Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Leren luisteren: belonen en bestraffen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leren luisteren: belonen en bestraffen

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Opvoeders zijn geen douaniers, maar landmeters en grensbewakers. Ze bakenen door middel van regels en afspraken voor kinderen een gebied af, waarbinnen zij zich veilig kunnen voelen en hun ervaringen kunnen opdoen. De kunst is wel om de grenzen duidelijk te houden. Het geeft kinderen houvast en zekerheid en prikkelt tot activiteiten, waardoor ze in staat blijken steeds meer land te veroveren. De bakens mogen weloverwogen worden verzet, maar moeten blijvend worden bewaakt. Geen open grenzen in de wereld van het kind dus. Een moeilijk probleem, omdat het een gegeven is dat kinderen grenzenverkennend bezig zijn.

Hoe krijgen we het voor elkaar dat kinderen de gestelde regel gehoorzamen? Dat is vooral een kwestie van goed opletten en aanvankelijk een intensieve training, waarin steeds hetzelfde gedrag wordt beloond of bestraft. Als kinderen heel jong zijn, begint het al. De hele familie beloont het kind om steeds meer geluidjes en woordjes te laten horen en met gejuich worden de eerste stapjes begroet. Maar ook geldt dat het kind dat de box uit mag echt tijd nodig heeft om te leren welk speelgoed van mama is en wat voor het kind is bestemd. „Nee! Pas op hoor!" klinkt het zodra het wil plukken aan de planten. Soms heeft het kind een tik op de vingers nodig om te begrijpen dat het daar echt niet aan mag komen. In dit geval is het zo, maar dat geldt voor alle leeftijden, dat het kind het snelst leert als dit consequent wordt begeleid.

Evalueren
De psycholoog Bandura stelde vast dat kinderen door beloning en bestraffing leren op drie verschillende manieren. 1. Ze ervaren zelf de directe gevolgen van hun daden. Ze horen: „Goed zo! " of ze krijgen geen slagroom op de pudding, omdat ze zitten te zeuren onder het eten. 2. Maar ze leren ook door zien en overdenken. "Wat gebeurt er met mijn broer Jantje, als hij vervelend is? O, dan kan ik dat beter maar niet doen." Jonge kinderen in het gezin kijken het gedrag van grotere broers en zussen af Als ze merken dat een grote mond min of meer wordt geaccepteerd, durven zij ook wel te protesteren als er iets van hen wordt gevraagd. Ook in een groep is het zo dat de belhamels echt op tijd straf nodig hebben, omdat er anders steeds meer kinderen ongewenst gedrag durven vertonen. 3. Tenslotte kan nog de innerlijke beleving worden genoemd. Kinderen voelen zich prettig na een beloning of akelig na een straf. Ze denken over deze ervaring na. Ze proberen weer iets te doen waarbij ze een goed gevoel krijgen over zichzelf en proberen na te laten waardoor ze zich vervelend voelen.
Volgens Bandura is het heel belangrijk hierop in te spelen als opvoeder, vooral als kinderen wat groter worden. Het is goed regelmatig mondeling het gedrag van de kinderen te evalueren en hen te helpen om inzicht te krijgen in het effect van hun daden en vooral een open oor en oog te hebben voor positieve acties van het kind. „Wat vind ik dat leuk van je, dat je Liesje d'r veters vastmaakt." Een stimulerende beoordeling van het gedrag helpt kinderen op weg naar een gezond zelfbeeld en een eoede eigenwaarde.
Een gevaar in christelijke gezinnen is dat vooral de nadruk wordt gelegd op het stout en zondig zijn en dat kinderen weinig gestimuleerd worden om een goed gevoel te hebben over zichzelf. Toch moeten wij ervoor waken het leren luisteren naar de opvoeder altijd in verband te brengen met de godsdienstige opvoeding. Daar kan ook een stuk onmacht uit blijken. Een kind moet leren dat wij tegenover de Heere altijd schuldig staan, maar dat het ten opzichte van mensen ook best iets goeds kan doen.

Uit balans
Bij gezonde kinderen met hardnekkige gedragsproblemen is het vaak zo dat het straf- en beloningssysteem uit balans is.

Opvoeders stellen de confrontatie uit met het kind, waardoor de problemen alleen maar erger worden en ten slotte nog moet worden opgetreden in een vervelende sfeer. Het komt ook voor dat kinderen alleen maar aandacht krijgen als ze straf nodig hebben, waardoor ze het op een gegeven moment voor elkaar hebben dat hun naam steeds weer wordt genoemd. Ze ervaren de straf niet als straf maar als een beloning. „Hé, ze luisteren weer naar me. Leuk." Wanneer niet duidelijk is wie de baas is, is het voor kinderen ook een eindeloze sport om dat herhaaldelijk uit te proberen en de grootste beloning is dan om als overwinnaar uit de strijd te komen.

