Vlinders zo grot als een vogel
Noorderdienpark in Emmen
In de zomer kun je bijna in elke dierentuin wil een dagpauwoog of een koolwitje zien fladderen. Maar voor een echte vlindertuin met sprookjesachtig mooie vlinders moet je in het Noorderdierenpark in Emmen zijn. De tropische wartme in de kas doet de klatterende regen buiten snel vergeten. Tussen enorme planten, veel met prachtige bloemen, vliegen bont gekleurde reuzenvlinders.
Als je gewend bent aan de afmetingen van onze inheemse vlinders in het vrije veld geloof je bijna je ogen niet als je hier bent. Fladderaars met een vleugelspanwijdte van tien tot twaalf centimeter paraderen voor je neus. Elegant landt een kleurige gigant op een blad waarvan je verwacht dat het doorbuigt. Maar ondanks hun afmeting zijn ze vlinderlicht. Eigenlijk zijn de dieren niet eens erg schuw maar ze schikken toch een eindje op als je er te dicht bij komt. Bij het zien van deze tere wezens kom je diep onder de indruk van de schoonheid van de schepping.
Passiebloemvlinders
Vlinderspecialist in het Noorderdierenpark is Geert Jonkers. De vlindertuin is zijn werkterrein. „In de vlindertuin leven tussen de twintig en vijfendertig soorten vlinders. Hun oorspronkelijke leefgebied ligt in Zuid- en Midden-Amerika en Zuidoost-Azië. Maar deze vlinders zijn daar nooit als vlinder geweest. Ze zijn wel bij ons geboren, of in andere vlindertuinen en gespecialiseerde kwekerijen waar wij een uitwisseling mee hebben. Ze zijn dus als pop bij ons gekomen. Uitwisseling heeft ook als doel: meer kennis vergaren over vlinders en plantmateriaal", verduidelijkt Jonkers. „In het verleden hebben we ons gespecialiseerd in passiebloemvlinders, waar we er ongeveer tienduizend per jaar van kweken. Daarvan houden we een beperkte hoeveelheid zelf, de rest gaat als pop naar andere vlindertuinen. De pop wordt verpakt in watten en vochtige tissues. Zo kun je ze de hele wereld oversturen want het duurt ongeveer een dag of tien voor de verpopping aanstaande is. Het omgekeerde vindt ook plaats. Vlinders die in andere vlindertuinen goed gekweekt worden, krijgen wij bijna wekelijks als pop binnen."
Poppenkast
„Daarvoor hebben we de poppenkast", wijst Geert naar de demonstratiekast die in de vlindertuin hangt. „Het leuke is dat iedereen met een beetje geluk de verpopping van dichtbij kan meemaken, 't Is toch heel bijzonder om een vlinder uit de pop te zien kruipen met opgevouwen, vochtige vleugels. Daarna pompt het lichaamsvloeistofdoor z'n vleugeladeren en zie je hoe de vleugels als het ware opgeblazen worden. Zodra het beestje opgedroogd is, laten we het in de vlindertuin. De beplanting bestaat uit nectarplanten, dus voedselplanten. Anderzijds staan er planten (de zogenoemde waardplanten) die geselecteerd zijn op het feit dat de vlinders daarop hun eitjes leggen, zodat de rupsen meteen kunnen eten zodra ze uit de eitjes komen. En natuurlijk hebben we als achtergrond beplanting die de tropische sfeer benadrukt." „In een speciale ruimte, onze rupsenkweek, hebben we grote voorraden waardplanten. Het gebeurt namelijk weidat er heel veel rupsen zijn, waardoor de waardplant in no time kaalgevreten is. Dan moet je zorgen voor verse planten. Die kale planten gooien we niet weg hoor. Ze gaan naar de kassen van de tuindienst, waar ze opgekweekt worden tot ze weer vol in het blad zitten", legt de vlinderspecialist uit. Rupsen hebben we bij bosjes ontdekt. Sommige zijn zo goed gecamoufleerd, dat je twijfelt of het een tak of een rups is. Velen zijn uitgedost met een spectaculair uiterlijk. Vingerdikke beestjes schuifelen voort in felle kleuren, strepen, stippels, haren en uitsteeksels. Gaten verraden hun aanwezigheid. „De rupsen van de uilvlinders zijn dol op bananenplanten. Daarvan hebben we een flinke voorraad. Kaalgevreten planten ogen niet", lacht Geert.
A4-velletje
Tussen de planten in de vlindertuin staan verschillende vlindervoedertafels met buisjes nectar. Maar nectar halen ze toch uit de bloemen? „Vergeet niet dat, als de dagen somber en korter worden, de planten ook minder snel in bloei komen. Vandaar dat we in de herfst en 's winters de dieren extra nectar aanbieden. Bovendien hebben we in onze vlindertuin veel tropische vlinders, waarvan enkele soorten het hele jaar door actief zijn. Daar moet je goed voor zorgen. Er zitten forse jongens bij, zoals de atlasvlinder. Die heeft een vleugelspanwijdte van een A4-velletje", lacht Geert. „Helaas is dit een van de kortst levende vlinders. Vijf tot zeven dagen maar. In andere stadia als rups of pop heeft hij langer tijd nodig. Het is onvoorspelbaar wanneer de pop uitkomt. De meeste poppen doen er ongeveer tien dagen over. De atlaspop kan er een maand over doen, maar hij trekt er ook gerust zes maanden voor uit!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 14 oktober 1998
Terdege | 104 Pagina's