Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Grassen zijn echte straatvechters

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Grassen zijn echte straatvechters

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Iedereen weet wat gras is, maar lang niet iedereen weet dat er wereldwijd bijna 10.000 soorten gras zijn. Bovendien zijn er nog 5000 soorten die eruitzien als gras, maar dat beslist niet zijn. Ze worden schijngrassen genoemd.

Afhankelijk van de plaats waar gras groeit, noemt men het nuttig, mooi of lastig. Nuttig en zelfs onmisbaar is gras natuurlijk als veevoer, maar ook de mens kan niet buiten gras. Alle granen behoren namelijk tot de grassen, evenals rijst, maïs en suikerriet, terwijl de houtige bamboesoorten in het Verre Oosten gebruikt worden in de bouw, visserij, meubelindustrie en op vele andere gebieden.
Mooi is gras als gazon. En als solitaire plant worden allerlei soorten siergras gekweekt en verhandeld. Lastig is gras in alle andere gevallen. Zodra het groeit op plaatsen waar men het niet wil, heet het onkruid.

Winnaars
In de strijd om het bestaan behoren grassen tot de winnaars doordat ze in grote aantallen voorkomen; ze zien kans de meeste andere planten te verdringen. Het zijn echte straatvechters, agressief, taai en vasthoudend.
 Behalve via zaadvorming en zaadverspreiding kunnen grassen zich ook voortplanten door wortelstokken en/of uitlopers.
Ze hebben over het algemeen een enorme groeikracht en een geweldig herstellingsvermogen na beschadiging van de stengels. Door deze eigenschappen hebben grassen een belangrijke taak als vastleggers van grond en behoeders voor bodemverarming. Grassen onderscheiden zich van andere plantengroepen door hun stengels of halmen: die zijn hol. Tussen de holle stukken, de knopen, zit telkens een dwars tussenschotje.

Bamboestokken
Bij bamboestokken is dat heel duidelijk te zien. Omdat ze door de wind worden bestoven, hebben ze geen lokmiddelen voor insecten nodig, zoals opvallende kleuren of vormen. De bloemetjes zijn dan ook sterk vereenvoudigd en zo klein dat je ze zonder loep haast niet kunt zien. Wel kun je de meeldraden zien die uit de aartjes hangen: een lange draad met daaraan een helmknop met stuifmeel. Die helmknoppen zijn meestal geel of paars. Ze scheuren in de lengte open en de droge stuifmeel- of pollenkorrels worden door de wind meegenomen. Onderzoekers hebben berekend dat een helmknop van rogge wel 19.000 stuifmeelkorreltjes kan produceren. Een aarvormige bloeiwijze heeft zo'n 70 bloemetjes met ieder 3 meeldraadjes, dus dat komt neer op ongeveer 4 miljoen korrels.
Kunt u nagaan wat een hele roggeakker oplevert! Geen wonder dat mensen met een stuifmeelallergie daar last van hebben.
Tussen de meeldraden zit een stamper met een vruchtbeginsel en lange veervormige stempels om de aangewaaide stuifmeelkorrels goed op te kunnen vangen. Met twee kleine schutblaadjes, die kafjes genoemd worden, is dat dan het hele bloempje.

Schijngrassen
Er zijn planten die op grassen lijken, maar die niet tot de grassenfamilie behoren. Ze worden wel "schijngrassen" genoemd. Ze hebben geen gelede stengels met verdikte knopen en de stengels zijn niet hol, maar gevuld met merg. De stengels of halmen zijn ook meestal niet rond maar enigszins driekantig. Twee families zijn hierbij te onderscheiden; de cypergrasfamilie, met vooral zeggen en biezensoorten, en de russenfamilie, ook wel bloembiezenfamilie genoemd, omdat de soorten in deze familie wel echte bloempjes hebben, met een volledig bloemdek, zij het ook heel klein. Dat schijngrassen geen knopen hebben komt in een Romeins gezegde duidelijk uit: "nodus in scirpo quaerere" - "een knoop in een bies zoeken". Daarmee wordt bedoeld: moeilijkheden veronderstellen die er niet zijn.

