Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vogeltuin als vredesmonument

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vogeltuin als vredesmonument

„Wie geen dierenliefde kent, kan niet van mensen houden

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is 55 jaar geleden dat de Tweede Wereldoorlog tot een einde kwam. Steeds minder mensen kunnen uit eigen ervaring vertellen over de gruwelen uit die tijd. Van joden die de verschrikkingen van de concentratiekampen hebben overleefd, sterven de verhalen uit. Onlangs overleed in Israël een indrukwekkende getuige: Ejtan Porat. Hij wist de meest vreselijke ellende die hem overkwam om te zetten in een levend monument voor zijn vader en voor alle omgekomen joden.

Tot 1961 zweeg de kleine man over zijn oorlogsherinneringen. In dat jaar moest hij als getuige optreden in het proces tegen Adolf Eichmann. Eichmann was een top-Nazi die door Israël op spectaculaire wijze uit Argentinië werd ontvoerd om hem te
kunnen berechten. Ejtan Porat: „Tijdens dat proces drong het pas goed tot me door hoe verschrikkelijk de Holocaust is geweest. Toen kon ik er opeens over praten. Daardoor werd het me ook duidelijk waarom ik me zo met vogels bezighield.
Porat maakte in zijn tuin een levend monument voor zijn vader en voor alle omgekomen joden. De duif, vredessymbool bij uitstek, nam een hoofdplaats in. „Ik kon de vogels gebruiken om nieuwe generaties te vertellen over de oorlog, om ze te waarschuwen, om ze duidelijk te maken wat mensen elkaar kunnen aandoen.

Afgepakt
Als immigrant in Israël nam hij een Hebreeuwse naam aan, maar hij werd geboren als Sasja Fried. Zijn wieg stond in de Karpaten, op de grens van het huidige Tsjechië/Slowakije en Hongarije. Zijn vader was een Tsjechische jood, zijn moeder een Hongaarse jodin. „Mijn vader verzamelde duiven. Voor het werk reisde hij veel, op die manier kwam hij aan steeds meer verschillende soorten. Zelf had ik ook een paar heel mooie duiven, waar ik erg trots op was.
Op zekere dag kwamen de Nazis. Die waren erg geïnteresseerd in de vogelverzameling. Ze wekten de indruk dat wij gewoon thuis konden blijven wonen als wij onze vogels zouden afstaan. Als vijftienjarige jongen was ik echter te zeer aan die vogels gehecht. Toen hebben de Nazis onze vogels gewoon afgepakt. Voor mij was dat het begin van de Holocaust. Mijn vader heeft me gekalmeerd met de belofte dat ik later veel meer en veel mooiere vogels terug zou krijgen. Het was een belofte, het werd een profetie!
Niet lang daarna kwamen de razzias. Van de elf familieleden kwam Sasja als enige levend uit de concentratiekampen. Hij toonde graag zijn tatoeage. Het was nummer A 7924, een nummer uit Auschwitz. In de buurt van Auschwitz/Birkenau verrichtte hij fabrieksarbeid, met duizenden andere gevangenen. Terwijl de Russische legers in aantocht waren, werd hij door de Duitsers van het ene naar het andere kamp gesleept. „Uiteindelijk ben ik bevrijd in Bergen-Belsen, door de Britten.

Varkensvlees
„Toen ik er weer een beetje bovenop kwam, heb ik de tocht naar Israël ondernomen. In Europa had ik niets meer te zoeken; mijn geboortestreek was bezet door de communisten. Via Italië en Cyprus ben ik als illegale immigrant in Cyprus aangekomen. Daar kwam ik terecht in een opvangkamp, weer een kamp. En daarna, in 1948, weer oorlog! Toen heb ik gevochten voor de staat Israël.
Hoewel uit alles bleek dat hij zijn jaren in de concentratiekampen redelijk had verwerkt, kon hij zich toch ook over het verleden opwinden. Niet alleen over de Duitsers, maar ook over de Britten, zijn bevrijders. „De Britten wisten tijdens de oorlog uit luchtfotos toch ook wat er aan de hand was in Auschwitz? Waarom hebben ze de crematoria niet gebombardeerd? Alles werd in Europa zorgvuldig gebombardeerd, behalve de spoorlijnen naar Auschwitz!
Ook de rol van de Britten na de bevrijding beleefde Porat als afschuwelijk. „De Britten schakelden Hongaarse fascistische troepen in bij het bewaren van de orde in de bevrijde kampen. Wij kregen, vanwege de lijkenlucht, de eerste dagen vleesconserven door de Britten toegeworpen, op een hoop bij de ingang van het kamp. Varkensvlees wel te verstaan! Met ons joden werd geen rekening gehouden. Ik heb mijn leven te danken aan het feit dat ik de eerste dagen te zwak was om te eten! Het waren ook de Britten die in Israël tot 1948 interneringskampen hadden. Illegale immigranten, onder wie Ejtan Porat en zijn vrouw, hebben daar gedwongen verbleven.

