Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het volle Evangelie vanuit een hele Bijbel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het volle Evangelie vanuit een hele Bijbel

„Behalve aan alléén de Schrift moeten we ook aan héél de Schrift recht doen"

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Reformatorischen zijn er in soorten en dat geldt nog meer voor evangelischen, nuanceert ds. J. van Amstel. Toch kun je volgens de christelijke gereformeerde predikant uit Ede in het algemeen wel van twee groepen spreken, die bij al het gemeenschappelijke op sommige, wezenlijke punten duidelijk van elkaar verschillen. Hij illustreert dat aan de hand van centrale themas: Schrift en belijdenis, wedergeboorte en voorzienigheid, de visie op de mens en de gaven van de Geest.

Velen in de evangelische beweging hebben volgens ds. Van Amstel, auteur van het vorig jaar verschenen boekje Is het evangelisch?, de intentie om zich te houden aan het Woord van God. Alleen de Bijbel! Wel vraagt hij zich af, als hij let op wat evangelischen over de Bijbel zeggen en schrijven, of ze het héle Woord van God aan het woord laten komen. „Heeft het Oude Testament bij hen in de praktijk even veel gezag als het Nieuwe? Is men niet al te zeer geneigd om te zeggen: Het begint bij het Nieuwe Testament, eigenlijk pas bij de uitstorting van de Heilige Geest?
De predikant ziet daarin het gevaar dat tekortgedaan wordt aan het werk van de Vader en van de Zoon, ook in het Oude Testament. „En áls evangelischen over de verhouding van het Oude tot het Nieuwe Testament spreken, dan plaatsen ze het Oude Testament toch al snel in het kader van de wet: Wij hebben het Evangelie, wij zijn bevrijd, wij hebben niets meer met de wet te maken.
Daartegenover kunnen reformatorischen soms dermate sterk het accent leggen op eerst de wet en dan pas het Evangelie, dat zelfs het Evangelie nog een wet wordt. Er zijn ook reformatorischen die een kleine Bijbel hebben of alles wat de Bijbel zegt niet even veel plaats geven. Je kunt bijvoorbeeld zó nadrukkelijk zeggen: De mens is tot niets in staat, dat je de levensheiliging op zn zachtst gezegd minder ernstig neemt.
Soms hebben evangelischen elementen uit de Bijbel naar voren gebracht die reformatorische kerken lieten liggen, erkent ds. Van Amstel. „Als in een kerk de wedergeboorte misschien nog wel wordt genoemd, maar in de praktijk niet functioneert, is het geen wonder dat evangelischen dat oppakken en zeggen: Je moet een wedergeboren christen zijn. En wanneer in de kerken het werk van de Heilige Geest te weinig aandacht krijgt, is het voor de hand liggend dat men dit gaat beklemtonen en overaccentueren.

Evenwichtig
Waar in reformatorische kerken evenwichtig het Evangelie wordt verkondigd en voldoende aandacht wordt besteed aan het werk van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, heb je de minste uitloop naar evangelischen, meent ds. Van Amstel. „Dat brengt me tegelijk bij de rijkdom van onze Heidelberger Catechismus. Een predikant kan zijn eenzijdigheden hebben, maar die worden altijd weer gecorrigeerd door dat machtige, mooie in de catechismusprediking. Daarom is het een heel groot gevaar als die afneemt of verdwijnt. Dat roept evangelische krachten op. Als je niet evenwichtig belangrijke bijbelse werkelijkheden als verbond en verkiezing, ellende, verlossing en dankbaarheid, geloof, hoop en liefde in de preek, op catechisatie en in het verenigingswerk naar voren brengt, is er iets grondig mis. Als je het volle Evangelie niet in de kerk hoort, zoeken mensen het elders.

Reformatorischen en evangelischen zeggen beiden dat ze het volle Evangelie brengen.
„Dat is een hele pretentie, die je ook moet waarmaken. Dan mag je niet zwijgen over verkiezing en verbond. Dan mag je de heiliging niet aan de rechtvaardiging vooraf laten gaan. Míjn ervaring is nog niet de bevinding van God, van Wie God is en wat Hij doet. Wanneer ik het met mijn ervaringen moet doen, en op een gegeven moment ziek word of ga dementeren, dan kan ik al mijn gevoel en bevinding kwijtraken. Kan ik dan teruggrijpen op wie de Heere is en wat de Heere belooft, en werkelijk als een arme zondaar van genade leven?
In het algemeen zal men in de evangelische richting stellen dat wat Paulus in Romeinen 7 zegt: Als ik het goede wil doen, ligt het kwade mij bij, geldt voor de periode vóór zijn bekering. Maar nu ik een bekeerd mens ben, heb ik daar niet meer mee te maken. Terwijl Romeinen 7 er toch staat als een stuk van het geestelijk leven van een gelovige.

