Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KNRM 175 jaar, Zeebonken met een baan aan wal staan klaar om de medemens in nood te redden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KNRM 175 jaar, Zeebonken met een baan aan wal staan klaar om de medemens in nood te redden

"We denken niet als we uitvaren; als we zouden denken, bleven we thuis

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een noodbericht komt altijd onverwacht en vraagt om directe actie. Een vlal<l<e zee of een bulderende orkaan; het maakt de mannen van de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij (KNRM) weinig uit. Met de modernste reddingsmiddelen staan ze dag en nacht klaar om uit te rukken. Al 1 75 jaar. Terdege vaart vanuit Stellendam mee met de De Zeemanspot. Tijdens de oefentocht wordt een jacht geborgen en een man uit zee gered.

Meeuwen zijn deze zaterdagmiddag de baas in de buitenhaven van Stellendam. Er is geen mens te zien. De vissersvloot in weekendrust dobbert in het water voor de gemeentelijke visafslag. De zee oogt als een spiegel. Het is waterkoud. De mannen van de KNRM, post Stellendam hijsen zich in het boothuis in de feloranje overlevingspakken. Bij een echt alarm schieten ze zo lenig als een aap in de kleding, gaan in looppas over de steiger naar de boot, trossen los en snel het zeegat uit. Op deze oefenmiddag gaat het allemaal wat rustiger toe. Maar met niet minder gedrevenheid. Schipper Leen Koese houdt al meer dan 20 jaar de knuisten stevig aan het roer van de Zeemanspot. Hij is het enige lid van de bemanning die zijn boterham verdient met het KNRM-werk. De andere negen zijn vrijwilligers. „Een betere boot dan deze bouwen ze nooit meer", zegt Koese terwijl we met De Zeemanspot de haven uitvaren. Rechts verschijnt de Haringvlietdam. „Oké, hij is wat langzaam maar daar staat tegenover dat we er altijd uit gaan. Vorige week hebben we met windkracht 9, uitschieters tot 10, een jachtje gehaald. Dat doen die snelle rubberboten ons niet na."

Slak
De „rubberboten" zijn de "John Stegers" en de "Griend", respectievelijk gestationeerd in Stellendam en in Ouddorp. Samen met De Zeemanspot vormen ze de reddingsstations op de kop van Goeree. Omdat de Griend tijdelijk in onderhoud is, oefenen de mannen van Ouddorp vanmiddag mee met een vervangende boot, de "Rien Verloop". Het oranje bootje dartelt over de golven die De Zeemanspot achter zich laat. Het is de slak tegen de waterrat. De twee Yamaha- motoren van Rien zijn samen goed voor 140 paardekrachten. Moeiteloos haalt de boot 30 knopen. Terwijl de topsnelheid van De Zeemanspot 'slechts' 11 knopen (ruim 20 kilometer per uur) bedraagt. Schipper Koese verbijt zich. „Het is niet leuk om onder normale omstandigheden meestal tweede te zijn." Waarschijnlijk gaat De Zeemanspot in 2000 aan de kant. „Ik wil nog best een paar jaar meedoen op zo'n snelle boot." In november 1997 was het geschiedenisboek van De Zeemanspot een kwart eeuw oud. Aan het doel waarvoor deze zogenaamde all-weatherboot in 1972 in dienst is genomen, namelijk het kunnen uitvaren onder alle weersomstandigheden, heeft De Zeemanspot ruimschoots beantwoord. De 21 meter lange reddingsboot heeft een stalen romp. Het stuurhuis is gemaakt van zeewaterbestendig aluminium. De boot is 4,60 meter breed, heeft een diepgang van maar 1,50 meter en een waterverplaatsing van ruim 54 ton. De Zeemanspot kan een maximale slagzij maken van 150 graden, bij een gesloten stuurhuis. Wordt de slagzij meer, dan slaat de boot om, maar richt zichzelf dan onmiddellijk weer overeind.