Raaigras
Het belangrijkste voedergras is Engels raaigras met platte bloeiaren. Het is heel geschikt als weidegras en voor grasvelden, want het is goed verteerbaar voor het vee en door zijn taaie aren bestand tegen betreding. 
Kamgras was vroeger een veel gebruikt weidegras, maar het is nu goeddeels verdrongen door het productievere raaigras. Opvallend is de zigzagsgewijs gebogen hoofdas van dit gras. Een heel mooie grassoort is trilgras of bevertjes, met sierlijke, hartvormige aartjes die bij ieder zuchtje wind trillend bewegen. Heel geUefd in droogboeketten, maar tegenwoordig steeds zeldzamer in de vrije natuur te vinden.
Verantwoordelijk voor de vergrassing van onze heidevelden is het pijpestrootje. De stengels hebben alleen onderaan knopen, de rest is knooploos en werd vroeger gebruikt om de lange stelen van pijpen door te steken. Een in het oog vallende plant is witbol, met zijn lichte fluwelige pluimen. De boeren zijn er niet gek op, want de voedingswaarde is niet erg hoog. Helm heeft ook Hchtgekleurde pluimen; dit gewas is bij uitstek geschikt om zand vast te houden voor duinvorming. Stuivend zand stimuleert de groei, zowel in de breedte als in de diepte.

Veenpluis
Een voorbeeld van een cypergras is veenpluis; na de bloei komen de lange witte haren die de plant tot een opvallende verschijning maken in moeras- en veengebieden. Het vruchtpluis werd vroeger wel gebruikt als vulling voor kussens. Knopbies, ook een cypergras, is een soort voor duinen en strand. Ze is gemakkelijk te herkennen aan de bloeiwijze die aan het eind van de stengel zit en die door de zwartbruine schutblaadjes of kafjes een heel donkere indruk maakt.
Een zeldzame soort op vochtige, schrale gronden is de knotszegge. Zeggen hebben iets speciaals ontwikkeld; rond het vruchtje ontstaat een flesvormig omhulsel, dat het urntje wordt genoemd, en de vorm van die urntjes is een kenmerk van de soort. Bij de sterzegge staan de rijpe urntjes uitgespreid als een sterretje; ook dit is een tamelijk zeldzame soort op drassige en schrale hooilanden. Een mooie decoratieve plant is de hoge cyperzegge, die fraaie pollen kan vormen aan slootkanten, in het gezelschap van gele lis en kattestaart. Tot de familie van de russen of bloembiezen ten slotte hoort veldbies, een laag plantje dat vaak te vinden is in onbemeste grasvelden. Het bloeit vroeg.

Hooimaand
Het belang van gras in de samenleving komt ook tot uiting in het feit dat twee maanden van het jaar ernaar genoemd zijn. April is de grasmaand en juli is de hooimaand. Tegenwoordig wordt er veel meer gras verwerkt tot kuilvoer dan tot hooi. Er zijn ook verschillende soorten ontwikkeld voor verschillende doeleinden; voor kuilen een andere soort dan voor hooien en voor een voetbalveld een andere soort dan voor een gazon.
Grassen determineren is moeilijk, maar om te beginnen kunt u eens kijken of u verschillen ziet tussen grassen op een wandeling. En als u geen last heeft van hooikoorts, bekijk dan zo'n bloeiend gras eens van dichtbij in de maand juni. De grote variatie in de pluimen en bloeiwijzen zullen u ook opvallen. Hopelijk komt u dan tot de conclusie dat zelfs grassen het bekijken waard zijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 19 maart 1997

Terdege | 96 Pagina's

Grassen zijn echte straatvechters

Bekijk de hele uitgave van woensdag 19 maart 1997

Terdege | 96 Pagina's