Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Scheepsjournaal van de Samuel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Scheepsjournaal van de Samuel

8 minuten leestijd Arcering uitzetten


Collega-zeilers
La Coruna is een grote stad op de rotskust van Noord-Spanje. Op straat is er een levendige handel. Vrouwen helpen mee met netten boeten en in ieder huisje of gebouwtje is wel een winkeltje waar je groente en cola kunt kopen. Op vrijdagavond en zaterdagmorgen kwamen de "grotere" hektrawlers binnen. Op zondag was het opvallend rustig in de stad. Wij konden gewoon op de weg lopen. In de rooms-katholieke kerken werden wel 4 tot 5 diensten gehouden. Lugubere koffieshops kennen ze hier niet. Wel zijn er heel veel hokjes waar mensen loten kopen. Op een avond liepen wij over de havenkade en zagen een aantal jongens en meisjes aan het werk. Ze waren bezig een nieuwe mast in elkaar te zetten. Zij vertelden dat zij meededen aan een wedstrijd om in een jaar de wereld rond te zeilen, maar in de laatste etappe brak hun mast, in de Golf van Biskaje. Van uitrusten in een haven komt nooit zo veel. Onze boot krijgt dan van binnen een flinke schoonmaakbeurt en van buiten een nieuwe onderhoudsbeurt. Deze keer moest de mast opnieuw getrimd worden. Alle stagen die de mast overeind houden werden nagekeken, touwen werden op slijtage gecontroleerd, de motor moest wat afgesteld worden omdat hij slecht startte, en natuurlijk moest het roer gerepareerd worden.
Er moest proviand aan boord komen, evenals water en diesel. Toen ik hiermee bezig was, riep een man iedere keer: „Bonito barco, bonito barco." Ja, ja, knikte ik steevast en ik zwaaide vriendelijk om vervolgens weer met mijn werk verder te gaan. Marijke hoorde en zag het hele schouwspel gebeuren en kwam na een tijdje naar buiten toe. „Hij zegt dat je een mooi schip hebt", zei ze.