Smartengeld
In de beginperiode in Israël kocht Porat twee duiven van het eerste geld dat ze ontvingen van de internationale hulpverlening. Zijn vrouw begreep er niets van. „Ik heb in Israël weer een bestaan opgebouwd als landbouwer, maar ik ging ook wat duiven verhandelen, met name aan Arabieren. Jonge duiven deed ik mooie gekleurde plastic ringetjes om de poten. Arabieren betaalden soms wel 20 tot 50 dollar voor zon simpele duif, die voor een paar cent versiering om de poten had.
Altijd als Porat dit vertelde, kwamen er even pretlichtjes in zijn ogen. „Elke maand kregen mijn vrouw en ik Wiedergutmachungsgeld uit de Bondsrepubliek, smartengeld voor de overlevenden van de kampen. Voor mij was dat ongeveer DM 500 per maand, voor mijn vrouw ietsje minder. Ook zij heeft de kampen overleefd. Alle geld uit Duitsland ging naar de vogels, zo hebben we afgesproken.
Bij zijn huis in Kiryat Shaul, vlak bij Tel Aviv, kwamen steeds meer volières en Porat ging ook steeds meer vogelkooien inrichten in Israëlische gevangenissen. Hij hield lezingen voor scholen, militairen en studenten. Kinderen waren zijn hoofddoelgroep. Hij had als stelregel: „Wie geen dierenliefde heeft, kan ook geen mensenliefde opbrengen. Al vertellend liep hij langs zijn volières. Hij had er allerlei soorten kippen, witte pauwen, gekleurde pauwen, een kraanvogel, toekans en papegaaien in alle kleuren. Maar: bovenal duiven. Speciale kropduiven, pauwstaartduiven in soorten, noem maar op. En altijd liepen er wel wat jongetjes uit de buurt die hielpen bij het voeren van de vogels: in de ene kooi een schep vogelvoer, in de andere wat halve appels. Ze wisten het precies. Ook via kinderen uit de buurt verspreidde de vogelman zijn boodschap. Door de vogels kwam hij met ze in contact. „Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst, zei hij dan.

Noten
Porat had in zn broekzak altijd wat harde noten. Dat waren zijn beloningen voor de papegaaien, als ze een kunstje deden of wat woordjes zeiden. Kusjes geven aan het baasje was favoriet bij de een, de andere riep heel hard Abba (vader) of Boker tov (Goede morgen) en Sjaloom! Porat was er trots op. „Voor je het zover hebt dat ze Hava Naguila Hava zingen, gaan er heel wat jaartjes overheen.
Dicht bij zijn woonhuis stond een kooi met heel bijzondere vogels uit West-Irian. „In het begin van de jaren zestig kreeg ik een paar bebroede eieren van een man die terugkwam uit het toenmalige Nederlands Nieuw-Guinea. Daarna heb ik verder met de vogels gefokt.
Ejtan wilde als overlevende getuigen voor de hele wereld. „De mens is slecht, zoiets kan weer gebeuren. Als ik soms die Duitse echo weer door mijn hoofd hoor: Jood, jij gaat ook door de schoorsteen, dan wil ik alle Joden wel waarschuwen.
Alle dagen heb ik de tuin gewoon open. De kinderen uit de buurt lopen hier in en uit en helpen mee de vogels te verzorgen. Alleen kan ik dat natuurlijk nooit aan. Zijn tuin is helemaal volgebouwd met volières. In de buurt heette hij de vogelman.

Zeep van mensen
Door de universiteit van Jeruzalem was een videoproductie rond de vogeltuin gemaakt, die Porat met trots liet zien. Ook het gewone leven van zijn gezin stond op die band. „Zo'n tafereeltje, dat wilde ik vastgelegd zien. Dat was destijds door de Nazis niet zo gepland, grijnsde hij dan.
De video toonde de wekelijkse bezoeken van hele schoolklassen, maar ook Porats lezingen voor studenten, militairen en andere gezelschappen. In die video hield hij, heel schokkend, een lijkkistje omhoog voor een zaal met mensen. Dat lijkkistje stond thuis gewoon in de kamerkast, hij haalde het zo voor je tevoorschijn. Onder een glazen deksel lagen twee stukjes zeep, duidelijk aangetast door de tand des tijds. „Die stukjes heb ik uit de kampen mee weten te nemen als bewijs, anders dacht ik dat niemand me wilde geloven. Het is zeep gemaakt uit mensenvet. Het linker stukje is afkomstig van joden uit het Griekse Saloniki, het rechter is gemaakt van Hongaarse joden. Uit de serienummers die er op staan is dat op te maken. Deze stukjes kregen de mensen als ze zich zogenaamd moesten douchen, als ze dus de gaskamers in gingen. Tussen de zeepjes, aangebracht op zwart fluweel, staat een Davidster en een religieuze tekst.

Porat heeft nog meegemaakt dat de landen van Oost-Europa weer vrij werden. Zodoende kon hij zijn geboortegrond in de Karpaten weer bezoeken. Jaren heeft hij gehoopt dat zijn zoon de vogeltuin zou overnemen, maar daar is het niet van gekomen.
Op het laatst werd Porat ziek. Het heeft hem veel gekost om tijdens zijn ziekte anderen de vogels te laten verzorgen. Hij overleed nog maar kort geleden, aan leverkanker. De vogeltuin is opgedoekt. Zijn vrouw is nog steeds ontroostbaar: „Ejtan ist tot, alles ist kaputt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 10 mei 2000

Terdege | 88 Pagina's

Vogeltuin als vredesmonument

Bekijk de hele uitgave van woensdag 10 mei 2000

Terdege | 88 Pagina's