Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Thomas Shepard

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Thomas Shepard

Strijder voor een zuivere kerk

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het zou best kunnen dat de naam Shepard, Thomas Shepard, sommige lezers vertrouwd in de oren klinkt. In veel boekenkasten zwerven werkjes van hem rond, niet zelden geërfd van ouders of grootouders, en met de vertrouwenwekkende mededeling op het titelblad: Vertaald door C.B. van Woerden jr., Zeist. Toch kost het best een beetje moeite om zicht op de man te krijgen. Wie was hij, waar woonde hij, wat deed hij?

Een eerste complicatie is de spelling van zijn naam, die schaapherder betekent. Zowel de Encyclopedia Americana als de Engelse Dictionary of National Biography houdt het op Shepard. „Maar, zegt laatstgenoemde, „zie ook Shephard, Sheppard, Shepherd of Shepperd!
Ten tweede is er het feit dat hij twee keer in Cambridge wordt gelokaliseerd, één keer in Engeland en één keer in Amerika, waarbij nog komt dat het Amerikaanse Cambridge aanvankelijk Newtown werd genoemd. Vervolgens is daar de omstandigheid dat ook zijn zoon en naamgenoot predikant was en schreef. Soms speelt de vraag: Hebben we met de vader of met de zoon te doen? Tenslotte missen we een portret. Als jongeman in Engeland kon hij zich vermoedelijk de weelde niet veroorloven zich te laten schilderen. En onder de pioniers in Amerika bevond zich waarschijnlijk nog geen portrettist. Laten we niettemin proberen een beetje zicht op deze voortrekker te krijgen.

Buskruitdag
Op 5 november 1604 werd in het gezin van winkelier William Shepard te Towcester in Northamptonshire het negende kind, een zoon, geboren. Bij zijn doop in de parochiekerk kreeg het jongetje de naam Thomas. Of was dat in 1605? Shepard zelf zegt in zijn autobiografie dat hij geboren werd op Buskruitdag, 5 november 1604. Buskruitdag is tot op de dag van vandaag een folkloristische dag in Engeland. Kwajongens mogen dan een pop van stro verbranden en zingen een liedje: Remember, remember, the fifth of November. Het gebruik vindt zijn oorsprong in een aanslag op het leven van koning Jacobus I. Een lading buskruit lag opgeslagen in de kelder onder de zaal waar de koning die dag zou confereren, maar vóór de brandende lont bij het kruit kon komen, werd de boel verraden.
Ondertussen was de historische Buskruitdag op 5 november 1605, niet in 1604. Heeft Shepard, toen hij zijn biografie zat te schrijven, wellicht willen zeggen: Ik werd geboren op 5 november, de dag die later Buskruitdag zou worden genoemd, òf is er een zetfout in zijn autobiografie geslopen en is hij inderdaad geboren op de dag dat Londen in rep en roer was en Guy Fawkes, de door de roomse samenzweerders omgekochte soldenier, in triomf door de straten van Londen werd gevoerd?

Priester
De jonge Thomas verloor al vroeg zijn ouders, en werd door een oudere broer opgevoed. Deze kon blijkbaar zo goed voor hem zorgen, dat hij mocht studeren. Dat deed hij te Cambridge, in de jaren 1619 tot 1627. Eerst wat wij zouden noemen vwo, daarna theologie. Van een bekering in de studententijd, zoals vaak voorkwam, heb ik bij Shepard niets gevonden. Of we moeten het concluderen uit wat het Engelse biografische woordenboek zegt: „Gedurende zijn verblijf aan de universiteit nam hij strenge puriteinse beginselen aan. Toen hij afgestudeerd was behoorde hij, binnen de Engelse staatskerk, tot de bekende modaliteit van de puriteinen, die afwisselend domineerden of verdrukt werden.
De jeugdige Shepard werd, vermoedelijk gelijk met zijn hele klas, op 12 juli 1627 tot diaken gewijd, de laagste rang in de hiërarchie van de Church of England. De dag daarop volgde zijn wijding tot priester. Al gauw kreeg hij een benoeming in Earles-Colne, dat ten noordoosten van Londen ligt en tot het rechtsgebied van de in Londen zetelende bisschop behoorde. Van de vele taken waarvoor een jeugdig geestelijke in de staatskerk kon worden aangewezen, kreeg Shepard die van lecturer toebedeeld. Dat wil zeggen dat hij in de zondagse erediensten en in de doordeweekse bidstonden de preek moest verzorgen. Zon lecturer moest wel vier tot zes keer per week preken.

