Dag in dag uit
Beslommeringen van Jolanda, een moeder van vier kinderen
Met haar rug tegen de muur geleund en haar voeten op de sporten van een tweede stoel, zit Anne-Ruth (17) bij me in de keuken. Ze leest en bladert in een dik boek en al mompelend geeft ze commentaar bij alles wat ze ziet. Het is het Theorieboek voor het rijexamen met 1014 fotovragen, en over een uur moet ze alle antwoorden weten. ,Ja, dat mag", hoor ik haar zeggen, „nee, dat mag niet fa... Nee... Nee... Ja..." En zo gaat ze nog een paar minuten door. Dan stopt ze met leren en komt ze kijken wat ik aan het klaarmaken ben voor het avondeten. „Anne-Ruth, leer nu alsjeblieft dóór", zeg ik zenuwachtig, ,,zo meteen moetje examen doen."„Maar ik ken alle vragen al uit mijn hoofd", zegt Anne-Ruth, „ik weet écht niet wat ik nu nog leren moet."„Ja, dat zei je gisteren ook en toen ben je tóch gezakt", help ik haar weer even herinneren. Zuchtend pakt Anne-Ruth haar boek weer op en
balorig begint ze de vragen hardop voor te lezen. „Mag men in deze situatie de claxon gebruiken?
Nééé, natuurlijk niet", zegt ze met een lange uithaal, „dan schrikt dat meneertje zo. "En dan: „U wilt linksaf; moet u het invalidenvoertuig voor laten gaan ?Jáá, dat, vind ik wel. Invaliden moeten altijd voorrang krijgen. Vindt u niet, mam?! „Anne-Ruth, het doet er absoluut niet toe wat jij en ik ervan vinden", snib ik geagiteerd „ Wat zijn de regels. Daar gaat het om.'' Wat mij betreft doet Anne-Ruth helemaal geen examen en leert ze nooit autorijden. Het klamme zweet breekt me namelijk nu al uit bij de gedachte dat er weer een kind van ons bevoegd is om achter het stuur te kruipen en in ons overvolle landje rondte tuffen. Anne-Ruth daarentegen vindt het de normaalste zaak van de wereld dat ze, zodra ze 18 is, rijlessen gaat nemen. Gisteren heeft ze, na een voorbereiding van slechts drie dagen en met de gedachte: wie niet waagt, wie niet wint; voor de eerste keer theorie-examen gedaan en ze is prompt gezakt. Mijn vriendin wiens man een autorijschool heeft, had haar uit voorzorg al drie keer opgegeven, tesamen met hun eigen theorieklanten. Vandaag heeft Anne-Ruth dus een herkansing en als ze nu zakt, mag ze het morgen wéér overdoen. En daar word ik toch zenuwachtig van. Want iedere poging kost vijftig gulden en als ze zo doorgaat, vliegt het wel heel makkelijk haar zakken uit. Zelf zit Anne-Ruth er niet zo mee. Daar heeft ze het afgelopen jaar toch voor gewerkt, vindt ze. Maar ik kan wel honderd leukere dingen bedenken die ze met haar geld kan doen. Bovendien is ze morgen jarig en het zou toch een domper op de feestvreugde zetten als ze weer zakte. Anne-Ruth is inmiddels weggeweest en wêêf thuisgekomen. Met een uitgestreken gezicht zet " ze haar fiets tegen het keukenraam. Maar dan' kan ze zich niet langergoedhouden; langzaam steekt ze één duim omhoog en verschijnt er een - grijns op haar gezicht. En ik roep naar binnen: „Jongens, de slingers! Het feest gaat beginnen!''
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 10 juli 1996
Terdege | 72 Pagina's