Verbindingslijnen
„Ook in reformatorische kring ontbreekt wel eens het juiste zicht op het Evangelie. Je hebt te maken met enerzijds verstarring, waarbij alles versteent en verkilt, en anderzijds verwarring, waarbij alles erbij door kan. Het zit niet goed in tal van reformatorische kerken. Ik denk dat een teer, afhankelijk leven bij de Heere te veel ontbreekt.

Wat kan een remedie daartegen zijn?
„Dat je niet alleen recht doet aan alléén de Schrift maar ook aan héél de Schrift. Daarom is het zo mooi wanneer in de kerken hele bijbelboeken doorgepreekt worden of seriepreken gehouden worden. Zelf merk ik dat je bij seriepreken dingen tegenkomt die je anders misschien zou laten liggen. Als de prediking gaat verworden tot goedkope praatjes over een tekst, ontbreekt de eerbied voor de tekst in zijn verband, voor wat er werkelijk staat, voor wat God zegt.
Je zou wel willen dat alle reformatorischen een gereformeerde body hadden, waardoor ze het niet konden verdragen als het Evangelie in het geding was. Ik ben wel eens bang dat iedereen wat meesukkelt, en dat verscheidene kerkgangers de zaken niet kunnen onderscheiden, als ze de klanken maar horen. Mensen die echter geestelijk onderscheidingsvermogen hebben, hangen niet aan een bepaalde kerk of aan bepaalde dominees, maar proberen door de dingen heen naar Gods stem te luisteren. Dan ontstaan verbindingslijnen, waarlangs christenen elkaar vinden in een diepe eerbied voor de Heere en voor Zijn Woord.

Verstaan reformatorischen iets anders onder wedergeboorte dan evangelischen?
„De Bijbel spreekt evenzeer of nog meer over geloof. Je bent alleen maar rechtvaardig voor God door een waarachtig geloof in de Heere Jezus Christus. Wedergeboorte is wel nodig, maar er is meer nodig, en wil je recht doen aan het Woord van God, dan moet je ook andere dingen laten klinken: bekering, bekeerd worden en je bekeren, geloof ontvangen en tot geloof geroepen worden, in het geloof leven en geloofsoefeningen hebben.
Op twee manieren gaat de Bijbel in op de wedergeboorte, wat ik zo prachtig terugvind in de belijdenis van de kerk. In de Dordtse Leerregels staat: Je moet wedergeboren worden om te geloven. Dat wijst op Johannes 3. De Heere Jezus spreekt met Nicodemus eerst over de wedergeboorte en vervolgens staat er: Opdat een ieder die in Hem gelooft.... Dus: wedergeboorte tót geloof.
In de Nederlandse Geloofsbelijdenis staat: Door het geloof worden we wedergeboren tot een nieuw leven. Dan gaat het om de levensheiliging, in het licht van 1 Petrus 1 vers 3. Mijns inziens leggen reformatorische kerken doorgaans alleen of te veel nadruk op het ene, zonder het andere evenzeer te beklemtonen. En dan raakt de levensheiliging uit het zicht.

Volstrekte genade
„Bij evangelischen zie je dat wedergeboorte ook alleen maar in de eerstgenoemde betekenis wordt gebruikt. Dan is men een wedergeboren christen en daarmee is de zaak klaar. Maar daar ben je er niet mee, want je moet ook iedere keer wedergeboren worden tot een nieuw leven. Wil je bijbels spreken, dan moet je dus met twee woorden spreken.

Hebben evangelischen een te optimistisch mensbeeld?
„Over het algemeen zijn ze te weinig doordrongen van de totale verdorvenheid van de mens, ook van zijn wilskracht. Men zegt, en sommigen verwoorden dat heel sterk, dat erfzonde er niet is. Zonde begint door het slechte voorbeeld. Dan hoeft de mens dus ook niet helemáál vernieuwd te worden. Dan moet hij opgeknapt worden. Dus heb je de Heere Jezus als opknapper nodig -sorry dat ik het zo zeg- en niet als een volkómen Zaligmaker, Die werkelijk van het grootste kwaad verlost en brengt tot het hoogste goed. Aan het volstrekte verlossingswerk van de Heere Jezus wordt tekortgedaan. Moest de Heere Jezus niet álles overdoen? Hij moest zelfs in de moederschoot beginnen, om ook daar onze schuld te dragen.
Als ik de ernst van de zonde niet voldoende besef, heb ik de Heere Jezus meer als Helper en als Vriend nodig dan als Borg, Die in mijn plaats de toorn van God moest dragen. Maar als ik besef dat de Heere Jezus mij verlost heeft van de toorn, dat het oude voorbijgegaan is en alles nieuw geworden is, wat wordt het Evangelie dan rijk. Volstrekte genade!

