Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Prinses Margriet opent Van Goyen-expositie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Prinses Margriet opent Van Goyen-expositie

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hij heeft een geheim nummer genomen. „Anders zit Jopie de hele dag aan de telefoon", verklaart de conservator van zijn museum. Maar een gesprek is wel te regelen. Er komt dagelijks volk bij de schilder over de vloer, van boezemvriend Jelmer tot Jelle Zijlstra. Verschil in rang, ras en religie kent Huisman niet. „Ik ben op mijn gevoel gaan drijven. Dan kom je overal terecht: van hoger wal naar lagerwal." De levensvisie van een onnavolgbaar kunstenaar

Met Iet keerde hij zeven jaar geleden terug naar het huis waar hij ter wereld kwam. Een eeuwenoude Friese woning aan de rand van Workum. Er is weinig aan veranderd. Jopie Huisman conserveert het verleden zorgvuldig. „Kijk, als het heel warm was mochten we van m'n moeder in dat keldertje daar zitten. Met z'n zevenen." Z'n ouders, door hemzelf in olieverf vereeuwigd, kregen een ereplaats in de woonkamer. In het rommelhok ernaast staat een nieuw doek op stapel. Een zwerver, hangend op een bankje, omgeven door mist. „Wat de mensen plebs noemen, daar heb ik me altijd mee verwant gevoeld." Op een stoel in de hoek ligt een zootje gerookte paling voor ons gereed. Gevangen in het door riet omzoomde meertje achter het huis. De bewoner heeft het alleenrecht om er te vissen. Een kleine blijk van waardering van Workum, dat dankzij hem jaarlijks een massa toeristen trekt.

Ziel
„Toen ik vier was, zat ik er al te vissen. Met een kromme speld aan een draad. Ik ben een pure solist. Altijd geweest. Als ik hier een jaar op m'n stoel zou moeten zitten, ik verkies het niet, maar ik zou er niet aan kapot gaan. Ik weet niet wat verveling is, of chagrijnigheid. Nooit meegemaakt. Geld hadden we thuis niet. We hebben iets veel beters meegekregen. Eenvoud en liefde. Daar zitten ze, m'n vader en m'n moeder. Je ziet wel wat een eenvoudige mensen dat waren. Ik dacht: Ik moet ze net schilderen of ze van gekleurde modder zijn, snap je wel.
Dat schilderij van m'n moeder heb ik een dag of veertien voor haar dood gemaakt. Dat van m'n vader een paar maanden erna. Je kunt wel zien dat-ie berusten moet. Niet dat ik zo gevoelig ben, maar ik hoefde die man maar gewoon te schilderen zoals-ie daar zat. Dan komt dat gevoel vanzelf in zo'n schilderij. Wonderlijk is dat he. Het is niet voldoende als de omgeving zegt: Het is hem sprekend. Nee, een mens heeft een ziel, is het niet zo. Als die er niet uit spreekt, is het niks. Dan is het een dood plaatje."

Ontroering
„Ik hou van mensen. Voor mij ben je meteen een vriend. Net of we mekaar al jaren kennen. Wil je hier blijven slapen, dan is het best. Al is het drie maanden. Maar de moderne wereld hoeft van mij nietje moet eens kijken wat 'r op de televisie komt. Het is toch een verschrikking, wat die zogenaamde artiesten klaarmaken. Bij de beesten af Zit niet een greintje schaamtegevoel in die lui. Laat mij op dit plekje maar schilderen, vissen en wat op m'n mondharmonica spelen.
Die natuur hierachter, dat is voor mij heilige grond. Vorig jaar ving ik een karper van 32 pond. Wat een schitterend beest. Niemand op de aardbol kan zo'n dier maken. Zeker zestig jaar oud wasie. Toen ik als jongen van twaalf zat te vissen, zwom dat beest ook al rond. Met grote ogen keek hij me aan. 'Wees maar niet ongerust, Nico', zei ik. 'Straks mag je weer zwemmen.' Toen ik 'm losliet, weet je wat er toen gebeurde? Ik viel haast achterover in m'n bootje. Toen hij weer in het water was, zei hij: Ghrüüu. Dat zéi dat beest tegen me. Ghrüüü! Ofie wilde zeggen: 'Snotneus, hoe durf je.' De meerkoeten, weet je wel, die had ik op een gegeven moment zo ver dat ze het brood uit m'n mond aten. Dat geeft zo'n ontroering, dat kan ik je niet vertellen."

