Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De man die was zoals hij sprak

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De man die was zoals hij sprak

Mensen rond ds. J. Doornenbal

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Ik heb ds. Doornenbal altijd een authentiek mens gevonden. Hij was zoals hij sprak". Met die woorden typeerde ds. I. Schipper (1909-1996) twee maanden geleden zijn studiegenoot Jacobus Teunis Doornenbal. Kort daarna ging hij plotseling heen. De wonderlijke kring van mensen die ds. Doornenbal gekend hebben, krimpt.

Precies twee weken voor zijn overlijden op 7 oktober schreef de 87-jarige ds. Schipper uit Ede over ds. Doornenbal: „Een bijzonder mens! Groot als dienaar van Gods Woord en groot als trouw en teer zieleherder. Hij was een aristocraat in verschijning en geestelijke structuur. In diepste wezen: een kunstenaar met de verscheurdheid die veel kunstenaars eigen is. Een uitzonderlijk gaaf mens!"
Heeft ds. Schipper te hoog opgegeven van zijn vroegere collega? Misschien. De oude predikant was een man die de ander veel hoger achtte dan zichzelf en ds. Doornenbal was geen heilige, had zelfs niet bepaald een gemakkelijk karakter. Toch kun je onder al die mensen die om hem heen gestaan hebben nauwelijks iemand vinden die zonder respect over hem spreekt. En dat terwijl heel die grote kring toch een merkwaardig gezelschap van de meest uiteenlopende karakters was.

Idyllisch
Co Doornenbal werd in 1909 geboren op de eeuwenoude boerderij Kerkegoed tussen Doorn en Langbroek. Met hart en ziel bleef hij tot zijn laatste snik verbonden aan deze streek, waarover hij onder andere in juH 1961 schreef dat het er zo stil en mooi was als nergens elders. Niet alleen het land, ook het volk had iets eigens. Als ds. Doornenbal daar eens over schrijft dat het „van karakter en geestelijke structuur aan de zwaarmoedige kant is", is het niet helemaal zonder betekenis dat hij een aantal regels verderop terloops meldt: „ik ben ook Utrechtenaar".
Hij moest z'n geboortegrond verlaten toen hij predikant werd -eerst in hervormd Woubrugge, later in Kesteren en Oene- en hij heeft er levenslang heimwee naar gehouden. Toch heeft ook de Veluwe zijn hart gewonnen. Vanaf het moment dat hij in 1946 naar het kleine Oene kwam, wist hij zich daar op zijn plek. Een jaar na aankomst schreef hij: „Oene is een lief en idyllisch plaatsje en vaak moet ik denken: de snoeren zijn mij in lieflijke plaatsen gevallen, ja een schone erfenis is mij geworden." In Oene heeft hij nieuwe vrienden gemaakt. Zijn drie ouderlingen, zijn trouwe tuinman, de organist, de meester, de buren, de boeren, wie eigenlijk niet? Opvallend is dat hij naar buiten toe nooit kennissen van vrienden onderscheidt. Gedurende meer dan een kwarteeuw lazen de abonnees van de Veluwse kerkbode onder Oene geregeld zinnen als: „Er is vorige week niet van gekomen iets te schrijven over het heengaan van mijn vriend Gerrit Norel, overleden in Gortel"; „Had ik er gevoel van dat mijn vriend Van Apeldoorn die middag, misschien wel in datzelfde ogenblik getroffen werd door een ongeluk dat hem wegnam?"; „Aangezien ik hier geen werk genoeg heb, ben ik vorige week wezen appels plukken bij mijn vrienden Dinaux in Heerde."

Verwantschap
Zodra ds. Doornenbal zich in een bepaald opzicht met iemand verwant voelde, was de ander zijn vriend. Die verwantschap hoefde niet altijd geestelijk te zijn, in de zin van broederschap in het geloof Zo vond je onder de vrienden van de predikant ook het doktersechtpaar van het dorp, dat een band met hem voelde zonder ooit bij hem of in welke andere kerk dan ook te komen. Hoewel ds. Doornenbal al ruim twee decennia niet meer in de Veluwse kerkbode schrijft (al wordt hij wel regelmatig geciteerd) glijdt het blad dat ze vanwege hem ooit gingen lezen nog wekelijks in hun brievenbus. „Er was altijd sprake van een zoeken naar elkaar, maar elkaar niet vinden", zei de huisarts vorig jaar. „Ik had hem zo graag nader leren kennen, maar hij was niet spraakzaam. Hij was een geweldig man, van een kaliber dat je niet vaak tegenkomt." Iets dergelijks hoor je bij vriend Visman, die Doornenbal via de Rotary leerde kennen en die hij in Marokko opzocht, toen de familie Visman daar woonde.
Een jaar geleden zei Visman, hoewel inmiddels ver in de tachtig nog altijd een rijzige man, met humor in zijn ogen en een Frans woord in elke zin die hij spreekt: „(Eens) ben ik (...) naar de kerk van Oene gegaan om Doornenbal te horen, maar wat hij zei en wat daar gebeurde, kwam voor mij uit een andere wereld. Hij had mij graag in zijn gelederen willen opnemen (...), misschien was hem dat wel gelukt als ik hem langer had gekend." Visman en zijn vrouw noemen de predikant van Oene een "grand seigneur". Ds. Barthold van Ginkel, een ander bijzonder mens uit de kring rond Doornenbal, over wie ook veel te zeggen zou zijn, gebruikte een dergelijk woord, toen hij in 1975 schreef: „Hij had soms wat seigneuraals."