Sneller
Zoals De Zeemanspot zijn er niet veel boten meer in dienst bij de KNRM. Om precies te zijn nog twee: de Javazee, gestationeerd in Scheveningen, en de Koningin Juliana, die in reserve ligt. „Sinds een jaar of tien bouwen we alleen nog maar snelle reddingsboten", zegt woordvoerder Kees Brinkman op het KNRM-hoofdkantoor aan de haven van IJmuiden. „Alles moet sneller en vlugger. Dus wij ook." Langs de kust van IJsselmeer, Waddenzee en Noordzee liggen 37 reddingsstations, met in totaal 50 boten. Een dikke 700 vrijwilligers en een paar beroepsmensen staan letterlijk dag en nacht klaar om medemensen uit soms zeer benarde posities te redden. Om niet. Nooit zullen de bemanningsleden zeggen dat het te hard waait. Ze varen uit, ook als er risico's moeten worden genomen. Een redder zei eens: „We denken niet als we uitvaren. Als we zouden denken, bleven we thuis." De laatste jaren noteert de KNRM gemiddeld zo'n 1300 reddingen per jaar. Voor het merendeel (60 procent) komen de boten in actie ten behoeve van de watersport. „April tot en met september is onze drukste periode", aldus Brinkman. In 1997 werden 2387 mensen, 26 honden, 3 katten, 1 zeehond, 1 duif, 1 meeuw, 1 koe en 9 „niet nader benoemde dieren" gered. Reddingen bij nacht en ontij lopen uiteraard het meest in het oog. Toch, het merendeel van de acties is bij windkracht 4 tot 5. „Met onze boten kunnen we er onbeperkt uit, maar tegelijkertijd is de risicogrens wel enorm verlegd", erkent Brinkman.

Kopje onder
Eén keer is De Zeemanspot bijna kopje onder gegaan. Dat was op 15 februari 1990. Het Amerikaanse booreiland "Gilbert Rowe" is voor onderhoud onderweg naar Rotterdam, als een van de sleepboten problemen met de stuurmotor krijgt. De tweede sleper is niet alleen in staat het platform op koers te houden. Het booreiland wordt met een gangetje van 4 mijl richting Hoek van Holland gestuwd in een woeste zee en een gierende noordwesterstorm. Windsnelheden met een kracht van 9 tot 10 Beaufort veranderen de Noordzee in een kolkende massa. Het platform is een speelbal van de golven. Schipper Koese van De Zeemanspot hoort op de scanner dat er problemen zijn en neemt direct contact op met het Kustwachtcentrum in IJmuiden. Daar wist men nog van niets. In overleg met de collega's uit Hoek van Holland wordt besloten dat zowel de Koningin Juliana uit Hoek als De Zeemanspot er naar toe zal gaan. In een verschrikkelijk noodweer wordt de reis gemaakt. Enorme zeeën beuken op De Zeemanspot en het water spoelt aan alle kanten over het schip. Op deze reis slaat De Zeemanspot, voor de enige keer in zijn bestaan, bijna om. Een aanstormende grondzee doet het schip vervaarlijk overhellen. Net op de grens van over de kop gaan richt de oersterke reddingsboot zich weer op.

Huizenhoog
Jan Keijzer was wat graag visserman geworden, maar daar stak zijn moeder een stokje voor. Nu is de chef werkplaats bij de Goereese Volkswagendealer stuurman op De Zeemanspot. Hij doet het reddingswerk „uit een soort idealisme, om een ander te kunnen helpen". Bang is hij nooit. „Ook al zijn de golven huizenhoog. Ik heb vertrouwen in de boot en de schipper. Belangrijk is dat we met z'n allen terugkomen." Het reddingswerk is voor Keijzer een deel van zijn leven geworden. Hij vaart al ruim 20 jaar als vrijwilliger mee. „Als je een paar maanden geen melding hebt gehad, word je wat onrustig. Niet dat je er op zit te wachten, maar toch." Bij schipper Koese is het zowaar nog een graadje erger. „Zijn bloed gaat kriebelen als we twee weken stilliggen. Zijn dochter woont op Dirksland maar daar gaat-ie zo rond een uur of vijf's middags niet graag naar toe. Stel je voor dat er een melding komt, dan is hij nooit op tijd terug in de haven." De schipper is in sommige kringen synoniem voor het werk van de KNRM. „Stellendamse vissers bellen niet om de reddingsboot, maar waarschuwen Leen." Er gaat een kabel naar de "Zeeduivel". Het juist passerende plezierjacht mag een tijdje als stuurloze zwaan achter de reddingsboot aandobberen. Stuurman Keijzer loopt het dek van De Zeemanspot op. Voor iemand zonder zeebenen valt het zeker niet mee evenwichtig te blijven. Keijzer wijst op de zandbank Hinder, waar golven op doodlopen. „Halen we veel scheepjes van af Mensen weten niet dat de bank er ligt. Ze hebben kaarten aan boord waarmee wij op de Veluwe gaan fietsen."