Ongeschikt verklaard
Nu vond juist in de periode dat Shepard in Earles-Colne geplaatst was een functiewisseling plaats. Koning Jacobus I, dezelfde die tien jaar daarvoor zijn afgevaardigden naar de Dordtse Synode had gezonden en de Bijbel opnieuw in het Engels had doen vertalen, benoemde op de belangrijke bisschopszetel in Londen zijn gunsteling en adviseur in kerkelijke zaken William Laud.
Deze Laud was een krachtige persoonlijkheid en een harde werker. Overal in zijn diocees liet hij kerken opknappen en zonodig nieuwe bouwen. Maar hij was een, wat men noemt, steile Anglicaan. Hij eiste strikte aansluiting bij het Book of Common Prayer, het Engelse gebeden- en formulierenboek. De plaats van de avondmaalstafel, het knielen zodra de naam Jezus werd uitgesproken, de verschillende ambtsgewaden voor de geestelijken, de voor elke zondag voorgeschreven orden van dienst, alles moest tot in de puntjes verzorgd zijn. En dat was nu net datgene waar de puriteinen bezwaar tegen hadden. Dat klonk door in hun preken en niet zelden in hun daden. Het duurde dan ook niet lang of Lauds oog viel op de jeugdige lecturer Thomas Shepard van Earles-Colne. Hij ontbood hem in Londen. Bijzonderheden over het gesprek tussen de bisschop en de prediker zijn niet bekend, maar in ieder geval mocht Shepard niet meer preken. Voor die functie werd hij ongeschikt verklaard.

Margaret Touteville
Gelukkig was er voor figuren als Thomas in die tijd nog wel een andere werkkring te vinden. Op heel veel kastelen en buitenplaatsen waren jonge mannen met een theologische opleiding in particuliere dienst bij de baron of de jonkheer die daar woonde. Chaplain of governor noemde men zo iemand. Hij gaf de kinderen les, verzorgde de huisbibliotheek, studeerde, bezocht zieken, stond de jonkheer met raad en daad ter zijde en preekte voor het personeel, voor de pachters op de landerijen van zijn baas en voor de dorpelingen die op het kasteel kwamen kerken.
Ook Thomas Shepard heeft een tijdlang als chaplain gewerkt, bij Sir Richard Darby te Buttercombe in Yorkshire. Uit het feit dat hij al gauw, in 1632, met een nicht van deze baron trouwde, mogen we opmaken dat de kruidenierszoon hoog stond aangeschreven bij deze adellijke familie. Margaret Touteville heette de bruid. Als jonge domineese heeft ze lief, maar vooral ook leed met haar Thomas meegemaakt.
Er waren gelukkig ook in die dagen gemeenten die een getrouwe prediking als die van Shepard begeerden. Een daarvan was Heddon, een dorp in de buurt van Newcastle. Zou de Heere misschien daar een werkkring voor hem hebben? De bisschop van Durham, Morton geheten, moest de formele benoeming tekenen. Helaas, dat deed hij niet. De ene bron zegt dat Shepard de Negenendertig Artikelen, de belijdenis van de Church of England, niet wilde ondertekenen. De andere houdt het erop dat Morton door zijn collega Laud in Londen was ingeseind over Shepards ligging. Hoe dan ook, Heddon ging niet door.

Thomas Hooker
Ondertussen raakte Margaret zwanger en kreeg haar eerste kind. Al heel gauw moest het jonge paar hun eersteling afstaan aan de dood. Verder was William Laud intussen bevorderd tot aartsbisschop van Canterbury. Hij was nu primaat van heel Engeland. Sommige van Shepards geestverwante collegas hadden reeds hun conclusie getrokken. Thomas Hooker bij voorbeeld was al in 1630 naar Holland gevlucht, met een aantal volgelingen.
Na het bericht dat Laud aartsbisschop was geworden, zag mr. Hookers company ervan af ooit nog naar Engeland terug te keren. Vanuit de Lage Landen vertrokken zij naar Massachussets in de Nieuwe Wereld. Hooker beloofde hen te volgen en deed die gelofte stand. 0p 4 september 1633 arriveerde hij samen met John Cotton, ook een puriteins prediker, met het zeilschip Griffin in Boston. Een overtocht over de Atlantische Oceaan vergde in die tijd onder gunstige omstandigheden zes weken. Twee maanden kwam ook voor. Twee maanden niets dan lucht, wolken en water om je heen. En nauwelijks plek om je te vertreden.

