Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geloven aan de universiteit

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geloven aan de universiteit

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het taboe op academische vorming is ooii onder reformatorische christenen volledig doorbroken. Na het vwo wacht bijna vanzelfsprekend de universitaire studie aan een geseculariseerde universiteit. Het gevolg is de botsing van twee werelden, door veel christen studenten onderdrukt door het aanbrengen van een scheiding. „Het lijken twee geïsoleerde terreinen. Aan de ene kant de wetenschap, aan de andere kant het geloof. Daartussen bevindt zich een groot gat."

Op het Kalsbeekcollege in Woerden leerde Jos Jelier al tegen de stroom in roeien. Hoewel zijn ouders de kerk de rug hadden toegekeerd, las hij regelmatig in het Bijbeltje dat hij bij het verlaten van de christelijke basisschool had meegekregen. In het vierde jaar van het vwo sloot hij zich aan bij de Vergadering van Gelovigen in Woerden. Vanaf dat moment werd hij zich nog meer bewust van de kloof tussen zijn leefwereld en die van medeleerlingen. „Ik herinner me hoe geschokt ik was toen een vriendje me vertelde dat hij met zijn meisje naar bed was geweest. Anderen kwamen met verhalen dat ze zich in het weekend helemaal lam hadden gezopen, zoals dat heette heette." Het is voor de Delftse student niet vanzelfsprekend dat hij staande bleef „Je bent op die leeftijd heel kwetsbaar. Het gevaar dat je wordt meegetrokken, is groot. Ik sta positief tegenover een beschermde opvoeding en het volgen van middelbaar onderwijs aan een reformatorische school. Als het goed is, word je daar gewapend. Menselijkerwijs is het mijn redding geweest, dat ik een meisje tegenkwam dat mij de weg wees. Anders weet ik niet waar ik terecht was gekomen."

Wetenschappelijk
De overstap naar de Technische Universiteit confronteerde hem met de kou van Delft. „In het begin voel je je heel eenzaam. Een klein individuutje, met een afwijkende levensovertuiging, in een enorme massa. Een van de eerste colleges ging over ergonomie. De hoogleraar, een échte professor, schetste in zijn inleiding wat mensen miljoenen jaren geleden al hadden ontdekt. Na dat college ben ik in m'n naïviteit naar die man toe gestapt, om hem te vragen of hij wel eens van het scheppingsverhaal had gehoord. Hij strekte z'n rug, keek naar het plafond en sprak: Dit is een technische universiteit, waar op wetenschappelijke wijze wordt gedacht en gehandeld." Pas in het tweede jaar hoorde de student 'industrieel ontwerpen' over prof. dr. ir. E. Schuurman en diens colleges reformatorische wijsbegeerte. Met een zekere scepsis besloot hij poolshoogte te gaan nemen. Het was opnieuw een overweldigende ervaring, maar dan in positieve zin. „Een klein groepje studenten, een professor die van iedereen de voornaam kende, een college waarin het christelijk geloof centraal stond. En dat in Delft!"

Verbreed
De kracht van de colleges van Schuurman ligt voor Jelier in de verbinding die ze leggen tussen geloof en wetenschap. „Eens in de twee weken volg ik bijbelstudie in Den Haag. Heel vormend en opbouwend, maar het verbaast me elke keer weer hoe groot de afstand is tussen de universitaire wereld en zon bijbelstudiegroep. Het lijken nvee geïsoleerde terreinen. Aan de ene kant de wetenschap, aan de andere kant het geloof. Daartussen bevindt zich een groot gat. Schuurman probeert die leegte te vullen. Hij heeft mijn gedachten over zowel geloof als wetenschap verbreed. Ik heb veel meer oog gekregen voor de beperkingen van de wetenschap. Geluid kun je terugbrengen tot golven, maar die verklaren niet de emoties die een muziekstuk oproepen. Als het om het geloof gaat, heb ik geleerd dat het niet erg vruchtbaar is om hete discussies aan te gaan over twistpunten als schepping of evolutie. Je moet beginnen met de vragen die erachter liggen."