Fregat
Voor de scheepvaart is de Noordzee een van de drukste zeeën ter wereld. Dagelijks varen honderden schepen langs de Nederlandse kust, die vanaf Rottum tot Cadzand een slordige 375 kilometer meet. Als het stormt, komt de wind meestal uit het westen. Niet zo verwonderlijk dus dat in de loop der eeuwen heel wat schepen naar onze kust afdreven en aan de grond raakten. Op 14 oktober 1824 woedde erlangs de kust een heftige storm. Op veel plaatsen kwamen schepen in moeilijkheden. Bij Huisduinen, vlakbij Den Helder, raakte het Nederlandse fregat de Vreede in moeilijkheden. De zeilen scheurden en het schip maakte water. Zeven inwoners van het dorp roeiden met een kleine vissersvlet door de woeste golven, om de schipbreukelingen te redden. Ze konden echter niet bij het schip komen. Later probeerden ze het nog eens en nu kwamen ze wel bij de Vreede. Ze brachten negen bemanningsleden, met gevaar voor eigen leven, door de witschuimende branding aan land; meer mensen konden er niet in de vlet. Voor de derde maal voeren de redders uit om ook de kapitein, de stuurman en de bootsman van de Vreede te halen. Het lukte de roeiers met grote moeite de drie schipbreukelingen aan boord te nemen. Maar op de terugweg gebeurde er iets verschrikkelijks: de vlet werd door een hoge golf gegrepen en sloeg om. Redders en geredden verdwenen in de golven en verdronken vlak bij het strand. Eén roeier kwam nog levend aan de wal.

Roeiboten
Dit vreselijke ongeval was aanleiding om een reddingsdienst op te richten. Op 11 november 1824 werd in Amsterdam de Noord- en Zuid-Hollandsche Redding Maatschappij opgericht. De maatschappij nam de kust langs de Waddeneilanden en de Hollandse kust tot Scheveningen onder haar hoede. Een paar dagen later werd in Rotterdam de Zuid-Hollandsche Maatschappij tot Redding van Schipbreukelingen opgericht. Deze nam de reddingen ten zuiden van Scheveningen voor haar rekening. Een jaar na de oprichting waren er al meer dan veertien reddingsstations met roeiboten langs de kust. In 1991 gingen de twee reddingsmaatschappijen, die in 1949 de titel Koninklijke hadden gekregen, samenwerken in één organisatie: de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij (KNRM). Op donderdag 11 november aanstaande viert de KNRM in de Ridderzaal in Den Haag het 175-jarig bestaan. Een dag eerder wordt herdacht dat in de afgelopen 175 jaar 75 redders het leven verloren bij pogingen anderen te redden. Daartoe zal een krans worden gelegd bij het Nationaal monument voor het Reddingwezen in Den Helder. De laatste keer dat een redder het leven liet tijdens een actie was in 1981 op Terschelling. Ondanks de grote gevaren die aan het werk kleven, hoeft de KNRM niet actief de boer op om aan vrijwilligers te komen, zegt woordvoerder Kees Brinkman. De zeerotten met een baan aan de wal komen vanzelf. „Meestal gaat het dienstverband over van vader op zoon. Of mensen melden zichzelf als ze het van horen zeggen hebben." De minimumleeftijd als zogenaamde opstapper is 18 jaar, terwijl iemand met 55 aan de wal moet blijven. Op de 550 opvarenden bevinden zich op dit moment twee vrouwen, een in Breskens en een in Harlingen. Het grootste station is Terschelling met 30 man, het kleinste Cadzand (8 man). Verschillende acties staan stuurman Keijzer van De Zeemanspot uit Stellendam in het geheugen gegrift. Zoals het kapseizen van de Herald of Free Enterprise op 6 maart 1987 net buiten de haven van Zeebrugge. „Zoiets vergeet je nooit meer." De Stellendammers werden ingezet bij het zoeken naar mogelijk in het water liggende slachtoffers. Maar ook gaan de mannen van Stellendam voor de redding van een gezin dat met het jacht letterlijk aan lager wal is geraakt, een kotter in nood of een verdwenen surfer. „Dat is dus echt zoeken naar een speld in een hooiberg", zegt Keijzer. „De surfer ligt plat op de golven. Die zie je niet op de radar. Als we zo iemand toch vinden, staat de doodsangst in zijn ogen."

