Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ook Sara

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ook Sara

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Door het geloof heeft ook Sara zelf kracht ontvangen, om zaad te geven, en boven de tijd van haar ouderdom heeft zij gebaard; overmits zij Hem getrouw heeft geacht. Die het beloofd had." Hebreeën 11:11

De kern van deze brief aan de Hebreeën is dat wij enkel door het geloof in de volkomen Hogepriester, Jezus Christus, zalig worden, verzoening en vrede met God hebben en eeuwig zullen leven. In ons hoofdstuk laat de apostel ons zien hoe dit geloof krachtig werkt in de gelovigen van het Oude Testament. En daar hoort ook Sara bij. Naar de mens gesproken was het onmogelijk dat de zoon die God aan Abraham had beloofd, toen Hij hem uit Ur liet uittrekken, uit haar zou geboren worden. Als we dan zien op al dat kleingeloof en ongeloof aan de kant van Abraham en Sara, dan moeten we met hen in verwondering zien op Gods trouw. Is dat niet de ervaring van elk kind des Heeren? Het huwelijk van Abraham en Sara bleef kinderloos en het is wel te begrijpen dat Sara op haar manier de Heere een handje wilde helpen. Haar naam was niet met nadruk genoemd toen God aan Abraham de belofte deed. Sara greep naar een mogelijkheid die toen vaak gebruikt werd, ze stelde haar slavin Hagar als tweede vrouw voor aan Abraham en deze ging er grif op in. Zo werd Ismaël geboren. Er gingen nog wat jaren overheen. Toen noemde de Heere met nadruk ook de naam van Sara tot vervulling van Zijn belofte. Abraham lachte. Was het kleingeloof van hem? Calvijn en onze kanttekenaars denken aan echt blij geloof Hoe het zij. Abraham kon het zich haast niet indenken en vroeg of toch Ismaël mocht leven voor het aangezicht des Heeren. Ook dat werd hem gegeven. En kort daarop kwam de Heere opnieuw naar hem toe en beloofde dat Sara het volgende jaar moeder zou worden van de beloofde zoon. Sara hoorde dit en lachte in ongeloof. God bestrafte haar. Ze ontkende.

En dan dat wonder, dat we hier lezen. Sara mocht in waarheid geloven. Door de kracht van dat geloof is het gebeurd. Zo mochten die twee huwelijksgemeenschap hebben, niet in afwachting of er een wonder zou gebeuren, maar stellig gelovend dat de Heere het zou doen. Ze achtte Hem getrouw, Die het beloofd had. Dat is geloven, afzien van alle eigen mogelijkheden en onmogelijkheden, enkel zien op de trouw des Heeren. Dan hoeven er verder geen aanwijzingen of bijzonder licht te zijn. Enkel volgen, de hand leggend in geloof in Zijn hand. Zo werd Izak geboren. Toen mocht Sara lachen in geloof dat zich verwonderde. Zo werkt de Heere, zo leidt Hij Zijn kinderen. Hij leert hen afzien van alle eigen kunnen en bouwsels, om het uit Zijn hand te mogen ontvangen als een bedelaar, die enkel van Gods genade kan leven. Hoe schamen ze zich dan over al hun ongeloof en kleingeloof

Staan we erboven? Of mag het ons, gelet op wie wij zijn, ook na alle ontvangen genade, in verwondering doen beseffen dat het daarom ook voor ons nog kan? Ja, wat is het rijk en bemoedigend dat ons dit alles eerlijk door de Heere wordt verteld. Niet om de zonde licht te achten, maar om niet in wanhoop weg te zinken. God heeft een lachen bereid voor Abraham, voor Sara. En zij beiden mogen verder zien, zegt Jezus. Ze mogen zien hoe de Heere straks de volle vervulling geeft in het Kind in de kribbe. Zo bereidt de Heere een lachen voor Adamskinderen, weglopers bij God vandaan. Zo waren Abraham en Sara, zo zijn wij allen. En nu dat wonder dat de Heere naar ons mensen vraagt. Hij komt met Zijn Woord en laat dat spreken in ons hart door die wondere werking van Zijn Heilige Geest. Dan gaan we het verstaan wie we zijn, verloren, buitenstaanders, en dat voor eeuwig. Dan helpen onze bouwsels niet, dan haalt de Heere ons alles uit handen. Dan legt Hij onze handen in de handen van die Zaligmaker, om in geloof op Hem te zinken en al onze zaligheid en volkomen verzoening in Hem te vinden. Het kan een lange weg of een korte weg zijn, maar Hij brengt ons aan de voeten van die Heiland, om als een bedelaar de lege handen voor Hem op te houden. Om die gevuld te krijgen uit de volheid van de Zaligmaker, Jezus Christus. Dan maar één verlangen, Hem te mogen volgen en te mogen dienen in liefde. En dan mag de vijand dreigen en kwellen, maar de Heere is getrouw. Hij houdt vast. Mag ik daar iets van kennen? Of moet ik, eerlijk zijnde, zeggen: dat mis ik nog. O, vertel het dan ook eerlijk aan de Heere, vraag vandaag nog of de Heere het wil doen. Hij is nog Diezelfde God, Die geen lust heeft in de dood van ons zondaren. Hij heeft alles gegeven, Zijn eigen Kind Jezus, tot in de diepte van onze verlorenheid. Zo kan het. Uit genade. Zo bouwt Hij tot vandaag toe.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 29 september 1999

Terdege | 96 Pagina's

Ook Sara

Bekijk de hele uitgave van woensdag 29 september 1999

Terdege | 96 Pagina's