Wetenschapsgeloof
In zijn jongste publicatie, 'Geloven in wetenschap en techniek', zette prof. Schuurman zijn gedachten nog eens uiteen. Zelf ziet hij het boek als een eindproduct: de rijpe vrucht van dertig jaar worstelen met de spanning tussen geloof en wetenschap in een ontgoddelijkte, vertechniseerde cultuur. „De belangrijkste ontdekking was, dat het ten diepste niet gaat om de strijd tussen geloof en wetenschap, maar om die tussen christelijk geloof en wetenschapsgeloof Het christelijk geloof, met een op de Bijbel gegronde levens- en wereldbeschouwing, staat tegenover het op menselijk denken gebaseerde wetenschapsgeloof Aan technische universiteiten is dat vooral een beheersingsgeloof. Er wordt gesuggereerd dat we als schepselen formules en theorieën kunnen ontwikkelen die een totaaloverzicht van Gods schepping geven. •ROF.E. Ook mensen uit andere sectoren zijn in de greep van dat technische beheersingsgeloof gekomen. Neem Kuitert. In 'Het algemeen betwijfeld christelijk geloof spreekt hij over God als zoekontwerp. In zijn laatste boek stelt hij, dat we zelf een ontwerp van Jezus hebben gemaakt. Heel merkwaardig. Hij introduceert bij uitstek technische termen in de theologie, waarmee hij suggereert dat we ook de inhoud van het christelijk geloof kunnen beheersen. Dat lukt nooit! De inhoud van de openbaring van God is nou juist dat waar wij nooit naar gevraagd hebben. Wie van ons heeft gevraagd naar het kruis van Christus?

Agressief
Als bijzonder hoogleraar in de reformato rische wijsbegeerte draagt de christen-filosoof zijn verworven inzichten uit aan de Technische Universiteit Delft, de Landbouwuniversiteit Wageningen en de Technische Universiteit Eindhoven. Om studenten te waarschuwen voor de hoge pretenties van de zogenaamd objectieve wetenschap, tegenover het geloof dat subjectief zou zijn. „Recent schreef de hoofdredacteur van het gezaghebbende blad 'Nature' dat wetenschappers zich verre moeten houden van alles wat met religie te maken heeft, omdat religie de aartsvijand van de wetenschap zou zijn." In het eerste hoofdstuk van 'Geloven in wetenschap en techniek' tekent Schuurman drie overlevingsstrategieën van christen-studenten. Een populaire oplossing is het aanpassen van bijbelse waarheden aan moderne wetenschappelijke inzichten. „In het Delftse universiteitsblad stond pas een interview met een student uit de rechterflank van de gereformeerde gezindte. Die jongen gaf aan dat hij het geloof in de schepping goed kan combineren met de 'big-bang' theorie, die hij als een gegeven accepteert. Je kunt er volgens hem niet omheen."

Scheiding
Een tweede methode om de spanning tussen geloof en wetenschap op te heffen, is het aanbrengen van een waterscheiding. Van maandag tot zaterdag gelden de wetten van de wetenschap, de zondag is goed voor het christelijk geloof „Dat is iets wat ik om me heen veel zie. Christen-wetenschappers die wetenschap ontwikkelen alsof God er niet is, met het gevolg dat ze zich in niets onderscheiden van ongelovige collega's." Tegenpool van deze houding is het fundamentalisme, waarbij de Bijbel wordt gehanteerd als wetenschappelijk handboek. „Dat heeft aantrekkelijke kanten. Toch ben ik me er in de loop der jaren nadrukkelijker van gaan distantiëren. Het fundamentalisme heeft met het wetenschapsgeloof de overschatting van het menselijk denken gemeen. Het suggereert dat je door logisch denken het geloof kunt bevatten. Dat bestrijd ik met klem. Wij kunnen de inhoud van het christelijk geloof nooit tot het einde toe beargumenteren. Geloven is geen resultaat van menselijk denken, maar van goddelijk ingrijpen."

Motief
De Nederlands gereformeerde hoogleraar wil zijn studenten een uitnemender weg wijzen. „De spits van mijn colleges is, dat er twee levensrichtingen zijn. In de ene richting is de mens heer en meester, die met wetenschap en techniek de dingen naar zijn hand denkt te kunnen zetten. In de andere richting een gevolmachtigde, die erkent dat alles hem gegeven is en die in de openbaring de dingen ziet oplichten. Dat geeft in de cultuur een leven uit liefde tot God en in liefde tot de naaste. En in de wetenschap een leven uit geloof tot geloof Je staat in dezelfde werkelijkheid, maar je ziet die in een ander perspectief De een schrijft een formule op en zegt: 'Dit is een model van de werkelijkheid'. De ander schrijft dezelfde formule op en zegt: 'Ik probeer hiermee iets meer te verstaan van het goddelijk geheim van de werkelijkheid'. Mijn kritiek richt zich niet op wetenschap en techniek als zodanig, maar op een grondhouding waarin het denken centraal staat. Het centrum van de mens is niet het verstand, zoals velen denken, maar het hart. Vanuit het hart moet er eenheid tussen geloof, hoofd en handen zijn."