Hoe onmisbaar zijn de reformatorische belijdenisgeschriften?
„In wezen zouden belijdenisgeschriften niet nodig moeten zijn, maar door de eeuwen heen heb je allerlei dwalingen gekregen. De Kerk werd ertoe geroepen om tegenover het roomse en tegenover het remonstrantse denken een aantal dingen uit het Woord op te diepen en die te verwoorden. Je zou eigenlijk niet aan evangelisatiewerk moeten beginnen en zeker niet aan het gesprek met evangelischen, als je niet diep doordrongen bent van de rijkdom van de Dordtse Leerregels, als samenvatting van wat Gods Woord op belangrijke punten leert. Dan laat je de Bijbel spreken. Dat bewaart je voor een boodschap als: Christus is voor iedereen gestorven. Als jij dat nu maar aanneemt, dan is het goed. Paulus zegt immers: Geloof in de Heere Jezus Christus en gij zult zalig worden. En als mensen tot geloof gekomen zijn, zegt hij: Uit genade zijt gij zalig geworden. Het verdrietige is helaas dat evangelischen vrijwel nooit kennis willen nemen van de reformatorische belijdenisgeschriften.

Moeten reformatorische kerken meer nadruk op de gaven van de Geest leggen?
„Als de Geest gaven geeft, dan geeft Hij ze. Dat kun je niet bewerken. De Geest deelt uit naar Hij wil, zeggen Romeinen 12 en 1 Korinthe 12. Als wij de Geest naar onze hand proberen te zetten, oogsten we meer van de menselijke geest dan van de Heilige Geest. Maar áls de Geest bijvoorbeeld het spreken in tongen geeft, dan moeten wij ook niet zeggen: Dat kan niet. Bedenk dat je alles wat de Geest geeft, kunt toetsen aan het Woord.

Voorzienigheid
„Ik hoorde laatst van een manifestatie waarin een reformatorische gemeente samenwerkte met een pinkstergemeente. Plotseling viel de stroom uit. De dominee bad vervolgens schreeuwend om stroom. Er kwam geen stroom... Als je zo probeert iets van Boven af te dwingen, denk je dan niet verkeerd over de voorzienigheid Gods? Wat blijft er dan over van Uw wil geschiede? Waar wordt ziekte dan door veroorzaakt? Door ongeloof? Door de duivel?
Vanuit de Bijbel kun je zeggen dat ziekte ook van God kan komen. Anders krijg je moeite met Zondag 10 van de Catechismus, en in wezen ook met Zondag 1, met de enige troost dat alles uit Gods vaderlijke hand mij toekomt. Waar blijf ik als God ergens niet in is? Ik ontken de macht van de boze niet. Als iemand dronken is, een auto steelt en mensen doodrijdt, dan gaat dat helemaal tegen Gods wil in. Maar wat is het een rust voor een mens als je zelfs in zulke bizarre omstandigheden uit Gods hand kunt leven. In de grootste smarten blijven onze harten, in den HEER gerust.

Kunnen reformatorischen iets leren van evangelischen?
„Het aantal reformatorische zendelingen is zienderogen minder geworden. Evangelischen hebben hun plaats ingenomen. Het gaat niet om enkele tientallen, maar om duizenden. Er is bij evangelischen in het algemeen meer bewogenheid met mensen verloren in zonden en schuld. En het kon wel eens zijn dat de ernst daarvan bij reformatorischen te weinig doordringt. Evangelischen komen doorgaans ook openhartiger uit voor hun christen zijn dan reformatorischen. Dat moet je eerlijk en royaal waarderen.

Kunnen evangelischen iets leren van reformatorischen?
„Ze zouden kunnen leren van wat reformatorischen op grond van de Bijbel belijden over verbond en verkiezing, over ambt, kerk en gemeente. De gemeente bestaat immers niet alleen uit gelovigen, zoals veel evangelischen veronderstellen. Ook het waarschuwende element is nodig in de gemeente: Wee de goddeloze, want het zal hem kwalijk gaan. Evangelischen zouden van reformatorischen ook kunnen leren dat het niet gaat om de mens, ook niet om de vrome mens, maar om de eer van God. En niet minder om de heiligheid van God.

Volgende keer: B.S. van Groningen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 30 augustus 2000

Terdege | 84 Pagina's

Het volle Evangelie vanuit een hele Bijbel

Bekijk de hele uitgave van woensdag 30 augustus 2000

Terdege | 84 Pagina's