Zwaar weer
Maandagmiddag om 15.30 uur zijn wij uit La Coruna vertrokken om naar Madeira te gaan. Het varen is weer even wennen. Op zo'n inmens grote zee zie je hoe nietig je bent. Al is het windstil, toch is de zee altijd in beweging en kun je alle kanten opgeslingerd worden. En het kan zo maar zijn dat een uur of twee later het kleinste stukje zeil nog te groot is vanwege de harde wind. En als je denkt de golfpatronen te kennen, is er zo nu en dan toch een golf die net voor het schip breekt en het voorschip voor een paar seconden onder water doet verdwijnen, en een stortbui van water over je heen gooit, zodat je drijfnat en koud in de kuip achter blijft. Dit allemaal zonder dat er een direkte aanleiding voor is. Op een mooie avond was ik bezig de boot klaar te maken voor de nacht, toen er opeens een klein groen vogeltje met een scherp zwart snaveltje op mijn schouder ging zitten. Er kwam nog een vogeltje bij, kleiner, maar met dezelfde kleur. „Misschien wel zijn vrouwtje", zeiden wij tegen elkaar. Wij strooiden wat brood neer, maar daar moesten ze niets van hebben. Op een gegeven moment vloog het 'mannetje' naar binnen en ging in een hoekje van de bank zitten. Het Vrouwtje' verstopte zich onder de zojuist opgeruimde touwen, en begon zo nu en dan zacht te piepen. Toen het donker werd nam ik het mannetje op mijn vinger, en zette het bij zijn vrouwtje neer. De volgende morgen ging ik kijken. Het vrouwtje was gestorven. Het mannetje was heel zwak, maar naar mijn mening mocht hij niet dood gaan. Ik pakte hem op en hield zijn kopje onder de kraan. Het brood, dat door de dauw behoorlijk papperig was geworden, stopte ik in zijn bekje. Het leek wel een martelgang voor het diertje, en het zag er naar uit of ik er niets mee op schoot. Na een tijdje besloot ik maar om het vogeltje in zijn hoekje terug te zetten, zodat hij daar maar rustig kon sterven. Een tijdje later kwam Marijke mij van de wacht aflossen, en ik vertelde wat er gebeurd was. Zij ging gelijk even bij het mannetje kijken, maar vond hem levenloos. Een beetje teleurgesteld ging ik daarna naar de kooi.
„Albert, Albert", riep Marijke, „ik wil graag overstag, de wind is gedraaid." „Ja hoor, ik kom eraan", zei ik toen ik 's morgens om 10.00 uur wakker gemaakt werd. Ik hoorde de wind waaien, harder dan toen ik van mijn wacht afgelost werd. Plotsklaps viel de wind zo hard in dat wij bijna plat lagen met het schip. Zo snel als ik kon krabbelde ik weer naar buiten, en zag donkere wolken op ons af komen. De golven werden opgezweept en kwamen op ons schip af met veel geraas. Marijke was ondertussen ook bij mij komen staan. „Snel, achter het roer, en houd de wind van achteren", zei ik tegen haar. Ondertussen zocht ik de touwen op die ik nodig had om de fok in te rollen. Gelukkig hadden wij alleen de fok uitgeboomd vanwege de bakstagwind (wind die van achteren komt). Met veel moeite kon de fok ingerold worden, en kroop ik naar voren om de spi-boom weg te halen. De boot ging al heftiger tekeer en de wind werd al harder. Weer ging ik naar de kuip en haalde een lang stuk touw op. Ik kroop naar de mast en wikkelde het touw vanaf de mast om de giek heen waar het grootzeil op lag. Aan het eind van de giek knoopte ik het touw goed vast, alle touwen werden nog eens gecontroleerd en opgeborgen. Een dikke stortbui kwam op ons af „Ga maar naar binnen, Marijke, ik neem het wel over." Marijke ging naar binnen en sloot de luikjes goed af Wat daarna gebeurde is met een pen niet goed over te brengen. Het zicht was helemaal weggevallen, en het stortte hagel en regen tegelijk. Drijfnat en koud zat ik daar in mijn hemd en opblote voeten, meer tijd dan voor het aantrekken van een spijker broek had ik mijzelf niet gegund. Er stond zoveel wind dat de boot zonder zeil nog een vaart maakte van 5 knopen (zeemijl per uur). De boot werd van achteren opgetild en een grote golf liep eronderdoor. Ik verbaasde mij over de zeewaardigheid van het jacht. Eerder had ik die nacht in veel zorg en gebed doorgebracht. Het onweerde hevig en de bliksem om ons heen was soms zo fel dat mijn ogen iedere keer weer tijd nodig hadden om aan de duisternis te wennen. In het begin van de nacht had ik het bandje van onze trouwdienst voor de zoveelste keer beluisterd. Wij zijn getrouwd met een tekst uit Spreuken 3, die vol staat met wijze raad. Maar hoe moeilijk is het om deze wijze raad ter harte te nemen, en om je leven in Zijn hand te leggen, als het zo tekeer gaat? Rust mijn ziel, uw God is koning. Heel de wereld Zijn gebied. Alles wisselt op Zijn wenken. Maar Hijzelf verandert niet. De harde regen hield op en het zicht kwam weer terug. Maar de wind was nog steeds hard en werd merkbaar afgewisseld door warme en dan weer koude lucht. Opeens bedacht ik dat het zondag was. En dat die ervaren zeiler God was, die bij ons achter het roer stond, als een Vader. Het is totaal niet onze gewoonte om op zondag te zeilen. Maar met grote oversteken ontkomen wij daar niet aan. Zaterdagavond ruimen wij dan de boot wat op en op zondag willen wij zo min mogelijk zeil voeren zodat wij, al is het op een bandje, gewoon de kerkdiensten bij kunnen wonen. Het luikje ging open, in een dik overlevingspak kwam Marijke naar buiten. „Ik neem het van je over", hoorde ik door het geraas heen, en zij dwong mij naar binnen te gaan. Binnenin lag een stapel droge kleren, met mijn oliegoed, en op het aanrecht een handdoek en een briefje met daarop een lekkere koek. „Schat, trek even je goeie goed aan + je harnas. Dan hou je 't langer uit dan met koude voeten. Marijke." was de tekst die op het briefje stond.

Porto Santo
In de nacht van maandag op dinsdag, op 49 mijl afstand, ontdekten wij de lichtflitsen aan de horizon van de vuurtoren van Porto Santo. De volgende morgen bij het opkomen van de zon lag er een prachtige vulkanische berg in zee. Porto Santo, van de eilandengroep Madeira. Onder het ontbijt zaten wij, onder een warme ochtendzon, stilzwijgend te genieten van dit natuurschoon, vergetend alles wat ons de afgelopen reis was overkomen, 's Middags om 17.00 uur liepen wij de haven binnen.

Scheepsgroeten,
bemanning Samuel
Albert en Marijke Hoekstra

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 26 november 1997

Terdege | 92 Pagina's

Scheepsjournaal van de Samuel

Bekijk de hele uitgave van woensdag 26 november 1997

Terdege | 92 Pagina's