Spoorboekje
Hoewel studenten zich snel laten inpakken door de waan van de wetenschap, merkt Schuurman tegelijk dat het wetenschapsgeloof voor velen iets onbevredigends houdt. „De helft van mijn studenten heeft geen christelijke achtergrond. Als Paulus op de Areopagus over de God van hemel en aarde spreekt, zegt hij tegen die ongelovige Grieken: 'In Hem leven wij, en bewegen wij ons, en zijn wij'. Dat is een bemoedigend aanknopingspunt. Wat ik naar voren breng, resoneert ook bij niet-christenen. Omdat ze schepsel van God zijn. Juist deze mensen stellen vaak heel goede vragen. Opvallend is dat ze zelden moeite hebben met wat ik zeg, maar wel met de wijze waarop de christenstudenten discussies voeren. Die hebben zich de problematiek vaak niet eigen gemaakt en komen daardoor gemakkelijk over als iemand die een spoorboekje gebruikt zonder te weten waar de trein naartoe gaat. Heel vaak moet ik het voor de niet-christenen opnemen, omdat de christen-studenten zeer oppervlakkig reageren. Met slogans. Christelijke slogans, zonder de zaken doorleefd te hebben. Daar prikken mensen doorheen. Goedkope verhalen doen het niet, aan de universiteit niet en in de politiek evenmin."

Experimenteren
Om aankomende christen-studenten voor te bereiden op de confrontatie met de wetenschappelijke wereld, stelde Jos Jelier het boekje 'Studentikoosjer' samen. Het speels vormgegeven bundeltje, waaraan enkele tientallen studenten en ouders meewerkten, biedt een blik in het hart van studerenden uit reformatorische en evangelische kring. Aansluitend wordt een aantal christelijke studentenverenigingen voorgesteld. „Er komt heel veel op je af wanneer je als christen gaat studeren", verklaart de initiatiefnemer. „Voortdurend word je uitgedaagd om je standpunten te doordenken. Voor mensen die de universitaire sfeer niet kennen, is moeilijk in te schatten wat dat betekent. Door dit boekje kunnen ze er iets van proeven." Uit eigen ervaring heeft de TUstudent de indruk dat vooral studenten uit behoudend reformatorische kring moeite hebben om hun positie te bepalen. „Ze hebben de neiging zich terug te trekken in hun eigen clubje. Of ze slaan juist aan het experimenteren, vooral als ze op kamers gaan. Als je nooit met de buitenwereld in aanraking bent geweest, kan een enorme nieuwsgierigheid ontstaan. Dat is het gevaar van een té beschermde opvoeding."

Beschermde omgeving
Voor dr. G. van der Hoek, rector van het Driestar College in Gouda, is het een herkenbare problematiek. „Wij zullen onze jongeren moeten toerusten voor het staan in de maatschappij. Dat proberen we ook, onder meer door lezingen van academici en oud-leerlingen, maar het blijft droogzwemmen, zelfs als mensen met een andere levensovertuiging een behoorlijk confronterend verhaal houden. De leerlingen zitten nog steeds in een beschermde omgeving, waartegen ze zich op dat moment vaak afzetten. De waardering ontstaat als ze de school verlaten hebben en als eenling hun weg zoeken in de universiteit." In de huidige onderwijsvernieuwing liggen volgens de rector mogelijkheden om de toerusting te verbeteren, met name door nieuwe vakken als culture kunstzinnige vorming, algemene natuurwetenschappen en filosofie. „Die bieden tal van aanknopingspunten om de tweede-faseleerling te confronteren met de werkelijkheid van onze maatschappij. Het uitnodigen van sprekers hoort straks nog meer bij het leerplan. De zeven reformatorische scholengemeenschappen voor voortgezet onderwijs werken samen om aan culturele kunstzinnige vorming invulling te geven. Onze zorg is dat het examenprogramma straks onderwerpen bevat die ons een brug te ver gaan, maar op zichzelf biedt het vak kansen om onze leerlingen beter te wapenen." Om het wegglijden van studenten A' tegen te >* gaan, stichtten de Ge „Als ouderen is het onze taak om onze studerende jongeren biddend terzijde te staan. We mogen ook elke kans aangrijpen om onze jongeren te wapenen tegen de invloeden van de tijdgeest. De hoogleraren reformatorische wijsbegeerte kunnen hierin een belangrijke plaats hebben. Daarom roep ik u van harte op dit werk te steunen." dr.ir E. Schuurman, een van de vijf bijzonder hoogleraren reformatorische wijsbegeerte. prof.dr. A. van Nieuw Amerorigen Dit is één van de aanbevelingen die u kunt lezen in bijgevoegde brief. Ook dr. R. Seldenrijk drs. K. van derZwaag dr ir J. van der Graaf vertellen daarin over het belang van de bijzondere leerstoelen reformatorische wijsbegeerte. Dus, Lees bijgevoegde brief. Maak uw gift over aan de Stichting voor Reformatorische Wijsbegeerte te Amersfoort, giro 1209598 onder vermelding van Gift reformatorisch onderwijs aan universiteiten. (De Stichting voor Reformatorische Wijsbegeerte draagt het