Zielsgelukkig
Van het Slufterstrand werden eens 20 mensen (waaronder een baby) en een hond gehaald. Ze lieten zich tijdens een wandeling verrassen door het opkomende water. Keijzer: „Die mensen zijn zielsgelukkig als ze ons aan zien komen." Hoe vaak de mannen van de KNRM ook in dit gebied komen, de elementen blijven voor verrassingen zorgen. Een man die aan zijn vlieger zo de zee werd ingetrokken en verdronk. Surfers die door stroming niet meer terug kunnen komen naar veilig water. Grondzeeën die een onvoorstelbare kracht hebben. We varen langs De Ribben, een zandbank voor de kust van Goeree. „Ergens in het zand zit het scheepje van een Noors echtpaar", zegt Keijzer zonder blikken of blozen. En dan volgt het verhaal. Op 5 september 1985 was het Noorse zeilschip TuUemor vanuit Noorwegen op weg naar de Caribische wateren. Het Noorse echtpaar aan boord had zeven jaar gewerkt aan het 12 meter lange jacht. Al hun vrije tijd en heel veel geld hadden ze eraan besteed. Er stond hun een wereldreis van drie jaar voor ogen.

Noodsignaal
Op de Noordzee kreeg de Tullemor te maken met een toenemende westnoordwestenwind, kracht 7 tot 8. Omdat de Noor geen toestemming kreeg om de Berghaven in Hoek van Holland binnen te lopen, besloot hij naar Stellendam te varen om daar te schuilen tegen het steeds minder wordende weer. Het echtpaar haalde de beschutting van de haven niet. Waarschijnlijk door een navigatiefout liep het schip vast op De Ribben. De golven beukten op het jacht en regelmatig liepen enorme zeeën over het schip. Rond half een in de middag zond de Noor een noodsignaal uit, waarop De Zeemanspot direct uitvoer. Ter plekke bleek het door de woeste zee onmogelijk een verbinding met het jacht te maken. Schipper Koese zag al gauw dat de situatie hopeloos was en drong er bij het echtpaar op aan het jacht te verlaten. Aanvankelijk weigerden ze pertinent, in de hoop dat het schip toch nog behouden zou kunnen worden. Na veel aandringen besloot uiteindelijk de vrouw eieren voor haar geld te kiezen. Via de rubberboot van De Zeemanspot kwam ze veilig aan boord van de reddingsboot. Rond vijf uur kwam het water op en werd de situatie aan boord van het jacht onhoudbaar, waarop de man besloot het vaartuig te verlaten en in zee te springen. De bemanning van De Zeemanspot viste hem uit het water en bracht het echtpaar behouden in Stellendam aan wal. De TuUemor liep geheel onder water en is verloren gegaan. Enkele dagen na het voorval was in de wijde omgeving van de zandbank totaal niets meer van het jacht te vinden. De KNRM steekt veel tijd en geld in het opleiden van de vrijwilligers. „We werken met het allerbeste materiaal", aldus Brinkman. Een nieuwe boot kost al gauw 1,5 miljoen gulden. In juni van dit jaar presenteert de reddingsmaatschappij op een internationale conferentie in Engeland de allernieuwste aanwinst: een razendsnel aluminiumschip met een rubberen rand. „Zeer zeewaardig en betrouwbaar." Het scheepje kost 2,5 miljoen en wordt gestationeerd op Terschelling. De naam is er al: Arie Visser, genoemd naar de oprichter van een baggerbedrijf die een legaat schonk aan de KNRM. Dat verklaart tegelijk hoe het komt dat de KNRM-boten van die vaak statige vrouwen- en mannennamen dragen zoals Anna Dorothea, Martijn Koenraad Hof en Jacoba Elisabeth. „Iemand die geld geeft voor een boot mag ook de naam bedenken." Zo is de "Beursplein 5" uit De Cocksdorp bij elkaar gespaard door bedrijven die zich nieuw aan de Amsterdamse effectenbeurs noteren. Aan de KNRM-exploitatie van 12 miljoen gulden per jaar draagt de overheid geen cent bij. Het geld komt binnen via "Redders aan de wal", een „trouwe kring" van 70.000 donateurs, schenkingen, giften en legaten, bijdragen van rederijen en de beroepsvaart en niet in de laatste plaats via de collectescheepjes met het motto "Alle kleine bootjes helpen". De KNRM houdt de overheidsbemoeienis graag buiten de deur. „Meebetalen is ook meepraten", zegt Brinkman. „We behouden liever ons zelfstandige karakter. Dat werkt heel goed.

