Het betreft in de meeste gevallen kinderen die (half)wees zijn geworden door de burgeroorlog en/of de hongersnood van begin jaren negentig. De opzet en uitvoering van dit project was in handen van de ZOA. Omdat de ZOA vooral noodhulp verleent en zich niet bezighoudt met adoptie, is de exploitatie ervan inmiddels geheel overgenomen door Woord & Daad. Een mooi stukje samenwerking! Het gebouwencomplex dat in Dessie ontstaan is door onze actie in 1992, is volop "in bedrijf'. De kinderen ontvangen christelijk onderwijs, en krijgen voeding, kleding en gezondheidszorg. Het afgelopen schooljaar bezochten 200 kinderen de school. Het is de bedoeling dat aantal te laten groeien naar ca. 350. Dat kost ca 400 gulden per kind. De Ethiopische hoofdstad Addis Abeba telt zo'n 20.000 straatkinderen. Als die niet tijdig worden opgevangen, belanden ze waarschijnlijk in misdaad of prostitutie en geven ze zich over aan lljmsnuiven. Woord & Daad wil de opvangmogelijkheden daar graag uitbreiden. In onze artikelenserie leest u er alles over. U ziet het: Uw hulp verdwijnt niet in een bodemloze put Integendeel, dankzij de vorige Terdegeactie is de bodem gelegd. Helpt u nu mee om de put verder te vullen? Honderden kinderen zullen u dankbaar zijn! Stort uw gift op giro 3007010 van Terdege helpt te Apeldoorn.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 maart 1996

Terdege | 88 Pagina's

Een nieuwe kand voor Ehtiopische moeders en kinderen

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 maart 1996

Terdege | 88 Pagina's