Emigratie
Thomas en Margaret besloten ook die weg in te slaan. Herfst 1634 gelukte het hun passage te boeken. Ach, wat een tegenslag: het schip werd door tegenwind en storm teruggedreven naar Engeland en de passagiers, onder wie de jonge domineese, intussen zwanger van haar tweede kind, moesten ontschepen. Lauds kerkelijke bewind had zich intussen tot weinig minder dan terreur ontwikkeld. Het jonge paar moest zo half en half onderduiken. Onder deze omstandigheden werd op 5 april 1635 Thomas junior geboren.
In augustus van hetzelfde jaar lukte het Shepard opnieuw een schip met bestemming Amerika te vinden. Ondanks het al gevorderde seizoen boekte hij en verliet zijn vaderland. Hij zou er nooit meer terugkeren. Op 3 oktober 1635 zette de 31-jarige predikant met vrouw en kind voet aan wal in dé haven voor de puriteinen in die tijd: Boston. Helaas, de jonge mevrouw Shepard had kou gevat aan boord. Zij beterde niet, integendeel, de gevreesde tering velde haar. Vier maanden na haar aankomst in Amerika werd zij in de vreemde bodem begraven en had haar zoontje van nog geen jaar geen moeder meer.
Nog twee keer is Shepard in Amerika getrouwd geweest. Ruim anderhalf jaar na het overlijden van zijn eerste vrouw trouwde hij met Joanna Hooker, de oudste dochter van zijn collega ter plaatse. Bij haar kreeg hij vier kinderen. Toen ontviel ook zij hem door de dood. Zijn derde vrouw heette Margaret Boradel. Met haar trouwde hij op 8 september 1647. Zij schonk hem een zoon. Toen Shepard zelf in augustus 1649 op de leeftijd van 45 jaar overleed, schoot zijn ongetwijfeld ook nog jonge vrouw over met vier jongens. Uit haar mans eerste huwelijk Thomas jr., uit zijn huwelijk met Joanna Hooker Samuël en John (Joannas twee andere kinderen waren overleden) en tenslotte haar eigen baby.

Minimumeis
Bij zijn aankomst in Nieuw Engeland trof Shepard veel geestverwanten aan. De kolonisten zagen zich voor de taak gesteld in het lege land een nieuwe staat, regering en kerk te stichten. Het was hun hoop, hun gebed en hun ideaal dat hun kerk zuiver, hun regering rechtvaardig en hun land een tweede Israël zou zijn. Tot het lidmaatschap van de kerk zouden alleen waarachtig wedergeboren kinderen van God worden toegelaten. Alleen die zouden het staatkundig kiesrecht krijgen.
De vraag was natuurlijk: hoe kon je dat zien, of iemand al of niet wedergeboren was? Nu hadden de puriteinen uit Engeland de idee van de visible saints meegebracht. Hun opvatting was dat je binnen de kerk een kleine schare oprecht gelovigen had en dat je kon zien en horen wie daartoe behoorden. Daarin ontstond echter verschil van mening tussen de predikanten. Ds. Giles Firmin bij voorbeeld vond dat Shepard en Hooker wel erg veel eisten. Zodoende ontstond de behoefte aan een soort geformaliseerde minimumeis. Wat moest een kandidaat-lidmaat minimaal van het leven der genade kennen, wilde hij toelaatbaar zijn tot lidmaatschap en sacramenten? In onze tijd herkennen we hier iets van in de uitdrukking met minder zal het niet kunnen. Deze zaken hielden de kolonisten geweldig bezig. Te meer daar je, wilde je in het maatschappelijke en politieke leven meetellen, toch echt lid van de kerk moest zijn. De kans dat mensen met een mooi verhaal kwamen aanzetten, was derhalve groot.

Van der Groe
Ook Thomas Shepard heeft zijn visie op deze zaken gegeven. In geschriften. Omdat er in de pioniersmaatschappij van Nieuw Engeland nog geen uitgeverswereld bestond, zond hij zijn manuscripten naar Engeland. Daar werden ze gedrukt en uitgegeven. Op dezelfde wijze als Theodorus van der Groe in Nederland anderhalve eeuw later zou doen, probeerde Shepard een beschrijving, een definitie te geven, die als toetssteen kon dienen bij de beoordeling van de vraag of iemand al dan niet wedergeboren is.
Meerdere werken, waaronder The Sincere Convert, discovering the paucity of True Believers, and the great difficulty of Saving Conversion, zijn in het Nederlands vertaald. In later tijd zijn verschillende herdrukken uitgekomen, al of niet met de complete titel. Die zou in het Nederlands moeten luiden: De oprecht bekeerde, waarin wordt aangetoond hoe weinig ware gelovigen er zijn, en ook de grote moeilijkheid van de waarachtige bekering.
Het zou voor een theoloog van professie niet moeilijk zijn om Shepards invloed in Nederland tot op de dag van vandaag aan te wijzen. Bij het lezen van zijn werk doen wij er verstandig aan, dunkt me, altijd de historische context in de gaten te houden, alsmede het doel dat Shepard met het schrijven beoogde.

Gedurende zijn verblijf aan de universiteit nam hij strenge puriteinse beginselen aan

Wat moest een kandidaat-lidmaat minimaal van het leven der genade kennen, wilde hij toelaatbaar zijn tot lidmaatschap en sacramenten?

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 3 februari 1999

Terdege | 72 Pagina's

Thomas Shepard

Bekijk de hele uitgave van woensdag 3 februari 1999

Terdege | 72 Pagina's