Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vormen van troost

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vormen van troost

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Als wij bij mensen met verdriet komen, voelen wij ons zelf vaak hulpeloos. We willen zo graag troosten, maar weten gewoon niet hoe. Om u te helpen geef ik hier enige adviezen (De meeste daarvan heb ik 'geleend' van dr. W. ter Horst.) Bedenk overigens dat er wel voorwaarden zijn verbonden aan uw rol van trooster. U zult zich moeten verplaatsen in de ander. Paulus zegt: 'Verblijdt u met de blijden en weent met de wenenden' (Rom. 12:15). Kruip in de huid van de ander als hij blij is en als hij bedroefd is. Veel troosters gaan met hun lading troost tegenover een ander staan. Ze beginnen al met troosten voordat ze meegeweend hebben. Dan werkt troost averechts. Een tweede voorwaarde is dat u een wij-gevoel moet bieden aan iemand met verdriet. U mag geen postbode zijn. Een postbode geeft de mooiste brieven af en gaat zelf weer door. Een trooster moet gemeenschap bieden. Troosten kan niet vlug tussendoor. ('Dan ben ik maar weer geweest!') Troosten kan niet eenmalig zijn. Wie verdriet heeft is pas getroost als hij merkt dat de ander zijn leven met hem wil delen. Als u wilt troosten kunt u het volgende doen. 1. U kunt praten met een verdrietig iemand, zijn verhalen aanhoren. Praten is niet: toespreken of bepreken, wél luisteren en reageren of soms veelzeggend zwijgen. Dit geldt ook van het geloofsgesprek. 2. U kunt een bedroefde aanraken: een stevige hand geven, kussen, een hand op schouder leggen, een arm geven. Het hangt van de relatie af hoe ver u daarin gaat. 3. U kunt zorgen voor een bedroefde die te wanhopig is om zijn eigen dagritme in stand te houden. U houdt als het ware de persoon in de gaten en let op zijn voeding en hygiëne. 4. U kunt een geschenk geven. Het gaat niet om de geldwaarde, maar om de persoonlijk waarde. Een kindertekening is een groot geschenk. 5. U kunt samen met een bedroefde eten. Dat mag bij u thuis, maar is nog beter bij de bedroefde thuis. Dan heeft hij namelijk iets om voor te zorgen. Dat haalt hem uit zijn rol van hulpbehoevende. Samen eten is een hoge vorm van gemeenschap hebben. Bovendien worden de gesprekken er natuurlijk door. 6. U kunt samen er op uit gaan (samen naar de kerk, samen gaan winkelen). Dat geeft een bedroefde nieuwe, positieve prikkels. 7. U kunt stimuleren iets nieuws op te pakken (al is het maar het lezen van een boek dat u bij u hebt). Dring echter niets op. (Dat geldt trouwens van alle punten!) 8. U kunt samen een spel doen. Denk aan kinderen bij een bedroefde grootvader. Het spel met zijn kleinkinderen ontspant hem. Gesprekken komen dan vanzelf. 9. U kunt samen uit de bijbel lezen, bidden en zingen. Dit kan (ook heel goed) aan tafel bij de maaltijd. Wat het zingen betreft: leed en troost worden in woorden van een psalm of gezang in de mond en in het hart gelegd. 10. U kunt samen werken. Nodig bedroefden uit voor arbeid die zo belangrijk is dat 'zin of geen zin' wegvalt (kerkenwerk, taken in de familie bijvoorbeeld). 11. Laat bedroefden iets voor u (terug)doen. Het is zeer troostrijk als u hèn nodig hebt. Dat neemt hun afhankelijkheidsgevoel weg. 12. Leef met hen mee op herdenkingsdagen en dagen die zo mooi hadden kunnen zijn als het grote verdriet niet gekomen was. Een kaartje of telefoontje kan veel goed doen.

Kijk uit dat u niet onnatuurlijk troost. Wees uzelf, maar overdrijf niet in uw gedrag en in het uiten van uw gevoelens. Ga liever trouw kort langs bij een bedroefde, dan af en toe een hele avond. Loop in het begin niet de deur plat bij een bedroefde om daarna de relatie als een nachtkaars te laten doven. Doe niet ineens erg vroom, als u in het leven vóór het verdriet nooit een geloofsgesprek gehad hebt met de ander. Zeg tegen iemand met verdriet niet: 'Kom eens bij ons op de koffie', of'Ik zal eens bij u langskomen'. Dat is makkelijk praten. Maak direct een afspraak. Blijf nadenken waarom u wilt troosten. Als u het namelijk doet om uw eigen goede werken aan te vullen, houdt u het niet vol. Een ander is namelijk meestal langer bedroefd dan u hoopt en dan wordt u er moe van. Troost ook niet vanuit een machtspositie ('Ik zal jou weleens eventjes helpen.') Dan dringt u zich op en gaat u de ander betuttelen. Iemand die bedroefd is voelt zich daarbij ongelukkig, want die wil ook vrij zijn. Tegelijk kan hij geen weerstand bieden aan uw ogenschijnlijk goedheid. Zo troost u een ander de put in. Dat is niet de bedoeling.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 24 juni 1998

Terdege | 88 Pagina's

Vormen van troost

Bekijk de hele uitgave van woensdag 24 juni 1998

Terdege | 88 Pagina's