Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Westland moet weer Druivenland worden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Westland moet weer Druivenland worden

Stichting wil jaarproductie van 7000 kilo opvoeren tot 25.000 kilo

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Toen ik jong was, speelde de druiventeelt in het Westland een grote rol. Sommige tuinders hadden meer dan tien kassen vol met deze edele vruchten. De druiven zorgden in het voorjaar voor heel veel werk. Iedere tros moest gekrent worden. Dat lukte alleen door de inzet van vele vrouwen en meisjes. De druiventeelt is nu nagenoeg verdwenen uit het Westland, maar er is nieuwe hoop. Er worden pogingen ondernomen om de slagzin van destijds, Westland Druivenland, opnieuw waar te maken.

De tuinbouw in het Westland kreeg pas in de zestiende eeuw enige betekenis. Tot die tijd waren akkerbouw en veeteelt de voornaamste inkomstenbronnen. Men begon groenten te verbouwen door de toenemende vraag als gevolg van de bevolkingsgroei in de steden Den Haag, Delft en Rotterdam. De ligging van het Westland, bij de zee, was gunstig. Zeer lage temperaturen en nachtvorst kwamen hier minder voor dan elders in het land. Wel speelde de stevige zeewind de opbrengsten parten. Daarom werden in de tuinen beschermmuren gemetseld. Die muren bleken gunstig voor de rijping en de opbrengst van fruitbomen en druivenstruiken.

Druiven-pastoor
Naar wordt aangenomen heeft pastoor Verburch zich erg ingezet voor de uitbreiding van de druiventeelt. Na de Reformatie was hij in 1637 de eerste dienstdoende pastoor in het Westland. Hij vestigde zich in Poeldijk, want in dit dorp waren velen de roomse leer trouw gebleven. Zij hadden erg te lijden gehad onder de wederdopers en stonden daarom wantrouwig tegenover de nije leer. De druiven hadden de bijzondere aandacht van pastoor Verburch en hij promootte het product flink in zijn uitgebreide werkgebied. De inspanningen van de pastoor zorgden ervoor dat Poeldijk bijna helemaal rooms-katholiek bleef, terwijl het nabijgelegen Monster van harte de Reformatie omhelsde. In Poeldijk heeft men de druiven-pastoor geëerd met een standbeeld.
Met de druif ging het goed. Men kwam erachter dat het zetten van glazen ramen tegen de muren waaraan de druiven hingen te rijpen bevorderlijk was voor de kwaliteit. Geleidelijk zijn hieruit de kassen ontwikkeld. Een telling uit 1878 leert dat er in dat jaar 178 kilometer aan druivenmuren in de tuinen stond en dat de opbrengst 531.000 kilo was.
De volgende halve eeuw zou de druiventeelt de kurk worden waarop de Westlandse tuinbouw dreef. In de jaren dertig van de 20e eeuw leverde 800 ha glas gemiddeld 22 miljoen kilo druiven per jaar op. Na de Tweede Wereldoorlog kwam het product echter in de knel. De goedkopere import uit zuidelijke landen nam toe. Daarnaast maakte de tomaat een stormachtige ontwikkeling door en begon de bloementeelt aan een ongekende opmars. Voor de tomaten- en bloementeelt was een geheel ander type kas nodig. Er ontstonden zogenaamde warenhuizen, met een groot glasoppervlak. Geen wonder dat het Westland de naam glazen stad kreeg.

Bijverdienste
In het Westland kunnen met name de vrouwen nog veel vertellen over de krenttijd van vroeger. In weinige weken moesten de druiventrossen niet alleen ontdaan worden van de kleine zaadjes, maar moest ook een aantal korrels worden verwijderd om de andere gelegenheid te geven mooi uit te groeien. Het was echt vrouwenwerk. Slanke vingers waren ideaal voor het gepriegel.
Nel Looije heeft in de jaren veertig en vijftig heel wat druiventrossen gefatsoeneerd. „Ik was 14 jaar toen ik het druivenkrenten leerde. De eerste week verdiende ik tien gulden. Daarna kwam er iedere week wat bij. Het volgende jaar voegde ik mij bij een groep die in het aangenomen werkte. Er werd een prijs afgesproken per roede en het hing van het tempo van de groep af hoeveel je verdiende. Ik zat in een goede groep, wij verdienden soms meer dan honderd gulden in een week en dat was in die tijd heel wat. Natuurlijk lette de tuinder wel heel goed op of zijn druiven netjes gekrent werden. Met zon groep zat je een flinke periode samen. Wij begonnen met de krent meestal in mei. Dat was in kassen die in de winter verwarmd waren. Aan het eind van de maand juni was het werk gebeurd. Het was best gezellig. Er werd natuurlijk ook heel wat afgepraat. Al de nieuwtjes in het dorp kwamen aan de orde.
Vooral in juni kon het wel eens erg warm worden. Wanneer de temperaturen boven de 25 graden komen en je zit onder het glas, dan wordt het gewoon tropisch. Dan werden de kassen met kalk bespoten, om de zonneschijn een beetje buiten te houden. In die weken was er geen tijd voor iets anders. Het gerucht ging dat zelfs de dorpsdokter maar vakantie nam, omdat hij zo weinig patiënten had.
Ook gehuwde vrouwen met kinderen probeerden een graantje mee te pikken. Het extra verdiende geld kon goed gebruikt worden. Nel Looije: „In veel gezinnen werd eerst het kolenhok voor de komende winter gevuld. Vervolgens werd de klerenkast aangevuld. De bussen vanuit het Westland naar Den Haag, waar vroeger de grote inkopen werden gedaan, waren s zaterdags goed gevuld. Tenslotte was er zeker geen kleine groep mensen die door de werkloosheid in de winter financieel achterop geraakt waren. Aan het eind van de krenttijd konden er strepen worden gehaald door de pof-rekeningen.

