Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Steeds weer hopen, steeds weer vrezen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Steeds weer hopen, steeds weer vrezen

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

"Vandaag is het precies negen jaar en drie maanden en drie dagen dat mijn zoon Ron gevangen zit", was liet eerste wat Batya Arad zei. Het maakte diepe indruk op de twee Nederlandse moeders die haar bezochten. De dames Van Duuren en Rhodius zamelden het afgelopen jaar 80.000 handtekeningen in om aandacht te vragen voor de Israëlische militairen die al vele jaren vermist worden. Ondertussen gingen de ouders van de soldaten zelf op bezoek in het hol van de leeuw.

Elke oorlog kent zijn blunders, menselijke fouten die in de spanning van het moment gemaakt worden. De commandant die zijn tanks op 10 juni 1982 naar de snelweg Beiroet-Damascus stuurde om terugtrekkende Palestijnen de pas af te snijden, was niet op de hoogte gesteld van de inzet van Syrische troepen en Palestijnse guerilla's in het gebied. Bij Sultan Ya'akoub liepen de elf tanks in een hinderlaag.
Nadat ze de hele nacht onder vuur hadden gelegen, gaf de Israëlische commandant orders om terug te trekken. De tank van Hezi Shai, de laatste in de rij, kreeg een voltreffer en de geschutskoepel bleef haken in een boom. Shai, Ariel Lieberman, Zvi Feldman en Zacharia Baumel tuimelden uit de brandende kolos en verscholen zich in een bosje. Feldman had een grote hoofdwond. Shai en Lieberman gingen op stap, raakten elkaar kwijt en werden beiden in de kraag gevat. Shai werd drie jaar door Palestijnen gevangen gehouden en Lieberman belandde in een Syrische cel. In de cel van Shai brandden dag en nacht de tl-buizen. Was het dag of nacht? Hij raakte elk besef van tijd kwijt. Nadat een bewaker, een van de weinigen die vriendelijk waren, hem had verteld dat de gebedsoproepen van een naburige moskee elkaar met tussenpozen van zes uur opvolgden, wist Hezi Shai zich wat beter te oriënteren. Na zijn vrijlating verklaarde hij dat hij gevoeld had dat er voor hem gebeden was.
Ook Baumel en Feldman waren gearresteerd, evenals Yehuda Katz, die gewond uit een andere aangeschoten tank was gehaald. Feldman werd nog diezelfde dag geboeid meegevoerd in een militaire parade in de Syrische hoofdstad Damascus. Katz werd kort daarop tijdens een overwinningsparade in Damascus tentoongesteld. Hij werd zwaar bewaakt en was met ketenen geboeid. Sindsdien zitten hun families in onzekerheid, al vijftien jaar lang. Leven de militairen nog? Waarschijnlijk wel, maar zeker is het nooit.

Martelingen
Op 17 februari 1986 werden Rechamim Alsheich en Yosef Fink in de Zuid-Libanese veiligheidszone door Hezbollahstrijders in een hinderlaag gelokt. Ruim tien jaar lang was hun lot onduidelijk. Later in 1986 stortte in Zuid-Libanon een Israëlische Phantomstraaljager neer door motorstoring. Onmiddellijk werd het gebied door vijandelijke troepen omsingeld. Toch slaagde een Israëlische helikopter erin de piloot op te pikken. De 28-jarige navigator Ron Arad viel echter in handen van de Libanese sjiieten. Het was 16 oktober 1986.
Sindsdien is hij vermist. In 1989 zou hij in Iraanse handen gevallen zijn, maar zijn verblijfplaats is onbekend. Volgens ooggetuigen werd hij voortdurend psychisch en lichamelijk gemarteld. Zijn vrouw Tami (toen 25, nu 36) weet niet of ze al jaren weduwe is of dat haar man nog leeft. Dochter Yuval was ruim een jaar oud toen haar vader verdween. Elke maand schrijft ze de Iraanse regering een brief met het verzoek haar vader vrij te laten.

Woord en daad
Voor de dames J. van Duuren en C. Rhodius staat het als een paal boven water: „Het is psychologische oorlogsvoering. De families worden bewust in onzekerheid gehouden. De gevangenen krijgen ook geen bezoek van het Rode Kruis, hoewel ze daar volgens internationale afspraken recht op hebben.
Van tijd tot tijd is er het gerucht dat ze vrijgelaten zullen worden, en dan gaat het weer niet door. De Arabieren doen dat bewust. Ze weten ook best dat een piloot in Israël bijna heilig is. Vorig jaar is het even heel spannend geweest toen de Duitse ambassadeur over de militairen onderhandelde, maar ook hij boekte geen resultaat."
De beide moeders uit Barneveld en Heemstede kennen elkaar doordat ze consulente werden van het Israëlproductencentrum van de stichting Christenen voor Israël in Nijkerk. Terwijl ze haar pasgeboren kind voedde, zag mevrouw Rhodius in 1986 op de televisie de beelden van de neergeschoten straaljager van Ron Arad. „Ik dacht toen: Het zal je kind maar zijn! Zelf zat ik met mijn baby op schoot. Ik wilde de ouders van de piloot schrijven om hen te bemoedigen, maar eigenlijk durfde ik het niet, zo van: „We denken aan u, hoor. De groeten uit Nederland." Dat was me te gemakkelijk. Vorig jaar april hebben we de ouders van de vermiste militairen echter bezocht en zijn we een actie begonnen. Het is gemakkelijk om voor Gods volk te bidden, maar wat doen we in de praktijk?"

