Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

,,Hield papa niet genoeg van mij?''

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

,,Hield papa niet genoeg van mij?''

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een leerling van een protestants-christelijke basisschool belt de hulplijn van Chris Ze wordt gepest omdat ze de enige in de klas is van wie de ouders niet gescheiden zijn. „Dat is de wereld op z'n kop", zegt directeur R.J. Hondsmerk van de stichting voor christelijke kinder- en jeugdhulp. Dit najaar gaf de organisatie uit Dordrecht een werkboek voor de begeleiding van kinderen van gescheiden ouders uit.

De interkerkelijke stichting Chris spreekt bewust niet van een kindertelefoon, maar van een hulplijn: 24 uur per dag bereikbaar voor kinderen én volwassenen. Het aantal telefoontjes nam toe van 400 in 1990 tot naar schatting 4000 dit jaar. De meeste bellers zijn jonger dan 20 jaar, maar ook volwassenen vragen in toenemende mate aan Chris om raad. Hoewel de organisatie in evangelische hoek ontstond, richt zij zich nu op het brede kerkelijke erf. Kinderen bellen het meest met vragen rond echtscheiding, seksualiteit, seksueel misbruik en pesten. In die volgorde. De gegevens van dit jaar laten zien dat seksueel misbruik waarschijnlijk op de tweede plaats komt. „Op dit moment worden we per week gemiddeld over zeven nieuwe zaken gebeld. Dat is een enge ontwikkeling." Dat echtscheiding al lange tijd bovenaan staat, verbaast Hondsmerk niet. „Het komt steeds vaker voor, in alle kerken, en kinderen worden er altijd de dupe van."

Moeilijkste vragen
„De kinderen hebben vaak met schuldgevoelens te kampen: Hield papa niet genoeg van mij? Of ze hebben moeite met een keuze die ze moeten maken. Beide ouders hebben dingen voor én tegen. De kinderen worden gedwongen te kiezen. Anderen hebben herenigingsfantasieën. Soms vraagt een kind ons te bidden of God papa en mama weer bij elkaar wil brengen. Dat zijn de moeilijkste vragen. Aan de ene kant mag je weten dat God wonderen kan doen. Aan de andere kant is het vaak niet reëel te verwachten dat ouders bij elkaar komen." In een aantal gevallen blijft het contact tussen Chris en de beller beperkt tot een eenmalig telefoongesprek, waarin de medewerker een luisterend oor biedt en soms enkele tips geeft. Als een kind verder wil praten, probeert Chris het in contact te brengen met een van de pastorale medewerkers van de stichting. Als er sprake is van een ernstige situatie, wordt verwezen naar de hulpverleners van Chris of een christelijke organisatie in de omgeving van het kind.

Conflicten
Het komt regelmatig voor dat ouders niet weten dat hun zoon of dochter belt. Daar ligt een moeilijkheid, erkent Hondsmerk. „Zeker als er een vervolg komt, stimuleren we een kind de ouders op de hoogte te brengen. Er zijn situaties waarin dat moeilijk ligt, bijvoorbeeld als er sprake is van seksueel misbruik. Als er thuis continu conflicten zijn, kan het ook handig zijn op een andere plaats af te spreken. Dat vraagt creativiteit van onze vrijwilligers. Ze kunnen bijvoorbeeld een ontmoeting regelen in de coffeeshop bij de Hema of op school. Ons uitgangspunt blijft echter: Kinderen horen in een gezin thuis. Ouders hebben de eerste verantwoordelijkheid. Dat is zonneklaar. Wij willen alleen extra hulp geven. Soms zitten de vader en moeder, bijvoorbeeld na een echtscheiding, zo boordevol eigen emoties dat de aandacht voor de kinderen erbij inschiet. Dan kan het nodig zijn dat een ander dat tijdelijk oppakt." Chris heeft daarbij ook oog voor de kerkelijke gemeente waartoe een kind of tiener behoort. „We vragen altijd of ze er met iemand in de kerk over hebben gesproken. Als er een vervolggesprek met een van onze vrijwilligers komt, proberen we altijd een medewerker uit dezelfde kerk te vinden. Soms is dat zelfs iemand uit de eigen gemeente. We willen er zijn ten dienste van de gemeente, helpen bouwen aan kinderpastoraat."