Zielenvrienden
Hoe goed de contacten met buitenkerkelijken ook waren, het meest nabij zijn voor ds. Doornenbal toch zijn zielenvrienden geweest. Zijn vroege vrienden Jan Bieshaar uit Stoutenburg, Cees van der Eijk uit Woubrugge, Gerard Kievit, zoon van ds. I. Kievit. En zijn latere vrienden, zoals Gerard den Hartog, de ouderling uit Kesteren, met wie hij één keer in hun langdurige vriendschap ruzie maakte, om hem diezelfde nacht nog uit bed te kloppen en het weer goed te maken. Bij de latere vrienden hoort ook Marijs, de markante visser en ouderling uit Arnemuiden. Nóg wijst hij in zijn huis de plekjes aan waar Doornenbal sliep; waar hij stond toen hij zei dat hij een beroep naar Arnemuiden had aangenomen (om daar later op terug te komen); waar hij zat toen hij voor het laatst in het Zeeuwse dorp was.
Gerrit Achterberg, de dichter met het aardedonkere verleden, was de man over wie ds. Doornenbal schreef: „Hij was een vriend voor me" en „Nimmer tevoren heb ik (...) zo begrepen wat hij in mijn leven betekende." Met deze mensen heeft ds. Doornenbal gesproken over de meest wezenlijke dingen van zijn leven. De tocht langs de vrienden van een Vreemde' dominee is veel langer dan hier beschreven kan worden en boeiender dan hier beschreven mag worden. De meeste mensen zijn nog niet genoemd. Wel is al duidelijk dat, als je het spreekwoord "Zeg me wie uw vrienden zijn en ik zeg u wie gij zijt" in dit verband wilt toepassen, je alleen maar kunt concluderen: ds. Doornenbal was een veelzijdig mens met een brede blik en een groot hart.

==

Die heimwee hebben, komen Thuis
De schrijfster van dit artikel is tevens de auteur van het dit jaar bij De Banier (Utrecht) verschenen boeit "Die heimwee hebben, komen Thuis; het leven van ds.J. T. Doomenbal" (243 Hz.; f 39,50j Zij stelde dit boek samen met behulp van wat door en over ds. Doomenbal geschreven werd, en wat mensen die hem gekend hebben over hem vertelden. Het boek is deels chronologisch, deels thematisch van opzet. Hoewel het bronnenmateriaal zeer gevarieerd en omvangrijk was, is de schrijfster erin geslaagd een goed opgebouwd en boeiendlevensverhaal te vertellen van de prediliant, die „ enerzijds dicht bij de mensen stond, maar anderzijds een deel van zijn persoonlijkheid voor hen verborgen hield", zoals in het woord vooraf staat Terecht heeft zij veelvuldig geciteerd uit de stukjes die ds. Doornenbal in de Veluwse kerkbode schreef. Voor mij zelf was het boek de eerste kennismaking met ds. Doomenbal Ik ben niet alleen geboeid geraakt door zijn persoon, maar ook door de prachtige manier waarop hij iets (gewoons) kon beschrijven. Graag had ik hem. een keer horen preken, en dan bij voorkeur in de veilinghal van Opheusden, waar rond het einde van de oorlog twee hervormde gemeenten, de gereformeerde gemeente en de oud gereformeerde gemeente op zondag gezamenlijk kerkdiensten belegden. In de ene dienst ging ds. Doomenbal, die toen in Kesteren stond, voor, in de andere ds. 77 Dorrestein van de gereformeerde gemeente van Opheusden.
W.A.F. Lemstra

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 13 november 1996

Terdege | 88 Pagina's

De man die was zoals hij sprak

Bekijk de hele uitgave van woensdag 13 november 1996

Terdege | 88 Pagina's