Niet koud
De Zeemanspot is bijna thuis? Vlak voor de haven springt een van de bemanningsleden overboord. Nog even een oefeningetje "man redden uit zee". Binnen enkele minuten ligt de kerel druipend in de rubberboot. Z'n overlevingspak maakt dat hij het niet koud heeft. Het aanbod om het ook eens te proberen slaan we vriendelijk af.

----------------------------------------------------------------------------------------

In het jubileumjaar steekt de KNRM natuurlijk de vrijwilligers, die dag en nacht klaarstaan, een hart onder de riem. Bij de officiële viering van het T 75-jarig bestaan op 11 november in Den Haag zal een delegatie van ieder reddingsstation aanwezig zijn en zullen ook buitenlandse maatschappijen niet ontbreken. Verder zal in maart 1999 de KNRM in samenwerking met de Rabobanken langs de kust een munt uitgeven ter waarde van 5 gulden. De munt wordt gepresenteerd in Madurodam. Met de eerste munt zal een nieuw model van een reddingsboot voor Madurodam in werking worden gesteld. Ook komt er een speciale postzegel, gewijd aan 1 75 jaar redden, in november 1999 krijgen de donateurs in plaats van het blad "De Reddingboot" een boekwerk over de KNRM. Op de jaarlijkse Reddingbootdag, zaterdag 1 mei 1999, is iedereen van harte welkom op alle stations. In het voorjaar verschijnt speciaal voor de jeugd tot ongeveer 8 jaar het boekje "Het ABC van redders op zee". Voor de oudere kinderen is er een speciale cd-rom. Ook via internet (www.knrm.nl) kan de jeugd meer te weten komen over de KNRM. Er komt een project voor basisscholen. De geschiedenis van de drie reddingsstations op Goeree is door Henk Koppelaar beschreven in het boek "Al staat de zee ook hol en hoog...", dat medio vorig jaar verscheen. Sinds 1824 zijn door de redders van Ouddorp, Goedereede en Stellendam honderden schipbreukelingen gered. Het prettig leesbare boek (200 pagina's en vele foto's) geeft een gedegen historisch overzicht, technische details van de boten en verslagen van spectaculaire reddingen (enkele in dit artikel aangehaald). Het boek is voor 34,90 gulden te bestellen bij J. van Wezel, tel. 0187-491663.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 januari 1999

Terdege | 1 Pagina's

KNRM 175 jaar, Zeebonken met een baan aan wal staan klaar om de medemens in nood te redden

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 januari 1999

Terdege | 1 Pagina's