Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Yerushalayim Shel Shachor

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Yerushalayim Shel Shachor

Ultra-orthodoxie wordt politiek machtsblok in Israël

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zijn onderlip trilt van verontwaardiging. In korte zinnen komt het verhaal eruit. Zoals gewoonlijk was er echter een in het zwart geklede jongeman aanwezig. Zelfverzekerd had hij het woord genomen, na de vaste gebeden.„Dat God straft", had de vreemdeling gezegd, „is duidelijk te zien in de Tweede Wereldoorlog. Omdat Joden toen liever in cafetaria's zaten dan dat zij de Torah bestudeerden, had God als straf Hitler gezonden." Ze'ev had geprotesteerd. „Ah", had de vreemdeling gesproken, „daar heb je er weer één. Was hij soms zelf ook een van die overtreders?" De brutale man was uit de synagoge gegooid. „Hij gaat weg, of ik verdwijn", had Ze'ev geroepen.

Ze'ev werd voor de oorlog in Polen geboren. Familie, ouders, vrienden... iedereen kwam om in de Holocaust. Ze'ev overleefde een verblijf in een concentratiekamp. Na de oorlog haalden medewerkers van het Joods Agentschap hem uit Europa weg. Hij immigreerde in 1946 in Palestina. Illegaal: het Engelse bestuur in Palestina zat niet te wachten op de Joodse vluchtelingen. Hij diende bij de luchtmacht van de jonge Joodse staat en klom uiteindelijk op tot een hoge rang.
Ze'ev maakte het allemaal mee, „maar dat ik dit nog moest meemaken, had ik me niet kunnen voorstellen", schudt hij verbaasd met zijn hoofd. „Ben je notabene in je eigen synagoge, komt me daar die kerel ons, mij, de les lezen? Hoe durft hij het om de nagedachtenis van al die slachtoffers te bezoedelen? Zaten die 1,5 miljoen kinderen die omkwamen soms hele dagen in cafetaria's? Wie heeft hem tot rechter over het Joodse volk gemaakt?" De vreemdeling had ook nog geroepen dat de zionisten hetzelfde lot beschoren was als de Holocaustslachtoffers. Hetzelfde kwaad, dezelfde straf Ze'ev: „Hoe durft hij? De mensen die hém nu in het leger verdedigen dit naar het hoofd te gooien? Ongelofelijk! Ik heb er weken slecht van geslapen! Dat dit bestaat!?"
Wat Ze'ev meemaakte is slechts het topje van een grote ijsberg. De ervaringen van Ze'ev beginnen op het ogenblik in Israël eerder regel dan uitzondering te worden. Openlijk wordt door een steeds omvangrijkere groep ultra-orthodoxen geageerd tegen het zionisme, tegen de staat Israël en tegen moderne vormen van jodendom. Nieuwsbeelden van in zwarte kledij gehulde mannen die Israëlische vlaggen verbranden. Als tijdens dodenherdenking de sirenes loeien, staat iedereen twee minuten stil, behalve deze mensen. Opvallend gaan zij gewoon hun gang. In Jeruzalem liepen zo'n rwintig mannen zelfs een hossende polonaise tussen de stilstaande mensen en auto's door. De ultra-orthodoxe loco-burgemeester van Jeruzalem Chaim Miller vond, volgens kranten die hem citeerden, dat jonge militairen die in Libanon waren gesneuveld dat slechts voor „die lap" hadden gedaan. Met „die lap" had hij de Israëlische vlag bedoeld.