Stichting
In de gemeente Monster is nog een echte ouderwetse druiventuinder actief. De tuinder, Cees van Leeuwen, blijkt zeer verknocht aan de druiventeelt. Als een van de zeer weinigen heeft hij aan deze teelt vastgehouden. Van Leeuwen nadert echter de pensioengerechtigde leeftijd en heeft geen opvolger.
Gelukkig is onlangs de stichting de Westlandse druif opgericht, die een reddingsplan heeft bedacht. De initiatiefnemers belegden in april dit jaar een vergadering, die door zeven druiventelers werd bezocht. Unaniem was men van mening dat het hoog tijd was om in actie te komen. „Als er niets wordt gedaan, is het over vijf jaar afgelopen met de teelt, zegt Sjef Enthoven, een van de stuwende krachten achter de stichting. „En dat willen we voorkomen.
Een onderdeel van het reddingsplan is om door een professionele marketing- en verkooporganisatie de beschikbare druiven onder de naam Westlandse druif te gaan verkopen. Men wil proberen de productie, die nu nog maar zon 7000 kilo per jaar bedraagt, op te voeren naar voorlopig 25.000 kilo. Tuinders die willen meedoen aan het plan zullen een afzetgarantie krijgen. Over die afzet is men overigens optimistisch. „Het is gewoon een verrukkelijk product, zegt Cees van Leeuwen. „Ik wil niet alleen nostalgisch doen, hoewel het de moeite waard is om zon stukje historie te bewaren, maar mij lijkt dat het nieuwe plan ook rendabel kan zijn.
Woordvoerster van de stichting Corolla Nell noemt de Westlandse druif uniek. „Door de tegen weer en wind beschermde teelt kunnen de druiven onder ideale omstandigheden rijpen. Door het krenten krijg je ook mooie bossen en hebben de korrels de ruimte om uit te groeien tot een luxe topproduct. De beroemde dauwlaag die zich op de kasdruiven bevindt, bewijst dat de teelt gezond is. Voor het eten hoeven de druiven dan ook niet gewassen te worden. Integendeel, want dan gaat er wat van de smaak verloren.
De vraag is natuurlijk op welke manier een nieuw stukje afzet te veroveren is. De initiatiefnemers zijn van mening dat de exclusiviteit van het product onderstreept dient te worden. Corrola Nell: „Wij gaan de druiven verkopen in de betere groentezaken en leggen er de nadruk op dat het een zeer apart relatiegeschenk is. Ook de verpakking draagt daaraan bij. Wij bieden de druiven aan in mandjes van een kilo en in kistjes van twee kilo. De prijs bedraagt respectievelijk ƒ 19,50 en ƒ 34,95. Dat is ook de prijs die je bijvoorbeeld voor een kistje wijn, een bloemstuk of een mooie fruitmand betaalt. De verpakking draagt ons eigen logo en we voegen er een brochure met informatie over de Westlandse druiven bij.

Toekomstdromen
Voorzitter van stichting de Westlandse druif is Arie van den Ende. Zijn gedachten over het behoud van de Westlandse druiventeelt gaan nog een stapje verder. Met behulp van vrijwilligers zou de stichting volgens hem een eigen druiventuin moeten gaan beheren, compleet met rondleidingen en een horecagelegenheid. De tuin zou in de buurt van water moeten liggen. Nu al worden, met toenemend succes, vaartochten door het Westland georganiseerd. Een bezoek aan de druiventuin zou in een programma kunnen worden opgenomen.
Volgens de stichtingsvoorzitter moeten de druiven niet in grote aantallen worden verkocht. „Het oude Westlandse product moet als iets speciaals aan de man worden gebracht. Wel hebben we een modern logo bedacht, want we willen ook een nieuw publiek bereiken. De historie is belangrijk, maar we moeten voorkomen dat de druiventeelt iets museaals wordt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 27 september 2000

Terdege | 104 Pagina's

Westland moet weer Druivenland worden

Bekijk de hele uitgave van woensdag 27 september 2000

Terdege | 104 Pagina's