Gandhi
„Als jongen zwierf ik al in m'n eentje door de natuur. Dan voelde ik me een mier in de kosmos. Wat een wonderbaarlijk iets, dacht ik. Dat ik er bèn. Ik heb er niet om gevraagd, ik weet ook niet waar ik vandaan kom. Toch riep dat geen eenzaamheid op. Helemaal niet. Ik had het gevoel of ik door iemand werd gadegeslagen. Of ik aan een touw liep, snap je wel. Ik voelde me veilig. Dat is m'n hele leven zo gebleven.
M'n ouders waren rooms-katholiek. Die poespas eromheen zegt mij niks. Maar door hun moreel besef heb ik een stuk bagage meegekregen waarvoor ik nog elke dag dankbaar ben. Daar kun je je niet op beroemen. Het is je gegeven. Daarom kun je je eigen maatstaf ook nooit zomaar op een ander toepassen.
Mahatma Gandhi is voor mij altijd een groot voorbeeld geweest. Een scharminkel in een wit laken, met een stok in de hand. Maar door de wapens van zijn geest verloste hij India van het Engelse juk. Daarna ging hij voor de vrouwen zitten spinnen, aan de oever van de Ganges. Kijk, dat is het. Wat iemand gelooft interesseert me niet. Het gaat mij erom: Wat is het gevolg van dat geloof van jou? Tegenover mij en iedereen. Als dat niks voorstelt, mag jij dat geloof mooi houden. Alles wat niet de liefde als basis heeft, is niks."

Scheiding
„Als je zo denkt, word je voortdurend beproefd. Geloof je nou nog altijd in die liefde? Het gaat hier echt niet van een leien dakkie. We hebben een roofoverval meegemaakt. Een hele nacht zijn we beestachtig gemarteld. En wat dacht je van die scheiding, destijds. Wat een satanische beproeving. Maar juist toen werd het me aangereikt om die troep te gaan schilderen.
Ik had altijd al ouwe broeken, hemden en schoenen uit de vodden gehaald. Die ontroerden me. De hele levensstrijd zag ik erin weerspiegeld. Toen ik later lezingen voor vrouwenverenigingen ging houden, liet ik altijd de broek van meuke Albertje zien. Als ze dan begonnen te lachen, zei ik: 'Jullie lachen wel, maar je kijkt naar jezelf Zo gaan we straks allemaal, gehavend en beschadigd, de kist in.' Dan werd het doodstil.
Een boer zag op een schilderij z'n eigen hemd terug. 'Wat mooi', zei die. Vroeg ik: 'Waarom heb je het dan weggegooid? Het is je eigen hemd man. Dat had je aan de muur moeten hangen, in plaats van die dooie koekoeksklok die er nu hangt. Aan de zon kun je wel zien hoe laat het is. Dat hemd heeft je jarenlang beschermd tegen de kou. En je hebt het zomaar weggesmeten. Had ik het niet vereeuwigd, dan was het nu verdwenen."

Evangelie
„Ik krijg brieven van mensen die voor die afgedankte melkersbroek stonden. Die zich volslagen waardeloos voelden, net als ik toen ik 'm schilderde. Door die broek kwam hun verdriet los. Hij verzachtte hun eigen eenzaamheid. Dat schrijven ze me dan. Dan ben ik zó gelukkig. Dat is de bedoeling geweest. Niet: Wat kan die Jopie schilderen.
Het is toch een onvoorstelbare genade, als je mensen op zo'n manier kunt helpen. Zo ervaar ik dat. Het is me gegeven. Ik heb in een kamp in Duitsland gezeten. Daar heb ik tbc aan overgehouden. Een halfjaar moest ik liggen. In die periode heb ik de Bijbel gelezen, van voor naar achter. En ik begreep heel goed waar het om ging. In het museum hangt het hele Evangelie aan de muur. Wat uit zichzelf niet gerechtvaardigd is, wordt er door de liefde weer bij gehaald.
In die schilderijen heb ik het afgedankte opgehaald, een nieuw leven gegeven, gered van het asvat. Daarom mag ik ze ook niet verkopen. Dat is duidelijk tegen me gezegd, snap je wel. Maar dat is iets waar de mensen tegenwoordig niks van willen weten. God, wie is dat?"

Liefde
„Ik weet heel zeker dat God zich met mij bemoeit. Al ben ik maar een voddenkoopman, ik ben geschapen naar Zijn beeld en gelijkenis. Daar wordt ook nooit meer over gepraat. Ze hebben het wel over een schepsel, maar van de Schepper willen ze niet horen. Omdat ze Die niet kunnen zien.
Ik heb een witte dakgoot. Nou ga ik met jou Workum in. Na twee uur komen we terug en die goot is groen. Dan zeggen we tegen mekaar: 'Kijk, er is een verver aan de gang geweest'. Zonder dat we die man gezien hebben. Die goot is niet uit zichzelf groen geworden. Zo simpel is het. Je kunt wel als een struisvogel je kop in het zand steken, en God en de duivel ontkennen, maar daarmee verwijder je ze niet.
Als je de Schepper ontkent, ontken je ook jezelf Dat dringt niet tot de mensen door. Maar om de liefde kan niemand heen. Daarom komen zo veel mensen op die schilderijen af Omdat ze de liefde erin proeven. Daar snakken ze naar. Dat is de hele zaak. Door geld en eer wordt niemand bevredigd. Dat is allemaal surrogaat. Flauwekul. Toneelspel. Verlakkerij. Zelfbedrog."

Verhaal
„Toen ze voor die geschilderde rommel geld begonnen te bieden, ben ik er meteen mee opgehouden. Het verhaal was verteld. Ga je dan toch door, vanwege het succes, dan wordt het gezemel, snap je wel. Het mag geen succesformule worden. Het moet een écht verhaal wezen. Nu probeer ik de schoonheid van de natuur te schilderen. Kijk eens uit het raam, hoe onvoorstelbaar mooi. Die dit hier verwekt heeft, moet toch de Overwinnaar zijn. Dat begint nu in mijn werk te komen. Iets mystieks. Een verlaten bootje in het riet. Totaal verstild. Heilig haast. Dat eeuwigheidsgevoel komt erin, zie je. Dat wordt me aangereikt man. Ik ben wel zo gelukkig, dat ik in staat ben om dat te maken. Dan ga je toch vertrouwen krijgen, als je daarnaar kijkt. En daar gaat het om. Dat je dienstbaar bent voor anderen. Dat moet ik ook mezelf voortdurend voorhouden. Eergisteren komt hier een vent aan de deur, met een lekke band. Ik zat te tekenen en dan wil ik niet gestoord worden. Maar ben ik op zo'n moment te beroerd om die man een pomp te geven, dan gaat-ie teleurgesteld weg. Een naaste van me. Wat is dat schilderij dan nog waard? Helemaal niks! Want er zit geen liefde meer in, begrijp je wel."

===

Een afgedankte melkersbroek
Als Jopie Huisman door zijn eerste vrouw wordt verlaten, voelt hij zich één met zijn handel. Afgedankt als de versleten melkersbroek die vergeten aan een balk in zijn schuur hangt. Voor het eerst sinds jaren grijpt hij weer naar zijn penseel en hij schildert het ding minutieus na. Zo dat zelfs de geur ervan af lijkt te komen. Voor Huisman is het meer dan een geslaagd schilderij. Het is een zelfportret. De jaren erna schildert de voddenkoopman met huilend hart het afval van de samenleving. Een achteloos weggeworpen lappenpop, de eindeloos verstelde onderbroek van meuke Albertje, het kippenhok van Durk Feenstra, afgedankte werkmanskleding, hangend aan spijkers in een halfvergane deur Zo levend dat je hand als vanzelf naar het hout gaat. Wat dan toch doek blijkt te zijn. „Fantasie heb ik niet", zegt de schilder „Dat zou ik trouwens een grote brutaliteit van mijzelf vinden. Ik heb er niets aan toe te voegen." In 1985 wordt zijn werk ondergebracht in een museum, gerealiseerd door een bonte kring van vrienden. Ex-premier Jelle Zijlstra en cabaretier Freek de Jonge verrichten de opening. Zeven jaar later opent de voddenman zelf, samen met WD-orakel Hans Wiegel, een nieuw museum, dat in 1995 de miljoenste bezoeker verwelkomt. Het werk van Huisman, jongste zoon van een straatarme slijkschipper, ontroert publiek uit alle lagen van de bevolking. In 1981 werd een deel van zijn werk gebundeld. Een van zijn vrienden, de dichter-psychiater Rutger Kopland, schreef de begeleidende tekst Recent verscheen een nog grootser album, onder de titel: "Jopie Huisman - schilder van het mededogen". Met teksten van hemzelf. Het boek verkoopt als een trein. Dat laat de kunstenaar overigens koud. Zijn levensdevies is de jaren door gelijk gebleven. „Geld moetje gebruiken en van mensen moetje houden. Niet andersom." Mede n.a.v "Jopie Huisman - schilder van het mededogen". Samensteller Joost Hesseling. Uitg. De Toorts, Haarlem. 208 biz.; ƒ 80,00. Voor de in dit artikel afgebeelde schilderijen van Jopie Huisman is van dit boek gebruik gemaakt

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 13 november 1996

Terdege | 88 Pagina's

Prinses Margriet opent Van Goyen-expositie

Bekijk de hele uitgave van woensdag 13 november 1996

Terdege | 88 Pagina's