Jeruzalem
De ultra-orthodoxe gemeenschap heeft de laatste jaren belangrijk aan invloed gewonnen in Israël. Allereerst was de overwinning van Ehud Olmert in de race voor het burgemeesterschap van Jeruzalem winst. Olmert werd gekozen dankzij de steun van ultra-orthodoxe geestelijk en politiek leiders. In het door hem gevormde 'kabinet' van de stad was de steun van de ultraorthodoxen cruciaal. Dat betekende dat een aantal belangrijke departementen onder leiding van ultra-orthodoxe politici kwam te staan.
Recent onderzoek toonde aan dat deze mensen systematisch het geld en de invloed van hun departementen hebben aangewend om duizenden nieuwe ultra-orthodoxe gezinnen naar Jeruzalem te lokken. Terwijl seculiere en religieuze Israëliërs te stad in groten getale verlaten, is tegenwoordig meer dan 52% van alle leerlingen in Joods Jeruzalem ultra-orthodox. Als de trend doorzet, zo voorspellen onderzoekers, zal de helft van alle Joodse inwoners van de stad binnen een enkele generatie ultra-orthodox zijn. Daardoor zullen zij een doorslaggevende invloed uitoefenen op het bestuur van de stad. Analoog aan de titel van het bekende lied 'Yerushalayim shel Zahav' (Jeruzalem Stad van Goud), zou men nu van 'Yerushalayim shel Shachor' (Jeruzalem Stad van Zwart) kunnen spreken.
De "Jerusalem Report", een invloedrijk tijdschrift in Israël, publiceerde al in 1994 onderzoeksresultaten die in die richting wezen. Zo vermeldde het rapport dat vijf van de zeven belangrijkste stafmedewerkers hun ambt hadden neergelegd uit protest tegen ultra-orthodoxe druk om, ten koste van andere bevolkingsgroepen in Jeruzalem, fondsen ter beschikking te stellen voor de noden van deze gemeenschap. Door de toevloed van nieuwe ultra-orthodoxe Jeruzalemmers wordt daarnaast ook de demografische kaart van de stad grondig gewijzigd. De ultra-orthodoxen trekken voornamelijk naar het noordwesten van de stad en sluiten dit stadsdeel in toenemende mate af voor autoverkeer op sabbat. Niet-religieuze en modern-religieuze stadsbewoners vertrekken naar wijken in het zuidwesten van de stad, terwijl de Arabische bewoners van oostelijk Jeruzalem steeds sterker een Palestijnse identiteit krijgen. Gedesillusioneerde medewerkers op het gemeentehuis vrezen dan ook dat de stad meer en meer uit drie semi-onafhankelijke stadsdelen gaat bestaan. Terwijl bijvoorbeeld in 1993 10.000 Israëliërs naar Jeruzalem verhuisden, verlieten 16.000 mensen de stad. Meer dan de helft van de komers was ultraorthodox, terwijl ongeveer 80% van de weglopers seculier of religieus was. Reden voor optimisme bij medewerkers van locoburgemeester Chaim Miller, die zelfs spreken van een 'grote coalitie' tussen ultra-orthodoxen en Arabische inwoners. „Ik denk niet dat dat een groot probleem zou vormen", zo deelt een medewerker in vertrouwen mee. „Binnen een enkele week zouden we een oplossing voor het Palestijnse vraagstuk in Jeruzalem hebben. Wij willen ons stadsdeel volgens onze regels besturen. In hun deel kunnen zij hetzelfde verwezenlijken." Daarmee zou Jeruzalem feitelijk een opgedeelde stad worden.

A-zionisten
Onder invloed van de moderne tijd raakte het judaïsme, evenals het christendom, sinds de 19e eeuw verdeeld in stromingen. In Duitsland ontstond de reformbeweging, maar ook tal van Joodse inwoners werden seculier. De orthodoxie verzette zich tegen alle nieuwlichterij, maar zij kon niet aan invloeden van de moderne samenleving ontkomen. Een stroming van orthodoxen werd moderner: de modern-orthodoxen of kortweg de "religieuzen" genoemd. De andere stroming bleef zich verzetten en sloot zichzelf op in een zelfgemaakt getto. Deze ultraorthodoxie stelde strikte normen vast op het gebied van levensstijl, kleding, religieuze uitingen etcetera. Al snel werd de ultra-orthodoxie een apart wereldje.
Ook ten aanzien van het zionisme en de staat Israël bleef de ultra-orthodoxie bij het oude standpunt: alleen de komst van de messias kan een Joodse staat tot gevolg hebben. In de ogen van het merendeel van de ultraorthodoxen is Israël dan ook een surrogaat-republiek op z'n best of een goddeloze ketterij op z'n slechtst. Vandaar dat ultraorthodoxe jonge mannen geen dienstplicht vervullen in Israël, onder het motto dat het beter is de Torah te bestuderen dan tijd te verspillen in het leger. Andere groepen betalen geen belasting, maken geen gebruik van staatsvoorzieningen als het elektriciteitsnet, de waterleiding of het gasnetwerk, omdat dit allemaal 'Israëlische' voorzieningen zijn. Ramot, een gemengde stadswijk, is de laatste jaren een schaakbord geworden waarop de twee partijen hun conflict uitvechten. Eerst werden de banden van de bewakingsauto's van de 'stadswacht' doorgestoken: zij reden namelijk op sabbat. Vervolgens werden de buizen van de glijbaan van het plaatselijke zwembad lekgestoken: al het water liep weg. Met verf was er op de muur geschreven: „Wij zullen dit zwembad in een mikve (= een religieus bad) veranderen!" Een andere graffiti gaf te lezen: „Dood aan de seculieren!" Terwijl seculieren en religieuzen geloven dat ultra-orthodoxe vandalen zo proberen hen uit hun wijk te dwingen, beweren ultra-orthodoxe woordvoerders het tegendeel. Volgens hen zijn de muurschilderingen aangebracht door seculiere provocateurs die de wijk in een crisis willen storten.
Sinds de onafhankelijkheid van Israël, nu 50 jaar geleden, streefden de ultra-orthodoxen voortdurend naar een vorm van zelfbestuur. Activisten hadden daartoe zelfs overleg met Arabische machthebbers, zoals de voormalige Jordaanse koning Abdullah in 1948 of de Palestijnse leider Arafat in 1993. In het laatste geval ging een groep activisten van de Netorei Charta-beweging zelfs zo ver dat ze aan Arafat om het Palestijnse staatsburgerschap vroeg.