Operatie Davidka
In Israël onmoetten de moeders Yonah Baumel, de vader van een van de verdwenen tankbemanningsleden. Ze spraken met tal van overheidsfunctionarissen, onder wie minister Nathan Sharanski, die zelf in Rusland negen jaar gevangen zat. Na de reis begonnen de dames de actie "Red de Israëlische krijgsgevangenen". Aanvankelijk wilden ze de actie "Operatie Davidka" noemen, naar het kleine kanonnetje waarmee de Israëliërs de onafhankelijkheidsoorlog wonnen. Het ding maakte zoveel lawaai dat de Arabische troepen dachten dat er een legioen aan kanonnen op hen gericht stond.
De ouders van sergeant Zacharia Baumel gaven op de Doelendag van Christenen voor Israël in Rotterdam het startsein voor de actie voor de krijgsgevangenen. Naast oproepen tot gebed en het verzamelen van handtekeningen worden allerlei andere pogingen gedaan om de kwestie onder de aandacht te brengen. „In Israël gebeurt zoveel, dat deze jongens vergeten dreigen te worden. Ze zijn uiteindelijk al meer dan vijftien jaar weg. Eigenlijk hebben we maar één doel: de bedroefde ouders troosten. Kort na het begin van de actie maakte premier Netanjahoe een reis naar Amerika. Moeder Baumel reisde met hem mee en ontmoette mevrouw Rhodius tijdens een tussenstop op Schiphol. In diezelfde tijd overlegde mevrouw Van Duuren in Israël met president Weizmann.
Begin september ontmoetten de twee Nederlandse moeders in Ierland de Israëlische minister van buitenlandse zaken, Levy. Anderhalve maand later haalden ze duizenden handtekeningen binnen tijdens de Wegwijsbeurs in Utrecht, die werd geopend door burgemeester Ehud Olmert van Jeruzalem. In november ontmoetten de dames in Jeruzalem de vrouw van premier Netanjahoe en lieten ze ter gelegenheid van de 36e verjaardag van Zacharia Baumel in het Israëlische parlement een motie voorlezen.

Hol van de leeuw
De ouders van de vermiste soldaten hebben van alles geprobeerd om iets aan de weet te komen over het lot van hun kinderen. Ze overlegden voortdurend met regeringsfunctionarissen, lieten folders met een dringende oproep om informatie drukken en gingen zelfs in hongerstaking. Op 1 juli waren er activiteiten in een grote tent, die voor het Knessetgebouw was neergezet.
De vader van Zacharia Baumel ging naar Jordanië, Syrië en de Gazastrook en bezocht zelfs het PLO-hoofdkwartier in Tunis, het hol van de leeuw. Hij kwam weinig verder. „Iedereen verschuilt zich achter iedereen." Voor de famihes van de militairen zijn de vermissingen heel ingrijpend. Baumel kreeg door de spanningen een hartinfarct. Zvi Feldmans moeder dreigde zich voor het Knessetgebouw in brand steken. De ouders van Feldman en Katz zijn overlevenden van de holocaust en houden zich alleen nog op de been met de hoop dat hun zoon nog leeft. Katz verwees naar de Thora: „Weet u dat Jacob bleef leven omdat hij in zijn hart voelde dat Jozef nog in leven was en hij hem terug wilde zien voordat hij zou sterven?"
De Israëlische premier Rabin kreeg van PLO-leider Arafat de helft van het identiteitsplaatje van Zacharia Baumel en de toezegging dat er binnen enkele weken meer informatie zou komen. Dat was in december 1993. Nog altijd weten de Israëliërs niets meer dan toen. Ondanks zijn hartkwaal maakte Baumel met zijn vrouw onlangs een zes weken lange tournee door de Verenigde Staten, waar ze tot 1973 woonden. Door hun dubbele nationaliteit is hun zoon de enige westerse gijzelaar die nog gevangen zit.

Onzekerheid
Over twee van de zes gijzelaars kwam vorig jaar duidelijkheid. Het waren de twee van wie al gedacht werd dat ze niet meer in leven waren. Het bleef echter onzeker, totdat in juli de levenloze lichamen van Yosef Flink en Rechamim Alsheich naar Israël werden gebracht. Ze waren geruild tegen 123 HezboUahstrijders, tachtig gesneuvelden en de bekostiging van medische zorg. „Die prijs was waanzinnig hoog en het gevaar van dergelijke transacties is dat de Arabieren steeds hogere prijzen eisen." Mevrouw Van Duuren behoorde tot de ruim 2500 aanwezigen toen Rechamim Alsheich op de Herzlberg in Jeruzalem met militaire eer begraven werd. De ouders van de twee militairen waren eigenlijk opgelucht. „Natuurlijk is het vreselijk dat hun zonen zijn omgebracht, maar aan de slopende onzekerheid is een eind gekomen. Er waren berichten geweest dat één van hen was gedood, later bleek het juist de ander te zijn en volgens het derde bericht waren ze allebei niet meer in leven. Het bleef ongewis. Nu is de onzekerheid voorbij en het is voor de ouders ook heel belangrijk dat hun zonen nu in Israëlische grond begraven zijn."

Anne Frank
De families van de andere vier gijzelaars leven nog in onzekerheid. De afgelopen vijftien jaar waren er regelmatig berichten dat ze ergens gezien waren. Elke keer flakkerde de hoop weer op. De actie voor de vier militairen gaat door. „In het Israëlproductencentrum ontmoeten we soms vrouwen die zeggen: „We bidden elke dag voor de vermiste soldaten." De moeders Van Duuren en Rhodius ervoeren het als een smeekbede toen in Israël iemand zei: „In Holland hebben jullie Anne Frank niet kunnen redden. Misschien deze jongens wel."

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 augustus 1997

Terdege | 84 Pagina's

Steeds weer hopen, steeds weer vrezen

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 augustus 1997

Terdege | 84 Pagina's