Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Christus opgenomen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Christus opgenomen

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

"En als Hij dit gezegd had, werd Hij opgenomen, daar zij het zagen, en een wolk nam Hem weg van hun ogen." Handelingen 1:9

In de heilige Schriften vonden oudtestamentische vromen woorden over voor hen nog onvermoede schatten. Zo lazen zij in Psalm 24 over een ingaan van de Koning der ere door eeuwige deuren. En in Psalm 47 hoorden zij van het opvaren van de HEERE met gejuich, met geklank der bazuin. En vonden zij in Psalm 68 niet geschreven: „Gij zijt opgevaren in de hoogte; Gij hebt de gevangenis gevankelijk gevoerd"? Pas met de hemelvaart van Christus zouden deze wonderlijke woorden hun volle rijkdom prijsgeven. O, wonderlijk Woord van God! Wat komt het op diepte wanneer het gelezen wordt met geloofsogen. Zulke ogen zijn op Gods lieve Zoon Jezus Christus gericht. Ja, dan gaat het Woord pas echt leven: als men Christus, Die het Leven is, erin vindt.

Als Gods tijd daar is, rijgen de heilsfeiten zich in korte tijd aaneen. Na de smartelijke dood en het smadelijke graf volgt voor Christus nu de zalige opstanding op de derde dag. De Vader werkt nu met goddelijke haast heen naar de thuiskomst van Zijn Zoon. Toch neemt de Koning na Pasen nog veertig dagen de tijd om Zijn dienaren voor te bereiden op hun werk in deze wereld. De Meester moet eerst Zijn laatste lessen nog geven. Dan kan het naar huis, opdat het Pinksteren worde en de werving van de Bruid haar volle loop zal nemen. „En Hij dit gezegd had... " De klok van de hemel nadert nu het ogenblik waarop de Vader zal zeggen: Zoon, kom! En wie of wat houdt dan de Zoon nog tegen? Voor het oog van Zijn discipelen, die met Hem zijn geweest in Zijn verdrukking, vaart Gods Zoon vanaf de Olijfberg omhoog. Wijd is het zicht op de oude stad, de stad van Zijn tranen, die stad die Hem uitwierp naar de vloekheuvel Golgotha. Ja, de Zoon gaat de Vader tegemoet, de troon tegemoet, de heerlijkheid tegemoet! De tekst zegt veelbetekenend dat Hij werd opgenomen. Let daarop. De Vader Zelf heeft de hand in de hemelvaart van de Zoon. Hij zet de kroon op het hoofd van Davids grote Zoon. En Gods Kerk? Zij mag aanschouwster zijn van deze heerlijke waarheid. „Daar zij het zagen " zo lezen we de woorden van de Heilige Geest. Nee, Zijn verrijzenis zagen zij niet. Zijn opgaan naar de eeuwige hoogten van God wel. Gods Kerk staat erbij, ademloos, stil, heilig verwonderd, vol gedachten. De ogen van de discipelen zijn als vast gekluisterd aan hun heerlijke Koning. Ze zouden Hem met hun aardse ogen hebben willen vasthouden, met Hem mee willen reizen. Hem tot in de hemel hebben willen volgen nu Hij het beloofde land binnengaat... Wie echter nog wat op aarde moet blijven, moet aldoor leren om te leven door het geloof alleen. Pas aan gene zijde is er het aanschouwen van de Koning in Zijn schoonheid. Daarom schuift als het ware een onzichtbare hand een wolk tussen de opvarende Heiland en Zijn volk op aarde, opdat geloof geloof blijve! „En een wolk nam Hem weg van hun ogen ", zo horen wij. De verheerlijkte Christus wordt naar Gods wijs bestel aan de blik van lichamelijke ogen onttrokken. Gods Woord zij Gods Kerk genoeg. O zeker, naar Zijn Godheid, majesteit, genade en Geest wijkt Hij nimmermeer van ons, maar met Zijn heilig lichaam blijft Hij in de hemel tot aan Zijn wederkomst. Van Zijn hoge troon zal Hij nu regeren en leiden, zodat het Zijn kinderen aan niets zal ontbreken in dit aardse tranendal. Als getrooste pelgrims mogen zij reizen naar het land van de rust, want hun Koning is al boven, hun ten goede, totdat zij. Zijn strijdend volk. Hem eens zullen zien in Zijn heerlijkheid als Gods tijd daar is.

Hemelvaart heilsfeit? Ja, voluit. Het zegt dat onze getrouwe Zaligmaker leeft. U weet zich door Gods genade één met de discipelen daar op de Olijfberg nabij Bethanië? U werd aan uw zonden ontdekt en vond in deze Koning der ere al uw zaligheid? Dan is Hij uw schat. Reis dan voort onder het heiligend kruis, de Koning achterna. Hoor hoe Hij bidt, ook voor u... Of hebt u voor deze Koning nog nimmer van harte geknield? Bleef u vreemdeling aan Zijn koninklijk hof? O, weet toch dat wie deze Koning hier niet nederig valt te voet, eenmaal toch voor Hem knielen moet. Maar dan is het wel te laat. Voorgoed. O, bekeer u dan toch, want waar moet u zich bergen als straks Zijn toorn tegen u ontbranden moet? Nog is Hij het. Die u Zijn vriendschap biedt. Nog is de troon waarop Hij zit de genadetroon. Toe, lees uw Catechismus er nog eens op na en zie waarom Hij daar boven woont en troont. Zoekt Hem daar in uw gebed. Worden zoekers niet vinders? En zullen vinders niet eenmaal zitten met Christus in Zijn troon, opgenomen in Zijn heerlijkheid?

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 13 mei 1998

Terdege | 84 Pagina's

Christus opgenomen

Bekijk de hele uitgave van woensdag 13 mei 1998

Terdege | 84 Pagina's