Werkboek
Het vrijwilligersapparaat van Chris telt ongeveer zeshonderd medewerkers. Hondsmerk erkent dat een hervormde jongere meer kans heeft een contactpersoon uit zijn eigen kerk te krijgen dan een beller uit de Gereformeerde Gemeenten. „Sommigen vinden dat je problemen binnen je eigen kerk moet houden. Dan zeggen wij: „Prima, maar dan moeten er juist meer vrijwilligers uit die kerk komen." Er bellen regelmatig kinderen uit de Gereformeerde Gemeenten." Omdat vragen rond echtscheiding veel voorkomen, gaf de stichting daarover een werkboek uit, dat de medewerkers een handvat wil bieden. „We wilden de mensen iets in handen geven om mee te kunnen werken. Pastoraat aan kinderen en tieners werkt heel anders dan aan volwassenen. Er was niet veel materiaal beschikbaar, waarin ook ruimte is voor het geestelijke aspeet. Hoewel er over "lessen" gesproken wordt, staat Chris geen schoolse aanpak voor ogen. „We zeggen niet: „Hier heb je een boek. Ga maar aan de slag. Vandaag is hoofdstuk 1 aan de beurt." Iedereen kan kijken wat hij kan gebruiken. Als een kind zich afvraagt of het schuld heeft, kun je bijvoorbeeld met het derde hoofdstuk beginnen. De aanpak kan ook verschillen. Het ene kind heeft behoefte iets op te schrijven, het andere niet. Een derde wil tekenen. Dat is allemaal prima."

Geloofsvragen
Een optie is ook binnen een school of een kerkelijke gemeente in een groepje met het werkboek aan de slag te gaan. Betekent zo'n lotgenotengroep niet dat kinderen op jonge leeftijd al een stigma krijgen? „Het is een keuze die je maakt. Een kind overkomt iets. Daar heeft het geen enkele zeggenschap over, maar het moet er wel mee verder. Vroeg of laat krijgt 60 procent van kinderen van gescheiden ouders met psychische problemen te maken. Het is ook bekend dat kinderen van gescheiden ouders 80 procent meer kans hebben later zelf te gaan scheiden. Dan heb je, zeker als kerk, een behoorlijke verantwoordelijkheid te helpen dat risico te verkleinen. Waar ziet een kind van gescheiden ouders nog hoe God het huwelijk wél bedoeld heeft? Als je als kerk geen antwoord geeft op de sociaal-emotionele nood en de geloofsvragen van kinderen, moet je er niet van opkijken wanneer ze straks als tieners afhaken. Ik weet: er gebeuren honderdduizend dingen in een gemeente, maar als we onze eigen kinderen op dit gebied niets te bieden hebben, hoe zullen we dan nog een antwoord op de vragen van de wereld hebben?"

Kopje koffie
Hondsmerk bemerkt in het pastoraat vaak een verlegenheid in het omgaan met kinderen in knelsituaties. „Veel ambtsdragers kunnen er geen handen en voeten aan geven. Wij denken graag in structuren. De belevingswereld van een kind kun je daar niet in gieten. Het is geen kwestie van een afspraak maken, een kopje koffie drinken en dan een pastoraal gesprek voeren. Een kind stelt heel andere eisen, een tiener nog weer andere. Soms wordt tegen een meisje van 13 gezegd, als haar ouders gaan scheiden: „Zul je goed voor je moeder zorgen. Ze heeft het moeilijk." Of tegen haar broer: „Jij bent nu de man in huis." Dat zeg je dan tegen een jongen van 14!" Kinderen hebben volgens Hondsmerk vaak aan een half woord genoeg om hun verhaal te vertellen. „Joh, hoe gaat het met jóu? We gaan zaterdag naar het zwembad. Ga je mee?"

De telefonische hulplijn van Chris is bereikbaar via nummer:
078-6312300.

----------------------------------------------------------------------------

Jong geleerd

Joep (7) mocht bij een vriendje eten. Thuisgekomen zei hij: „Het brood was lekker maar die zelfgemaakte melk (melk van eigen vee) lustte ik niet."
---
Toen de schilder klaar was in ons huis en hij wegging, vroeg Lydia (3) aan hem welke vrouw hij nu ging schilderen.
---
Op de vraag of Erica (4) niet in bed plast zegt ze: „Ik plas altijd droog in bed."
---
Marcel (3) valt met zijn kin op de grond. Hij heeft een klein schaafwondje, waarop hij angstig vraagt: „Mamma, is de schil eraf?"
---
Edith (3) heeft honger en eet heel snel haar boterham op. Cornelis (7) zegt tegen mama: „Edith eet als een snelvaarttrein."

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 17 december 1997

Terdege | 140 Pagina's

,,Hield papa niet genoeg van mij?''

Bekijk de hele uitgave van woensdag 17 december 1997

Terdege | 140 Pagina's