Kinderen gedragen zich op basis van straffen en belonen en opvoeders moeten ze te slim af zijn, door ze zo te belonen, dat ze zich gedragen.

==

Voor de opvoeder is het bij het maken van regels belangrijk te bedenken of het haalbaar is voor kinderen om zich aan de regels te houden en of de opvoeder in de gelegenheid is de regels de controleren en te belonen en te bestraffen. Consequentie is daarbij heel belangrijk.

Er moet direct worden opgetreden. Een opvoeder moet een persoonlijkheid zijn die de confrontatie met het kind aandurft. Opvoeders stellen vaak de confrontatie met het kind uit, ook uit gemakzucht. Dat leidt tot moeilijker en ingewikkelder situaties. Een kind stopt pas als het duidelijk aan de grenzen worden herinnerd. 

Opvoeden door middel van belonen en bestraffen kost heel veel energie. Een goed dagen nachtritme, waarin inspanning en ontspanning evenwichtig worden afgewisseld, is voor zowel de ouders als het kind van belang. 

Ga ervan uit dat het kind recht op u heeft. U bent er voor het kind. Dan ervaart u het ook niet als storend als het een beroep op u doet. Als u er bent voor het kind, kan het zich zo gaan gedragen, dat u "een momentje voor uzelf" hebt. Wanneer u de volgorde om wilt draaien, vraagt u om problemen.

Bedenk alleen straffen die werkelijk uitvoerbaar zijn. Kleine, korte straffen werken het beste. Wat lichamelijke straffen betreft: De pedagogische tik is verantwoord. Het is een primitieve vorm van straf die past bij jonge kinderen. Sla beheerst en met liefde, het mag geen ontlading van drift zijn. Het gaat om het gebaar, niet om de hoeveelheid. Als één klap niet helpt, helpen tien klappen ook niet. Grotere kinderen ervaren lichamelijke straffen als een vernedering.

Straffen is het afleren van gedrag, het brengt geen nieuw positief gedrag teweeg. Dat gebeurt door belonen van goed gedrag. Als een kind veel straf nodig heeft, kan het vaak heel goed werken samen positieve dingen te gaan zoeken en die te belonen en het negatieve gedrag min of meer te negeren. Dan is wel belangrijk dat duidelijk wordt voor een kind of het vorderingen maakt.

==

Een ervaren juf zit voor de klas. Het is etenstijd. De klasseregel is: Tijdens het eten niet lopen en rustig praten met het kind dat naast je zit. De juf bladert in een boek dat een van de kinderen heeft meegebracht. Af en toe kijkt ze op, het is wat rumoerig in het lokaal. „Kinderen, rustig hè", zegt ze sussend, vermanend. Een paar kinderen kijken even richting juf, de rest merkt het niet, praat gewoon door, sommigen gaan staan om hun woorden kracht bij te zetten. „Vervelend nou", denkt de juf, „dat lawaai; gisteren was het ook al zo." Ze ziet intussen een mooie plaat van Schotland in het boek. Liesbet loopt met haar volle beker melk door de klas. Peter eet al wandelend een boterham. „Jongens, op je stoel blijven zitten", roept de juf Niemand reageert. Kees en Bert komen op het idee om tikkertje te spelen. Al gauw volgt een complete botsing: Bert, Liesbet en Peter lopen elkaar tegen het lijf. De wandelende Peter ligt op de grond met naast hem een half opgegeten boterham. Op zijn haar drupt melk uit Liesbets beker Kees en Bert sluipen naar hun stoel. Nu komt de juf in actie: „Iedereen op zijn stoel, armen over elkaar, mond dicht." Het wordt angstig stil in de klas. Peter loopt snikkend naar zijn plaats en wrijft zijn zere nek. Liesbet staat intussen bij het aanrecht. De juf loopt beredderend met de vaatdoek melk te dweilen. „Waarom doen jullie nou zo?" roept ze boos. „Jullie weten toch de regels die gelden tijdens het eten?"

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 6 augustus 1997

Terdege | 76 Pagina's

Leren luisteren: belonen en bestraffen

Bekijk de hele uitgave van woensdag 6 augustus 1997

Terdege | 76 Pagina's