Sabbat
Burgemeester Ehud Olmert van Jeruzalem bestrijdt de alarmerende berichten. „Seculieren en religieuzen maken nog altijd meer dan de helft van de bevolking van de stad uit. De situatie hier wijkt niet af van die in de rest van Israël. De invloed van de ultra-orthodoxen wordt erg overschat en in een Arabisch/idtra-orthodox complot geloof ik niet. Kijk eens naar Ramot, Pisgat Ze'ev, Ramat Eshkol en andere wijken in het noorden van de stad! Allemaal gemengde wijken. Waarom leggen we niet de nadruk op plaatsen waar wel vreedzaam wordt samengewoond?"
Olmerts woorden lijken achterhaald door de ontwikkelingen. Vrijwel wekelijks vinden er langs de Bar-Ilanstraat in het noordoosten van de stad schermutselingen plaats tussen ultraorthodoxe demonstranten en de politie. Auto's raken op de rustdag beschadigd door stenen of bevuild door vuile luiers. In Tel Aviv organiseerde burgemeester Ronni Milo een "sabbat-optocht" vanwege het sluiten van een winkelcentrum op sabbat. Honderden meters blik baande zich toeterend een weg langs Bnei Brak, de ultra-orthodoxe voorstad van Tel Aviv. „Als Bnei Brak naar ons komt (de eigenaar van het winkelcentrum, een ultra-orthodoxe inwoner van deze voorstad), zullen wij naar Bnei Brak komen!" verklaarde burgemeester Milo strijdlustig. Voor het eerst lijkt de sabbatkwestie een nationaal probleem te worden. Overal in Israël mengen gemeenteraden, rabbijnen, opinieleiders, ambtenaren, regeringswoordvoerders en de gewone burger zich in deze "Kulturkampf, het gevecht om de culturele identiteit van de Joodse staat. Intussen zijn ultraorthodoxe woordvoerders en bewindvoerders erg schaars met hun uitlatingen over de kwestie. „We zullen nooit een straat afsluiten op sabbat buiten onze wijken", aldus Meir Porush, een belangrijke ultra-orthodoxe leider. Porush is hoofd van het Torah Onderwijs Departement. Deze afdeling van de gemeenteraad besteedt jaarlijks miljoenen Israëlische shekels aan het ultraorthodoxe onderwijs van de stad. Ook burgemeester Olmert van Jeruzalem is snel met de presentatie van het feit dat onder zijn hoede geen enkele nieuwe straat werd afgesloten op sabbat. Volgens tal van waarnemers gaat het echter om meer dan het afsluiten van deze of gene straat. Langzaam ontspint zich een dramatisch gevecht om het Joodse karakter van Israël. Met andere woorden: hoe Joods is de Joodse staat? Volgens een groot deel van de ultra-orthodoxen niet Joods genoeg, en daarvoor is men bereid ver te gaan. Daarvoor moest zelfs een restaurant in de seculiere Jeruzalemse wijk Rechavia het ontgelden. Toen ultra-orthodoxe activisten vernamen dat dit restaurant op sabbatmiddag de deuren opende, organiseerde men een optocht. Om vier uur 's middags arriveerde de slogans schreeuwende colonne bij het restaurant. Al snel werden tafeltjes omgeduwd en werd de stemming grimmig. Toen de eerste stenen en vuile luiers door de lucht vlogen, greep de politie in. Buurtbewoners renden hun huizen uit om hun geparkeerde auto's voor schade te bewaren. En plotseling was daar die oudere man die, met tranen in zijn ogen, op een cameraman van de televisie afliep, zijn mouw oprolde en het getatoeëerde concentratiekampnummer voor de lens hield. En met een van verontwaardiging verstikte stem riep hij: „Nooit heb ik kunnen begrijpen waarom Hitler ons haatte! Maar nu ik dit gezien heb", zijn arm maakte een weids gebaar in de richting van het handgemeen, „nu weet ik waarom..!"

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 18 maart 1998

Terdege | 100 Pagina's

Yerushalayim Shel Shachor

Bekijk de hele uitgave van woensdag 18 maart 1998

Terdege | 100 Pagina's