Goede start
„Een academicus moet vragen stellen en bevraagd kunnen worden. Dat betekent dat je als christen-student de confrontatie niet uit de weg moet gaan. Wel zeg ik: Leef niet boven je stand. Neem niet ongebreideld kennis van opvattingen waar je nog niet aan toe bent. Onderschat niet hoe aan je stoelpoten wordt gezaagd." Jos Jelier bleef bewust de eerste anderhalfjaar thuis wonen. „Er komt ontzettend veel op je af als je gaat studeren. Zeker in het begin moet je de veranderingen niet groter maken dan nodig is." Op de Driestar wordt hetzelfde advies verstrekt. „Thuis heb je een regelmatiger leefpatroon, waardoor het eenvoudiger is om met je studie een goede start te maken", motiveert Van der Hoek. „Vragen die op je afkomen, kun je met vertrouwde mensen bespreken. Het geeft je bovendien de tijd om rustig naar een kamer uit te kijken en een verantwoorde vriendenkring op te bouwen."

Sluipend proces
In het verleden werd een academische opleiding door meerdere voorgangers in de gereformeerde gezindte simpelweg ontraden. Vandaag komt Van der Hoek dat nauwelijks meer tegen. De rector van het Driestar College wil de huiver van weleer niet bagatelliseren, wel nuanceren. „Als je de kerkverlating onder academici vergelijkt met die onder voormalige vbo-leerlingen, is het verschil waarschijnlijk erg klein. We verkijken ons op de kerkverlating van academici, omdat die met veel meer argumentatie gepaard gaat. Het vertrek van de vbo'er is een sluipend proces. Die komt steeds minder naar de kerk, z'n uitdossing verandert en op een dag bedankt hij eenvoudig, zonder er een verhaal bij te houden. Al onze jongeren, wat voor opleiding ze ook hebben gehad, komen in een normloze samenleving terecht. De leerlingen van vbo en mavo worden er zelfs nog eerder mee geconfronteerd dan havo- en vwo-leerlingen. De kerk is als moeder geroepen haar jeugd daarin te steunen en te begeleiden. Waarbij ik meteen aanteken dat de eerste verantwoordelijkheid uit: "Studentikoosjer" bij de ouders ligt."

Zeef
Over het laatste is prof Schuurman somber gestemd. Tekenend is voor de hoogleraar dat onder reformatorische studenten de belangstelling voor zijn colleges reformatorische wijsbegeerte is afgenomen. „Ze worden van huis uit niet meer gestimuleerd die te volgen. Ouders zijn bezorgder over de toekomstige carrière van hun kinderen dan over hun zieleheil. Bij de vrijgemaakten zie je dat nog veel sterker." Van der Hoek heeft de indruk dat ook de toegenomen studiedruk een rol speelt. „Als ik nu in Delft of Wageningen studeerde, weet ik niet of ik het eerste jaar al aan de colleges van Schuurman zou toekomen. Daarom is het te meer waardevol dat hij zijn inzichten heeft vastgelegd. Het eerste hoofdstuk van zijn nieuwste boek zou elke aankomende student moeten lezen. Het tekent bijzonder scherp de strategieën van christen-studenten in de confrontatie met vragen rond geloof en wetenschap. Tegelijk ben ik ervan overtuigd dat elke studerende persoonlijk op de zeef van de kritiek van de wetenschap komt te liggen. Als professor Schuurman dertig jaar nodig had om tot een uitgekristalliseerde visie te komen, moet je als aankomend student niet denken dat je wel even de goede keus kunt maken. Het blijft een worsteling. Alleen de vreze des Heeren, die het beginsel der wijsheid is, bewaart voor het kwaad. Niet mijn strategie."

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 25 november 1998

Terdege | 88 Pagina's

Geloven aan de universiteit

Bekijk de hele uitgave van woensdag 25 november 1998

Terdege | 88 Pagina's