Kussens die uitnodigen om te gaan zitten

Dit heeft u nodig
- Verschillende ruitjesstoffen in bijvoorbeeld de kleuren blauw, groen, rood. Let er hierbij op dat de stofjes van dezelfde kwaliteit zijn, bijvoorbeeld 100 procent katoen. Gebruik afwisselend grote en kleine ruiten, lichte en donkere kleuren voor een mooi resultaat.
- 50 cm (van 140 breed) streepstof
- lapje fiberfill van 35 x 35 cm
- (rest)lapje dunne katoen van 35 x 35 cm
- binnenkussen
- mal 7,5 x 7,5 cm (inclusief naad)

Zo maakt u het
Voorkant
- Knip de voorbeeld-mal uit of neem hem over op overtrekpapier. Plak dit eventueel op een even groot stukje schuurpapier. Zo is het malletje steviger en glijdt het niet uit op de stof. Prik gaatjes in de puntjes die groot genoeg zijn om er met een scherpe potloodpunt doorheen te kunnen.
- Trek de mal 16 keer over op verschillende ruitstofjes. Teken hierbij met een potlood de puntjes op de stof. Knip de lapjes uit.
- Speldt de 16 lapjes vast op een servet of stuk stof, zodat u kunt bepalen hoe het geheel moet worden. Let er hierbij op dat u drukke en rustige, donkere en lichte ruiten mengt. Dit geeft het mooiste resultaat.
- Speld de eerste twee lapjes met de goede kanten op elkaar. Zorg dat de potloodpuntjes precies op elkaar liggen. Steek knopspelden door de potloodpuntjes.
- Naai de lapjes op elkaar. Hecht aan met drie kleine steekjes in het eerste potloodpuntje; maak daarna drie rijgsteekjes en weer een stiksteek. Ga zo door tot het andere potloodpuntje. Hecht met drie steekjes in dit puntje af.
- Naai zo de vier lapjes uit de eerste baan aan elkaar. Naai daarna de drie andere banen aan elkaar. Tenslotte zet u de vier banen aan elkaar. Zorg daarbij telkens dat de potloodpuntjes op elkaar vallen.
N.B. Natuurlijk kunt u het patchwork-vierkant ook met de naaimachine naaien. Wanneer u echter nog niet veel ervaring heeft met patchwork, geeft met de hand naaien vaak een netter resultaat.
- Knip vier stroken van 43 bij 10 cm uit de streepstof (dit is inclusief 1,5 cm naad). Laat de strepen in de lengte lopen.
- Zet de stroken aan het patchwork-vierkant (dit kan heel goed met de naaimachine). Naai precies tot aan de potloodpuntjes.
- Stik de hoeken schuin af, precies naar het potloodpuntje toe.

Quilten
Het quilten of doorpitten van een patchworklap wordt gedaan om het geheel meer reliëf te geven. Hierdoor lijken de verschillende vlakken meer naar voren te komen.
Leg het lapje volumevlies tussen de voorkant en het lapje (dunne) katoen. Speldt deze drie lagen op elkaar vast (evt. rijgen). Steek daarna met kleine rijgsteekjes 0,5 cm langs de naden van de vierkantjes. Steek hierbij telkens door alle drie de lagen heen. Gebruik hierbij een scherpe naald (evt. een quiltnaald) en quiltgaren of splijtgaren.

Achterkant
- Knip twee lappen van 43 bij 23 cm en twee stroken van 7 bij 43 cm (eventueel de stroken verstevigen). Knip 4 striklussen van 20 bij 5 cm. Vouw elke lus met de goede kant op elkaar, stik ze af, keer ze, stik ze door. Stik de ene helft van de achterkant aan een strook. Stik daarbij twee strikbanden mee, ongeveer 12 cm uit elkaar. Doe hetzelfde met de andere achterkanthelft.
- Leg de voorkant en achterkanten met de goede kanten op elkaar en stik ze op elkaar. Knip de hoeken schuin af en keer de kussenomslag.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen